25
Julia besloot om niet meer naar bed te gaan. Ze wist dat ze toch niet meer kon slapen. Ze ging op haar stoel zitten en terwijl ze wachtte tot de zon opkwam, schoten er duizend gedachten door haar hoofd. Ze wilde de envelop dolgraag openmaken, maar iets hield haar tegen.
Toen het ochtend was en ze klaar was voor weer een dag lessen volgen, waren de reacties van de anderen unaniem en genadeloos.
‘Je ziet eruit als een geest,’ zei Rose toen ze elkaar in de hal tegenkwamen.
Debbie had het waarschijnlijk gehoord, want ze stak haar hoofd uit de badkamer. ‘Wauw, jij ziet er afschuwelijk uit! Alsof je doodziek bent. Het is om bang van te worden.’
‘Hou je kop, Debbie,’ onderbrak Rose haar, en ze sloeg haar arm rond Julia’s schouders. ‘Ben je misselijk? Voel je je ziek? Misschien kun je beter in bed blijven.’
Julia schudde haar hoofd. ‘Er is niets met me aan de hand.’
Debbie bemoeide zich er weer mee. ‘Heb je trouwens al gedoucht? Het is niet de bedoeling dat je jezelf verwaarloost. Ik kan het niet verdragen om samen te wonen met iemand die vet haar heeft.’
‘En ik niet met iemand die uit haar mond stinkt,’ mompelde Katie.
Debbie werd knalrood en de tranen sprongen in haar ogen.
‘Hé, ophouden jullie,’ bemoeide Rose zich ermee.
Julia had geen zin in meidengekibbel en ruzie met huisgenoten. Ze vluchtte de gang op, maar Rose volgde haar met een bezorgde uitdrukking op haar gezicht en hield Julia, net als Debbie, de hele dag in de gaten. Dat gevoel had Julia in elk geval.
Gelukkig liet Katie haar met rust. Julia was heel opgelucht, omdat ze er geen idee van had hoe ze met de Koreaanse moest omgaan nadat ze de mail in haar kamer had gevonden.
Chris en zij hadden vanochtend geen gezamenlijke lessen. Diep vanbinnen verlangde ze ernaar hem te zien en zijn stem te horen, maar toen dacht ze weer aan zijn afwezige houding nadat ze hem over Loa.loa had verteld. Ze wist nog steeds niet wat ze ervan moest denken.
’s Middags overwoog ze even om het Robert te vertellen, maar hij zat in de mediatheek over zijn laptop gebogen, en dan had het geen zin om tegen hem te praten. De gewone wereld bestond niet meer voor haar broer als hij probeerde een of ander probleem op te lossen.
Haar laatste les eindigde al om drie uur. Julia rende naar haar kamer, pakte de envelop, die ze in haar kledingkast had verstopt, en liep het appartement uit zonder dat ze een van haar huisgenoten tegenkwam.
Vijf minuten later liep ze het gebouw uit. De politie had zich de afgelopen dagen steeds minder vaak laten zien en op de campus heerste weer de normale bedrijvigheid. De temperatuur was de afgelopen dagen gestegen. Er was geen wolkje aan de hemel te zien en de lucht was ongewoon fris en helder, zoals dat alleen in de bergen mogelijk was.
Toen Julia vanaf het parkeerterrein de weg op liep die naar Fields leidde, naderde er achter haar een auto, die naast haar remde. Het was de landrover waarmee Alex hen twee weken geleden hiernaartoe had gebracht, en Alex zat opnieuw achter het stuur. Chris zat naast hem en op de achterbank zag ze Benjamin, die breed naar haar glimlachte.
Chris deed het portier open. ‘Julia! Eindelijk, ik heb je de hele dag gezocht. We gaan naar Fields. Benjamin wil zijn camera laten repareren en Alex moet iets belangrijks regelen. Ga je mee?’
Julia schudde haar hoofd.
Chris stapte uit en deed een stap in haar richting. Zijn glimlach was plotseling verdwenen. ‘We hebben elkaar gisteren en vandaag nauwelijks gezien,’ zei hij zachtjes.
Ze slikte. ‘Ik weet het.’
Hij fronste zijn voorhoofd en zijn grijze ogen namen haar onderzoekend op. ‘Ik geloof dat het echt goed voor je zou zijn om er even uit te zijn.’ Hij wachtte even. ‘Het is goed voor ons allebei,’ voegde hij eraan toe.
Julia aarzelde. Ja, dat was zo. En het was dé gelegenheid om naar Fields te gaan. Dan kon ze eindelijk contact opnemen en over Angela Finder vertellen. Ze had de hele tijd op deze gelegenheid gewacht, maar nu hield de envelop haar tegen. Ze voelde het ruwe papier onder haar trui op haar naakte huid en voelde de angst voor wat deze zou kunnen bevatten.
‘Nee, liever een andere keer,’ zei ze. Ze deed haar best zo nonchalant mogelijk te klinken. ‘Ik heb geen zin om vier uur lang met mister Florida in de auto te zitten.’ Dat klopte inderdaad. Ze was nog steeds niet vergeten wat een doortrapt spel Alex met de eerstejaars had gespeeld. ‘En bovendien wilde ik net gaan joggen.’
‘In die kleren?’ Chris staarde naar haar schoenen en haar spijkerbroek.
Het lukte Julia om een lachje te produceren. ‘Waarom niet?’
‘Tja, let dan maar op dat je je voet niet verstuikt.’ Hij klonk plotseling verbitterd. Zonder gedag te zeggen draaide hij zich om, stapte weer in de auto en even later ging de landrover een bocht om.
Julia beet op haar lip. Ze had het alweer verknald, en nu goed. Dat was het laatste wat ze had gewild. Maar als hij gek op haar was, zoals hij had gezegd, en misschien zelfs verliefd, dan moest hij het toch respecteren?
Aarzelend keek ze om zich heen. Op de plek waar ze stond, liep het joggingpad van de weg naar de oever van het meer. Hier stond ook het bord met de vele lampen dat hen de eerste avond welkom had geheten: welcome in grace valley! Op deze plek had ze Angela Finder voor het eerst gezien.
Voor zover Julia wist waren er geen nieuwe ontwikkelingen. Meneer Walden, de decaan, had nog steeds geen officiële verklaring gegeven en ook de docenten zwegen hardnekkig. En de krantenberichten beperkten zich tot de informatie die de studenten al kenden.
Julia nam het joggingpad dat tussen het bos en het meer door liep. De oever was hier afgezet met bomen, en een breed, vlak kiezelstrand leidde naar het water. Het was de enige plek waar de studenten mochten zwemmen, hoewel Julia dat nog nooit iemand had zien doen. Isabel, die trainde in het zwembad onder het sportcentrum achter het schoolgebouw, had verteld dat het meer nog te koud was.
Zonder erover na te denken trok Julia haar All Stars uit en deed een paar stappen het water in. Ze had zich voorbereid op ijzige kou, maar merkte verrast dat het meer bijna warm was. Het water had een temperatuur van minstens achttien, negentien graden. Kon het meer tijdens de afgelopen week zo opgewarmd zijn? De zon had vaak geschenen, maar Julia had niet gedacht dat die al zoveel kracht had.
Ze bleef een tijdje besluiteloos staan en keek uit over het water. Hoe langer ze naar de horizon staarde, des te verder leken hemel en water uit elkaar te drijven. Het was bijna alsof Lake Mirror in het midden uit elkaar boog. Dat was natuurlijk inbeelding, maar toen ze zich omdraaide om weer naar de oever te waden, kwam het water ineens tot haar knieën. Het waterpeil steeg.
Net als op de avond van het feest, schoot het door haar hoofd. Alleen onweerde het vandaag niet.
Julia had bij geografie geleerd dat een meer stilstaand water was waarin beken uitmondden. In het geval van Lake Mirror kwam het water waarschijnlijk hoofdzakelijk van de gletsjer bij de Ghost. Nu het voorjaar was, smolt het ijs. Het was dus niet vreemd dat het waterpeil steeg. Maar zo snel? Hoe lang had ze in het water gestaan? Hoewel ze niet op haar horloge had gekeken, was het niet langer dan een paar minuten geweest, maximaal tien.
Ze haastte zich terug naar de oever, waar ze zich veilig voelde. Daar bleef ze niet op het geasfalteerde pad; ze nam een pad dat het bos in liep.
Julia wilde de envelop dolgraag openen, maar om de een of andere reden wilde ze dat niet in de buurt van het schoolgebouw doen. Het zwarte dak met de vele schoorstenen, de witte balkons en de dakkapellen van de zolderverdieping waren vanaf hier nog veel te duidelijk zichtbaar, hoewel ze betwijfelde of iemand haar vanaf het gebouw kon zien. Misschien alleen met een verrekijker.
De weg ging steil omhoog en al snel was ze op zo’n hoogte dat ze tussen de bomen het boothuis aan de overkant kon zien liggen. Er groeiden niet alleen sparren en dennenbomen, maar af en toe ook loofbomen. De bosgrond was bedekt met mos en loof van de vorige herfst. Ze zag geen houten bank om op te zitten en na een halfuur kwam ze bij een open plek waar kortgeleden bomen waren gekapt.
Ten slotte vertakte het pad zich weer. Aan een boom hing een verweerd richtingbord, maar de letters waren voor het grootste deel afgebladderd, zodat de tekst niet meer te lezen was.
Julia besloot het pad te nemen dat verder naar boven liep. Het uitzicht werd steeds spectaculairder. Ze kon het meer nog steeds tussen de bomen zien glanzen, en aan haar rechterkant werden de met sneeuw bedekte bergtoppen steeds duidelijker zichtbaar.
Julia zag het hek pas toen ze er vlak voor stond. Er hing een metalen bordje aan. electric fencer stond erop. voorzichtig, hek staat onder stroom.
Het was geen dicht, hoog gaashek, zoals het hek dat het verboden gebied op de tegenoverliggende oever afscheidde. Eigenlijk bestond het slechts uit netjes gespannen draden tussen houten palen, zoals die voor paarden- of koeienweiden werden gebruikt.
Julia staarde naar de andere kant, waar onder de sparren dicht kreupelhout en hoge varens groeiden. Waarom stond het hek hier? Misschien om ervoor te zorgen dat het wild niet naar de vallei kon komen.
De eerste draad was twee handbreedtes boven de grond gespannen, de tweede op borsthoogte, de derde op hoofdhoogte. Ze zou er gemakkelijk tussendoor kunnen klimmen, wat Julia na een korte aarzeling ook deed.
Ze kwam zonder een schok te krijgen aan de andere kant en constateerde dat het pad niet verder liep. Ze besloot links af te slaan, waar de bomen minder dicht op elkaar groeiden, en baande zich een weg. Al snel krasten de lange, puntige naalden van de dennenbomen haar huid, maar Julia liep verder. Ze begreep eigenlijk zelf niet waarom ze niet gewoon stopte en op een van de boomstammen ging zitten die hier overal lagen om de brief eindelijk te lezen.
Waarom, Julia?
Je bent bang! Je bent er gewoon bang voor!
Ze gedroeg zich zo onlogisch door de vallei, dacht ze. De vallei dwong haar te vluchten. Instinctief wilde ze steeds verder naar boven. Dat had ze gedaan op de dag dat ze Angela hadden gevonden, en dat deed ze nu weer.
Wat vind jij, Julia? Zullen we samen vluchten? Het was een van de eerste zinnen die Chris tegen haar had gezegd.
Plotseling was er geen kreupelhout meer, het bos werd dunner en het werd lichter. Iets verderop zag ze een vervallen hut. Helemaal buiten adem ging ze op de verweerde houten bank zitten die ervoor stond. Terwijl ze wachtte tot ze op adem was gekomen, keek ze om zich heen.
De stilte was ongelooflijk. Julia dacht dat ze de lucht kon horen zoemen. De intense geur van dennenbomen en hars had een verdovend effect. Bijna als drugs.
Drugs. Iets in haar hersenen kwam tot leven en communiceerde met haar geheugen, alsof het een mobieltje was dat aangaf dat ze een sms had gekregen.
Drugs. Een woord dat haar leven lang paniek zou oproepen.
De envelop die was geadresseerd aan een dode, was zwaar. Gold het briefgeheim in dit geval nog? Nee, doden hadden geen recht op geheimen. En Angela Finder, die Loa.loa was geweest, al helemaal niet.
Met een trillende hand maakte Julia de envelop open. Het eerste wat ze zag, was een factuur in het Duits, die aan Angela Finder was geadresseerd, voor een bedrag van vijftien euro.
Daarna haalde ze de kopie van een krantenartikel uit de envelop. Het duurde een paar minuten voordat ze zich realiseerde wat het betekende. Ze zag een foto van twee jongens, die tegenover elkaar aan een tafel zaten. Tussen hen in stond een schaakbord.
Julia kende de foto. schaakkampioen junioren, luidde de kop.
Ze hoefde de tekst niet te lezen, maar deed het toch.
Ralph de Vincenz is de nieuwe Europese schaakkampioen. De vijftienjarige Ralph de Vincenz won de titel tijdens de Europese schaakkampioenschappen voor junioren en verdrong daarmee zijn belangrijkste concurrent, de Ier Sam Dusket, naar de tweede plaats. De kampioenschappen vonden onder grote belangstelling midden april plaats in Berlijn.
Julia’s hart sloeg zo hard dat ze er bang van werd. Hoe kende Angela Ralph?