Koesj kwam de volgende ochtend terug. Hij raasde en tierde en uitte allerlei dreigementen. Toch was het duidelijk dat hij de regels van al-Allama en Ben Abram niet durfde te overtreden en Dorian niet echt kwaad durfde te doen, maar zijn boosaardigheid hing om hem heen als een aura. Bij de deur keek hij om naar Dorian en zijn dikke gezicht was vertrokken van haat. Als Allah me goedgunstig is, zal de dag snel komen dat je niet meer in de harem zult zijn om me het leven zuur te maken.'
De sfeer in de harem ademde daarna vijandigheid tegen Dorian. Behalve Yasmini bleven de andere kinderen ver bij hem uit de buurt en zodra ze hem zagen, onderbraken ze hun luidruchtige spelletjes en holden nerveus giechelend weg. De vrouwen bedekten hun gezicht en trokken hun rokken opzij, alsof zijn aanraking besmettelijk was.
Drie dagen later zag hij Zayn weer toen hij terugkwam van zijn lessen van al-Allama en door de poort liep. Zayn zat met Aboebaker en drie andere pluimstrijkers op de grond. Ze deden zich te goed aan een schaal met zoete lekkernijen, maar vielen stil toen Dorian door de gangen in hun richting liep en ze keken slecht op hun gemak naar hem.
Zayns neus was nog steeds gezwollen; er zat een donkere roof op zijn bovenlip en hij had blauwe plekken rondom zijn ogen. Om zijn rechtervoet zat een verband. Misschien was het wel waar dat hij nooit meer goed zou kunnen lopen, dacht Dorian, maar hij versaagde niet en staarde Zayn recht aan. De grotere jongen kon de koude blik in die groene ogen niet vasthouden en wendde zijn hoofd af. Hij zei iets tegen Aboebaker en ze giechelden nerveus. Dorian beende langs hen en Zayn werd driester toen hij wegliep. 'Een huid zo wit als pus,' zei hij en zijn adem floot door de opening tussen zijn voortanden.
'En ogen zo groen als varkenspis,' voegde Aboebaker eraan toe.
'Alleen degene die dat drinkt, weet zo goed wat de kleur ervan is,' zei Dorian even luid en hij liep door zonder om te kijken.
In de loop van de volgende weken ebde de vijandigheid weg. Hoewel Dorian de verworpeling van de harem was geworden, negeerden de anderen hem nu eenvoudigweg. Zelfs Zayn en Aboebaker reageerden niet meer op zijn aanwezigheid, maar gedroegen zich met een overdreven onverschilligheid als ze hem tegenkwamen. Zayn liep nog steeds mank en na verloop van tijd werd duidelijk dat de schade aan zijn rechtervoet inderdaad blijvend zou kunnen zijn.
Tahi was echter niet gerustgesteld door de gewapende vrede tussen de twee jongens en liet geen gelegenheid voorbijgaan om Dorian te wijzen op de gevaren van vergiftiging of andere macabere methoden om iemand op afstand te doden. 'Schud altijd je kanzoe uit voor je hem aantrekt en keer je sandalen om. Er bestaat een kleine, groene schorpioen die zijn slachtoffer zo snel doodt dat het niet eens tijd heeft na de steek ervan te schreeuwen. Koesj heeft veel verstand van schorpioenen en allerlei andere dingen waarmee hij je kwaad kan doen.'
Maar niets hiervan kon Dorians natuurlijke uitbundigheid lang onderdrukken. Hij bracht steeds minder tijd binnen de muren van de harem door, maar als hij er was, was Yasmini altijd bij hem.
Jinni herstelde snel en hoewel hij zijn beschadigde arm ontzag, klauterde hij al snel over de buitenmuur en klom in de hoogste takken van de Indische vijgenboom.
De lange ramadanmaand kwam en daarna beëindigde de nieuwe maan de vasten. Binnen enkele dagen was Zayn uit de harem verdwenen. Hij was in de puberteit gekomen en, nog steeds mank lopend door de verwonding die Dorian hem had toegebracht, de buitenwereld ingegaan. Dorian en Yasmini waren verheugd over zijn vertrek. Ze hadden gehoord dat hij naar Muscat was gestuurd om aan het hof van zijn oom, de kalief, te gaan wonen.
Tahi snoof minachtend toen ze haar dat vertelden. 'Hij is als gijzelaar naar het hof gestuurd, omdat de kalief zich wil verzekeren van de gehoorzaamheid van de prins. De kalief heeft zes van zijn broers wegens verraad laten executeren en degenen die hij gespaard heeft, vertrouwt hij niet.' Ze liet haar stem tot een fluistertoon dalen. 'De kalief is een wrede, slechte man. Allah verhoede dat het ooit onder zijn aandacht komt dat je het kind uit de profetie bent.' Ze huiverde bij de gedachte.