3 De jacht
Slechts een paar uur na de moord had de politie al een goed onderbouwd antwoord op de vraag wie de moordenaar was. Op 27 februari belde om kwart over vier ’s middags een jongeman de politie. Hij noemde drie jonge broers die op Malmvägen woonden, maar hun namen haalde hij een beetje door elkaar.
Een anonieme tipgever beweerde dat drie jonge mannen uit Sollentuna achter de moord zaten en dat het motief een vechtpartij was die enkele dagen eerder tussen het slachtoffer en de dader had plaatsgevonden.
Diverse tipgevers noemden de naam van de zeventienjarige Orhan Yildiz als de dader. Zijn naam werd ook in verscheidene tips genoemd over een schietincident op de avond voor de moord. Toen zou het slachtoffer van de moord naar Malmvägen zijn gekomen en daar enkele schoten hebben gelost. Hierop zou Orhan Yildiz gereageerd hebben door de hele ‘Yildiz-clan’ te mobiliseren om ‘de tegenpartij de stuipen op het lijf te jagen’. Er was volgens de tipgever tussen de twee families een complete oorlog aan de gang.
Een jongen die zei dat hij nog maar twaalf jaar was, belde anoniem de politie met de tip dat Orhan Yildiz Radu had neergeschoten. Hij zei dat Orhan en Radu al van kleins af aan vijanden waren. Twee andere tipgevers hadden het over drie moordenaars die in een witte Volvo V70 van de plaats delict waren weggereden.
Twee dagen na de moord – op 28 januari – zond het misdaadprogramma Efterlyst van TV3 een reportage uit over de moord in Rinkeby. Het beeld dat de politie van het verloop van de gebeurtenissen had, stond toen al vast.
‘Alles wijst erop dat deze jongeman door die gang werd achternagezeten en dat ze hem vervolgens hebben geliquideerd’, zei Sven-Åke Claesson van de Stockholmse politie in de uitzending.
De tips die na het tv-programma zijn binnengekomen, liggen nog steeds in de zogeheten ‘prullenbak’, dat wil zeggen: het gedeelte van het politieonderzoek dat nooit in het dossier van het officiële vooronderzoek is terechtgekomen. Een van de tips:
‘Als het slachtoffer Radu uit Roemenië is, heeft hij de dag ervoor in Sollentuna een paar Turken op Malmvägen bedreigd. Die Turken hebben gezegd wraak te zullen nemen.’
Een e-mail van een anoniem Hotmail-adres: ‘Een van de jongens had een witte jack aan en hun reden met een auto; hun waren met ze drieën, de auto was blauw, ik keek uit raam.’
Een man van buitenlandse afkomst maar zonder noemenswaardig accent belde de tiplijn van het televisieprogramma. Hij leek erg zeker van zijn zaak. Hij zei dat hij wist wie de betrokkenen waren. Hij vertelde dat het slachtoffer de avond voor de moord op Malmvägen in Sollentuna was geweest, waarbij hij op iemand had geschoten die even oud was als hijzelf – volgens de tipgever heette die man Orhan. Er belde nog een man, tussen de twintig en dertig jaar oud. Hij klonk rustig en leek zeker van zijn zaak. Hij vertelde dat een jongen die Orhan heette er waarschijnlijk bij betrokken was. Hij zei dat hij Orhan zeer wel in staat achtte iemand neer te schieten.
De politie ondervroeg de bewoners van de huurwoningen met uitzicht op het plein Rinkeby torg en de parkeerplaats. Daarbij bleek één ooggetuige over gedetailleerde informatie te beschikken. Hij vertelde dat hij naar de tv had zitten kijken toen hij hoorde dat er zo’n drie à vier schoten werden gelost. Hij liep naar de keuken en keek omlaag naar de parkeerplaats en de keerzone in de steeg die Skårby gränd heet. Hij zag toen drie à vier personen van Rinkeby torg wegrennen en in een auto springen die in de keerzone stond. De auto verliet Skårby gränd en sloeg rechtsaf de hoofdstraat van Rinkeby in, richting E18. De auto verdween met hoge snelheid en reed op de kruising bijna een verkeersbord omver. De tipgever zei dat ze allemaal van buitenlandse afkomst waren, maar geen Afrikanen. Ze waren allen 1.65 à 1.70 meter lang, hadden een normaal postuur en kort zwart haar. Eén was er gekleed in een wit of beige jack dat tot de helft van zijn dijen reikte. De andere twee of drie droegen donkere kleding. De auto die wegreed was een stationcar. Eerst zei hij dat het een Volvo was, maar wees vervolgens op de parkeerplaats een andere auto aan: een Opel Astra stationwagon. Een andere getuige, een vrouw die vanuit haar keuken uitzicht heeft op de ingang van het metrostation, vertelde dat ze zo’n vijf tot zes knallen hoorde uit de richting van Rinkeby torg. Ze deed het licht uit en dacht vijf personen de uitgang van het metrostation uit te zien rennen in de richting van Skårby gränd. Degene die voorop rende viel haar het meest op. Hij rende hard. Hij droeg een lange lichtbruine jas met een capuchon.
Op 28 februari belde een anonieme tipgever de politie. Hij zei dat hij bevriend was met de familie van het slachtoffer en dat hij er alles voor over had om de moord op te lossen. Hij vertelde dat hij door zijn beroep veel contacten in de onderwereld had. Daar was hij te weten gekomen dat er veel getuigen van de moord waren. Zo zou een bekende drugshandelaar vanaf zijn plek op Rinkeby torg alles hebben gezien. De tipgever zei dat hij via zijn contacten de namen te pakken had gekregen van drie Turken uit Sollentuna die de moord zouden hebben gepleegd. Ze heetten Orhan, Önder en Ayhan. Volgens deze tipgever had Orhan het wapen vastgehouden en Radu doodgeschoten. Enkele onbelangrijke gebeurtenissen – zoals wat onderling geruzie – hadden tot de moord geleid. Er zaten geen ‘drugszaken’ of dergelijke achter, aldus de tipgever. Twee dagen na de moord, op 28 februari, had de politie in totaal vierentwintig tips ontvangen.
In vier gevallen werd Orhan Yildiz als de schutter aangewezen. In zeven tips werd hij als betrokkene bij de schietpartij genoemd.
Orhans broer Önder werd in vier gevallen als medeplichtige aangewezen. In twee tips werd Orhans en Önders neef Ayhan als medeplichtige aangewezen. In zes gevallen werd als motief het schietincident genoemd dat de avond ervoor op Malmvägen in Sollentuna had plaatsgevonden.
Uit onderzoek door de politie naar het mobiele telefoonverkeer bleek dat Önders telefoon rond de tijd van de moord in Rinkeby was gebruikt. Een ander mobieltje dat op naam stond van Orhans oudere broer Özkan, was rond diezelfde tijd ook in Rinkeby gebruikt. Özkan werd echter in geen enkele tip over de moord genoemd. In tegenstelling tot zijn broers was hij ook nooit eerder voor een ernstig vergrijp veroordeeld. Maar Özkan reed wel in een donkere Volvo V70. Op 2 maart stelde de politie vast dat er op de camping van Solna uitzonderlijk veel auto’s met een Roemeens nummerbord stonden. Op 4 maart belde een anonieme tipgever de Stockholmse politie en vertelde dat er drie ooms van de vermoorde Radu Acsinia uit Roemenië waren aangekomen. De tipgever beweerde dat het in eigen land bekende criminelen waren. Volgens de tipgever waren ze naar Zweden gekomen om de dood van Radu te wreken.
De tipgever zei ook dat een van Radu’s vrienden en zijn oudere broer – die allebei in de gevangenis zaten – van plan waren te vluchten als ze voor Radu’s begrafenis verlof zouden krijgen. Volgens de tipgever zouden ze na hun vlucht proberen de Yildiz-broers te grijpen. Op Malmvägen in Sollentuna was intussen veel veranderd. Het onderhoudspersoneel van het huurwoningencomplex vertelde de politie dat er een vreemde stemming heerste.
‘Het is net alsof er van alles in de doofpot is gestopt.’
Beneden, in de normaal gesproken zo lawaaierige gangen, was de eerste dagen na de moord geen enkele Turk te bekennen. Tien dagen na de moord was het nog steeds heel rustig en stil. Niemand sprak over het gebeurde.
Op 7 en 8 maart 2002 werd tegen de broers Orhan, Önder en Özkan een arrestatiebevel uitgevaardigd. Rechercheurs van de Stockholmse politie probeerden hen te lokaliseren, zodat ze alle drie gelijktijdig konden worden opgepakt. In een envelop in de ‘prullenbak’ van het archief van de Stockholmse politie zit een korrelige foto van Özkan Yildiz bij de supermarkt Konsum in Rimbo bij Norrtälje. Hij is ongeschoren en draagt een gewatteerd jack, een trainingsbroek en gympen. Het is iets voor twaalven op 9 maart 2002. Özkan ziet er bezorgd uit als hij de rits van zijn jack omhoog trekt en zijn ogen half dichtknijpt tegen de koude wind. In zijn hand houdt hij een plastic tas van de Konsum.
Hij heeft er geen idee van dat agenten in burger hem filmen bij iedere stap die hij zet en weet evenmin dat hij nog maar krap vier dagen in vrijheid zal zijn.