In de loop van de daaropvolgende dagen ging Dorian helemaal op in de voorbereiding van de komende veldtocht op het vasteland aan de overkant van de zee-engte. Hij kocht de meeste van de vrachtdieren en paarden die op Lamoe beschikbaar waren en stuurde een van zijn kapiteins met drie dhows naar het zuiden, naar Zanzibar, om daar hetzelfde te doen. Hij kocht ook het grootste deel van de graanvoorraad en de handelsgoederen op de markten op.

Verder praatte hij elke dag urenlang met de karavaanmeesters en de Arabische handelaren die deel hadden uitgemaakt van de karavanen die door de plunderaars aangevallen en beroofd waren. Hij probeerde erachter te komen wie en met hoevelen de bandieten waren, hoe ze bewapend waren en welke methoden ze gebruikten om hun aanvallen uit te voeren. Hij berekende de verhezen die deze mannen hadden geleden en schrok van het totaal. Er waren meer dan drie lakhs stofgoud, zevenentwintig ton nieuw ivoor en bijna vijftienduizend pas gevangengenomen slaven gestolen. De kalief had alle reden om zich zorgen te maken.

Wat de plunderaars zelf betrof, waren de verhalen vaag. Sommigen zeiden dat het blanke mannen waren, Franken, met zwarte boogschutters. Een ander zei dat het gewoon wilden waren, die met speren en pijl en boog vochten. Eén man zei dat ze hun overvallen alleen 's nachts uitvoerden, wanneer de karavanen hun kamp hadden opgeslagen. Een ander zei dat ze de lange rijen slaven en dragers overdag vanuit een hinderlaag hadden overvallen en alle Arabische begeleiders hadden vermoord. Hij was de enige die ontkomen was. Weer een andere koopman vertelde dat ze hem en al zijn mannen hadden gespaard en hen hadden vrijgelaten, nadat ze hen al hun bezittingen hadden afgenomen. Dorian realiseerde zich dat er geen eenstemmigheid was over wie ze waren en dat er geen duidelijk patroon in hun methoden zat. Er was maar één ding duidelijk: de plunderaars verschenen als bosgeesten uit de zuidelijke wildernis en verdwenen daarin ook weer. 'Wat doen ze met de slaven die ze buitgemaakt hebben?' vroeg hij en de Arabieren haalden hun schouders op. 'Ze moeten hen toch ergens verkopen?' drong hij aan. 'Ze moeten een vloot van grote schepen hebben om zulke grote aantallen slaven te vervoeren.'

'Een dergelijke vloot is langs de Koortskust niet gesignaleerd,' vertelden ze hem en Dorians verbijstering werd nog groter.

Hij had maar zo weinig betrouwbare informatie om zijn plannen erop te baseren. Hij kon zich alleen concentreren op het beschermen van de karavanen en ervoor zorgen dat ze weer op gang kwamen, want de handel was bijna opgedroogd. Doordat ze met zulke grote verliezen werden geconfronteerd, waren nog maar weinig Arabische kooplieden bereid het risico te nemen verdere expedities te financieren.

Zijn andere plannen draaiden erom dat hij de strijd met de bandieten zou aanbinden, dat hij hen naar hun bastions zou achtervolgen en hen als wilde beesten zou afslachten. Voor dit doel rekruteerde hij de verkenners en karavaangidsen die door het ophouden van de handel werkloos waren geworden.

Hij kon niet met de veldtocht beginnen, voordat het weer op het vasteland omsloeg, want dit was het natte seizoen waarin het laagland aan de kust overstroomd was door de regens en de Koortskust zijn angstaanjagende reputatie waarmaakte. Hij moest echter gereed zijn om uit te varen, zodra de regens ophielden en de koesi-wind weer begon te waaien.

Als hij aan de koesi dacht, moest hij altijd aan Yasmini denken. Dezelfde wind zou haar schip naar het noorden voeren, naar de Golf en haar huwelijk. Bij deze gedachte werd hij door woede en frustratie overmand. Hij dacht erover de kalief in Muscat te schrijven en hem te vragen de huwelijksplannen te annuleren. Hij overwoog zelfs zijn liefde aan zijn adoptiefvader te bekennen en hem dispensatie te vragen om met Yasmini te trouwen.

Ze ontmoetten elkaar elke dag na het donker, maar toen hij dit idee met haar wilde bespreken, werd Yasmini doodsbang en ze beefde van angst. 'Ik denk niet aan mezelf, Dowie, maar als onze vader zelfs maar vermoedt dat we als man en vrouw van elkaar houden, is hij het aan zijn eer verplicht de zaak aan de moellah's voor te leggen en volgens de wetten van de sharia te laten beoordelen, hoeveel hij ook van je houdt. Er kan voor ons allebei maar één oordeel zijn. Nee, Dowie, die manier biedt geen uitweg. Ons lot ligt in Gods handen en Hij is niet altijd genadig.'

'Ik neem je mee,' verklaarde Dowie. 'We nemen een van de dhows met een paar van mijn beste mannen en varen weg om een plek te vinden waar we vrij zijn om van elkaar kunnen houden.'

'Zo'n plaats bestaat niet,' zei Yasmini treurig. 'We zijn allebei islamiet en binnen de islam is geen plaats voor ons. We zouden voor altijd verschoppelingen en zwervers zijn. Hier ben je een groot man en je zult spoedig nog groter zijn. Je hebt de liefde en het respect van onze vader en van alle mannen. Ik wil niet dat je dat voor mij allemaal weggooit.'

Ze besteedden veel van de kostbare tijd die ze samen doorbrachten, aan het bespreken van hun netelige situatie. Ze lagen in het maanlicht in elkaars armen en fluisterden eindeloos. Toen ze inzagen dat er geen uitweg voor hen was, bedreven ze de liefde met een bijna woeste hartstocht, alsof ze daarmee het noodlot dat voor hen opdoemde, konden afwenden.

Elke ochtend vóór zonsopgang bracht Dorian haar terug naar de ingang van de tunnel, waar ze hem voor de laatste keer kuste en over de Weg van de Engel liep naar de harem. Overdag was het meisje dat eens speels en gelukkig was en van wie iedereen in de harem hield, bleek, stil en apathisch. Haar vriendinnen en alle bedienden begonnen zich langzamerhand zorgen te maken. En er gebeurde in deze kleine, besloten wereld niets wat Koesj uiteindelijk niet ter ore kwam.

Hun van wanhoop doortrokken idylle duurde de maanden die aan de wisseling van de moessonwind voorafgingen. Het expeditieleger was bijna gereed om te vertrekken en de laatste voorbereidingen voor Yasmini's huwelijk waren getroffen. Haar bruidsschat was uit Muscat naar haar bruidegom in Aboe Dabi gestuurd, haar uitzet was gepakt en gereed om aan boord te worden gebracht van de dhow die haar naar haar nieuwe thuis en een andere harem zou brengen waar ze de rest van haar leven zou slijten.

'Ik kan het niet laten gebeuren,' zei Dorian tegen haar. 'Ik zal je ervan redden, ook al moet ik alles in dit leven ervoor opgeven.'

'Nee, Dowie, dat zal ik je niet toestaan. Je zult in de komende jaren vele andere vrouwen hebben en je zult zonder mij beroemd en gelukkig worden.'

'Nee,' zei hij. 'De rest kan me niet schelen. Ik geef alleen om jou.'

'Dan kan ik niet meer over de Weg van de Engel naar je toekomen. Als je niet belooft dat je deze waanzin uit je hoofd zet, is dit de laatste keer dat we elkaar ontmoeten, Dowie. Je moet het zweren.'

'Dat kan ik niet doen.'

Hij zag dat ze vastbesloten was. 'Alsjeblieft Yassie, je kunt niet zo wreed voor ons beiden zijn.'

'Bemin me dan voor de laatste keer.'

'Ik kan zonder jou niet verder gaan, Yassie.'

'Je bent sterk. Het lukt je heus wel. Bemin me nu. Geef me iets om me aan vast te houden, iets om aan te denken in de jaren die voor me liggen.'

Dus scheidden ze bij de ingang van de tunnel en Yassie rende, verblind door haar tranen, door de smalle gang. Toen ze uit de opening boven de tombe van de heilige klom, sloot een enorme hand zich om haar arm en tilde haar van de grond.

Terwijl ze vruchteloos tegenstribbelde, grinnikte Koesj in haar gezicht. 'Ik heb hier vele jaren op gewacht, mijn kleine sloerie. Ik wist dat ik je eens in mijn macht zou krijgen. Je was altijd al te stoutmoedig en te koppig.'

'Laat me los!' schreeuwde ze. 'Zet me neer.'

'Nee,' antwoordde Koesj. 'Nu ben je van mij. Je zult mijn regels nooit meer negeren. De andere vrouwen zullen je geschreeuw horen. Ze zullen in hun bed sidderen en nadenken over de prijs van de zonde.'

'Mijn vader en mijn toekomstige echtgenoot zullen je laten boeten als je me iets aandoet,' riep ze.

'Je vader kent je naam nauwelijks. Hij heeft veel andere dochters en geen van hen is een hoer. Je toekomstige echtgenoot zal een verrotte, halfaangevreten vrucht nooit in zijn harem toelaten. Nee, kleintje, van nu af aan ben je alleen van Koesj.'

 

Moesson boek 2
titlepage.xhtml
index_split_000.xhtml
index_split_001.xhtml
index_split_002.xhtml
index_split_003.xhtml
index_split_004.xhtml
index_split_005.xhtml
index_split_006.xhtml
index_split_007.xhtml
index_split_008.xhtml
index_split_009.xhtml
index_split_010.xhtml
index_split_011.xhtml
index_split_012.xhtml
index_split_013.xhtml
index_split_014.xhtml
index_split_015.xhtml
index_split_016.xhtml
index_split_017.xhtml
index_split_018.xhtml
index_split_019.xhtml
index_split_020.xhtml
index_split_021.xhtml
index_split_022.xhtml
index_split_023.xhtml
index_split_024.xhtml
index_split_025.xhtml
index_split_026.xhtml
index_split_027.xhtml
index_split_028.xhtml
index_split_029.xhtml
index_split_030.xhtml
index_split_031.xhtml
index_split_032.xhtml
index_split_033.xhtml
index_split_034.xhtml
index_split_035.xhtml
index_split_036.xhtml
index_split_037.xhtml
index_split_038.xhtml
index_split_039.xhtml
index_split_040.xhtml
index_split_041.xhtml
index_split_042.xhtml
index_split_043.xhtml
index_split_044.xhtml
index_split_045.xhtml
index_split_046.xhtml
index_split_047.xhtml
index_split_048.xhtml
index_split_049.xhtml
index_split_050.xhtml
index_split_051.xhtml
index_split_052.xhtml
index_split_053.xhtml
index_split_054.xhtml
index_split_055.xhtml
index_split_056.xhtml
index_split_057.xhtml
index_split_058.xhtml
index_split_059.xhtml
index_split_060.xhtml
index_split_061.xhtml
index_split_062.xhtml
index_split_063.xhtml
index_split_064.xhtml
index_split_065.xhtml
index_split_066.xhtml
index_split_067.xhtml
index_split_068.xhtml
index_split_069.xhtml
index_split_070.xhtml
index_split_071.xhtml
index_split_072.xhtml
index_split_073.xhtml
index_split_074.xhtml
index_split_075.xhtml
index_split_076.xhtml
index_split_077.xhtml
index_split_078.xhtml
index_split_079.xhtml
index_split_080.xhtml
index_split_081.xhtml
index_split_082.xhtml
index_split_083.xhtml
index_split_084.xhtml
index_split_085.xhtml
index_split_086.xhtml
index_split_087.xhtml
index_split_088.xhtml
index_split_089.xhtml
index_split_090.xhtml