9
Het boothuis lag in een kleine baai en maakte een bouwvallige indruk. Het was duidelijk dat het al jaren niet was onderhouden. Er zaten grote gaten in het houten dak en de muren. Groene verf bladderde van de houten wanden af, die deels waren bespoten met graffiti. Boven de deur, waarin een raam met een barst zat, stond in grote rode letters we are the champions. Overal op het grasveld lagen lege flessen, chipszakken, en oude jampotten en flessen met kaarsvet. Kortom, over alles hing een soort verwaarlozing, waardoor het een ideale plek was voor studenten die de controle van het college en de zware dagen wilden ontvluchten.
Hoewel alles verval ademde, had iemand veel moeite gedaan voor het feest. Dwars over de veranda, die dienstdeed als dansvloer, waren touwen gespannen waaraan lampions hingen. Toen Julia en de anderen arriveerden, dansten de studenten al dicht op elkaar.
‘Wauw! Mijn lievelingsnummer!’ Debbie brulde meteen de tekst mee: ‘Come join the party, yeah. Coz everybody just won’t do.’
‘Laten we dansen!’ Ze trok Benjamin mee, die Rose een hulpzoekende blik toewierp.
‘Ga jij ook dansen?’ vroeg Rose.
‘Nog niet,’ antwoordde Julia besluiteloos.
‘Hé, kijk eens, daar zit Robert,’ zei David terwijl hij naar de oever wees. Julia zag een houten steiger die een eind Lake Mirror in liep.
Julia keek naar haar broer, die zonder te aarzelen het verboden terrein had betreden. Ze had er geen flauw idee van hoe het hem was gelukt om samen met Ike over het hek te klimmen. Maar waarschijnlijk wist de hond hier beter de weg dan zij allemaal bij elkaar.
Robert zat niet zoals gewoonlijk over een boek gebogen en krabbelde ook geen lege vellen papier vol. Nee, hij zat op de steiger met zijn rechterhand op Ike, die kalm naast hem lag. Julia vroeg zich af of ze naar hem toe zou gaan, maar ze waren geen Siamese tweeling. Bovendien leek het alsof Robert het heel goed redde in zijn eentje. Julia keek naar de wild dansende studenten op de veranda. Na de merkwaardige wandeling door het bos was ze blij om in de buurt van mensen te zijn.
Het was druk op het feest. Minstens zeventig tot tachtig studenten. De meesten waren eerstejaars, maar er waren ook een paar tweede- en derdejaars. Het viel Julia op dat de eerstejaars gedurende de eerste dagen groepjes hadden gevormd die min of meer overeenkwamen met de indeling van de appartementen. Dat was natuurlijk logisch, het verging haar net zo. Ze kende de meisjes uit haar appartement en de jongens uit Roberts appartement het best, met de anderen van haar jaar had ze hoogstens een paar vluchtige woorden gewisseld.
Iemand stak groetend zijn hand op. Het was Alex, die breed naar Julia glimlachte. Hij stond achter de muziekinstallatie. Julia slenterde naar hem toe, bleef onder de veranda staan en keek naar hem omhoog. Hij hield vragend een cd van Shakira in de lucht. She Wolf. Julia knikte, hoewel de muziek niet bepaald in de top tien van haar favoriete artiesten stond.
‘Hoe is het met je?’ riep hij.
‘Goed.’
Hij grijnsde. Zijn witte tanden glansden als de wastafel die Debbie ’s ochtends altijd uitgebreid schoonboende, omdat ze doodsbang was voor bacteriën. ‘Elke vlek…’ legde ze uit terwijl ze haar vingers bijna stukschrobde, ‘… is eigenlijk een nest vol bacteriën en ziektekiemen, die er gewoon op wachten om ons ziek te maken.’
‘Goed als in goed, of goed als in afschuwelijk, maar ik wil geen zwakte laten zien?’ vroeg Alex.
‘Ik geloof dat het goed als in goed is.’ Julia haalde haar schouders op. ‘Vertel eens, was dat feest jullie idee?’ Ze keek naar de vierdejaarsstudent, die een heel nieuwe kant van zichzelf liet zien. Tot nu toe kende ze hem alleen in zijn rol als verantwoordelijke oudere student, iemand die introductiebijeenkomsten hield en hen door de oriëntatiefase heen hielp. Maar ook iemand die erop lette dat de regels niet overtreden werden. Het leek er nu echter op dat ze Alex flink had onderschat.
Alex glimlachte en streek zijn haar uit zijn gezicht. ‘Tja, we wilden het risico niet lopen dat jullie ons aanzien voor een stelletje volkomen vastgeroeste bewakers die niets anders doen dan voor jullie kamers patrouilleren. Wij zijn hier tenslotte ook als eerstejaars begonnen.’
Julia moest lachen. ‘Het is jullie gelukt ons te misleiden. Hoewel Debbie voortdurend bang was dat het feest in werkelijkheid een ontgroeningsritueel zou zijn.’
Alex’ glimlach werd nog breder. ‘Wat jullie groentjes niet allemaal bedenken…’ Hij stak zijn handen met gespeelde onschuld in de lucht.
Julia wilde van onderwerp veranderen, maar bedacht ineens iets. ‘Zeg, als jullie hierachter zitten, hebben jullie toch ook de uitnodigingen naar ons gestuurd?’ vroeg ze nadrukkelijk nonchalant. Ze hoopte dat Alex niet merkte dat haar hart in haar keel bonkte.
Hij was net bezig het volgende nummer uit te zoeken en keek vluchtig op. ‘Natuurlijk. Hoezo?’
‘Ik vroeg het me gewoon af vanwege dat sms’je.’ Ze hield in afwachting van zijn antwoord haar adem in. Wat ging hij nu zeggen? Had hij een volkomen onschuldige verklaring? Of was het iets anders? Ze keek Alex doordringend aan.
‘Wat voor sms’je?’ Hij keek haar verbaasd aan. ‘We hebben de uitnodigingen naar jullie e-mailadressen verstuurd. Als het ware om jullie Grace-account in te wijden.’
Julia probeerde nog te verwerken wat ze net had gehoord, toen Isabel dwars over de dansvloer begon te roepen. ‘Hoi, Alex, heb jij Arielle gezien?’
‘Nee,’ antwoordde Alex. ‘Waarom?’
‘Ze leek daarstraks nogal depri. Ik geloof dat ze gehuild heeft.’ Isabel lachte onnozel.
‘Probeer haar dan te helpen, misschien heeft ze het moeilijk.’ Ze glimlachten naar elkaar.
‘Goed, ik ga haar zoeken.’
‘Heb jij ook honger?’ Rose stond plotseling naast Julia en hield haar een bord voor. Rose behoorde tot de mensen die altijd konden eten zonder een gram aan te komen.
‘Heel attent. Dank je, liefje!’ David kwam bij de meisjes staan en pakte een chocolademuffin.
‘Hallo, die was niet voor jou bedoeld.’ Rose gaf een klap op zijn hand.
‘Hoe hebben ze alle drank en het eten hier gekregen?’ vroeg Julia terwijl ze om zich heen keek.
‘Geen idee, maar de voorbereidingen moeten heel omslachtig zijn geweest, als je bedenkt dat het feest geheim moest blijven. Ze hebben zelfs een echte hifi-installatie. Wil je dit proberen?’ David hield Julia zijn beker voor en glimlachte naar haar. Waarom liep iemand die zo’n lach had, altijd in het zwart rond? Ze stond op het punt het David te vragen, maar veranderde van gedachten. ‘Zit er alcohol in?’
‘Ik zou eerder zeggen dat er ook cola in zit. Als je wilt, haal ik voor jou ook zo’n wonderdrankje. Maar je mag het mijne ook hebben.’
‘Nee, dank je.’
‘Julia, je bent een spelbreekster.’ Debbie kwam volkomen buiten adem naar haar toe lopen. ‘Het is feest! We zitten op Grace, we zijn eindelijk volwassen en hebben ons definitief van het juk van onze ouders bevrijd.’
Debbie had gelijk. De wereld had nieuwe wetten. Julia bedacht dat ze daarstraks had besloten dat ze het vanavond naar haar zin zou hebben. Daarom besloot ze voorlopig alle gedachten over wie er achter het sms’je zat te verdringen. Morgen was er weer een dag. Ze had nog genoeg tijd om over Loa.loa na te denken. ‘Goed dan,’ zei ze lachend.
Een paar minuten later was David terug met twee tot de rand gevulde plastic bekers. ‘Laten we op ons nieuwe leven toosten.’ Hij hield zijn beker omhoog.
‘Op ons nieuwe leven,’ herhaalde Julia. Ze nam een slok. De alcohol steeg onmiddellijk naar haar hoofd. Een beetje licht in haar hoofd keek ze om zich heen en herkende in de gezichten van de anderen hetzelfde gevoel: de hoop om geaccepteerd te worden. Ze nam nog een slok, en wauw, plotseling zag ze overal alleen vrolijke gezichten.
Onwillekeurig gingen haar ogen in de richting van de steiger, waar Roberts rode sweatshirt afstak tegen het grijze water. ‘Ik geloof dat ik even naar Robert ga,’ zei Julia. Ze liet David en Debbie staan.
De houten steiger wiebelde onder haar voeten. Of was het de alcohol? Ze bleef staan en pakte de leuning vast, maar liet die meteen weer los. Ze hing zo scheef dat ze bang was dat ze in het water zou vallen. Lake Mirror was volledig door bergen ingesloten en daarachter verhieven zich de met sneeuw bedekte toppen van de bergen die hoger dan drieduizend meter waren. Vanaf deze plek was het schoolgebouw niet te zien, omdat een groep naaldbomen het zicht benam. Julia zag echter wel de brug bij de waterval.
Aan de andere kant was de oever veel ruiger. Hoge rotsen liepen steil naar het water en op een afstand van zo’n tweehonderd meter stak een steile rotswand ver het meer in. Daarna leken de bergen in hoogte toe te nemen, met als hoogste berg de Ghost.
Stel dat er achter die berg niets was? Dat de wereld op dat punt eindigde? Dat deze vallei helemaal op zichzelf bestond? Dat alle dagen zo aanvoelden als dit moment? Misschien kan ik het leven dan verdragen, schoot het door haar hoofd.
Ze liep verder. Toen ze bij Robert was, ging ze naast hem zitten. Ike keek haar even aan met zijn bruine ogen en sliep daarna verder. Julia wist nu ook waarom Robert niet las. Een enorme hengel stak ver het meer in. ‘Waar heb je die vandaan?’
‘Van David. Denk je dat ik er ook zo een kan kopen?’
‘Natuurlijk. Je kunt tegenwoordig alles op internet bestellen.’
‘Hoe laat is het?’
Julia keek op haar horloge. ‘Kwart over acht.’
‘David zegt dat de vissen ’s avonds het best bijten.’ Hij lachte. ‘Als ik er een vang, dan ontdooi ik dat arme beest eerst. Het water is ijskoud. Maar ik denk niet dat ik iets vang.’ Hij keek haar ernstig aan door zijn ronde brillenglazen. ‘Het meer is dood.’
‘Dat is onzin,’ zei ze sussend. ‘In elk water zit leven. En de vissen die hier zitten, vinden kou misschien geweldig.’ Ze knielde, stak haar hand in het water en trok hem geschrokken terug. Robert had gelijk. Hoewel het heel benauwd was, voelde het meer aan alsof je in een berg ijsblokjes greep.
De schemering was nog niet ingevallen, maar de zon was al achter de bergen verdwenen en er hing een grote, geel glanzende wolk boven Lake Mirror.
Julia dacht aan een meer uit haar verleden. Ze was heel vaak met Kristian naar het grindgat gereden om te zwemmen. Vooral ’s avonds, op hetzelfde tijdstip als nu. Als de gezinnen de barbecues en bierflesjes inpakten en eindelijk vertrokken met hun braadworsten en lawaaiige kinderen, beschouwden de jongeren het meer als hun terrein. Ze staken een kampvuur aan, maakten muziek en zwommen. Er liep een aangename rilling over Julia’s rug. Het water had zacht aangevoeld, zo zacht alsof het met haar naakte huid versmolt.
Hoewel beide situaties erg veel overeenkomsten hadden – een meer, het feest, de alcohol – was het toch heel anders. En ze wist ook waarom. Het was de stilte van de vallei. Het was moeilijk uit te leggen, maar ondanks de muziek, ondanks het gelach, ondanks de harde stemmen ontbrak er iets wezenlijks. Het getjilp van vogels, het gezoem van insecten, het geritsel van bladeren. Ook de wolk aan de hemel leek zich niet te verplaatsen. Het was net alsof de natuur in wachtstand stond.
Roberts stem haalde haar uit haar gedachten. ‘Ik zit hier al langer dan een uur en ik heb nog geen vis gezien.’
‘Misschien heb je gelijk en is het echt te koud.’ Ze staarde naar het water.
Onder de steiger vormden lang gras en verstrengelde planten een dik groen tapijt, waaruit de kale, dode tak van een pijnboom stak. Hij zag eruit als een netjes schoongeknaagd bot en sloeg met een regelmatig ritme tegen de rechter houten pijler. Hoewel Lake Mirror roerloos voor haar lag, moest er onder het wateroppervlak iets zijn wat de tak in beweging hield. Er waren geen golven, er was geen wind die het water rimpelde, en toch bewoog de tak in het groene moeras onder de houten planken in een regelmatig tempo. Julia deed haar ogen dicht en begreep heel even hoe Robert zich moest voelen als hij een van zijn visioenen had, zoals hun moeder het had genoemd.
Plotseling was het moment voorbij.
‘Je hebt gelijk. Lake Mirror is dood. Hier zit geen vis.’
Julia herkende Chris’ stem en kromp geschrokken ineen. Zo langzamerhand kreeg ze het gevoel dat hij haar volgde. Ze draaide zich niet om.
‘Heb je daar bewijs voor?’ vroeg Robert wantrouwend.
‘Nee. Ik weet het gewoon.’
‘Maar David zegt…’
‘David weet er niets van.’
‘Ik ga terug,’ zei Julia snel. Zonder naar Chris te kijken liep ze naar het boothuis. Chris liep achter haar aan. Van pure zenuwachtigheid begon ze steeds sneller te lopen. Aan het eind van de steiger bleef ze echter abrupt staan en draaide zich om. ‘Vertel eens, volg je me?’
‘Wil je dat graag?’ Hij trok vragend zijn wenkbrauwen op.
Wie was hij en wat wilde hij van haar?
‘Ik wil gewoon dat je me met rust laat, oké?’
‘Heb ik je iets gedaan?’ Hij stak zijn handen in de lucht.
Het antwoord lag op het puntje van haar tong. Ze wilde tegen hem zeggen dat hij haar onzeker en zenuwachtig maakte, maar dat was misschien precies zijn bedoeling.
‘Nee,’ mompelde ze.
‘Ik zou je niets kunnen doen, Julia,’ antwoordde hij. Jezus, die verdomde, lichtgrijze ogen. Het waren net landschappen die in een sneeuwbol gevangen waren. Een hele wereld achter glas met een caleidoscoop aan mogelijkheden. Julia wist niets beters te bedenken dan wegvluchten voor die wereld die bewoog als je hem schudde.
David was haar redding. Inmiddels snapte ze er niets meer van dat ze zich in het begin had geërgerd aan zijn goodguygedrag. Julia voelde instinctief dat er geen gevaar van hem uitging. Ze vond hem op een van de oeroude, versleten banken naast het boothuis. ‘Waar is Rose?’ vroeg ze.
Hij wees naar de dansvloer.
Rose en Benjamin dansten dicht tegen elkaar aan. Ze vormden een krankzinnig danspaar. Niet alleen omdat Rose twee hoofden groter was dan Benjamin, maar ook omdat haar gracieuze bewegingen een extreme tegenstelling vormden met zijn hiphopsprongen. Het volgende moment boog hij zich naar voren en fluisterde iets tegen Rose, waarna ze in lachen uitbarstten.
‘Kom naast me zitten.’
Julia plofte naast David op de bank neer, die bijna tot de grond doorzakte. De rood-zwart gemêleerde stof was op een aantal plekken stuk en uit de gaten welde schuimplastic. Het rook muf en beschimmeld.
David leunde met zijn hoofd naar achteren en deed zijn ogen dicht. ‘Waarom ben je hier?’ vroeg hij aarzelend.
‘Eh… waarom ik hier ben?’
‘Ja.’
‘Het feest is toch voor ons?’
‘Dat bedoel ik niet.’
‘Wat dan?’
‘Waarom ben je op dit college?’
Vraag het niet, dacht Julia, dan hoef ik niet te liegen. ‘Dit college… heeft een goede reputatie. Met al die hoogbegaafden en zo.’
David deed zijn ogen open, hield zijn hoofd schuin en keek haar nadenkend aan. ‘Hebben je ouders je hiernaartoe gestuurd?’ vroeg hij.
‘Mijn ouders?’
‘Ja, je pa en ma, je verwekkers, je genetische oercellen, of hoe je ze ook wilt noemen. Stonden ze op een ochtend voor je bed en zeiden ze vrolijk: We hebben je aangemeld voor het toelatingsexamen van Grace College. Het ligt weliswaar aan het eind van de wereld, maar het heeft een uitstekende reputatie.’
Ze moest onwillekeurig lachen en het was de eerste keer dat ze David ook hoorde lachen. Het klonk net zo bevrijd als zij zich voelde. Ze nam een grote slok uit haar beker, die nog maar half vol was.
‘Nee,’ mompelde ze. O god, ze had de dringende behoefte om te giechelen. Verdorie, het leek wel alsof de alcohol rechtstreeks in haar aderen was geïnjecteerd.
‘Nee, wat?’
‘Ze… ze hebben niet gezegd dat het aan het eind van de wereld ligt.’
‘Dan hebben ze tegen je gelogen.’
Nu giechelde ze. Het klonk onnozel en vertrouwd. Ze keek naar de hemel en zag dat de grijsgele wolk op de een of andere manier verkeerd hing. Alsof hij uit balans was. Hé, riep ze in gedachten, niemand heeft je op dit feest uitgenodigd. Het is ons feest, begrijp je, en dat ga jij niet verpesten.
‘Kijk eens naar mister Important, zoals Katie hem altijd noemt.’ David wees naar Alex, die bellend op de steiger heen en weer liep.’
‘Dokter Important zul je bedoelen,’ verbeterde Julia hem. Ze zag Alex weer voor zich in een witte doktersjas en met geföhnde haren. ‘Hij wordt beslist ooit chirurg.’
‘Cardioloog,’ verbeterde David haar razendsnel. ‘Hij gaat in een hippe kliniek in Los Angeles werken, waar hij een met hout betimmerd kantoor krijgt, met zijn diploma van Yale in een vergulde lijst aan de muur.
Julia lachte hardop en stootte hem aan met haar elleboog. Haar blik viel weer op Rose, die samen met Benjamin een tango danste. Het ritme paste niet bij het nummer ‘Bad Romance’ van Lady Gaga. Ze struikelden meer dan dat ze dansten.
‘Wat is er?’ hoorde ze David vragen.
‘Denk jij dat Benjamin homo is?’
‘Hij draagt een roze pyjamabroek. Dat is het enige wat ik weet.’
Ze lachten naar elkaar.
‘Je hebt trouwens nog steeds geen antwoord op mijn vraag gegeven,’ zei hij terwijl hij haar aan bleef kijken.
‘Wat bedoel je?’
‘Wilden je ouders van je af?’
Julia vond het niet moeilijk om antwoord te geven. ‘Natuurlijk, alle ouders willen hun tieners het liefst invriezen en pas weer ontdooien als ze volwassen zijn. En omdat dat niet gaat, sturen ze ons hiernaartoe.’
‘Waarom lachen jullie?’ vroeg Debbie, die zich met een vuurrood gezicht naast hen op de bank liet vallen.
‘Om Benjamin,’ antwoordde David.
‘Hij is gemeen. Hij moet ook met mij dansen, en niet alleen met Rose.’ Haar gezicht vertrok van ergernis.
‘Vraag Alex dan. Die heeft ook geen partner.’
‘Dat is een fantastisch idee!’ riep Debbie terwijl ze overeind sprong. David en Julia zagen haar naar Alex toe rennen, die besluiteloos naar de dansvloer staarde. Ze begon tegen hem te praten en hij knikte.
‘Daar droomt ze de hele nacht van,’ zei David. ‘Ze staat op het punt verliefd te worden.’
‘Ik geloof dat ze al iemand heeft.’
‘Dat is voor haar beslist geen belemmering.’
‘Daar heb je denk ik gelijk in.’
‘Vertel eens iets over jezelf, Julia.’
‘Wat dan?’
‘Bijvoorbeeld waar je vandaan komt.’
Verdomme, David was aardig, te aardig naar haar smaak. Maar waarom stopte hij niet met vragen stellen?
‘Overal en nergens vandaan. We zijn heel vaak verhuisd. Ik geloof dat mijn broer en ik nooit langer dan een jaar op dezelfde school hebben gezeten.’
‘Dat klinkt vermoeiend.’
‘En jij?’
‘Zolang ik me kan herinneren, heb ik in Montana gewoond. Tot ik besloot om toelatingsexamen voor Grace te doen.’
‘Montana? Ben je in de Rockies opgegroeid?’
‘In Great Falls. Dat is de op drie na grootste stad, met maar zesenvijftigduizend inwoners.’
‘Waarom zit je dan in deze godvergeten vallei? Waarom ben je niet naar de universiteit van Vancouver gegaan, of van een grote stad in de Verenigde Staten?’
Zijn gezichtsuitdrukking werd somber. ‘Daar moet ik over nadenken,’ zei hij.
‘Nadenken?’
‘Ja.’
Hij lachte, maar ze voelde dat het geen grapje was. Ze wist hoe het voelde als je niet kon zeggen wat er in je omging.
Het volgende moment hief hij vastberaden zijn beker omhoog. ‘Proost, Julia. Laten we erop drinken dat we deze vallei over vier jaar als volwassenen kunnen verlaten.’
Over vier jaar was ze hier niet meer. ‘Proost.’ Ze dronk haar beker leeg en gaf hem aan David.
‘Wil je meer?’ vroeg hij.
‘Graag.’
‘Weet je het zeker?’
‘Nee.’
David pakte haar beker, kwam overeind en keek naar de wolk die dreigend over de bergketen schoof. ‘Volgens mij gaat het vanavond onweren.’
Er klonk gelach in de schemering, die inmiddels was ingevallen. Julia leunde met haar hoofd achterover. Een paar studenten staken kaarsen aan. Er vroeg weer iemand naar Arielle, die blijkbaar nog steeds werd vermist. Julia voelde de alcohol. Ze werd er echter niet somber van, zoals ze had gedacht, maar eerder losser. Ze keek weer naar het meer. Robert zat nog steeds op zijn plek op de steiger, maar was niet meer alleen. Twee meisjes staken een stukje verderop hun hoofden bij elkaar. Naast hen stond Benjamin te filmen. Julia zag dat de camera over het meer zwenkte alsof hij het hele uitzicht wilde vangen. Ze had nooit verwacht dat hij zich voor natuuropnames zou interesseren.
Plotseling werd ze misselijk. Iemand keek naar haar. Ze voelde ogen branden en draaide haar hoofd naar links. Chris stond onder de veranda tegen een boom geleund en staarde naar haar. Haar huid begon te prikken. Verdomme! Ze moest haar uiterste best doen om zich te beheersen. Het liefst was ze opgesprongen en weggerend.
Opgelucht zag ze David terugkomen. Zijn glimlach was op dit moment pure therapie. Heel even zaten ze dicht tegen elkaar aan, maar Julia had geen rust. Opnieuw draaide ze haar hoofd in de richting van Chris. Ze had verwacht dat hij weg zou zijn, maar hij staarde nog steeds naar haar. Julia huiverde.
‘Heb je het koud?’ David trok zijn trui van zijn schouders en gaf hem aan haar.
‘Dank je.’ Ze pakte hem aan en sloeg hem om, maar ze wist dat ze niet van de kou had gehuiverd.
Integendeel, het was misschien nog benauwder dan daarstraks. David had gelijk, het ging onweren. Julia staarde naar de hemel, die steeds donkerder werd. Zwarte wolken gleden vanuit oostelijke richting over de bergtoppen. Het gletsjergebied achter de Ghost was al niet meer te zien.
‘Ik geloof dat ze iets van plan zijn,’ hoorde ze David naast zich zeggen.
‘Wie?’
‘De ouderejaars.’
De muziek stopte inderdaad en er ging een golf van opwinding door de menigte. Verwonderd keken de dansers elkaar aan. Een jongen met zwart haar verliet zijn plek achter de muziekinstallatie, sprong van de veranda naar beneden en landde een paar meter naast Julia en David op de grond. Hij was van dezelfde lengte als Julia, heel bleek en tenger, en droeg een witte sjaal rond zijn nek. Iedereen ging opgewonden om hem heen staan.
‘Wie is dat?’ Ze keek vragend naar David.
‘Tom. Hij zit in hetzelfde jaar als Alex en Isabel.’
‘Wat is hij van plan?’
‘Geen idee.’
Tom trok een oud olievat met het opschrift oil naar zich toe en ging erop staan. ‘Nou, mensen, beginnen jullie je al te vervelen?’
‘Yeah!’
‘Wat denken jullie van een kleine voorstelling?’
Er volgde gebrul.
‘Let dan maar eens op!’
‘Schiet eens op, Tom! Laat de eerstejaars zien wat hun te wachten staat! Laat de show beginnen!’ riep iemand in het publiek.
Tom spreidde zijn armen uit en maakte een buiging. ‘Wie wil het geëerde publiek zien?’
‘Yoda!’
Tom concentreerde zich even, stak zijn handen in de zakken van zijn broek en boog zijn hoofd. Daarna knikte hij een paar keer, vertrok zijn mond en begon te declameren. ‘Doe het of doe het niet. Er zijn geen pogingen.’ Daarna volgde het ene na het andere citaat uit Starwars. ‘Luke, Luke, als ik deze wereld heb verlaten, dan ben jij de laatste Jedi.’
Tom stak zijn armen in de lucht om het applaus te stoppen. ‘We moeten onze gewaardeerde professor Brandon maar voorstellen om een cursus Yoda-filosofie te geven.’
Er klonk opnieuw gebrul.
‘Brandon schijnt nogal geliefd te zijn,’ zei Julia.
‘Ik weet het niet. Ik krijg niet goed hoogte van die vent,’ antwoordde David. ‘Ik heb gehoord dat hij van spelletjes houdt.’
Tom begon weer te praten. ‘Je moet vergeten wat je vroeger hebt geleerd.’
Er liep een ijskoude rilling over Julia’s rug.
‘Wat is er?’ vroeg David. ‘Heb je het koud?’
Ze schudde haar hoofd en klapte net als de andere studenten, terwijl Tom een buiging maakte en ineens in een andere rol glipte. Zijn stem veranderde van de geheimzinnige toon van Yoda in een hese, bijna geniepige toon. ‘De meeste seriemoordenaars bewaren een trofee van hun slachtoffers. Dat heb ik nooit gedaan.’
Pauze.
Het publiek speelde ontzetting.
‘Nee, nee. Jij hebt de jouwe opgegeten.’
Rose amuseerde zich kostelijk. ‘The Silence of the Lambs!’ riep ze. ‘Hannibal Lecter.’
‘Tien dollar voor de jongedame met het extravagante kapsel,’ riep Tom, waarna hij verderging. ‘Wat doet de man die jullie zoeken?’
‘Hij vermoordt vrouwen!’ riep Chris.
Nog voordat het applaus losbarstte, schalde er een harde, vertwijfelde schreeuw over het meer. Het bloed in Julia’s aderen bevroor. Nee, alsjeblieft niet, dacht ze. Niet weer.