Yasmini waadde het water in. Ze trok haar al platte buik in tegen de kou en hief haar handen boven haar hoofd. Dorian lag op het gerimpelde, witte zand en keek naar haar. Hoewel ze nog maar enkele minuten geleden de liefde hadden bedreven, kreeg hij er nooit genoeg van naar dat ivoorkleurige lichaam te kijken. Ze was opgebloeid sinds ze de afstompende omgeving van de harem had verlaten. Nu liep ze over van interesse voor alle wonderen om haar heen en als ze alleen waren, was hij verrukt van haar gevoel voor humor en haar ondeugendheid.

Yasmini stond nu tot haar middel in het meer. Ze vulde de holte van haar handen met het zoete water en bracht het naar haar mond. Daarna draaide ze zich om en zwaaide naar hem. Toen liet ze zich huiverend in het koude water zakken tot alleen haar hoofd er nog boven uitstak. Haar haar met de zilverkleurige streep dreef in een donkere wolk om haar gezicht.

'Schep moed, meester! Kom er ook in!' riep ze, maar hij bracht traag zijn hand omhoog ten teken dat hij daar niets voor voelde. Deze rustpauze was zo heerlijk na de maandenlange zware tocht vanaf de kust.

'Is de grote sjeik, de machtige krijger en overwinnaar van Muscat bang voor een beetje koud water?' vroeg ze spottend.

Hij glimlachte tegen haar en schudde zijn hoofd. 'Ik ben niet bang voor het water, maar je hebt mijn krachten helemaal uitgeput, brutaal nest.'

'Dat was ook mijn bedoeling!' Ze lachte tinkelend, kwam plotseling uit het water omhoog en bespatte hem met het koude water.

Hij sprong op. 'Nu heb je mijn geduld ook uitgeput.' Hij stormde in een opspattende wolk van druppels het water in en, hoewel ze probeerde weg te komen, greep hij haar vast en trok haar met zich mee onder water. Ze kwamen proestend van het lachen en zich aan elkaar vastklemmend, weer boven. Na een poosje werd haar gelaatsuitdrukking ernstig.

'Ik vrees dat u niet eerlijk tegen me bent geweest, heer,' zei ze. 'Ik heb iets in mijn rechterhand wat bewijst dat uw krachten verre van uitgeput zijn.'

'Is het genoeg als ik je om vergeving vraag, omdat ik je bedrogen heb?'

'Nee, dat is bij lange na niet genoeg.' Ze sloeg haar beide slanke armen om zijn nek, sprong onder water omhoog en schaarde haar benen om zijn heupen.

Een poosje later waadden ze, elkaar nog steeds omklemmend en gierend van het lachen, terug naar het strand.

Ze lieten zich aan de rand van het water neerploffen en Dorian keek hoe hoog de zon stond. 'De ochtend is bijna om,' mompelde hij spijtig. 'We moeten nu teruggaan, Yassie.'

'Nog heel even,' smeekte ze. 'Soms ben ik het echt beu om de slavenjongen te spelen.'

'Kom mee!' beval hij en hij trok haar overeind. Ze liepen naar hun kleren die op een slordige hoop lagen en kleedden zich snel aan. De kleine dhow was op het zand getrokken, maar voordat ze aan boord stapte, bleef Yasmini staan en keek langzaam om zich heen om afscheid te nemen van deze heerlijke plek waar ze het afgelopen uur gelukkig en vrij waren geweest.

De heuvels aan de overkant van het meer waren slechts een contour die een lichtere blauwe kleur had dan het water. Een lange rij roze flamingo's vloog langs de andere oever. De kop van de vlucht vogels steeg op een thermiekbel en daalde vervolgens weer. Elke volgende vogel steeg ook als hij hetzelfde punt in de lucht bereikte en daalde precies zoals de vogel voor hem had gedaan. Het effect was heel bijzonder en het leek alsof een lange, roze slang boven het azuurblauwe water op en neer golfde.

'Ik zal deze schoonheid nooit vergeten,' fluisterde Yasmini. 'Ik zou hier voor altijd met je willen blijven.'

'Dit is het land van God, waar de mens niet telt,' zei Dorian. 'Maar kom nu mee. We kunnen ons niet permitteren te dromen. De plicht heeft me in zijn ijzeren greep. Morgen moeten we vertrekken om aan de terugtocht naar de Koortskust te beginnen.'

'Nog eventjes, heer,' smeekte ze en wees naar een vreemde, donkere wolk die anderhalve kilometer van hen vandaan van het oppervlak van het meer opsteeg en honderdvijftig meter recht omhoog in de smetteloos blauwe Afrikaanse lucht verrees.

'Wat is dat? Het lijkt alsof het water brandt en rook afgeeft.'

'Kleine insecten,' zei Dorian. 'Ze planten zich massaal op de bodem van het meer voort, komen dan omhoog naar het oppervlak en spinnen kleine ragfijne zeilen waarop ze de lucht in zweven en weggevoerd worden.'

'Allah's wegen zijn wonderbaarlijk,' mompelde ze met glanzende ogen.

'Kom mee,' spoorde hij haar weer aan, 'en denk eraan dat je nu weer Yassie, de slavenjongen, bent en dat je me met respect moet behandelen.'

'Ja, meester.' Ze boog diep en raakte met haar tegen elkaar gedrukte handpalmen haar lippen aan. Haar hele houding veranderde. Ze was een uitmuntende actrice en toen ze zich oprichtte, had ze de houding van een bediende en niet van een prinses en ze bewoog zich als een jongen toen ze de dhow het meer induwde en er over de boeg in klom.

Ze zaten apart toen het kleine vaartuig het eind van het eiland omvoer en in het volle zicht van het dorp kwam, dat drie mijl verderop aan de kust lag. Zelfs op deze afstand zouden ze door vele ogen gadegeslagen worden.

Hoewel deze wateren zo uitgestrekt waren dat ze op de oceaan zelf leken, waren ze maanden reizen van de Koortskust verwijderd en het klimaat was hier op het hoge plateau droger en gezonder. Het dorp Ghandoe lag over verscheidene kilometers langs de kust van het meer verspreid, want dit was het centrum van alle handel die de Omanieten met het binnenland dreven. Hiervandaan kronkelde de lange slavenweg zich naar de kust. Er was nu meer dan een dozijn kano's en dhows in zicht die naar de haven van Ghandoe voeren. Ze hadden honderden mijlen langs de kust van het meer gereisd en waren geladen met gedroogde vis, ivoor, slaven, huiden en Arabische gom die ze uit de uitgestrekte wildernis hadden gehaald.

Terwijl Dorian en Yasmini naar het dorp voeren, trok ze haar neus vol afkeer op. De frisse lucht was verontreinigd door de stank van de visrekken en de slavenbarakken. Toen Dorian aan land stapte, stonden Bashir al-Sind, zijn eerste adjudant, en de rest van de staf van het leger al op hem te wachten. Yassie bleef nederig op de achtergrond, terwijl Dorian direct volledig opging in zijn plichten en verantwoordelijkheden als bevelhebber.

'De vrouwen zijn aangekomen, heer,' zei Bashir, 'en de kooplieden zijn bijeengekomen om uw orders voor de reis in ontvangst te nemen.'

Dorian liep tussen de bloedhete barakken waarin de slaven opgesloten waren, het dorp door, omringd door de smerigheid en ellende die zo'n schril contrast vormden met de schoonheid en de vredige rust die hij en Yasmini nog maar zo kort geleden hadden gekend. De vijf kooplieden wachtten in de grootste soek op hem. Ze zaten op hun met kussens bedekte bankjes onder hun felkleurige, zijden zonneschermen, elk omringd door hun eigen entourage van bewakers en huisslaven. Het waren allemaal vrome, geleerde mannen; ze spraken beschaafd en de complimenten die ze hem maakten, waren bloemrijk. Hun houding was waardig en edel en ze waren buitengewoon rijk. Toch was Dorian hen in de korte tijd waarin hij in Ghandoe was, gaan verachten om de wreedheid van de handel waarmee ze hun geld verdienden.

Dorian was eens ook slaaf geweest, maar al-Malik had hem nooit als zodanig behandeld. Slavernij was in zijn leven als volwassene altijd aanwezig geweest en daarom had hij er weinig over nagedacht. De meeste slaven die hij had gekend, waren getemd of in gevangenschap geboren. Ze berustten in hun lot en werden over het algemeen, als waardevol bezit, goed behandeld. Maar sinds hij in Ghandoe was aangekomen, was hij met de rauwe, wrede werkelijkheid geconfronteerd. Hij was gedwongen geweest er getuige van te zijn dat de pasgevangen mensen werden binnengebracht en dat was geen aangename ervaring geweest.

Hij werd heen en weer geslingerd door zijn mededogen en zijn liefde voor en plichtsbesef jegens zijn adoptiefvader, de kalief. Hij begreep dat de welvaart en het welzijn van de natie van deze handel afhingen. Hij zou zich niet onttrekken aan de plicht om de slavenhandel te beschermen, maar hij schepte geen genoegen in wat hij moest doen.

Het was tijd voor de middaggebeden, dus deden ze hun wassingen. Yassie schonk water voor Dorian in en nadat hij zich had gewassen, bad hij samen met de kooplieden, terwijl ze naast elkaar met hun gezicht naar de heilige plaatsen in het noorden gericht, op de zijden kleedjes knielden. Toen ze hun plaats onder de zonneschermen weer innamen, had Dorian een sterk verlangen de uitgebreide openingstoespraken van de kooplieden en de verdere uitwisseling van complimenten over te slaan en direct terzake te komen. Hij had zich de Arabische gewoonten echter zo eigen gemaakt dat hij zich er niet toe kon brengen zoiets lomps te doen. De zon was zijn hoogste punt allang gepasseerd toen een van de kooplieden bijna terloops opmerkte dat ze de tweehonderd slavinnen om wie hij had gevraagd, voor hem gereed hadden.

'Breng hen bij me,' beval hij en de kooplieden lieten de vrouwen aantreden. Dorian zag onmiddellijk dat ze hem met de oudste en ziekelijkste vrouwen hadden opgezadeld. Velen van hen zouden de slopende tocht naar de kust nooit overleven. Zijn woede laaide op. Hij was hier gekomen om deze mannen van de ondergang te redden. Hij was door de kalief gemachtigd hun gehoorzaamheid te eisen en nu waren ze vrekkig en onbehulpzaam. Hij beheerste zijn woede. De conditie van de vrouwen was niet cruciaal voor het welslagen van zijn plannen. Hij wilde hen alleen maar in de karavaan hebben om de plunderaars tot een aanval te verleiden. Een slavenkaravaan die alleen uit mannen bestond, zou argwaan wekken.

Dorian wees onmiddellijk vijftig vrouwen af, de zwakke oude besjes en de vrouwen die al te lang zwanger waren. Door de ontberingen van de reis zouden de oude vrouwen sterven en de zwangere vrouwen voortijdig bevallen en Dorian wilde de onvermijdelijke dood van hun baby's niet op zijn geweten hebben. Om dezelfde reden had hij de kinderen die de kooplieden hem hadden aangeboden, niet willen hebben. 'Als we uit Ghandoe vertrekken, wil ik dat jullie deze wrakken de lichtst mogelijke ketenen omdoen,' waarschuwde hij de kooplieden. Hij stond op ten teken dat de bespreking afgelopen was.

Het was een opluchting het weerzinwekkende dorp te kunnen verlaten en de heuvels boven het meer in te gaan, waar de lucht frisser en koeler en het uitzicht schitterend was.

Dorian had zijn kamp op de hellingen opgeslagen. Hij wist uit ervaring dat de mannen gezonder bleven als ze uit de buurt van de drukke dorpen gehouden werden, als de latrines niet vlak bij de watervoorraad werden gebouwd en als de islamitische wetten voor de voedselbereiding streng werden nageleefd.

Het was inmiddels al laat in de middag, maar hij was nog niet klaar met zijn werk van die dag. Ze zouden de volgende ochtend vroeg vertrekken voor het eerste deel van hun tocht en hij moest de formatie van de karavaan nog opnieuw bespreken.

Vijfhonderd van zijn eigen mannen zouden samen met de slavinnen als lokvogels fungeren. De huidkleur van de gevangen slaven was bijna blauwzwart. Zelfs de donkerste van zijn mannen was niet donker genoeg, dus had Dorian het aftreksel van looibast waarin de vissers op het meer hun netten dompelden, gebruikt om hun lichaam een natuurlijker, Afrikaanse kleur te geven. Het was nog niet perfect, maar hij vertrouwde erop dat het stof en het vuil waarmee ze tijdens de tocht bedekt zouden raken, de list effectiever zouden maken.

Hij had nog meer problemen gehad: geen van zijn mannen wilde zich in het openbaar uitkleden - de godsdienst verbood dat - dus was hij gedwongen hun toe te staan lendendoeken te dragen, al zorgde hij er wel voor dat deze vuil en gescheurd waren. Ze hadden er ook bezwaar tegen gemaakt hun hoofd kaal te scheren, maar geen enkele Afrikaanse slaaf had lang haar, dus Dorian had streng voet bij stuk gehouden. Ze zouden lichte ketenen dragen, maar deze zouden niet op slot zijn en direct afgeworpen kunnen worden. Met tegenzin hadden de vijf kooplieden uit Ghandoe hem honderd olifantstanden ter beschikking gesteld om het lokaas aantrekkelijker te maken. Ze waren klein en licht, zodat de mannen hun wapens samen met het ivoor in bundels op hun hoofd konden dragen.

Dorian zou de colonne in zijn gewaad en gesluierd te paard aanvoeren, zoals de plunderaars zouden verwachten. Hij zou Yassie dicht in de buurt houden. De flanken van de colonne zou hij laten bewaken door een klein detachement dat niet zo zwak was dat het argwaan zou wekken, maar ook niet zo sterk dat het aanvallers zou afschrikken.

Bashir al-Sind zou met nog eens duizend soldaten de achterhoede vormen en vijftien kilometer achter hen blijven, zodat de vijandelijke verkenners hun stofwolk niet zouden zien. Ten teken dat de voorhoede werd aangevallen, zou een rode Chinese vuurpijl worden afgevuurd. Op dat signaal zou Bashir aan komen snellen en de aanvallers omsingelen, terwijl Dorian en zijn mannen hen zouden vastpinnen tot Bashir zijn strijdmacht in positie kon brengen.

'Het is een simpel plan,' concludeerde Dorian, nadat hij het met Bashir voor de tiende keer had doorgenomen. 'Er zullen veel dingen zijn die we niet kunnen voorzien, maar dat is het risico van de strijd en we zullen ze het hoofd bieden als ze zich voordoen. Misschien komen de fisi helemaal niet. Fisi was het Swahilische woord voor hyena en zo hadden ze de plunderaars genoemd.

'Ze komen heus wel, al-Salil,' voorspelde Bashir. 'Ze hebben de smaak van het bloed van Omanieten te pakken en zijn eraan verslaafd geraakt.'

'Ik bid Allah dat je gelijk hebt, Bashir,' zei Dorian en hij liep naar zijn eigen tent waar de slaaf Yassie zijn avondmaal voor hem had klaarstaan.

 

Moesson boek 2
titlepage.xhtml
index_split_000.xhtml
index_split_001.xhtml
index_split_002.xhtml
index_split_003.xhtml
index_split_004.xhtml
index_split_005.xhtml
index_split_006.xhtml
index_split_007.xhtml
index_split_008.xhtml
index_split_009.xhtml
index_split_010.xhtml
index_split_011.xhtml
index_split_012.xhtml
index_split_013.xhtml
index_split_014.xhtml
index_split_015.xhtml
index_split_016.xhtml
index_split_017.xhtml
index_split_018.xhtml
index_split_019.xhtml
index_split_020.xhtml
index_split_021.xhtml
index_split_022.xhtml
index_split_023.xhtml
index_split_024.xhtml
index_split_025.xhtml
index_split_026.xhtml
index_split_027.xhtml
index_split_028.xhtml
index_split_029.xhtml
index_split_030.xhtml
index_split_031.xhtml
index_split_032.xhtml
index_split_033.xhtml
index_split_034.xhtml
index_split_035.xhtml
index_split_036.xhtml
index_split_037.xhtml
index_split_038.xhtml
index_split_039.xhtml
index_split_040.xhtml
index_split_041.xhtml
index_split_042.xhtml
index_split_043.xhtml
index_split_044.xhtml
index_split_045.xhtml
index_split_046.xhtml
index_split_047.xhtml
index_split_048.xhtml
index_split_049.xhtml
index_split_050.xhtml
index_split_051.xhtml
index_split_052.xhtml
index_split_053.xhtml
index_split_054.xhtml
index_split_055.xhtml
index_split_056.xhtml
index_split_057.xhtml
index_split_058.xhtml
index_split_059.xhtml
index_split_060.xhtml
index_split_061.xhtml
index_split_062.xhtml
index_split_063.xhtml
index_split_064.xhtml
index_split_065.xhtml
index_split_066.xhtml
index_split_067.xhtml
index_split_068.xhtml
index_split_069.xhtml
index_split_070.xhtml
index_split_071.xhtml
index_split_072.xhtml
index_split_073.xhtml
index_split_074.xhtml
index_split_075.xhtml
index_split_076.xhtml
index_split_077.xhtml
index_split_078.xhtml
index_split_079.xhtml
index_split_080.xhtml
index_split_081.xhtml
index_split_082.xhtml
index_split_083.xhtml
index_split_084.xhtml
index_split_085.xhtml
index_split_086.xhtml
index_split_087.xhtml
index_split_088.xhtml
index_split_089.xhtml
index_split_090.xhtml