7
Julia stond op de galerij en keek besluiteloos naar de enorme ontvangsthal onder haar, die na het avondeten dé ontmoetingsplek voor de studenten was. Ze stonden in groepjes bij elkaar om te bespreken wat ze zouden gaan doen. Als ze geluk had, was er een vrije plek in een van de gezellige zitgroepen.
Julia zag Alex en Isabel, die dicht bij de open haard met elkaar zaten te praten en te lachen. Vanaf haar plek op de galerij leken de twee begeleiders ongelooflijk veel op elkaar: blond haar, slank, bruinverbrand, lang. Ze waren types die ’s zomers gingen surfen en ’s winters op hun snowboard de bergen af sjeesden. Zelfs hun kapsel verraadde dat ze outdoorfreaks waren die frisse lucht en voortdurend beweging nodig hadden om te overleven. Van Alex wist Julia dat zijn bewust nonchalante uiterlijk misleidend was. Er werd gezegd dat hij de beste van zijn jaar was en heel ambitieus. Volgens Debbie was hij zelfs voorgedragen voor een volledige beurs op Yale voor de studie medicijnen. Wat bijzonder goed bij hem paste. Hij had op elk moment kunnen meespelen in een van die Amerikaanse ziekenhuisseries. Waarschijnlijk zou hij eerst een mensenleven redden, daarna een marathon lopen en ’s avonds bloedmooie arts-assistentes verleiden.
Julia’s blik zwierf verder en ze zag Rose, die dwars door de hal naar de uitgang liep. Tot haar verrassing was Robert bij haar. Wat waren die twee van plan?
Geen van de anderen van haar groep was Julia gevolgd toen ze de mensa had verlaten, en daar was ze dolblij om geweest. Na Chris’ merkwaardige toespeling moest ze dringend nadenken en dat kon ze alleen doen als Debbie haar niet voortdurend lastigviel met haar opdringerige geklets of Benjamin haar niet gek maakte met zijn grappen.
De vraag was wat ze nu moest doen.
Het leek erop dat haar strategie van gewoon afwachten verkeerd was. Het was stom van haar geweest om haar mobiel in het meer te gooien. Zonder haar telefoon was ze volkomen afgesneden van de buitenwereld en had ze geen veilige mogelijkheid om contact op te nemen.
Ze kon natuurlijk een e-mail sturen.
Ze verwierp het idee meteen. Dat kon absoluut niet via de server van Grace. Zelfs als ze haar oude laptop bij zich had gehad, wat niet zo was, liepen alle verbindingen via de hoofdcomputer van het college, en dat risico wilde ze niet lopen. Daardoor kwamen de computers in de mediatheek ook niet in aanmerking.
Het bekende angstgevoel kwam weer opzetten. Een halfjaar geleden had ze nog geloofd dat je niet kon leven met zo’n voortdurende paniek. En misschien kon dat ook niet, leven, maar overleven was mogelijk.
Ze rende met twee treden tegelijk de trap af. Het was gewoon een impuls. Een van die reacties die je niet plant, niet overlegt. Soms was het goed, soms niet. Je kon dat van tevoren niet weten en dat was nu juist de truc.
In de hal vergat ze elke vorm van beleefdheid die bij het beeld van everybody’s darling paste, en ze onderbrak het gesprek van Alex en Isabel. ‘Alex, mag ik iets vragen?’
Haar studiebegeleider keek geïrriteerd op. ‘Nu niet. Isabel en ik zijn iets aan het bespreken.’
‘Het spijt me, maar… hoe kan ik morgen na de lessen naar Fields komen?’
Isabel en Alex staarden haar ontzet aan. ‘Wil je morgen naar Fields?’
‘Ja, is dat een probleem?’
‘Dat lijkt me wel,’ zei Isabel terwijl ze haar voorhoofd fronste en haar hoofd schudde.
‘Maar het is belangrijk.’
‘In Fields is niets wat je hier ook niet kunt afhandelen,’ antwoordde Alex kalm. ‘Waar gaat het om?’
Julia, geen fouten maken nu!
‘Eh, ik… ik moet er gewoon uit.’ Ze negeerde Isabels verbijsterde gezichtsuitdrukking.
‘Dat moeten we allemaal weleens,’ antwoordde Alex terwijl hij zijn schouders ophaalde, ‘maar dat gaat niet.’
‘Waarom niet?’
‘Wie moet je daarnaartoe rijden?’
‘Jij kunt me toch…’
Isabel barstte in lachen uit. ‘Hoe stel je je dat voor? Alex is je studiebegeleider, niet je privéchauffeur. Je weet toch dat het bijna twee uur kost om in Fields te komen?’
‘Maar…’
Isabel rolde met haar ogen. ‘Ik moet zeggen dat jullie eerstejaars de krankzinnigste ideeën…’
Alex merkte blijkbaar dat Julia op het punt stond in tranen uit te barsten. ‘Kom, Julia, ga zitten en vertel wat het probleem is.’
Julia liet zich op een van de leren stoelen vallen en vermande zich. Ze moest kalm blijven. ‘Ik moet naar Fields om…’ Ze stopte.
‘Om?’ vroeg Alex terwijl hij haar vol verwachting aankeek. ‘Je kunt het gerust zeggen, of is het een geheim? Maak je geen zorgen, het blijft onder ons, nietwaar, Isabel?’
‘Natuurlijk, wij zijn experts op het gebied van geheimen.’ Het meisje glimlachte samenzweerderig. ‘Vertel.’
‘Ik moet een belangrijke e-mail versturen.’ Nog voordat Julia de zin had uitgesproken wist ze het antwoord al.
‘Als dat alles is.’ Alex trok zijn wenkbrauwen op. ‘Grace heeft de snelste internetverbinding die er bestaat.’
‘Ja, natuurlijk, maar…’ O god, hoe langer ze praatte, des te absurder klonk het.
Alex stak zijn handen in de lucht. ‘Wat is het probleem dan?’
‘Ik moet hier weg. Ik hou het niet langer vol. Ik wil…’
‘Hé, het is volkomen normaal dat je de eerste paar dagen op Grace dat gevoel hebt.’ Isabel keek onderzoekend naar Julia, maar deze keer was haar blik niet spottend, eerder een beetje medelijdend. ‘Dat hebben we allemaal meegemaakt, maar op een bepaald moment ga je van de vallei houden. Hoewel, houden van is waarschijnlijk overdreven als je bedenkt dat het hier af en toe spookt.’
Dit is een boosaardige plek.
‘Wat bedoel je daarmee?’
Isabel keek Alex een hele tijd aan.
Hij boog zich naar Julia toe. ‘Hoor eens, je kunt niet gewoon naar Fields rijden. Als je een van de auto’s van het college wilt gebruiken, moet je daar toestemming voor vragen en een belangrijke reden opgeven, of gewoon wachten tot een van de docenten of andere studenten de vallei uit gaat. Je kunt je daarvoor bij het secretariaat op een lijst laten zetten. Of je neemt komend weekend de bus.’
Julia dacht aan Robert en voelde dat ze langzamerhand hysterisch begon te worden. Op de een of andere manier leken haar stembanden weer te functioneren. Ze had in elk geval de dringende behoefte om te schreeuwen. ‘Isabel, wat bedoelde je daarnet toen je zei dat het af en toe spookt in de vallei?’
‘Maak je niet zo druk. Dat zijn maar verhalen die de studenten verzinnen. Het spijt me als ik je bang heb gemaakt.’
‘Wat voor verhalen?’
‘Tja, dat er iets niet normaal is in de vallei.’
‘Wat is er niet normaal?’
De oudere studenten wisselden weer een blik met elkaar. ‘Weet je, de omstandigheden zijn hier gewoon anders dan je gewend bent. Neem het weer, bijvoorbeeld. Het gaat hier regelmatig tekeer. Je komt toch uit Londen?’ Alex keek haar afwachtend aan.
Hoe wist hij dat? Hoe wist hij waar ze vandaan kwam?
Hij praatte verder. ‘Daar heerst een gematigd klimaat. Maar nu ben je in de Rockies. Dat betekent bovengemiddeld veel en heftige onweersbuien. Weersveranderingen van het ene op het andere moment. Harde regenbuien. In de winter kan er vijftien meter sneeuw liggen. En de volgende dag waait de chinook, de warme droge westenwind, en stijgt de temperatuur plotseling naar twintig graden boven nul. Je kunt hier boven nergens op vertrouwen.’
‘Waarom hebben ze Grace College dan hier gebouwd? Midden in de wildernis?’ Julia schudde verward haar hoofd.
‘Tja,’ begon Isabel. ‘Grace is natuurlijk geen gewone school. Dit is een elitair college. Net als bijvoorbeeld Dartmouth in New Hampshire. Dat ligt ook in niemandsland.’
‘Of Yale, een van de beste universiteiten van Amerika,’ vulde Alex aan. ‘En waar ligt het? In een godvergeten gat met de naam New Haven, op een afstand van honderdvijftig kilometer van New York.’
‘Het gaat erom dat jullie weinig afleiding hebben, snap je?’ ging Isabel verder. ‘De studenten kunnen zich helemaal aan hun studie wijden. Daarom heeft Grace ook zulke uitstekende voorzieningen, van boekwinkel tot supermarkt. Wist je dat je hier zelfs golfballen kunt kopen? En dat terwijl golf volgens mij de enige sport is die hier niet beoefend kan worden.’
Julia voelde zich niet gerustgesteld. ‘Het hoeft niet meteen New York te zijn,’ zei ze. ‘Ik wil er gewoon even uit. Andere mensen ontmoeten. Ik krijg het gevoel dat jullie ons hier opsluiten. Dat heb ik over Yale nog nooit gehoord.’
‘Niemand sluit je op, Julia,’ verzekerde Alex haar lachend. ‘Geloof me, je kunt hier alles doen wat collegestudenten over de hele wereld doen.’
‘Precies.’ Isabel knikte. ‘Seks en drugs en een heleboel lol. Het is misschien lastig om aan drugs te komen, want de bewaking is hier bijzonder streng. Maar waar is dat eigenlijk niet zo?’
‘Dat kun je wel zeggen, maar ik mag de vallei niet uit van jullie.’
‘Natuurlijk mag dat wel. Je kunt naar Fields, maar niet op elk moment.’
‘Maar stel dat er hier iets gebeurt? Dat er iemand ziek wordt?’
Alex keek haar verbaasd aan. ‘Dan hebben we de ziekenboeg. Daar werken heel capabele mensen. Een paar van hen hebben zelf op Grace gezeten en zijn vrijwillig teruggekomen. Zo erg kan het hier dus niet zijn.’
‘Ik bedoel, als iemand echt ernstig ziek is. Een noodgeval. Dan word je toch niet twee uur over de pas vervoerd, of wel soms?’
Alex trok zijn wenkbrauwen op. ‘Ooit van helikopters gehoord?’ Hij begon zo langzamerhand geïrriteerd te klinken. ‘In de Rocky Mountains is dat een heel normaal vervoermiddel.’
‘Je kunt toch niet serieus verwachten dat die hier landt, alleen omdat jij een e-mail wilt versturen?’ Isabel stond op het punt om Julia voor gek te verklaren. ‘Maar misschien hebben je ouders zoveel geld dat ze dat kunnen betalen. Dan is het iets anders.’
‘Ik vind het echt niet normaal!’ Julia schudde haar hoofd. Goed, ze klonk hysterisch, maar daar had ze alle reden voor.
Alex stond op, liep naar haar toe en legde zijn hand op haar schouder. Hij was weer helemaal in zijn rol als de vierdejaars met meer ervaring, als studiebegeleider. ‘Hé, rustig maar. Dit weekend rijdt er een bus naar de beschaving. Als het echt belangrijk voor je is, zorg ik dat je een plek in de bus krijgt.’ Hij glimlachte naar haar. ‘Bovendien ben je hier toch vrijwillig? Je kunt altijd weggaan. Niemand dwingt je om in de vallei te blijven.’
Alles in Julia schreeuwde om hem tegen te spreken. Natuurlijk moest ze blijven, in elk geval zolang er niemand contact met haar opnam. Daar ging het juist om.
Jezus, dacht ze vertwijfeld. Waarom moest haar dit allemaal overkomen? Het noodlot – wat haar betreft mocht je het ook God noemen – had haar bij haar nekvel gepakt en van de ene op de andere dag in deze vallei neergezet, alsof ze een reptiel was. En nu leefde ze in een terrarium dat speciaal voor haar was ingericht. Dag na dag werd ze ongegeneerd geobserveerd en werden er experimenten op haar uitgevoerd. Ze betwijfelde of ze het vol zou houden, maar zelfs als ze zich op de een of andere manier wist te beheersen, hoe zat het dan met Robert?
Julia keek naar Isabel, die haar wantrouwend opnam. Tot nu toe had de vierdejaars haar niet serieus genomen, maar nu leek het alsof ze zich afvroeg wat er in vredesnaam met haar aan de hand was. Zo meteen zou ze vragen gaan stellen.
‘Goed,’ zei Julia haastig. Het lukte haar zelfs om een glimlachje te produceren. ‘Natuurlijk, jullie hebben gelijk. Ik denk gewoon dat ik last heb van stress, omdat alles nieuw voor me is. Het is allemaal zo anders en de lessen zijn moeilijk en zo… Maar goed, ik neem dit weekend gewoon de bus naar Fields, dat is prima.’
Isabel en Alex wisselden een blik van verstandhouding. Of was het opluchting?
‘Dus nu is alles in orde?’ vroeg Alex.
Julia glimlachte nog een keer en draaide zich haastig om. Alex en Isabel mochten niet zien dat ze tranen in haar ogen had.
Haar moeder had haar altijd voorgelezen als ze ’s avonds in bed lag en Julia was haar hele leven in slaap gevallen met de wetenschap dat alles goed zou komen. Ondanks vergiftigde appels, betoverde spinnewielen, zwarte koninginnen en slechte heksen. Nu besefte ze echter dat een gelukkige afloop niets anders was dan een uitvinding van de sprookjesverteller. Juist de nachtmerries bevatten de waarheid.
Ze baande zich blindelings een weg tussen de studenten door. Het geroezemoes dat haar omringde, werd luider. Ze hoorde gelach en gefluisterde opmerkingen.
‘Ze is raar, vind je niet?’ Eén stem zweefde boven de andere uit, zonder dat Julia hem precies kon plaatsen. ‘Er is iets raars met haar. Maar wat haar geheim ook is, ik kom er wel achter.’
Julia draaide zich razendsnel om, maar Alex en Isabel letten niet meer op haar. En in de overvolle hal lukte het haar met de beste wil van de wereld niet om te bepalen wie dat had gezegd.