6
De eerste twee dagen in de vallei deed Julia niets anders dan wachten. Dat gevoel had ze in elk geval. En dat was de reden waarom ze de gebeurtenissen als een buitenstaander waarnam. Alsof ze door een microscoop keek die niet goed was afgesteld, zag ze alles vreemd overvloeiend, onscherp en op de een of andere manier vergroot.
Omdat Julia en Robert later waren gekomen, hadden ze niet alleen de welkomsttoespraak van de decaan voor de eerstejaars gemist, maar ook veel belangrijke bijeenkomsten van de introductieweek. Had ze daarom zo’n onwerkelijk gevoel?
Lang geleden, goed, om precies te zijn een halfjaar geleden, was ze te laat geweest voor een bioscoopvoorstelling. Ze herinnerde zich niet meer welke film het was, maar Kristian en zij hadden de eerste tien minuten gemist. Het resultaat was dat Julia tot het eind van de film niet betrokken was geweest bij de gebeurtenissen op het witte doek. Alleen omdat ze het begin had gemist.
Op Grace College verging het haar net zo. Ze was hoogstens een figurant, ook al deden ze allemaal hun best. Ze deden te veel, dacht Julia soms geïrriteerd als Debbie of David weer eens bezorgd vroeg of ze haar konden helpen. Ik ben niet te helpen, had ze het liefst geantwoord, maar in plaats daarvan glimlachte ze gekweld, met als effect dat ze volkomen hulpeloos leek.
Over het algemeen was je zelden alleen op Grace College. De lugubere stilte van de eerste nacht was veranderd in een bedrijvige drukte overdag. De studenten haastten zich door de eindeloze gangen en hallen, waar Julia ook de tweede dag nog verdwaalde. De bibliotheek en de mediatheek op de tweede kelderverdieping waren voortdurend bezet. In de sporthallen op de campus trainden diverse teams. Alle sporten konden hier beoefend worden, van ringzwaaien en basketbal tot zwemmen. En de ontvangsthal en de mensa, die boven de ingang lag, leken ontmoetingsplek en broeinest van geruchten tegelijk te zijn.
De eerstejaars bevonden zich nog in de oriëntatiefase. Voor veel vakken waren er introductiebijeenkomsten, maar een aantal vakken waarvoor Julia zich had ingeschreven was al begonnen.
Julia deed haar best om met de stroom mee te zwemmen. Ze glimlachte voortdurend, ze bedankte onophoudelijk en was tegen iedereen zo beleefd dat ze er een medaille voor zou moeten krijgen. Plichtmatig had ze het handboek voor eerstejaars dat ze van Alex had gekregen, grondig doorgelezen. Ze probeerde de regels en verboden te onthouden, ontmoette de andere eerstejaars in de mensa en at het Canadese eten, waar ze eigenlijk van walgde. Daarnaast toonde ze interesse als Debbie urenlang tegen haar doorzaagde over de verplichte lessen en keuzevakken en hoeveel studiepunten je voor de verschillende bijeenkomsten kreeg.
Ten slotte sloot ze zich zelfs aan bij het atletiekteam en jogde met de groep acht kilometer langs het meer. Julia en joggen! Wat zou Kristian daarvan gezegd hebben? Ironisch genoeg liep ze zo snel dat ze voor de selectie werd gekozen.
Maar terwijl ze dat allemaal deed, voelde Julia zich alsof ze zich in een kwellend langzame overbruggingsperiode bevond. Nog nooit was de tijd zo langzaam gegaan. Nog nooit was ze zo’n vreemde voor zichzelf geweest.
Eigenlijk hield ze het de eerste dagen op Grace College alleen vol omdat ze voortdurend hoopte dat ze bericht zouden krijgen, zodat Robert en zij weg konden uit de vallei. Wat daarna kwam, was niet belangrijk. Dat was de gedachte die haar overeind hield en waaraan ze zich sinds die eerste afschuwelijke nacht vastklampte. Telkens hield ze zichzelf voor dat het nu niet lang meer kon duren en dat het wachten snel voorbij zou zijn. Ze hadden natuurlijk gezien dat Julia de eerste nacht had geprobeerd hen te bellen. Ze zouden contact opnemen. Snel.
Dat gebeurde echter niet en hoe meer tijd er verstreek, des te geïsoleerder voelde Julia zich van de buitenwereld. Nee, zo voelde ze zich niet alleen, ze wás geïsoleerd.
Op de avond van de tweede dag zat Julia met haar huisgenootjes, Robert en de jongens uit Roberts appartement aan een tafel in de mensa. Ze doopte haar lepel in het bord clam chowder, een dikke aardappelsoep met schelpdieren, wat ze te laat had gezien. Ze haatte schelpdieren. Ze zagen eruit als gebruikte minitampons. Aan de andere kant proefde Julia maar heel weinig. Haar zintuigen leken het allemaal opgegeven te hebben. Ze nam ook het gekrioel en lawaai in de mensa niet echt waar.
‘Vind je de soep niet lekker?’ hoorde ze Debbies stem links van zich, en meteen grepen de bleke, met zomersproeten bezaaide handen al naar Julia’s bord. ‘Na zo’n dag als vandaag kunnen wat extra calorieën geen kwaad. Een paar van de vakken die we hebben, zijn echt heel moeilijk, vind ik. Vooral wiskunde. Ik heb er geen woord van begrepen.’
‘Bij wiskunde gaat het ook om getallen. Het vak met woorden noem je Engels,’ antwoordde Benjamin, rechts van Julia. Hij legde zijn camera op tafel om een extra laag ahornsiroop op zijn pannenkoek te smeren, die al droop van de kleverige troep. ‘En als ik jou was, zou ik in deze heilige hal niet zo luidkeels verkondigen dat je iets niet begrijpt.’ Benjamin keek theatraal om zich heen voordat hij zich vooroverboog en tegen Debbie fluisterde: ‘Vergeet niet dat wij Gracianers de toekomstige elite zijn. De pilaren van de mensheid, uitgekozen door de heilige riten van het toelatingsexamen. Als je onze filosofiegod Brandon tenminste mag geloven.’ Hij nam een hap van zijn pannenkoek. ‘Mensen, ik had er tot nu toe geen idee van dat ik zo belangrijk was,’ zei hij met volle mond. ‘Daarbij vergeleken is de Amerikaanse president een nietsnut.’
De anderen lachten.
Julia moest haar best doen om niet met haar ogen te rollen. Ze was bij de filosofieles geweest en had gehoord wat professor Brandon had gezegd. Ze wist nog dat ze had gedacht dat de meeste studenten, ook de eerstejaars, daar helemaal naar leefden. Tijdens de lessen gedroegen ze zich heel elitair en ambitieus, wat waarschijnlijk geen wonder was als je bedacht wat voor normen er op Grace werden gehanteerd. Aan de andere kant gingen de meeste gesprekken, zodra de studenten de leslokalen verlieten om in de ontvangsthal rond te hangen, op de campus te chillen of in hun appartementen te relaxen, over feesten, alcohol en natuurlijk seks, wat Debbies lievelingsonderwerp was.
‘Ik vind veel docenten heel goed,’ zei Rose met haar aangename, zachte stem. ‘En Brandon is cool. Ik bedoel, wie van jullie heeft ooit gehoord van een docent die zijn hond meeneemt?’
Ze glimlachte naar Julia en Julia kon niet anders dan de glimlach beantwoorden. Rose Gardner was mooi, heel erg mooi. Niet het soort schoonheid dat snel verbleekt, maar een klassieke schoonheid. Zoals Catherine Heigl, Scarlet Johansson en Julia’s grote voorbeeld Kate Winslet. Ze had een egaal bruine huid en tanden waarbij ivoor goedkope troep leek. En ze had benen die Julia onmiddellijk van haar zou willen overnemen.
Haar kaalheid deed geen afbreuk aan haar schoonheid. Toch vroeg Julia zich voortdurend af waarom Rose haar haar had afgeschoren.
Het stond in elk geval vast dat ze zich ermee van de anderen onderscheidde. Maar of het haar ongenaakbaar maakte, zoals Debbie beweerde? Die indruk had Julia tot nu toe niet. Waarschijnlijk was Debbie gewoon verschrikkelijk jaloers op haar huisgenootje, want Debbie wilde ook opvallen, vooral bij de jongens. Maar naast Rose hadden ze allemaal geen schijn van kans.
‘Rosie-Rose, je gelooft toch niet serieus dat de docenten hier echt zijn?’ Benjamin fronste zijn voorhoofd. ‘Nee, ze zijn allemaal op afstand te bedienen.’
Weer lachte iedereen.
‘Echt waar! Meneer Lennon bijvoorbeeld heeft vandaag in de inleidende wiskundeles de formules rechtstreeks uit zijn hoofd op het scherm gestraald. Ik kon niet eens meeschrijven.’
‘Dat verbaast me niets,’ zei Kate, die zich meestal afzijdig hield. Ze pelde langzaam de schil van een grapefruit. ‘Je hebt je camera ook geen seconde losgelaten.’
Julia wist inmiddels dat de derde bewoonster van hun appartement uit Korea kwam en sinds haar tiende jaar in de Verenigde Staten woonde. Maar dat was zo ongeveer alles wat ze had willen loslaten, afgezien van het feit dat ze alleen fruit en rauwe groente at.
‘Omdat ik alles heb gefilmd, terwijl hij met zijn door formules verziekte powerpointpresentatie bezig was.’ Benjamin grijnsde en aapte de hoge falsetstem van de docent na. ‘Laten we de volgende uitkomst bewijzen. Als we aannemen dat, dan volgt daaruit blablabla. En over twee weken leveren jullie een werkstuk in waarin jullie aan de hand van een tegenvoorbeeld aantonen dat de omkering fout is, dus blablabla.’
Er klonk gejoel.
‘Wiskunde,’ begon Katie met een ernst die bij haar heel arrogant overkwam, ‘is iets voor mensen die vluchten voor de complexiteit van de wereld. Ze bouwen een systeem dat hun voorspiegelt dat alles te berekenen en te beredeneren is en alleen een kwestie van verstand en logisch nadenken.’
Julia wierp haar een verbaasde blik toe. Het was de langste zin die ze tot nu toe van Katie had gehoord.
‘Precies. Wiskunde maakt haar eigen wereld.’ Benjamin herhaalde de zin telkens weer en sloeg op het ritme van de lettergrepen met zijn vlakke hand tegen de rand van de tafel. ‘Wis-kun-de maakt haar ei-gen we-reld.’
Het glas water van Julia kwam in beweging en ze kon het nog net op tijd vastpakken.
‘Wisten jullie dat het hoofd van de wiskundeafdeling van Grace heel beroemd is?’ vroeg Debbie. ‘Blijkbaar is hij zelfs genomineerd voor de Nobelprijs. Echt, ik bewonder iedereen die wiskunde als hoofdvak kiest.’
David kreunde zachtjes. Robert en hij volgden de verplichte lessen van meneer Lennon niet, maar die van professor Vernon, omdat wiskunde hun hoofdvak was. ‘Dat kun je wel zeggen. Ik heb vandaag als een idioot meegeschreven en heb er de helft van de tijd niets van begrepen,’ zei hij terwijl hij zijn bord opzijschoof. ‘Het begon al met het toelatingsexamen voor Grace.’ Hij kreeg een sombere uitdrukking op zijn gezicht. ‘En dat terwijl het een ramp was geweest als ik het examen niet had gehaald.’ Hij draaide zich naar Robert. ‘Hoe ging jouw les vandaag?’ vroeg hij bezorgd. ‘Het verbaasde me dat je er gewoon bij zat. Je hebt de formules niet eens opgeschreven.’
Julia wisselde een blik met haar broer. Hij zat bij hen, maar tot nu toe had hij niets bijgedragen aan het gesprek.
‘Het leidt me af om aantekeningen te maken,’ antwoordde Robert. Hij fronste zijn voorhoofd. ‘Ik kan het niet begrijpen als ik aan het schrijven ben.’
‘Je hebt gelijk, kerel,’ was David het met hem eens. ‘Het zou beter zijn als ze de lesstof voor ons zouden kopiëren en het dan uitlegden. Dat zou veel gemakkelijker zijn.’
‘Als je goed luistert, begrijp je het vanzelf, David,’ antwoordde Robert geduldig.
‘Bedoel je dat je de bewijsvoering kunt onthouden? Al die formules uit de hele les? En dat bij het hoofdvak wiskunde van iemand die de Nobelprijs bijna heeft gewonnen?’ Debbie keek naar Robert alsof hij een buitenaards wezen was. Op zijn minst.
‘Ja,’ zei Robert bescheiden. Hij schoof zijn bril recht.
‘Dus als je problemen met onze les hebt, Debbie,’ probeerde Julia de aandacht van haar broer af te leiden. ‘Ik wil je graag helpen. Ik ben goed in wiskunde.’
Het klopte dat de eisen op Grace heel hoog waren en dat iedereen die na het zware toelatingsexamen op het college werd aangenomen, over een bovengemiddelde intelligentie beschikte, maar Robert was een verhaal apart. En Julia wilde in geen geval dat de anderen dat te snel doorhadden.
‘O, dat is heel lief van je, Julia!’ Debbie straalde alsof ze een smiley was en haalde haar oranje Filofax-agenda tevoorschijn. ‘Wanneer heb je tijd? We kunnen in mijn kamer afspreken en na afloop naar een film kijken.’
‘Dat klinkt als een pikant afspraakje!’ zei Rose terwijl ze samenzweerderig naar Julia knipoogde. Julia glimlachte naar haar en dacht onwillekeurig dat ze Rose aardig vond.
‘Over afspraakjes gesproken.’ Benjamin boog zich weer naar voren. ‘Weten jullie al dat jullie uiterst brave studiebegeleidster Isabel stiekem verliefd is op meneer Forster? Ik durf er tien dollar om te verwedden dat ze hem spannende mailtjes stuurt.’ Hij boog zich over Julia heen en fluisterde tegen de giechelende Debbie: ‘Ik heb gezien dat ze haar hand op zijn kont legde toen hij met een halve kalkoen op zijn bord langs haar liep. Hij kon zich met geen mogelijkheid verdedigen.’
Voor zover Julia wist, was meneer Forster het hoofd van de sectie Frans. Hij woonde met zijn vrouw in een van de bungalows die voor de docenten bestemd waren.
‘Misschien heeft Isabel inderdaad een kans bij Forster. Zijn vrouw past in elk geval helemaal niet bij hem,’ zei Rose verrassend kwaadaardig terwijl ze haar lepel neerlegde. ‘Dat is de enige die ik tot nu toe vreselijk vind. Het is me een raadsel hoe die Forster zich als kunstdocente van een elitecollege durft te presenteren.’
Rose was via een kunststudiebeurs naar Grace gekomen. Volgens Debbie had ze al heel veel prijzen gewonnen, ook al praatte Rose daar niet over.
‘Blijkbaar is het Franse impressionisme haar specialiteit.’ Rose snoof. ‘Grace gaat prat op de progressieve benadering van de lessen, met de nadruk op zelfstandige kunstbeoefening door de student! En dan zetten ze een docente voor de klas die een beetje over Degas en Monet leutert. Alsjeblieft, zeg! Het enige creatieve aan haar is dat ze zich drie keer per dag omkleedt.’
‘Dat is beter dan die stomme milieulessen,’ zei Debbie. Haar hoofdvak was geografie. ‘Hallo, we zitten hier in de Rocky Mountains. Waarom moet ik dan weten hoe een moesson ontstaat? Ik geloof dat ik voor het eindexamen de meeste tijd in de bibliotheek en de mediatheek zal moeten doorbrengen.’
‘Tja, het is niet bepaald ontspannend,’ gaf Rose toe. ‘Het is hier geen luxehotel midden in de bergen, maar…’
‘Een werkkamp,’ onderbrak een schorre stem aan de andere kant van de tafel haar. Julia keek onwillekeurig op, recht in een paar irritante, leigrijze ogen. Op zijn gezicht zag ze de waas van een driedagenbaard.
Ze keek snel weer naar beneden. Haar handpalmen waren nat van het zweet. Julia had er de afgelopen twee dagen alles aan gedaan om bij Christopher Bishop uit de buurt te blijven of hem in elk geval te negeren, wat absoluut niet gemakkelijk was, omdat hij de hele tijd bij David en Robert in de buurt was.
Elke keer dat Julia hem zag, moest ze terugdenken aan die eerste avond bij het meer, aan de plons van haar mobieltje in het water en aan zijn ogen, die tegelijkertijd nieuwsgierig en wetend waren geweest.
En dat terwijl hij niet eens had gezien wat ze in het water had gegooid. Of toch wel?
Ze wilde dat ze hem beter kon inschatten!
Terwijl David zich definitief als de goodguy van hun jaar ontpopte en Benjamin de clownsrol op zich had genomen, kon ze Chris niet in een hokje plaatsen. Gisteren had Julia hem erop betrapt dat hij tegen een deur leunde en naar haar staarde, blijkbaar in de overtuiging dat ze het niet zou merken. En vanochtend vroeg stond hij plotseling bij de oever van het meer toen ze met de atletiekgroep van het joggen terugkwam.
‘Geloof me, Grace is niets anders dan een werkkamp,’ ging hij verder terwijl hij achteroverleunde in zijn stoel. ‘Maar één ding begrijp ik niet. Willen ze toekomstige genieën opleiden? Of stoppen ze ons weg omdat we te intelligent zijn voor de maatschappij?’ Hij sloeg zijn armen over elkaar. ‘Wat vind jij, Julia? Zullen we samen vluchten? Over de pas? The White Escape? We kunnen de hele tent ook in de lucht laten vliegen. Ik help je. Je ziet eruit alsof je wel wat hulp kunt gebruiken.’ Hij keek haar uitdagend aan. Julia voelde haar keel dichtsnoeren. Ze snakte naar adem.
Plotseling klonk er een harde dreun. David had met zijn vuist op tafel geslagen en deed het meteen nog een keer. ‘Hou je kop, Chris! Of ik…’
Chris lachte spottend naar hem. ‘Of wat, David?’
Opeens was het stil aan tafel.
Benjamin was degene die de spanning verbrak. Hij pakte het witte tafelkleed vast, veegde de ahornsiroop van zijn kleverige vingers en haalde de dop van de lens van zijn camera. ‘Kunnen jullie die scène herhalen? Tot nu toe heb ik alleen saaie dingen gefilmd. Behalve Robert, natuurlijk, toen hij doordraaide, maar verder is het hier zo overdreven harmonisch. Dus, David Freeman, waarmee wilde je Chris Bishop bedreigen?’
‘Hou toch eens een keer je kop, Benjamin!’ Debbie stond half van haar stoel op en keek om zich heen. Het was al laat en de mensa was inmiddels vrijwel leeg. ‘Ik weet niet of jullie het in de gaten hebben, maar we worden geobserveerd! Door Angela! Angela Finder! Ze is een beroemdheid op Grace.’
‘Door wie?’ vroeg Chris geïrriteerd.
‘Het meisje in de rolstoel. Angela Finder. Hebben jullie nog niet van haar gehoord?’ Debbie moest over een versterker in haar hersenen beschikken, waarmee ze het volume van haar stem kon afstellen. Julia had nog nooit iemand ontmoet die zo hard kon praten. ‘O god, ze komt naar ons toe.’
Julia draaide haar hoofd naar links en zag twee lange smalle handen met roodgelakte nagels. Daarna zag ze zo’n armband waaraan ontelbare bedeltjes hingen, die duidelijk maakten welk sterrenbeeld de drager had, welke hobby’s en – nog erger – welke herinneringen.
De handen rustten op de banden van een rolstoel. Het meisje droeg een goedkope spijkerbroek en een capuchonsweater met het opschrift grace college. Ze was een jaar of vier, vijf ouder dan Julia en de anderen. Vanwege haar zware make-up was dat echter niet precies te zeggen. Haar haren waren bijna net zo rood als haar nagels.
‘Waarom fluister je plotseling, Debbie?’ vroeg Chris spottend, waarna hij het deksel van zijn beker yoghurt trok.
‘Ik geloof dat ze er een hekel aan heeft als iemand over haar praat.’
‘En uitgerekend jij maakt je daar druk om?’
Een harde, energieke stem onderbrak hem. ‘Stoppen! Onmiddellijk!’
Het meisje in de rolstoel was voor Benjamin blijven staan, die op een stoel was geklommen en vanuit die positie zijn videocamera op de rolstoel richtte.
‘Heb je het niet gehoord? Doe die camera uit! Anders klaag ik je aan wegens discriminatie en belediging van gehandicapten. Bovendien doe ik aangifte wegens schending van mijn individuele rechten en misbruik van persoonlijke gegevens.’
Het was nu niet alleen aan hun tafel stil. Ook de paar andere studenten die nog in de mensa waren, keken nieuwsgierig hun kant op.
‘Rustig maar,’ zei Benjamin, waarna hij van de stoel sprong. ‘Je hoeft je niet zo op te winden. Zo bijzonder is het niet om in een rolstoel te zitten. Ik heb al van alles gefilmd. Lilliputters, travestieten en een vrouw met een neus die letterlijk was weggevreten door kanker.’
‘Benjamin Fox,’ antwoordde het meisje. Het volgende moment stak ze haar smalle, bleke hand in de lucht en maakte met haar middelvinger het gebaar dat internationaal boven aan de lijst van beledigingen stond. ‘Lik m’n reet.’
‘En jij de mijne, Angela.’ Benjamin ging met zijn rug naar haar toe staan en trok zijn spijkerbroek zo snel naar beneden dat Julia dacht dat ze het zich alleen verbeeldde.
Overal werd gefluisterd en daarna hard gelachen. Julia zag dat Robert walgend wegkeek. Hij had een beleefd en gereserveerd karakter, en hij snapte niet dat anderen zich niet konden inhouden. Met mensen zoals Benjamin, die ten koste van anderen grapjes maakten, had hij altijd problemen. De blikken van de anderen waren daarentegen verwachtingsvol op Angela gericht. Iedereen wachtte nieuwsgierig op haar reactie.
Het meisje bleef verbazingwekkend kalm. ‘Dat zet ik je betaald, Benjamin Fox. Reken daar maar op.’ Ze kneep haar ogen tot spleetjes en er verscheen een eigenaardig glimlachje op haar gezicht. Haar lange smalle handen lagen kalm op de wielen en het volgende moment draaide de rolstoel en reed Angela, zonder nog een keer om te kijken, door de eetzaal naar de deur.
Julia keek haar verbaasd na, gefascineerd door haar zelfbeheersing. Angela was daarnet in het bijzijn van iedereen beledigd en voor schut gezet, maar in plaats van boos te worden had ze alleen gelachen. En juist dat lachje had heel duidelijk gemaakt wie in werkelijkheid de situatie meester was. Het was effectiever dan elk hardop geuit dreigement.
Plotseling wist Julia wie ze was. Angela was het meisje dat Alex op de avond van hun aankomst bijna had overreden. Angela Finder had in haar rolstoel midden op de weg gestaan en hen nagestaard.
‘Gaan jullie overmorgen eigenlijk allemaal naar dat geheimzinnige feest in het boothuis?’ Benjamins stem haalde haar uit haar gedachten. Het was duidelijk dat hij probeerde de pijnlijke scène naar de achtergrond te verdringen. ‘Of was de mail die ik op mijn schoolaccount heb gekregen gewoon een grap?’
David ging bereidwillig op het onderwerp in. Hij schudde zijn hoofd. ‘Nee, ik heb ook een uitnodiging gekregen.’
‘Ik ook,’ zei Debbie opgewonden. ‘En jij, Julia?’
Julia kromp in elkaar. Wat moest ze zeggen? Haar mobiel lag op de bodem van Lake Mirror. Alleen Robert wist van het bestaan van dat mobieltje af. En toch had Loa.loa, de afzender van het geheimzinnige sms’je, het ook geweten.
‘Hé, Julia? Ben je er nog? Of zit alleen je lichaam aan tafel?’ vroeg Chris.
Julia gaf geen antwoord. Voor één keer was ze dolblij dat Debbie er was, die onverstoorbaar verder kletste.
‘Ik vind het hartstikke spannend. Denken jullie echt dat er in het boothuis een feest wordt gegeven? Ik geloof eerder dat er iets heel anders achter de uitnodiging steekt. Het zou toch ook een ontgroeningsritueel voor de eerstejaars kunnen zijn?’ Ze ging met een hand door haar oranje haar, dat nog wilder dan anders omhoog stond. ‘Maar goed. Ik geloof gewoon in het feest. Alleen het woord maakt me al opgewonden, en dan denk ik nog niet eens aan bepaalde studenten uit de hogere jaren.’
‘Heb je een speciaal iemand in gedachten?’ vroeg Benjamin spottend.
Debbies gezicht werd rood boven de witte bloes met pofmouwen. ‘Niemand is toch geïnteresseerd in mij?’
Ze keek naar Julia, in de verwachting dat die haar zou tegenspreken. Julia deed wat er van haar werd verlangd. ‘Wat een onzin, je ziet er fantastisch uit. Heel natuurlijk.’
‘Zo natuurlijk als bedorven vis.’
‘Of een slagroomsoes,’ mompelde Chris aan het eind van de tafel.
Plotseling had Julia medelijden met Debbie. Als je zeventien was, was het verschrikkelijk om door het leven te gaan als een grijze muis voor wie mannen geen belangstelling hadden.
En toch had ze gisteren gekreun uit Debbies kamer horen komen, waardoor ze had gedacht dat Debbie met een jongen in bed lag. Maar met wie? Vroeger had ze urenlang met haar vriendinnen over dat soort dingen gepraat, maar nu liet het haar ongewoon koud.
‘Ik heb mijn uitnodiging ook via de mail gekregen,’ hoorde ze Robert zeggen. Ze keek naar hem. Daar had hij niets over gezegd. ‘Maar ik ga er niet naartoe. Absoluut niet.’
Hij zei het vastbesloten. Er klonk geen twijfel in zijn stem. Julia wist meteen wat er met hem aan de hand was. Zijn blik was star op een vast punt gericht dat buiten deze zaal en buiten haar waarneming lag. Zijn blauwe ogen hadden dezelfde kleur als het meer, dat ze vanaf haar plek door de metershoge glazen wanden kon zien.
‘Laat je niet bang maken door Debbie. Zelfs als de ouderejaars erachter zitten en ze ons een hak willen zetten, dan is het absoluut onschuldig,’ kalmeerde David hem. ‘Bij het boothuis schijnt trouwens een fantastische visplek te zijn. Als je wilt, kan ik je leren vliegvissen.’ David keek naar Julia alsof ze hem had gevraagd zich ermee te bemoeien.
‘Er zit geen vis in het meer.’
‘Hoe weet je dat?’
Robert haalde zijn schouders op, zette zijn bril af en wreef in zijn ogen, zoals hij altijd deed als hij zich ergens zorgen over maakte.
‘Ik snap Robert.’ Katie pakte haar zwarte tas, hing hem schuin over haar schouder en kwam overeind. ‘Een feest. Alleen het woord maakt me al agressief.’
Niemand lette op haar. In plaats daarvan pakte Debbie Julia’s hand. ‘En jij, Julia?’
‘Ik weet niets van een feest.’
‘Waarom heb jij als enige geen uitnodiging gekregen?’ Debbie fronste haar voorhoofd. ‘Misschien is het gewoon een vergissing.’
Julia stond haastig op. ‘Ga je naar het appartement, Katie? Of ben je iets anders van plan?’
Het Aziatische meisje keek haar verbaasd aan. Haar ogen veranderden van donkergrijs naar zwart en er verscheen een wantrouwige uitdrukking op haar gezicht. Blijkbaar was ze bang dat Julia probeerde vriendschap met haar te sluiten.
Het volgende moment stond Chris naast Julia. Hij keek naar haar met die intense blik die ze niet kon plaatsen. Hij wees naar de glazen gevel. ‘Ik ga nog even naar het meer. Heb je zin om mee te gaan?’ Hij bleef haar aankijken. ‘Ik hou van stille avonden zoals deze, als het lijkt alsof het meer van glas is. Soms kom ik zelfs in de verleiding er iets in te gooien, alleen om te kijken of het klopt.’
De angst snoerde Julia’s keel dicht. Hij wist het. Hij wist wat ze in het meer had gegooid. De vraag was alleen wat hij nog meer wist.
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, het spijt me, ik… ik ben moe.’
Jezus, haar stem klonk alsof een van haar stembanden was gescheurd. Maar dat was nog niets in vergelijking met al het andere.