Nog vele weken daarna deden er op de soeks van Lamoe vreemde geruchten over de verdwijning van Koesj, de eunuch, de ronde.
Hij was op het eiland heel bekend geweest en zelfs buiten de muren van de harem gevreesd en gehaat. Sommigen zeiden dat hij door bosgeesten was meegenomen toen hij 's nachts over de weg liep. In een andere versie van het verhaal was de ontvoerder Shaitan zelf. Nuchterder mensen dachten dat hij van zijn meester, kalief al-Malik, had gestolen en dat de eunuch, uit angst voor ontdekking en wraak, een dhow had gehuurd om hem naar de overkant van de zee-engte te brengen en dat hij het binnenland van Afrika in gevlucht was. Om deze theorie te ondersteunen, vaardigde sjeik al-Salil een arrestatiebevel voor Koesj uit en loofde een beloning van tienduizend roepies uit voor degene die hem gevangen zou nemen. Toen er na ongeveer een maand nog niets over de eunuch was gehoord, verloren de leeglopers op de soeks hun interesse in de zaak.
Het nieuwe gespreksonderwerp op het eiland werd het ophouden van de kaskazi-vrind en het begin van de koesi waarmee het nieuwe handelsseizoen werd geopend. Het aanstaande vertrek van het expeditieleger van sjeik al-Salil naar het vasteland leidde ook de aandacht van de verdwijning van de drie eunuchen af.
Onder het grote gevolg van de sjeik waren er maar weinigen die aandacht aan de nieuwe slavenjongen, Yassie, besteedden. Hoewel de jongen zelfs in zijn enkellange gewaad opmerkelijk knap en gracieus was, leek hij aanvankelijk in slechte gezondheid, verlegen en onzeker te zijn. Maar de dienstbode Tahi, die vroeger het kindermeisje van de sjeik was geweest en zelf pas in de huishouding van al-Salil werkte, nam de jongen onder haar hoede. Yassie deelde haar verblijf en al snel nam hij door zijn schoonheid en prettige omgangsvormen de andere bedienden en slaven voor zich in.
Yassie had een vibrerende, zuivere stem en bespeelde het sistrum met grote bekwaamheid. Toen al-Salil hem iedere avond in zijn privéverblijf bij zich liet komen om voor hem te zingen, vond niemand in de huishouding dat vreemd. Binnen een paar weken was Yassie kennelijk bijzonder bij zijn meester in de gunst geraakt en werd hij een van de lijfknechten van de sjeik. Daarna beval de sjeik Yassie zijn slaapmat in de kleine alkoof van zijn slaapvertrek uit te spreiden, zodat hij de jongen 's nachts kon roepen als hij iets nodig had.
Op de eerste avond waarop deze nieuwe regeling van kracht was, kwam al-Salil laat terug van zijn krijgsraad op het terras met de kapiteins van zijn dhows. Yassie was weggedommeld, terwijl hij op hem wachtte en sprong overeind toen al-Salil, vergezeld door Batoela, de kamer binnenkwam. Yassie had kannen met heet water op het komfoor klaarstaan en nadat Batoela de sjeik had geholpen zich tot op zijn lendendoek uit te kleden, goot Yassie het water over al-Salils hoofd en lichaam, zodat hij zich kon wassen. Intussen hing Batoela de wapens van zijn meester aan de haken naast zijn bed en knielde daarna bij hem om hem gezelschap te houden.
'Je kunt nu gaan, Batoela, maar wek me in het uur voor zonsopgang, want er is nog veel te doen voordat we uitvaren.' Terwijl hij sprak, droogde al-Salil zich af met de doek die Yassie hem aanreikte. 'Welterusten, Batoela, en moge God tijdens je slaap over je waken.'
Zodra de gordijnen achter Batoela voor de deuropening gevallen waren, grijnsden Dorian en Yassie tegen elkaar en hij strekte zijn armen naar haar uit. 'Ik heb te lang moeten wachten,' zei hij, maar ze danste van hem vandaan.
'Ik moet mijn werk afmaken, edele meester. Ik moet uw haar nog kammen en uw lichaam oliën.'
Ze knielde achter hem, terwijl hij op een zijden kleed zat. Ze wreef zijn haar met een doek bijna helemaal droog, kamde het toen uit en vlocht het in één enkele dikke vlecht die over zijn blote rug hing.
Daarna masseerde ze zijn schouders met geparfumeerde kokosolie en raakte de littekens op zijn lichaam aan. 'Wanneer is dit gebeurd?'
'In een pas die de Pas van de Slimme Gazelle heet.' Zij ogen waren gesloten en hij gaf zich over aan de geoefende aanraking van haar vingers, want ze had in de harem geleerd hoe ze een toekomstige echtgenoot moest behagen. Toen hij tot rust was gekomen en bijna in slaap viel, boog ze zich voorover. 'Ben je hier nog steeds zo kittelig, Dowie?' Ze stak haar tong diep in zijn oor.
Het prikkelde hem en zijn adem stokte. Hij kreeg kippenvel op zijn gespierde onderarmen, strekte zijn arm naar achteren en greep haar om haar middel vast. 'Er moet je wat meer respect bijgebracht worden, slaaf.' Hij droeg haar naar het bed, liet haar erop vallen, ging schrijlings op haar zitten en pinde haar armen boven haar hoofd vast. Een poosje lachten ze in elkaars gezicht, maar toen hielden ze ermee op. Hij boog zijn hoofd voorover en drukte zijn mond op de hare.
Haar warme, natte lippen gingen vaneen en ze fluisterde in zijn mond: 'Ik wist niet dat ik zoveel liefde in mijn hart kon hebben.'
'Je hebt te veel kleren aan,' mompelde hij. Ze kronkelde zich er snel uit en welfde haar rug zodat hij ze onder haar vandaan kon trekken en op de vloer gooien.
'Je bent onbeschrijflijk mooi,' zei hij, terwijl hij haar zijdezachte, goudkleurige lichaam van top tot teen bekeek, 'maar zijn je wonden wel genezen?'
'Helemaal, maar geloof me niet op mijn woord, meester. Controleert u het zelf maar.'