28
Het duiken naar de bodem van Lake Mirror bleef niet zonder gevolgen voor Julia. Op donderdagavond lag ze in bed met een verontrustende pijn in haar keel. Ze had het koud en wist dat de druk op haar slapen zich op zijn laatst de volgende ochtend tot een stekende hoofdpijn zou ontwikkelen. Het voelt niet goed, dacht ze.
Net voor acht uur werd er op haar deur geklopt en kwam Chris haar kamer in lopen. Hij ging niet zitten, maar bleef voor haar bed staan. Zijn grijze ogen namen haar nors op. ‘Ga je mee naar de bioscoop?’
‘Nee, ik ben moe,’ antwoordde ze. ‘Ik blijf liever in bed. Het was nogal een vermoeiende dag.’ Wauw! Het lukte haar zelfs om te glimlachen.
Hij beantwoordde haar glimlach niet. ‘Doe dat nooit meer,’ mompelde hij in plaats daarvan tussen zijn opeengeklemde kaken. Het klonk als een dreigement.
‘Wat niet?’ vroeg Julia, hoewel ze heel goed wist waarover hij het had.
‘Je leven op het spel zetten.’
‘Nee,’ antwoordde ze. ‘Natuurlijk niet. Ik ben toch niet achterlijk.’
‘Daar ben ik niet van overtuigd.’
‘Dank je wel.’ Ze deed haar best om een humoristische, spottende toon aan te slaan, wat helemaal mislukte. Het klonk zielig, wat nog werd versterkt door haar heesheid.
‘Wat deed je zo lang onder water?’ Hij streek met zijn hand over zijn ongeschoren kin.
‘Ik had geen horloge bij me. Trouwens… je moet je weer eens scheren.’
‘Daar hebben we het niet over.’ Zijn gezichtsuitdrukking vertelde haar dat ze hem niet moest afleiden.
Julia voelde dat haar vroegere ik naar boven kwam. Waarschijnlijk was het gewoon niet mogelijk om die voor altijd en eeuwig weg te stoppen en de rol van een vreemde over te nemen. Het lukte haar niet om een spottende opmerking van haar vroegere ik in te slikken, het meisje dat van tegenspreken haar handelsmerk had gemaakt, dol was op provoceren en het nooit had toegelaten dat iemand anders haar onzekerheid zag.
‘Denk je dat plotselinge baardgroei bij mannen een teken van stress is? Net als puisten? Zorgt de stress ervoor dat jullie plotseling overspoeld worden door testosteron?’ vroeg ze spottend.
‘Hou je mond, Julia.’ Chris balde zijn vuisten zo stevig dat zijn knokkels wit werden. ‘Hou gewoon je mond en stop met die spelletjes.’
Julia schrok van zijn plotselinge woede. Alsof hij haar gedachten kon lezen, zei hij: ‘Je liegt zodra je je mond opendoet. Je liegt om iets te verbergen. En je laat met elk woord, elk gebaar, elke blik merken dat je me niet vertrouwt.’
Ze staarde naar hem terwijl haar hart ineenkromp, en ze probeerde haar gevoelens in haar ogen en gezichtsuitdrukking te leggen. Ik wil je wel vertrouwen, had ze het liefst geroepen. Het gaat er alleen niet om wat ik wil! Als ik jou vertrouw, moet je ook een reden hebben om mij te vertrouwen. Maar dat kan toch niet als mijn leven uit één grote leugen bestaat?
Had hij er een vermoeden van wat er in haar omging? Voelde hij haar vertwijfeling? Voelde hij haar behoefte om hem alles te vertellen?
Er viel een stilte. Hij wachtte, alsof het tikken van de klok bepaalde wat er ging gebeuren.
‘Alsjeblieft,’ fluisterde hij plotseling terwijl hij naast haar bed knielde en haar wangen streelde. ‘Praat met me.’
Ze voelde de tranen in haar ogen branden terwijl ze haar hoofd naar de muur draaide.
Hij kwam overeind. ‘Goed, dan is er waarschijnlijk geen reden om langer te blijven.’
Ze hoorde hem naar de deur lopen. Daar stopte hij alsof hij verwachtte dat ze zich zou bedenken.
‘Chris,’ zei ze met verstikte stem terwijl ze haar hoofd naar hem toe draaide.
‘Ja?’ Hij keek haar aan, in de hoop dat ze van mening was veranderd.
Ze zou hem teleurstellen. ‘Mag ik je laptop lenen?’ vroeg ze.
Hij zou haar slaan of hij zou zwijgend haar kamer uit rennen en nooit meer iets tegen haar zeggen. Ze kon het hem niet eens kwalijk nemen.
‘Die staat in mijn kamer,’ zei hij. Alle emotie was zorgvuldig uit zijn stem verbannen.
Misschien betekent liefde dat je de ander ook vertrouwt als je weet dat hij liegt, dacht Julia. Ze keek naar hem. Chris’ ogen waren op haar gericht. ‘Dank je,’ fluisterde ze.
‘Wil je mijn password niet weten, Julia?’ vroeg hij.
Het was een van de stille avonden in de vallei. De maan hing boven de bergen en dompelde het landschap onder in een onwerkelijk donkerblauw licht. Julia kon de nacht ruiken. Het was een combinatie van bos, aarde, water en Angela Finders dood. Ze huiverde.
Het was weliswaar donkerder dan ze ooit had meegemaakt, maar het was ook de mooiste sterrenhemel die ze ooit had gezien. De bergen weerspiegelden zich in het windstille water van het donkere gletsjermeer. Het was nieuwemaan en de sterren fonkelden als piepkleine diamanten in de inktzwarte duisternis. Boven de Ghost strekte de Melkweg zich uit, met het sterrenbeeld Cassiopeia en rechts daarvan Perseus. Robert had haar uitgelegd dat de ster Agol in dat sterrenbeeld lag. Die werd ook wel Duivelsster genoemd, omdat hij van helderheid veranderde.
Ergens daar boven was misschien iemand in staat haar lot te voorzien of te bepalen. Maar haar verleden was van haar en dat moest ze beschermen.
Voordat Julia in de vallei kwam, had ze nog nooit zo’n intense stilte meegemaakt. Ze had haar jeugd doorgebracht in een stad met hoge gebouwen. Files, doorgedraaide zwervers voor de deur, brandweerauto’s die door de straten scheurden, de sirenes van politiewagens, de luidruchtige feesten die haar ouders gaven, met dreunende rockmuziek uit de jaren zeventig. Groen was er bijna niet, behalve een paar bomen in de straat. Eigenlijk hadden die net zo goed van plastic kunnen zijn. In elk geval veranderden ze in de jaren dat ze daar had gewoond nauwelijks. Misschien waren zij zelf ook van plastic geweest.
Nu Julia erover nadacht, waren de auto’s waarschijnlijk de geheime heersers van haar geboortestad geweest.
Geweest.
Denken is een proces dat je moet leren sturen, had haar vader altijd tegen haar gezegd. Hij had haar veel te emotioneel gevonden.
Pas op Robert, had haar moeder altijd gezegd.
Haar vader en moeder waren nu dood. Haar vader had zijn leven geriskeerd voor gerechtigheid, hadden ze gezegd. Dat was misschien zo, maar hij had ook het leven van zijn gezin geriskeerd, en hij had hun niet eens gevraagd of ze het daarmee eens waren.
Julia barstte in tranen uit. Het verleden was achteraf zo kort, terwijl het eindeloos leek te duren voordat de gletsjer met de duisternis versmolt.
Na enige tijd vermande ze zich. Ze liep haar kamer in, deed de balkondeur dicht en sloot daarmee de duisternis buiten.
Om er zeker van te zijn dat iedereen naar beneden was gegaan om naar de film te kijken, liep ze naar de hal. Uit de andere kamers hoorde ze geen geluid komen. Toch hing er een tintelende spanning in het appartement. Op weg naar de eerste verdieping voelde Julia dat het tochtte in de oude gangen. De bruine vloer met het versleten tapijt leek sjofeler dan ooit, en de hele vleugel ademde een ouderwetse sfeer. Of was het omgekeerd? Was het een stuk verleden dat tot in het heden reikte?
Ze haalde Chris’ laptop haastig uit zijn kamer en ging naar haar eigen kamer terug. Ze deed het licht niet aan, maar gebruikte de zaklamp. Daarna deed ze de laptop open en zette hem aan.
Ze was anders dan Robert. Ze had er geen plezier in om de tweeëndertig delen van de Encyclopedia Britannica te downloaden, alleen om van alles na te pluizen. Nee, Julia was altijd een meesteres in het verdringen geweest. Ook nu zou ze het liefst op de vlucht slaan in plaats van te wachten tot die rotlaptop eindelijk was opgestart.
In die tijd schoten er duizenden gedachten door haar hoofd. Waarom ze deed wat ze deed. Waarom ze niemand vertelde wat ze op de bodem van het meer had gevonden.
Het volgende moment verlichtte het zwakke licht van het beeldscherm de kamer en ze huiverde even door de zwijgende doodsheid van de techniek.
Haar handen beefden en waren nat van het zweet. Het duurde even voordat ze de usb-poort had gevonden, en nog langer voordat het haar lukte om de usb-stick erin te stoppen.
Daarna opende het besturingssysteem eindelijk. Het duurde maar een paar seconden voordat ze werd uitgenodigd om het password in te voeren. Dat was Julia Frost.