Tijdschema
25 februari 2002, laat op de avond: Radu Acsinia komt samen met vrienden in een auto naar Malmvägen in Sollentuna. Orhan Yildiz is daar en wordt door kennissen gewaarschuwd. Er breekt een vuurgevecht uit tussen Orhan en Radu. Niemand raakt gewond.
26 februari 2002, een paar minuten voor middernacht: Radu Acsinia wordt in het metrostation van Rinkeby doodgeschoten.
13 maart 2002: Orhan Yildiz en zijn oudere broer Özkan worden door de politie gearresteerd. De derde broer, Önder, meldt zich vrijwillig bij de politie. De broers worden samen met hun oom Ara wegens verdenking van moord in hechtenis genomen.
4 april 2002: de neef van de Yildiz-broers, Ayhan, wordt aangehouden wegens verdenking van medeplichtigheid aan moord.
5 april 2002: de aanklacht tegen Ara wordt veranderd van medeplichtigheid aan moord in nalatigheid een voornemen tot moord bekend te maken.
6 april 2002: Ayhan Yildiz wordt in hechtenis genomen.
8 mei 2002: Özkan, Önder, Orhan en Ayhan worden in de rechtbank van Stockholm aangeklaagd voor de moord op Radu Acsinia.
24 juni 2002: de rechtbank van Stockholm veroordeelt Özkan Yildiz, dan 24 jaar, tot levenslange gevangenisstraf wegens moord. Zijn jongere broers Orhan en Önder, dan 18 en 20 jaar, worden wegens moord veroordeeld tot vier jaar gesloten jeugd-tbs, respectievelijk acht jaar gevangenisstraf. Hun neef Ayhan krijgt vier jaar gesloten jeugd-tbs. Oom Ara wordt vrijgesproken. Er wordt beroep aangetekend bij het hof.
augustus 2002: Orhan Yildiz bekent tijdens de eerste zitting van het hof dat hij Radu Acsinia heeft doodgeschoten. Hij ontkent dat Özkan en Önder ter plaatse waren. De beroepszaak wordt afgebroken en het vooronderzoek wordt weer opgepakt voor aanvullend verhoor.
23 oktober 2002: het hof veroordeelt Özkan, Önder, Orhan en Ayhan Yildiz voor de moord op Radu Acsinia. De eerder door de rechtbank opgelegde straf wordt voor allen bevestigd, behalve voor Önder – zijn gevangenisstraf wordt verhoogd van acht tot tien jaar.
november 2002: Christian Holmén doet in een serie artikelen in Expressen verslag van zijn onderzoek naar de moordzaak. Özkan en Önder Yildiz dienen bij de Hoge Raad een verzoek in tot cassatie en verwijzen hierbij naar nieuwe getuigen die in de krant zijn genoemd.
22 november 2002: officier van justitie Henrik Söderman deelt mee dat hij niet van plan is zijn rapport van het vooronderzoek aan te vullen met nieuwe informatie.
16 december 2002: de Hoge Raad vraagt de PG zijn mening te geven over de nieuwe bewijzen.
20 december 2002: officier van justitie Henrik Söderman heropent het vooronderzoek na overleg met de PG.
10 februari 2003: de mening van de PG wordt aan de Hoge Raad voorgelegd. De PG adviseert de Hoge Raad het verzoek van Özkan en Önder tot cassatie af te wijzen.
26 februari 2003: de Hoge Raad wijst het verzoek tot cassatie af. Alle vonnissen worden bekrachtigd.
januari 2004: Dick Sundevall doet in een serie artikelen in Svenska Dagbladet verslag van zijn onderzoek naar de moordzaak. De oom van de veroordeelde broers vertelt nu dat hij bij de moord aanwezig was en dat zijn getuigenverklaring, op grond waarvan Özkan en Önder veroordeeld zijn, vals was.
De rechters
De rechtbank: Stockholms tingsrätt, afd. 13, B1799-02
Het gerechtshof: Svea hovrätt B, 6528-02
*******