25

 

 

‘Wat zie jij er beroerd uit, jongedame! Als ik je hier niet nodig had, zou ik je absoluut naar huis sturen. Wat is er aan de hand met je? Je gaat me geen vervelende ziekte bezorgen, hoor!’
Genevieve glimlachte zwakjes naar Mave. Ze voelde zich afschuwelijk en had er heel wat voor over gehad als ze vandaag niet had hoeven werken. Maar in Mave’s woordenboek kwam het begrip ziekendagen niet voor. En wat had ze vandaag moeten doen als ze niet aan het werk was gegaan? Waar moest ze heen? Waar ze echt en innig behoefte aan had was een stevige omarming en een heleboel lieve aandacht en zorg, maar haar vriend nam de telefoon niet op. Ze had gisteravond toen ze thuiskwam Seamus nog gebeld en ook vanmorgen, maar tevergeefs. Hij kon toch onmogelijk nog boos op haar zijn?
‘O, nee, echt niets aan de hand, Mave,’ antwoordde ze. ‘Ik voelde me gisteravond niet erg lekker en ik denk dat ik daar nog steeds een beetje last van heb. Ik ben met Michael op bezoek geweest bij zijn vader in het ziekenhuis en daarna kreeg ik een soort allergische reactie.’
‘Ja, dat snap ik. Ik voel me ook altijd zo raar in ziekenhuizen. Ik weet nog dat onze Derek ziek werd - dat is nu al weer zo’n tien jaar terug. En toen hij eenmaal was opgenomen wilden ze hem niet meer laten gaan. En nog geen maand later lag hij in het lijkenhuis, God hebbe zijn ziel. Ik ga er in elk geval niet meer naar binnen - je weet absoluut niet wat er met je gebeurt en wat ze met je doen. Hier, ik heb net thee gezet. Drink dat nou maar eerst even rustig op. Dan ga ik even de krant halen.’
‘Dank je, Mave,’ zei Genevieve dankbaar. Ze nam het kopje tussen haar handen en plofte neer op een van de vele weinig comfortabele stoelen die in het eethuisje stonden. De drukte van de lunch moest nog komen, maar ze was nu al compleet gevloerd. Ze wist niet hoe ze het eind van de dag moest halen. Ze was direct naar bed gegaan toen ze thuis kwam gisteravond, maar ze had eigenlijk geen oog dichtgedaan. Ze had voortdurend moeten denken aan het gesprek met Michael, aan de dingen die ze had gezegd en haar sterke reactie daarop - aan alles wat er gebeurd was en aan de vraag wat dat alles betekende.
Misschien moest ze nog maar eens proberen Seamus te bereiken. Ze wilde vreselijk graag hem praten. Er was zoveel te zeggen. Over haar baantje, over het idee om bij hem in te trekken, over geldzaken, maar vooral over gisteravond. Ze moest hem vertellen van de abortus. Het verwarde en verontrustte haar dat ze erover gepraat had met Michael - een betrekkelijke vreemde eigenlijk - in plaats van met Seamus, de man van wie ze hield. Het voelde haast alsof ze daarmee Seamus bedrogen had. Ze had het nog nooit aan iemand anders verteld. De enigen die het hadden geweten waren haar vader, die nu dood was, en haar tante, die er hoogstens terloops over had gehoord. En nu Michael. Hoe kwam het dat het zo gemakkelijk was geweest om het hem te vertellen? Seamus was degene die het moest weten - ze moest de pijn die ze voelde met hem kunnen delen. Alleen al als ze daaraan dacht voelde ze de misselijkheid weer opkomen. Ze belde zijn flat en zijn mobiele nummer - nog steeds geen antwoord. O God, waar was hij als zij hem nodig had?
Op dat moment kwamen er vier buschauffeurs binnen die het uitgebreide ontbijt wilden hebben. Mave was nog steeds niet terug met de kranten, dus stond ze er alleen voor. Gene-vieve slikte haar misselijkheid weg en ging de keuken in.

Seamus had Genevieve’s telefoontje net gemist. Hij was nog eens onder de douche geweest (de lading alcohol van de dag ervoor was nog lang niet uit zijn lijf gezweet), had zich omgekleed en de deur van zijn flat achter zich dichtgetrokken. Hij wilde nu direct naar de Happy Egg en besloot een taxi te nemen bij de standplaats aan het eind van de straat. Bij de krantenkiosk daar vlakbij bleef hij plotseling als aan de grond genageld staan. Op het aanplakbord tegen de voorkant van de kiosk zag hij met grote letters zijn naam.
IJzige paniek overviel hem toen hij zich bukte en een krant van de stapel pakte. Er stond een foto van hem en van Henrietta op de voorpagina. Golven van pure wanhoop overspoelden hem. Hij was het duidelijk, hoewel hij een arm voor zijn gezicht hield. Er kon trouwens geen misverstand over bestaan, want zijn naam stond met flinke letters onder de foto. Hoe moest hij dat in godsnaam ooit aan Genevieve uitleggen? Op de voorgrond zag hij het lachende gezicht van die vrouw en onder de foto stond: bull en gross. De letters zwommen voor zijn ogen.

‘O, Jenny, Jenny!’ riep Mave, het café binnenstormend. ‘Moet je dit eens zien, snoepie. Niet dat je het leuk zal vinden, helemaal niet, ben ik bang.’ Hoewel Mave het kennelijk best leuk vond, als je tenminste op de toon van haar stem kon afgaan.
‘Een ogenblikje!’ riep Genevieve terug. Ze was druk bezig te jongleren met twee gebakken eieren en vier stukjes bacon voor de vierde buschauffeur en dat was precisiewerk. De gebakken eieren moesten nog een beetje vloeibaar zijn, anders zouden er klachten komen. Mave kon echter niet zo lang wachten met haar nieuws en was de keuken al binnengerend voordat Genevieve haar zin had kunnen afmaken.
‘Moet je dit zien, Jenny. Dat vriendje van jou houdt er nog een ander vriendinnetje op na.’ Ze duwde een Evening Standard onder Genevieve’s neus.
Genevieve was dit soort uitbarstingen van Mave wel gewend en keek alleen vluchtig naar de krant, terwijl ze de eieren op een bord schoof. Maar toen haar blik bleef rusten op de foto op de voorpagina, liet ze het bord met eieren en al op de grond te kletteren. Dat was inderdaad Seamus, helemaal, met de ene arm voor zijn gezicht, en met de andere om een of ander wicht in het kortste jurkje dat Genevieve ooit had gezien. De vrouw lachte breeduit naar de camera en leek op een stompzinnige manier erg ingenomen met zichzelf. Ze liet nu ook de bak-spaan uit haar handen vallen en greep, verdoofd van ontzetting, de krant stevig vast. bull en gross, las ze en daaronder:

De beroemde kok Seamus Bull die de laatste weken helaas vooral schitterde door afwezigheid in de Londense uitgaanswereld, maakte gisteravond een opmerkelijke rentree. De reden van zijn kortstondige afwezigheid moet gezocht worden in de laatste ontwikkeling in het beruchte liefdesleven van de aantrekkelijke kok. De beroemdste vrijgezellendame van het land, Henrietta Gross-Smythe, bekende verschijning op feesten en partijen van de incrowd, schijnt bezig te zijn haar status te veranderen. Het paar verliet gisternacht de beroemde Club Louche op weg naar een romantische nacht in het enige vijfsterrenhotel van Londen, The Lanesborough Hotel. Een bron in de directe omgeving van het paar onthulde dat er nu al weken een romantische relatie tussen het tweetal aan het groeien is. De ontmoeting van gisteravond kwam voort uit het advieswerk dat Gross-Smythe doet voor Bulls binnenkort te starten gastro-avontuur Marrow, een nieuw, ambitieus, vier verdiepingen tellend culinair imperium dat volgende week in Knightsbridge wordt geopend. Buil zou gezegd hebben dat hij ‘tot in zijn merg opgewonden was’ over zijn recente verovering en vrienden van het paar denken dat heel binnenkort de kerkklokken zullen luiden.

Genevieve was sprakeloos en overdonderd, ze wist niet wat ze moest denken of voelen. Dit was meer dan ze aankon, zeker na de gebeurtenissen van gisteravond. Ze wankelde de keuken uit, rukte haar schort af, doof voor de protesten van Mave, en wilde juist de deur uit lopen toen Seamus zelf, enigszins buiten adem, in de deuropening verscheen. Genevieve staarde hem aan alsof hij een spook was. Voor Seamus was één blik op haar gezicht genoeg om te beseffen dat ze de krant had gezien. En Genevieve had aan één blik op zijn gezicht genoeg om te weten dat hij wist dat zij het wist.
Seamus kromp ineen. Hij viel bijna over de geslagen Genevieve heen, nam haar in zijn armen en begon onmiddellijk met zijn verdediging.
‘O lieve schat, mijn liefste Genevieve! Ik vind het zo verschrikkelijk dat je die smerige leugens hebt moeten lezen. Ik wilde voorkomen dat je die troep onder ogen zou krijgen omdat ik wist dat het je erg van streek zou maken. Ga mee, ga alsjeblieft mee naar mijn huis, dan zal ik je alles uitleggen.’
Genevieve probeerde zich van hem los te rukken, te uitgeput en te verward om te weten wat ze moest geloven, maar Seamus hield haar stevig vast. Hij trok haar bij haar schouders omhoog en keek haar recht in de ogen. Haar gezicht was uitdrukkingsloos.
‘Schattebout, je moet me geloven. Het zijn allemaal gore leugens. Als je zoals ik elke dag in de schijnwerpers staat, dan krijg je, dan krijg je...’
Seamus zocht naar een woord om zijn walging voor journalisten te beschrijven, ‘...deze bloedhonden over je heen, deze aasgieren, die maar schrijven waar ze zin in hebben. Ja, het klopt dat ik gisteravond in Club Louche was en dat mens was daar ook. Maar je moet me geloven als ik zeg dat ik haar voor gisteravond nog nooit ontmoet had. Toen ik daar vertrok vroeg ze me of ik haar bij haar flat wilde afzetten en dat heb ik gedaan. Dat is alles. Alsjeblieft, je moet me geloven. Ze namen die foto toen we naar buiten kwamen en dat verhaaltje erbij is absolute bullshit. Ik zweer het!’ Seamus schudde haar nu bijna heen en weer. ‘Ik zweer op mijn liefde voor jou dat er verder niets te vertellen valt.’
Seamus zweeg en keek haar aan. Haar gezicht was nog steeds zonder uitdrukking. En omdat hij wanhopig graag wilde dat ze hem zou geloven, ging hij door met zijn pleidooi. ‘Ik heb er nog niets aan gedaan omdat ik zo snel mogelijk hierheen wilde komen, naar jou toe, maar het eerste wat ik straks ga doen is de redacties opbellen en zeggen dat ze het hele verdomde verhaal moeten rectificeren. Genevieve, jij bent echt, heel echt, de enige echte liefde in mijn leven. Jij bent de enige om wie ik geef. Ik houd van je. Luister alsjeblieft naar me.’ Seamus was wanhopig. ‘Ik wil met je trouwen, dan kan ik het je bewijzen. Ik houd van je, Genevieve. Alleen van jou. Er is nooit iemand anders geweest.’
De buschauffeurs en een paar andere klanten die waren komen binnenwaaien waren hun bestelling compleet vergeten, zo geboeid waren ze door de romantische scène die zich voor hun ogen afspeelde. Op dit moment begonnen ze spontaan te applaudisseren. Seamus grijnsde schaapachtig naar dit onverwachte publiek, eigenlijk toch ook een beetje trots op de gloedvolle woorden die als het ware vanzelf uit zijn mond gerold waren. Opnieuw keek hij Genevieve nadrukkelijk aan en opeens zag hij dat ze dodelijk bleek was geworden, zelfs haar lippen, en dat ze haar ogen half gesloten had. Terwijl hij naar haar keek gingen haar ogen helemaal dicht en voelde hij hoe haar lichaam zwaar tegen hem aan leunde. Ze was in zijn armen flauwgevallen.

Toen ze weer bijkwam, merkte Genevieve dat ze op Seamus schoot in een taxi zat. Hij zag er bezorgder uit dan ze hem ooit had gezien. Ze voelde zich nog steeds heel wazig in haar hoofd, maar hier was de man naar wie ze al die uren zo innig had verlangd en hij hield haar in zijn armen. Ze lachte naar hem en zuchtte: ‘O, Seamus.’ Ze voelde zich veilig nu en eigenlijk ook wel gelukkig.
‘O, Genevieve, ik ben zo blij dat je je weer wat beter voelt. Arme schat, je moet het wat rustiger aan doen. Wat was er gisteravond met je aan de hand? Mave zei dat je je niet goed had gevoeld. Wat heeft die Michael je aangedaan? Ik wil het absoluut weten! Wat is er gebeurd? Wat heeft hij gedaan?!’
‘O nee, hij heeft me niets aangedaan. Het is een heel verhaal,’ fluisterde ze.
Maar Seamus was niet van plan zich zo af te laten schepen. Hij was te boos en te ongeduldig om te wachten - hij wilde het absoluut nu weten. Alle schuldgevoelens die hij had over de voorbije nacht werden verdrongen door zijn boosheid op dat scharminkel, die Michael. Hij moest iemand de schuld kunnen geven nu hij had gezien hoe Genevieve eraan toe was, en als die iemand niet hijzelf hoefde te zijn, kwam hem dat prima uit. Vooral als dat betekende dat hij dan een doelwit had op wie hij alle emoties die hem zo hadden aangegrepen, kon afreageren. En Michael was toch al zijn gebruikelijke slachtoffer.
‘Wat is er in het ziekenhuis gebeurd? Ben je erheen geweest?’
Genevieve voelde zich te slap om er nu over te praten. Ze wilde alleen maar vastgehouden en gestreeld worden. En ze besefte dat ze toch ook eerst weer goed bij zinnen moest zijn voordat ze onder woorden zou kunnen brengen wat ze wilde zeggen.
‘Seamus, het heeft niets met Michael te maken. Laten we er alsjeblieft later over praten.’
‘Nee, ik wil het nu weten, want dan kan ik je er nu mee helpen.’
Genevieve had de kracht niet om hem te weerstaan. Maar ze voelde hoe de mist in haar hoofd wat wegtrok en ze ging wat meer rechtop zitten. Ze liet haar kin op zijn schouder rusten, keek hem aan en probeerde opnieuw hem wat te kalmeren. ‘Er is niets gebeurd. Ik had last van akelige herinneringen, dat is alles.’
Seamus duwde haar een eindje van zich af en keek haar recht in de ogen. ‘Zeg het me maar. Er is vast meer aan de hand geweest. Heeft hij je pijn gedaan?’
‘Natuurlijk niet. Hou nou toch op!’ smeekte ze hem. Maar op dat moment doemde het beeld van de foto in de krant weer voor haar op. Was dat de realiteit, die wereld van Club Louche en van de paparazzi-fotografen? Of was dit de realiteit: deze man naast haar, de meest sexy man die ze ooit ontmoet had, de tederste minnaar, die nu zijn armen om haar heen had, terwijl hij overduidelijk bezorgd was om haar en veel om haar gaf, dat straalde van zijn hele gezicht af. Toen ze weer naar hem keek, nieuwsgierig dit keer, herinnerde ze zich de woorden waarvan zij gedacht had dat ze ze had gedroomd.
‘Seamus, wat zei je daarnet tegen me bij Mave?’
Hij glimlachte. ‘Ik vroeg of je met me wilde trouwen.’
Ze haalde diep adem. ‘O lieve God,’ zuchtte ze toen. ‘Ik heb dat dus niet gedroomd?’
‘Nee, zeker niet. Luister. Ik houd van je en ik wil mijn leven met je delen - voor altijd. Wil je mijn vrouw worden?’
‘Seamus, ik weet niet... het gaat zo vlug...’
‘Nee, dat is niet waar, we kennen elkaar nu al zes jaar.’
‘Ja, maar, sinds ik hier ben... nog maar een paar maanden...’
‘Stil maar, meisje, rust nu maar even wat uit. Van nu af ben ik er om voor je te zorgen.’
‘Seamus, ik had jou ook iets te vertellen, weet je. Iets prettigs. Ik heb wat geld - niet veel, maar misschien maakt het juist dat beetje verschil. Ik heb er genoeg van om in dat eethuis van Mave te werken. Als ik dat geld nou in Marrow steek, zou ik daar dan ook aan de slag kunnen?’
‘Natuurlijk, liefje, ik zou niets liever willen. Dat is precies wat ik altijd gewild heb.’
Seamus vond het prima als ze bij hem in zijn Londense restaurant wilde werken. De droom van een klein restaurant in de provincie vervaagde even snel als hij bij Seamus was opgekomen. Hij wachtte nog even omdat hij niet hebberig wilde overkomen en vroeg toen: ‘Om hoeveel geld gaat dat?’
‘Ik heb zowat vijfhonderdduizend pond.’
Seamus werd een beetje wit om zijn neus. ‘Hoeveel?’
‘Vijfhonderdduizend pond.’
Hij staarde haar sprakeloos aan.
‘Is dat genoeg?’
‘O, ja zeker, lieve schat, dat is genoeg.’
De dag verliep beter dan Seamus zich had kunnen voorstellen. Veel, veel beter.