4
Toen het licht weer aanging, had Debbie de deur al opengerukt. Ze stormde naar de hal van het appartement, waar de deur naar de gang was. Julia volgde haar, gedreven door een voorgevoel dat ze niet precies kon benoemen. In een van de deuropeningen stond een lang, slank meisje. Haar hoofd was kaalgeschoren, maar Julia schonk geen aandacht aan haar. Net zomin als aan het andere meisje, dat slaperig uit de achterste kamer kwam lopen. Ze streek haar lange, zwarte haar naar achteren en had een ongeduldige uitdrukking op haar gezicht. Dat moest het Aziatische meisje zijn over wie Debbie had verteld.
Het licht flikkerde, ging weer uit en daarna opnieuw aan, vreemd gedempt deze keer. Julia rende door de hal naar de gang en keek gejaagd om zich heen.
Er lagen vier appartementen tegenover elkaar. Daaruit verschenen onbekende meisjes met bleke, slaperige gezichten, die hun armen om zich heen sloegen en rilden van de kou.
‘Weet een van jullie wat dat was?’ riep Debbie terwijl ze theatraal haar handen in de lucht stak.
‘Geen idee, maar er moet iets gebeurd zijn. Ik werd er wakker van,’ antwoordde een meisje in een nachthemd en met blauwe papillotten in haar haar opgewonden.
De angst waarover Debbie het een paar seconden geleden nog had gehad, was ineens verdwenen. In plaats daarvan was ze duidelijk helemaal in haar element. Ze leek zelfs van de situatie te genieten. ‘Wat denken jullie? Kwam de schreeuw van buiten?’ vroeg ze opgewonden. ‘Of van beneden? O, mijn god, ik dacht echt dat ik in mijn broek zou plassen van angst.’
Isabel dook op achter het meisje met de papillotten. ‘Rustig, meiden,’ zei ze. ‘Jullie kunnen het best gewoon naar jullie kamers teruggaan.’
Debbie liep langs haar zonder aandacht aan haar te schenken. ‘Ik denk dat het van de verdieping onder ons kwam.’
Ze rende door de gang naar het trappenhuis, met Julia op haar hielen. De schreeuw snerpte nog steeds in haar oren. Hij zweefde boven haar, had zich in de houten lambrisering vastgezet, kleefde aan de balken van het plafond, hechtte zich aan de draden van het tapijt. Ze hoorde gefluister om zich heen. Hysterisch gegiechel. Iemand mompelde zelfs een gebed, of draaide ze nu helemaal door? Ze deed heel even haar ogen dicht. Het waren allemaal achtergrondgeluiden voor de hoge, snerpende stem, die maar niet wilde stoppen met schreeuwen. Kon niemand dat schreeuwen uitschakelen? Eindelijk op de stopknop drukken?
Plotseling snapte Julia het. Ze las het van de gezichten van de anderen, die langzamerhand ontspanden. Sommige meisjes verdwenen weer in hun kamer. Julia was de enige die de schreeuw nog steeds hoorde.
Ze was zich daarnet niet wild geschrokken van het snerpende geluid. Nee, in haar oren weerklonk de schreeuw uit het verleden, die haar naar de vallei was gevolgd. En nu wist ze meteen wat er was gebeurd.
‘Kom mee, Julia!’ riep Debbie. ‘Met de trap zijn we sneller dan met de lift.’
Onhandig rende het meisje voor haar de treden af. Haar hand omklemde de leuning terwijl ze onophoudelijk doorkletste. Het klonk nogal belachelijk. ‘Denk je dat het een van de jongens was? Misschien hebben ze iemand gemarteld. Als ontgroeningsritueel of zo. Jongens doen dat soort dingen toch? En die schreeuw was echt.’ Plotseling stond ze abrupt stil. Ze waren op de eerste verdieping aangekomen. Achter de grote glazen deur die de gang van het trappenhuis scheidde, was Debbie bijna tegen Alex aangebotst. Hij droeg een bontgeruite boxershort en een wit shirt van Ed Hardy, waarop een zwarte draak vuur spuwde. Een grijnzende doodskop verscheen in de vlammen en… Julia deed haar ogen even dicht. Uit de knokige kaak vielen koude, afschuwelijke, vampierrode druppels. Een zilveren ketting met een kruis om zijn nek maakte de outfit van de oudere student af.
‘Debbie, er is hier niets te zien. Ga weer naar boven. Julia, kun jij alsjeblieft…’ Alex ging niet verder, maar Julia zag in de blik die hij haar toewierp dat haar voorgevoel de verschrikkelijke waarheid was.
‘Waar?’ vroeg ze alleen.
‘Eerste appartement aan het begin van de gang, net als op jullie verdieping,’ antwoordde Alex kort.
Julia wrong zich langs Debbie en begon langs de rij jongens te rennen die haar nastaarden. Sommigen riepen haar iets na en ergens hoorde ze een waarderend fluitje. Daar was ze echter immuun voor. Alle opmerkingen ketsten van haar af. Ze haalde pas weer adem toen ze voor appartement 113 stond.
‘Hé, je krijgt damesbezoek,’ zei een van de jongens die in de gang stonden. Hij droeg een smetteloos witte pyjama, alsof het zijn huwelijksnacht was.
‘Jezus, wat gaaf. Daar is de zus van die alien. Ik vind het heerlijk om te filmen op de plek waar het allemaal gebeurt.’
Het enige wat Julia van de jongen kon zien, was zijn naakte, onbehaarde bovenlijf en de roze pyjamabroek die hij droeg. Zijn gezicht was achter een camera verborgen.
Hij bleef filmen, ook toen het licht opnieuw uitviel.
Julia was blij dat het licht deze keer uit bleef. Daardoor had ze tijd om diep adem te halen en zich te concentreren. Blijkbaar was stroomuitval niet ongewoon op Grace College, want het duurde maar heel even voordat de studenten voor noodverlichting hadden gezorgd. Ze staken kaarsen aan en zwaaiden zo wild met zaklantaarns dat ze het gevoel had dat ze in een deinende boot zat. Ze werd er misselijk van.
‘Ben jij Julia?’ vroeg een lange, slanke jongen. Hij stond in de deuropening van de kamer die recht onder de hare moest liggen. Het lichtbruine, korte haar maakte hem merkwaardig ernstig in het halfdonker. Hij was de enige die helemaal aangekleed was, in een zwarte broek, zwarte sportschoenen en een zwarte trui. Hij droeg zelfs een riem.
‘Ik ben David. Er is iets niet in orde met je broer. Ik heb geprobeerd hem wakker te maken, maar hoe meer ik op hem inpraat, des te banger wordt hij. Hij wordt niet wakker, maar we mogen hem ook niet aanraken.’
‘Ja.’ Het was het enige antwoord dat ze kon geven.
‘Is dat normaal?’ hoorde ze achter zich iemand vragen, maar ze draaide zich niet om.
Duizend gedachten schoten door haar hoofd. Ze moest Robert kalmeren, hem tot zwijgen brengen. Had hij iets gezegd in zijn slaap? Iets wat niemand mocht weten? Ze vermande zich en liep langs David. ‘Het komt wel goed, ik zorg voor hem. En…’ Ze wees achter zich. ‘… daar heb ik geen toeschouwers bij nodig.’
‘Heeft hij vaker zulke nachtmerries?’ David negeerde haar opmerking.
Heel even vergat Julia haar everybody’s darling-masker. ‘Zeur niet zo, het is gewoon een nachtmerrie,’ snauwde ze. ‘En kun je er nu eindelijk voor zorgen dat ze allemaal ophoepelen?’
‘Hallo, ik wil alleen helpen.’ David stak zijn handen in de lucht.
‘Je hoeft niet te helpen. Als hij wakker wordt, lacht hij erom.’ Ze probeerde haar stem onschuldig te laten klinken en liep Roberts kamer binnen.
De kamer van haar broer was precies hetzelfde als die van haar, maar dan een verdieping lager. Robert had zijn koffer ook nog niet uitgepakt. Op zijn nachtkastje stond een leeg fotolijstje. Julia voelde een steek in haar hart.
Het duurde even voordat ze naar haar broer durfde te kijken. Zijn lichaam was zo mager in de geruite pyjama dat het leek alsof hij in hongerstaking was. Hij lag op zijn rug en staarde bewegingloos naar het afschuwelijke houten plafond. Nee, hij staarde natuurlijk niet, want hij had zijn ogen dicht, maar stel dat zijn ogen achter de oogleden keken?
Ze voelde een ijskoude rilling over haar rug lopen bij het idee. Iets zwaars kwam los en viel op haar borstkas, waar het voor altijd zou blijven liggen. Ze haalde diep adem. Ze hadden geprobeerd haar ontspanningsoefeningen aan te leren waarmee ze de paniekaanvallen de baas kon worden. Ademhalingsoefeningen. Concentratiespellen.
Lachwekkend. Gewoonweg lachwekkend. Hoe moest je met ademhalingsoefeningen datgene verdrijven wat Debbie nachtwezens noemde?
‘Robert,’ fluisterde ze. ‘Wakker worden. Ik ben het.’ Ze stak haar hand uit en raakte haar broer aan. Op het moment dat Robert zijn ogen opendeed, klonk er gezoem en ging het licht weer aan.
Robert knipperde met zijn ogen. Hij had zweetdruppels op zijn hoge voorhoofd, dat hun moeder altijd zijn denkvoorhoofd had genoemd. Zijn donkerbruine haar plakte aan zijn hoofd en zijn mond was vertrokken toen hij begon te praten. ‘Wat is er gebeurd?’
‘Niets,’ kalmeerde ze hem, maar toen hoorde ze een stem achter zich.
‘Noem je dat niets?’
Julia onderdrukte een kreun. Ze had David toch gevraagd om hen alleen te laten?
Robert pakte zijn bril van het nachtkastje, alsof hij zich alleen iets kon herinneren als hij ook iets kon zien. ‘Het was één grote chaos,’ mompelde hij. ‘Niets stond meer op zijn plek. De boeken waren van de planken getrokken… en achter de tafel…’
Julia stond op het punt haar hand op zijn mond te leggen, zodat hij zou zwijgen, maar het lukte haar zich te beheersen. ‘Alles is in orde,’ zei ze opgewekt. ‘Je hebt alleen gedroomd. Het zal de nieuwe omgeving zijn. Of heb je weer een van je vreemde boeken gelezen, Rob?’
Altijd lachen, Julia. Mijn god, dat verdomde grijnzen deed zoveel pijn. En waarom zei ze Rob? Ze had hem nog nooit Rob genoemd.
Gelukkig begreep hij het, en deed hij zijn best niet al te opgewonden te lijken. Verlegen trok hij het dekbed omhoog en keek naar David. ‘Het spijt me dat ik jullie wakker heb gemaakt.’
David kwam naast Julia staan en klopte Robert bemoedigend op zijn schouder. ‘Het moet een verschrikkelijke nachtmerrie zijn geweest, je schreeuwde zo hard.’
‘Heb ik geschreeuwd?’ Robert sperde zijn ogen open.
‘Dat kun je wel zeggen, als een mager speenvarken,’ zei Julia snel. ‘Ze moeten je maar in een geluiddichte kamer leggen, anders word je nog aangeklaagd voor verstoring van de nachtrust.’
Het maakte niet uit wat voor onzin ze uitkraamde, als hij maar weer bij zijn positieven kwam.
Ze hoorde licht zoemen achter zich. Eerst dacht ze dat het van de plafondlamp kwam, die voortdurend knipperde, maar ineens zag ze de lens van een videocamera. De jongen met de afgrijselijke, smakeloze roze pyjamabroek hield de camera op Roberts gezicht gericht.
‘Gaaf, gaaf, gaaf!’ riep hij. ‘Kijk recht in de camera! Ja, precies zo. Jezus, je pupillen zijn enorm. Alsof iemand gaten in je ogen heeft gebrand. Of heb je wat geslikt?’ Hij kwam nog dichterbij en boog zich naar Robert toe. ‘Kun je nog een keer net doen alsof je slaapt? Ik heb de schreeuw er niet op, snap je?’
In Julia’s hoofd explodeerde een enorme vuurbal die elke verstandige gedachte wegbrandde, en ze gaf de filmende jongen een klap op zijn wang. ‘Hé, ben je soms een gluurder of zo? Een van die types die anderen achternalopen, zich vergapen aan hun ellende en alles op YouTube zetten? Doe die camera meteen uit, anders sta ik niet voor mezelf in!’
Geweldig! Het was heerlijk om zo tekeer te gaan.
‘Benjamin, ze heeft gelijk, doe die camera uit,’ hoorde ze David zeggen. Hij legde zijn hand kalmerend op haar schouder. ‘Benjamin bedoelt het niet verkeerd.’
Was deze David misschien de schooldominee? Als ze zag hoe hij zich kleedde, zou het haar niet verbazen. Heel diep vanbinnen had Julia helemaal niets met dat soort heilige boontjes. Het waren buitenaardse wezens die naar de aarde waren gestuurd om de deerniswekkende aardbewoners en hun zwarte zielen te bekeren.
Ze was dolblij toen ze Alex aan het voeteneind van het bed zag staan. Hoewel hij maar een jaar of vier ouder was, leek hij de enige die de benodigde autoriteit bezat om deze waanzin te stoppen. En inderdaad, hij wees naar de klok en zei energiek: ‘Ik denk dat we allemaal weer naar bed kunnen. Zoals jullie zien, gaat het goed met Robert.’
David en Benjamin wisselden een blik, maar liepen zonder verder commentaar de kamer uit. Alex liep achter hen aan, nadat hij Julia en Robert opgewekt welterusten had gewenst. ‘Het lijkt me beter als jullie morgen flink uitslapen.’
Toen de deur achter hem was dichtgevallen, liep Julia om het bed heen, ging bij het raam staan en staarde naar het meer, dat niet meer dan een vlek in de nacht was.
‘We kunnen hier niet blijven, Julia,’ hoorde ze Robert achter zich fluisteren. ‘Dit is een boosaardige plek, snap je, boosaardig!’