29
Julia’s ogen hechtten zich aan het beeldscherm van de laptop. Ze had maar een paar seconden nodig om te beseffen wat voor informatie er op de met strassteentjes versierde usb-stick stond. Angela Finder was erger geweest dan alle geheime diensten bij elkaar, handiger dan alle detectives, verontrustender dan de Stasi, slimmer dan de cia. De usb-stick bevatte een volledige databank van Grace College. Iedere docent, iedere medewerker, iedere student was erin opgeslagen. Zelfs meneer Walden, de decaan, had een eigen pagina.
De inhoudsopgave was helder en overzichtelijk ingedeeld. Bungalow 17: Sayaka Kitube, Angela Finder, Eliza Wood. Appartement 213: Katie West, Debbie Wilder, Rose Gardner. En hoewel ze erop had gerekend, sloeg haar hart een slag over toen ze haar eigen naam las: Julia Frost.
Julia staarde roerloos naar het beeldscherm. Ze stak langzaam haar hand uit, zette in slow motion de cursor op haar naam en drukte met haar rechter middelvinger op enter. Het leek een eeuwigheid te duren voordat het programma reageerde en de pagina geopend werd. Als verlamd staarde ze ernaar.
Het was een fotoalbum van haar verleden. Ze zag het huis van haar ouders. Foto’s van het gezin. Julia alleen. Robert. Foto’s van haar oude school in Berlijn. Krantenartikelen over de duikwedstrijden waaraan ze had meegedaan. Haar rapporten. Alle informatie waarvan ze zeker had geweten dat die vernietigd was. Waarvan de politie had beloofd dat niemand er ooit toegang toe kon krijgen.
Maar daar had haar vader haar toch voor gewaarschuwd? Hij waarschuwde altijd dat alles wat je op internet zette, nooit verloren ging. En wat had ze gedaan? Ze had erom gelachen.
Haar maag protesteerde, ze voelde een golf van misselijkheid opkomen. Haar blik werd troebel. Ze was net op tijd bij het toilet in de hal, knielde en gaf telkens weer over. Julia kotste als het ware de angst uit haar lichaam. Alles wat haar bij de aanblik van de foto’s had overspoeld – haar angsten, de onderdrukte herinneringen, de gevoelens – gooide ze diep vanuit haar binnenste naar buiten, tot er alleen bittere gal over was.
Julia leunde trillend en uitgeput tegen de betegelde muur en één rustig, heerlijk, oneindig kostbaar moment dacht ze helemaal nergens aan.
Plotseling herinnerde ze zich echter de laptop en de informatie op de usb-stick. Ze kwam moeizaam overeind en liep naar de badkamer. Daar waste ze haar gezicht en poetste haar tanden. Vervolgens liep ze met knikkende knieën naar de keuken, waar ze een fles water uit de koelkast pakte.
Op dat moment hoorde ze een heel zacht geluid, maar Julia wist meteen dat het de deur naar de gang was die voorzichtig werd dichtgetrokken.
Ze rende de keuken uit. De hal was leeg. Ze trok de deur open. De lange gang was donker en verlaten. Plotseling hoorde ze pling. De lift! Julia rende ernaartoe, maar ze was te laat. Op het moment dat ze de hoek omsloeg, ging de deur dicht. Daarna lichtten de cijfers van de afzonderlijke etages op: E3, E2, E1, 0, K1, K2.
Julia rende terug naar haar kamer, waar het enige geluid het zoemen van Chris’ laptop was. Ze drukte op de spatiebalk en het beeldscherm lichtte op.
Haar handen vlogen over het toetsenbord. Panisch klikte ze door de lijst. Niets!
Haar hand tastte naar de usb-stick. De usb-poort was leeg. De gegevens waren verdwenen. Net als Angela Finders medaillon.