43

 

 

 

 

 

Zomer 2013

 

 

Er is al de hele dag een verhaal in het nieuws: een verhaal over kinderen die zich doodschaamden en hun ouders niet durfden te vertellen dat ze via internet foto’s hadden gestuurd naar gretige volwassenen die zich als hun vriend voordeden. Sommige kinderen waren nog maar acht jaar oud. Tegen die achtergrond zat ik naar foto’s te turen van Jonathan als kind, met dat nieuwsbericht dat door mijn hoofd spookte, terwijl ik zocht naar de foto die mijn zoon het beste weergeeft – waarop hij staat zoals ik wil dat hij herinnerd wordt. Als Jonathan nu een kind was, was hij vast geen slachtoffer van die monsters geworden. Hij zou zich nooit hebben doodgeschaamd, omdat hij wist dat hij altijd met zijn moeder kon praten. Hij wist dat hij haar alles kon vertellen en dat haar liefde voor hem er niet minder om zou zijn. Ze hadden een band die zo hecht was als je van een moeder en zoon maar kon verwachten.

Zo hecht, dat niet ik maar Nancy hem over de bloemetjes en de bijtjes vertelde.

Zijn moeder, niet zijn vader. Je zou denken dat het voor mij makkelijker was geweest, maar het was Nancy naar wie hij luisterde en met wie hij praatte. Toen ik het erover wilde hebben, stopte hij zijn vingers in zijn oren en lalalade hij zo hard dat hij me overstemde. Later hadden Nancy en ik erom gelachen: hoe grappig hij was, hoe mal. Hij was al vroeg in de puberteit gekomen, hij was pas elf, maar hij moest van de hoed en de rand weten, dus zei Nancy dat zij het zou vertellen. Ik herinner me dat ik dacht: nou, sterkte, want hij zal zich nog meer generen als hij zijn moeder over seks moet aanhoren. Maar dat was niet zo.

Ze zorgde dat hij bij haar kwam zitten, dwong hem haar in de ogen te kijken en legde uit dat het niets was om bang of verlegen voor te zijn. Het was heel gewoon. Op een dag zou hij de juiste persoon tegenkomen en dan zou hij begrijpen waartoe die hinderlijke drang van hem diende. Het was niets om je voor te schamen, hij moest zich vrij voelen om zijn eigen lijf te verkennen. Ze moedigde hem zelfs aan om dat te doen, en zei dat als hij ergens over in zat hij er altijd met haar over kon praten. Ik herinner me dat ik een paar keer langs zijn dichte kamerdeur liep en hen hoorde mompelen. Hij wist dat hij haar kon vertrouwen en ik wist dat ik hen beter niet kon storen. Jonathan kon er zeker van zijn dat zijn moeder altijd begrip voor hem zou hebben, wat hij ook had gedaan. Onze zoon zou geen prooi zijn geweest voor kinderlokkers op internet zoals ik.

Ik heb over mijn leeftijd gelogen om iemand die jonger is dan ik over te halen mijn vriend te worden. Ik heb me anders voorgedaan dan ik ben.

Gisteravond heb ik de rest van de foto’s geüpload. Geen enkel kind zou zijn moeder zo moeten zien. Wat doet dat met je als je je eigen moeder zo te koop ziet zitten, open en bloot: de schaamte, de vunzigheid? Ik betwijfel of hij die beelden ooit van zich af kan zetten. Maar dat kan nu niet meer ongedaan worden gemaakt. We zijn op een missie.

Die kleine Nick. Hij zit op me te wachten – hij wil meer weten over de foto’s. Wie heeft ze genomen? En dus vertel ik hem dat. Daarna upload ik de foto van Jonathan die ik heb uitgekozen. Een jongetje van tien jaar, in de trui die zijn oma voor de kerst voor hem heeft gebreid. Hij straalt van blijdschap, met zijn borst vooruit om vol trots de Ninja Turtle die ze op de voorkant had geborduurd te laten zien. En ik zet er deze woorden bij:

 

JONATHAN BRIGSTOCKE

26 JUNI 1974 14 AUGUSTUS 1993

EEN VOLMAAKTE VREEMDELING DIE IS GESTORVEN

TOEN HIJ JOU HET LEVEN REDDE

 

Het zal even duren voordat hij Jonathans dood kan plaatsen – zijn jonge vriend die nooit heeft bestaan – voordat hij alles kan plaatsen wat ik voor hem heb geüpload. Het boek zal daarbij helpen. Ik heb hem de paginanummers gegeven, zodat er deze keer geen kans bestaat dat hij haar of zichzelf niet herkent. Nancy moet ook haar zegje kunnen doen. Misschien kan hij een paar van haar vragen beantwoorden.

Waarom heeft ze haar kind niet geholpen? Hoe kon een moeder haar kind de rug toekeren en hem alleen in zee laten gaan? Een kind dat niet kon zwemmen. Geen vleugeltjes, geen zwemband. Hoe kon een moeder met een greintje gezond verstand dat doen? Was ze gek geworden?

Ze moet haar kind hebben zien verdrinken – ze zei dat ze wilde dat Jonathan het niet had gedaan. Dat zei ze letterlijk. Was haar hartstocht voor Jonathan groter dan haar liefde voor haar kind? De kleine Nick. Is hij zo’n vervelend rotkind dat zelfs zijn eigen moeder het niet de moeite waard vond om hem te redden?

Het komt er allemaal op te staan, het fragment uit Nancy’s notitieboekje, mijn laatste bericht. Het voelt alsof ik een jong poesje in een zak heb gestopt en in het kanaal heb gegooid. Ik kan het horen miauwen, maar nu kan ik niets meer doen om het te redden. Zwemmen of verzuipen: het is nu aan hem.