7

 

 

Seamus ademde de ochtendlucht diep in en knipperde met zijn ogen tegen de zon. Op zijn tweeëntwintigste was hij slanker en was zijn gezicht frisser, nog niet getekend door het harde leven. Zijn gezicht was gebruind, maar in zijn voorhoofd zaten wel de rimpels die hij al sinds zijn kinderjaren had. Hij was vier maanden geleden in dit vreemde land aangekomen en was zich pas sinds kort een beetje thuis gaan voelen. Hij was niet gewend aan deze groene velden. Hij was in steden opgegroeid, voornamelijk in de sombere, gedisciplineerde gevangenissen die ze kindertehuizen noemden, en was onmiddellijk naar Londen verhuisd toen hij drie jaar geleden van de koksopleiding was gekomen. Hij was nooit eerder in Frankrijk geweest. Hij had maar één keer in zijn leven vakantie gehad - in Hampshire, in het huis van de een of andere rijkaard die ‘s zomers kansarme kindertjes een weekje in zijn huis liet logeren. Seamus had het vreselijk gevonden, al die dingen die andere mensen hadden en hij niet. Het was alsof je nog eens extra onder je neus werd gewreven hoe armzalig je eigen leven was.
Hij kwam oorspronkelijk uit Ierland, maar was op zijn twaalfde van Belfast overgebracht naar een tehuis in Engeland. Hij was nooit teruggegaan. Hij zou de Blarney Stone niet eens meer herkennen. Hij had ook heel snel zijn Ierse accent afgeleerd toen hij eenmaal in Engeland was.
De taal die in Frankrijk werd gesproken kon hij niet verstaan: de andere koks spraken dialect met elkaar en met zijn eigen Frans, dat voornamelijk uit gastronomische termen bestond, kon hij hen niet bijbenen. Niemand praatte met hem - voor hen was hij een vreemde die ze niet begrepen, en in het begin had Seamus dat prima gevonden. Hij had veel tijd in zijn eentje doorgebracht sinds hij in Frankrijk was. Hij voelde zich hier een buitenstaander. Toch leerde hij hier veel over voedsel en vond het een verademing zoals het hier werd gewaardeerd. Hij hield van de manier waarop mensen hier leefden. Ze hechtten waarde aan hun gezin en de gemeenschap waarin ze woonden, en met de maaltijden werd dat tot uiting gebracht. Dat was een van de redenen dat Seamus zich zo’n buitenstaander voelde: dit was iets dat hij zelf nooit gekend had.
Grèves was een oase van rust na het jachtige, lawaaierige Londen. De middeleeuwse huizen in de met kinderhoofdjes geplaveide straatjes waren klein en vriendelijk vergeleken bij de imposante grijze gebouwen van Piccadilly. En overal was er groen en ruimte: het dorp werd omringd door rivieren en valleien die in honderden kleine wijngaarden waren opgedeeld.
Hij werkte in de keuken van Les Feuilles du Temps, het beroemde restaurant van de legendarische Franse kok Guy Chevrot. Hij was er terechtgekomen op aanbeveling van zijn vorige baas, Albert Winkelmann van het Ritz Hotel in Londen, nadat hij had gesmeekt om een kans de echte Franse keuken te leren kennen. Seamus was inmiddels hulpkok en werkte onder een sous-chef, vier rangen lager dan de chef-kok. Hij had nu drie jaar keukenervaring. Vanuit cafetaria’s had hij zich opgewerkt naar toprestaurants. Nog drie maanden, dan zou hij als sous-chef naar Londen terugkeren. Chevrot was goed te spreken over zijn vorderingen en dacht erover hem aan te bevelen bij zijn neef, die een landelijk hotel had in Northumberland. De zomer in Frankrijk en dan, als de blaadjes begonnen te kleuren, terug naar Engeland. Zijn leven was eindelijk begonnen.

Genevieve deed de deur open van haar vaders brood- en banketbakkerij, de beste van Grèves. Het was nog vroeg toen ze haar spijkerjasje aan de kapstok achter de toonbank hing, het roze schort ombond en de haarlok die voor haar ogen viel met een haarspeldje vastzette. Ze haastte zich naar het luik, waar ze een stapel broden aannam van haar vader Henri.
‘Goedemorgen, papa,’ riep ze, terwijl hij haar met een stroom klachten overlaadde. Ze was te laat. Ze boog haar hoofd, bleef zwijgend staan tot hij uit gemopperd was en draaide zich toen om om de broden op hun plaats te leggen.
Er volgde een stilte. Het kostte haar de grootste moeite om een blijk van liefde van haar vader los te krijgen, behalve ‘s avonds laat, als ze hem zijn laatste glas pastis bracht. Dan mompelde hij lieve woordjes in haar haar, terwijl zij op de grond aan zijn voeten zat. Soms zei hij huilend tegen haar hoeveel ze op haar moeder leek. Dan antwoordde ze dat het tijd was om naar bed te gaan en hielp ze hem uit zijn stoel overeind en de gang door naar zijn slaapkamer. Altijd liep ze terug om zijn glas af te wassen, zijn asbak te legen en zijn pakje Gauloises en zijn aansteker in zijn jaszak te stoppen, zodat hij die altijd bij zich had wanneer hij de volgende ochtend om vier uur weer naar de bakkerij ging.
De vorige avond had ze de slaap niet kunnen vatten en over de toekomst liggen nadenken. Hoelang zou ze nog zo door moeten gaan? Ze was nu zestien en wilde niet haar levenlang in dit saaie dorp blijven met een vader die eeuwig bleef rouwen om haar overleden moeder.
Ze had geen vriendinnen, want elk moment dat ze vrij was werkte ze in de winkel van haar vader - ondanks de protesten van een paar vrouwen in het dorp die het onnatuurlijk vonden dat een jong meisje zo weinig vrijheid had. En naarmate ze ouder en mooier werd, hield Henri Dupont zijn dochter steeds strenger in het oog. Had het leven dan niet meer te bieden dan naar school gaan, werken, koken, schoonmaken en voor haar vader zorgen? De meisjes van haar eigen leeftijd hadden een hekel aan haar vanwege haar uiterlijk en voor de opgeschoten jongens in het dorp had ze geen belangstelling. Haar vader had maar weinig vrienden, behalve zijn maatjes in Café des Amis. Ze had iets anders nodig in haar leven.

Seamus woonde in niet veel meer dan een bezemkast boven het restaurant en kreeg kost, inwoning en wat zakgeld als vergoeding voor zijn werk. ‘s Avonds, als het werk gedaan was en de laatste gasten waren vertrokken, verzamelde het keukenpersoneel zich rond een van de tafels boven. Chevrot maakte dan een fles cognac open en ze bleven dan tot drie of vier uur in de ochtend zitten praten. Seamus dronk een glas mee, maar vond het vermoeiend het gesprek te volgen. Hij verstond de taal nu beter dan in het begin, maar niemand dacht eraan ter wille van hem langzaam te praten. Hij was altijd de eerste die naar bed ging.
Die ochtend was hij ongewoon vroeg wakker. Toen hij in de keuken kwam, stond een van de koks te vloeken bij de broodoven die het kennelijk had begeven, en het brood voor die dag lag ongerezen op de bakplaten. Seamus werd duidelijk gemaakt dat hij naar het dorp moest om brood te halen bij de patisserie. Hij vond het allang best, hij had wel zin in een wandelingetje. En dus ging hij in zijn witte koksjasje en zijn blauwe ruitjesbroek op pad naar het dorp dat anderhalve kilometer verderop lag.
Het ochtendlicht viel door het winkelraam op het donkere hout van de muren en het plafond en weerkaatste op de glazen toonbank. Op de muur erachter hingen rieten manden met baguettes, demi-baguettes, pain rustique, pain de campagne en Henri’s speciale brood dat in de wijde omtrek beroemd was. De zware lucht van boenwas was vermengd met de zoete geur van gesuikerde amandelen, croissants en pains aux chocolat. Genevieve was bezig de laatste broden in de manden te stoppen voordat de winkel om zeven uur zou opengaan.
Toen Seamus in de buurt van de winkel kwam, kon hij de zoete geuren in de frisse ochtendlucht ruiken. Hij had een vreemd gevoel in zijn maag, alsof er iets bijzonders zou gaan gebeuren. Hij snoof genietend de heerlijke geur op en wilde de winkeldeur opentrekken, maar die was nog gesloten. Hij keek op zijn horloge: nog net geen zeven uur, hij zou moeten wachten. Met zijn handen rond zijn ogen keek hij door de deur naar binnen.
Ineens werd deze wijd open getrokken en stond er iemand voor hem. Verbouwereerd nam hij de gestalte tegenover zich op, het roze lange schort, het stralende witblonde haar, de ranke hals. Ze staarden elkaar aan. Het hart klopte hem in de keel.
‘Neem me niet kwalijk,’ bracht hij met moeite uit, zijn Frans vergetend nu hij een halfuur in het Engels had lopen denken. Ze bleven elkaar aanstaren.
‘Kom je uit Engeland?’ vroeg Genevieve ten slotte.
‘Ja. Ja, dat klopt.’
Genevieve zweeg even. ‘Oh. Hallo.’ Haar mooie gezicht werd nog lieflijker door een stralende glimlach die Seamus’ verwarring nog groter maakte.
‘Hallo,’ antwoordde hij.
Genevieve had nog nooit iemand zoals hij gezien. Hij zag er ouder en interessanter uit dan de jongens uit het dorp. En hij was veel groter en sterker. Hij leek wel betoverd zoals hij haar aankeek. Genevieve had het vaker gezien bij mannen die haar voor het eerst zagen.
‘Hallo,’ zei hij na een paar seconden opnieuw.
Zijn stem en z’n Engelse accent brachten haar in vervoering. Ze glimlachte nerveus, verlegen door de gevoelens die hij in haar opriep. Daar stonden ze, een hypnotiserend moment lang elkaars blik vasthoudend.
Pas toen Henri haar iets toeriep en ze zich met een ruk omdraaide, werd de trance verbroken en vloog ze de winkel in. Seamus liep aarzelend achter haar aan. Genevieve stond achter de toonbank en praatte door het luik met een man die een norse, oud klinkende stem had. Ze kwam weer te voorschijn met een plaat vol croissants, die ze in een rieten mand kieperde.
‘Neem me niet kwalijk, mijn Engels is niet zo best. Kom je iets kopen?’ vroeg ze zo nonchalant mogelijk. Tijdens het gesprekje met haar vader had ze haar gedachten kunnen ordenen en haar verwarring weten te maskeren.
‘Ja, ja. Voor het restaurant.’
‘Voor het restaurant?’
‘Ja. Eh, Les Feuilles du Temps,’ zei Seamus, vaag in de richting wijzend waar hij vandaan kwam.
‘Ah, mais oui, maintenant j’ai compris. Vous avez besoin du pain pour le déjeuner?’
‘Oui, les petitspains. Cent, s’il vous plait.’
‘Sans? Zonder?’ herhaalde Genevieve verbaasd.
‘Honderd?’ probeerde Seamus.
‘O ja, natuurlijk.’ Ze lachte verlegen. Hij bloosde, zij bloosde ook en liep gauw naar het luik om iets naar beneden te roepen. Zonder om te kijken verdween ze door de klapdeuren naar de bakkerij en kwam een minuut later terug met twee grote zakken vol broodjes.
Ze durfde niet naar hem op te kijken. Haar wangen waren vuurrood en haar handen trilden.
Seamus was verrukt. Hij had nooit eerder zo’n mooi meisje gezien dat nog zo onschuldig was. Ze bloosde van verlegenheid, ze durfde hem niet eens aan te kijken. Hij nam de zakken van haar over en keek haar aan.
‘Merci, mademoiselle,’ zei hij. Hij kon niet nalaten er zachtjes in het Engels aan toe te voegen: ‘Hoe laat ben je hier klaar met je werk?’
Genevieve moest hem nu wel aankijken, want ze begreep niet wat hij gezegd had. Ze keek naar hem op.
Toen hij zag dat ze hem niet begreep, herhaalde Seamus langzaam wat hij gezegd had, daarbij wijzend op zijn horloge, op haar en de deur.
Genevieve begreep niet waarom hij het vroeg.
‘Aujour d’hui?’
‘Ja, ja, vandaag.’
‘Om zeven uur. Ik ben om zeven uur klaar,’ fluisterde ze. Haar blonde haar krulde om haar gloeiende gezicht.
Seamus lachte tegen haar met ogen vol bewondering. Er verscheen een glimlach op haar gezicht.
‘A ce soir, alors,’ zei hij. Hij pakte de zakken met broodjes, ging de deur uit en liep de straat op met het gevoel dat hij op wolken liep.
Genevieve wist niet hoe ze het had. In haar lichaam verdrongen zich reacties waarvan ze niet wist dat ze bestonden. Er ging een huivering van verrukking door haar heen toen ze besefte dat ze hem terug zou zien - vanavond zou hij terugkomen! Ze rende naar het raam en zag hem in de straat verdwijnen.
Ze wisten alle twee dat er iets tussen hen gebeurd was, iets explosief fysieks. Seamus had vrouwen gehad, maar niets om hen gegeven. Geen van hen had zijn aandacht kunnen vasthouden. Nooit had iemand zoveel indruk op hem gemaakt als dit charmante, onhandige meisje - en wat was ze mooi! Zijn adem stokte als hij aan haar dacht. Voor het eerst sinds lange tijd grinnikte hij bij zichzelf. De rest van de dag kon hij zich maar moeilijk concentreren.
Wat voor smoes moest hij in ‘s hemelsnaam verzinnen om weg te kunnen zodat hij haar om zeven uur kon ontmoeten? Het zou hem niet lukken - hij wist dat het onmogelijk was. Zeven uur was de drukste tijd in de keuken vanwege het diner. Naarmate de dag vorderde verzon Seamus het ene excuus na het andere. Zeggen dat hij ziek was, had geen enkele zin. Dat was voor Chevrot geen reden om niet te werken. Dat hij moest bellen. Maar geen telefoontje kon zolang duren dat hij in die tijd heen en terug naar het dorp kon gaan. Hij kon een briefje sturen. Maar dan moest hij een van die stomme kelners in het restaurant uitleggen dat hij een briefje wilde sturen naar de godin van de patisserie. Nee, daar schoot hij ook niets mee op. Hij kon er heen gaan om meer brood te halen - maar de oven zou zo langzamerhand wel gerepareerd zijn, zodat ze zelf weer brood konden bakken.
Er was maar één manier om weg te komen en dat was weglopen. Een vuilniszak buiten zetten en niet terugkomen. Niet te geloven dat hij het zelfs maar overwoog. Hij had al die maanden zo hard gewerkt om indruk te maken op Chevrot, dat kon hij nu niet allemaal weggooien. Maar hij moest haar terugzien! Dat zou dan morgenochtend moeten worden. Vanavond, als iedereen vertrokken was, zou hij de oven onklaar kunnen maken zodat hij morgenochtend weer brood moest gaan halen. Hij hoopte alleen maar dat ze daar elke dag werkte. Morgen was het vrijdag. Hoe moest hij het tot zolang uithouden?

Genevieve hing voor de winkel rond. Het was kwart over zeven. Haar vader had haar twintig minuten geleden al naar huis gestuurd om zijn eten te klaar te maken. Genevieve kon niet geloven dat de Engelsman er niet was. Ze keek voor de twintigste keer links en rechts de straat in. Toen liep ze naar de achteringang van de winkel en wachtte daar. Had ze zich vergist over wat er die ochtend tussen hen was gebeurd? Over een paar minuten zou haar vader naar buiten komen en willen weten wat ze hier nog deed. Het was nu vijf voor half acht. Hij kwam niet.
Genevieve voelde zich misselijk. Ze was er de hele dag van overtuigd geweest dat hij zou komen. Hij was niet gekomen. Ze had zich verschrikkelijk vergist. Haar keel brandde en in haar ogen prikten tranen. Ze liep de hoek om en rende naar huis, verblind door tranen van vernedering. De hele dag, op school en tijdens haar werk, had ze naar het moment toegeleefd dat ze hem terug zou zien. Ze was ervan overtuigd geweest dat hij zou komen.
Thuis zette ze voor haar vader kaas, ham, een pot augurken en een flesje bier klaar op de keukentafel. Toen sloot ze zich op in haar kamer. Ze ging in bed liggen, deed haar ogen stijf dicht en probeerde deze nieuwe emotionele mokerslag in haar leven te vergeten.
De volgende ochtend stond ze op, plensde koud water in haar gezicht en sloot zich af voor de gedachten die haar de hele nacht hadden achtervolgd. Ze dwong zichzelf niet meer aan hem te denken. Genoeg was genoeg. Het was prachtig om te dromen, maar nu moest ze doen wat voor haar was weggelegd. Ze zou in september gaan studeren, dan zou ze een kans in het leven hebben. Haar vader had gezegd dat hij het beste voor haar wilde en haar naar een universiteit zou sturen. Daarom werkte ze ook. Door het uitsparen van personeelskosten had Henri een klein kapitaaltje voor Genevieve kunnen opbouwen. Alles was van tevoren bedacht.
Ze had het recht niet om zich vanwege deze man onverantwoordelijk te gedragen, hield ze zichzelf voor. Dus waarom kon ze de herinnering aan hem niet van zich afzetten? Hoe kwam het dat hij haar zo geraakt had? Toen ze de hoek omliep naar de winkel balde ze haar vuisten. Ze moest flink zijn.
En daar stond hij met de handen in de zakken tegen het raam geleund. Ze bleef staan en staarde hem aan. Zonder iets te zeggen staarde hij grijnzend terug. Haar hart maakte een sprongetje, maar onmiddellijk dacht ze aan haar vader die in de bakkerij was. Ze wenkte hem dat hij bij de etalage vandaan moest gaan.
Seamus volgde haar toen ze de hoek omliep. Ineens stond ze vlak voor hem. In Genevieve’s gebruinde hals klopte een ader en hij zag de welving van haar borsten in de diepe V-hals van haar witte bloes. Hij keek naar haar gezicht dat naar hem opgeheven was. Als gebiologeerd legde hij zonder verder na te denken zijn hand op haar wang.
Zijn aanraking sloeg als een schokgolf door haar heen. Hij was zo dichtbij dat ze hem kon ruiken, zijn kracht kon voelen. Zijn aanwezigheid was overweldigend. Ze was lang, maar reikte met haar hoofd nauwelijks tot zijn schouders. Ze legde haar hand op de zijne. Hij greep de hare en keek bijna ongelovig naar haar lange, sierlijke vingers. Hij had haar iets te zeggen. Hij had de woorden gisteravond in zijn woordenboek opgezocht en uit zijn hoofd geleerd zodat hij geen fouten zou maken.
‘Demain, demain,’ stotterde hij. Het verbaasde hem hoe haar aanwezigheid hem van zijn stuk bracht: niemand - voogd, onderwijzer, baas, pleegouder, laat staan een vrouw - had hem ooit zo in de war gebracht. ‘A sept heures, ici, pour le tout jour. Je ne travaille pas demain. Je veux te voir. Alsjeblieft, laten we elkaar hier ontmoeten.’
‘Demain, je dois travailler toute la journée,’ brabbelde Gene-vieve, terwijl ze razendsnel nadacht. Alles wat ze zich had voorgenomen was ze vergeten. Ze had geen enkele controle meer over haar gevoelens.
Seamus keek ontgoocheld. ‘Tot zeven uur?’
‘Oui,jusqu’à dix-neuf heures. Non,’ sprak ze zichzelf tegen. Ze zou tegen haar vader zeggen dat ze ‘s middags naar haar tante zou gaan om te vragen haar te helpen met wiskunde. Henri gaf haar weleens een middag vrij als het niet zo druk was, en in elk geval hadden ze er op zaterdag altijd iemand bij. Meestal was die hulp er alleen ‘s ochtends, maar misschien... Genevieve zou wel wat bedenken.
‘A midi, Ja,’ zei ze tegen hem, plotseling een besluit nemend.
‘Midi?’ Dat betekende toch twaalf uur?
‘Oui,’ knikte Genevieve lachend. Ze pakte zijn pols, boog zich over zijn sterke arm en wees op de twaalf van zijn horloge.
‘Twaalf uur,’ lachte Seamus opgelucht. ‘Hier, morgen. Oké.’
En dat was het begin van hun zomer. Drie maanden lang uitvluchten, heimelijke ontmoetingen ‘s avonds, in de school-pauze, en tijdens gestolen uurtjes in het weekend. Chevrot gaf zijn personeel zaterdag en zondag vrij. Zijn restaurant was maar vijf dagen in de week open voor lunch en diner. Tot dan toe had Seamus in het weekend met zijn ziel onder zijn arm gelopen, nu besteedde hij die tijd aan Genevieve.
Ze wandelden samen door de velden, raakten elkaar aan, en wrongen zich in bochten om zich verstaanbaar te maken, hij in zijn keukenfrans, zij in haar Engels uit een boekje. Ze zwommen in rivieren, beklommen heuvels en zaten samen uit te kijken over hun wereld, Genevieve tussen zijn benen tegen zijn sterke lijf genesteld. Hij raakte haar aan, teder, bang om haar pijn te doen, met trillende handen zijn verlangen beheersend. Hij was zo door haar bevangen, zo gefascineerd door haar schoonheid, dat hij niets anders durfde doen. Hij wist dat ze maagd was en wilde voor geen goud iets forceren waar ze nog niet aan toe was.
Maar hij wist dat ze hem wilde. Genevieve had zich nooit zo tot iemand aangetrokken gevoeld als nu tot Seamus. Als hij haar maar even aanraakte, reageerde haar lichaam met een heftigheid die ze nooit in zichzelf had vermoed. Maar het voelde allemaal volstrekt natuurlijk en vanzelfsprekend en bovendien was ze niet bij machte het tegen te houden. Ze wist niets van seks, behalve de verschrikkelijke dingen waar de nonnen op haar school mee dreigden en de smoezelige verhaaltjes die de andere meisjes elkaar in de toiletten vertelden. Ze wilde deze man meer dan wat dan ook.
Het gebeurde drie weken nadat ze elkaar hadden ontmoet. Het was een zondag, de dag dat ze allebei vrij waren. Genevieve had haar tante weer als excuus gebruikt en was na de mis weggegaan. Henri was naar Café des Amis vertrokken en Seamus had haar in zijn armen opgevangen toen ze de hoek om kwam naar hun ontmoetingspunt achter de kerk. Keer op keer kuste hij haar verrukte lippen. Ze waren al zo vertrouwd met elkaar dat ze hun verliefdheid niet meer verborgen hielden.
Ze waren het bos in gelopen en de heuvel af naar de andere kant van de vallei. Genevieve had beloofd hem ‘Le Lac Bleu’ te laten zien, het blauwe meertje op een open plek in het bos, dat ongeveer een half uur lopen verderop lag. Het was niet groot, had misschien een doorsnede van vijftig meter, en zag er blauw uit door de typische zachte, romig grijze klei ter plekke die zich tussen hun tenen door perste. Ze hadden hun schoenen en sokken uitgetrokken, en omdat het heel warm was, had Seamus ook zijn T-shirt en spijkerbroek uitgetrokken. Daar stond hij, in zijn witte onderbroek. Zijn soepele lichaam tekende zich als een strak silhouet af tegen het glanzende zonlicht.
Het was op het heetst van de dag en zo warm dat zelfs de vogels en krekels zwegen en het bos in stilte baadde. Ze stonden bij het meer onder een grote treurwilg die over de oever hing. Genevieve had een kort, gebloemd jurkje aan waar de zon pal doorheen scheen toen ze voor hem uitrende en lachend de takken van de wilg optilde om erachter te verdwijnen. Toen ze omkeek zag ze dat hij haar gevolgd was. In de koele schaduw van de boom was ze zich plotseling scherp bewust van zijn krachtige, gespierde benen. Ze werd onweerstaanbaar naar hem toegetrokken. Ze pakte zijn hand en viel op haar knieën in de zachte klei. Ze kuste zijn dijen en legde haar zachte handpalmen om de spierbundels. Haar handen dwaalden over zijn benen, voelden de haartjes zachtjes prikken en kwamen tot rust in zijn knieholten. Ze legde haar wang tegen zijn dij en haar borsten streken zacht langs zijn knieën. Ze voelde zich ongelooflijk dicht bij deze man over wie ze zo weinig wist. Weer kuste ze zijn dijen, overweldigd door haar gevoelens voor hem, en weer kropen haar handen langs de achterkant van zijn benen naar boven.
Ze hief haar gezicht naar hem op, maar alles wat ze kon zien was de groeiende heuvel in zijn broek. Seamus’ gezicht kreeg een vreemde uitdrukking, zijn ogen gingen wijder open en keken diep in de hare, terwijl ook hij zich op zijn knieën liet zakken. Teder legde hij zijn hand in haar nek en trok haar hoofd naar zich toe tot hun lippen elkaar raakten. Haar tong gleed in de vochtige warmte van zijn mond. Seamus legde zijn hand op de naakte huid onder haar hals.
Genevieve voelde een golf van verlangen naar zijn aanraking. Ze wilde dat hij haar borsten zou betasten, het heft in handen zou nemen, haar zijn wil zou opleggen. Ze voelde iets wakker worden in zichzelf, een nieuwe sensatie die de macht over haar lichaam overnam. Seamus liet zijn hand over haar rug naar haar billen gaan en trok haar tegen zich aan, zodat ze zijn harde, lange lid wel moest voelen. Terwijl hij haar blik in de zijne gevangen hield, trok hij in één vloeiende beweging haar jurk over haar hoofd. Hij keek expres niet naar haar lichaam, rekening houdend met haar maagdelijke naaktheid, en begon haar met zijn handen te ontdekken. Hij betastte haar borsten en sloot in extase zijn ogen toen hij haar zijdeachtige tepels voelde. Haar borsten vulden zijn grote handen met een zachte, romige volheid.
Genevieve was zich niet meer bewust van wat ze deed. Het enige wat ze voelde was natheid tussen haar benen en een alles overweldigende hunkering. Ze legde haar handen op zijn onderbroek en ontdekte de vorm, de grootte en de huiverende hardheid van zijn pik. Haar instincten volgend streelde en liefkoosde ze hem, aangemoedigd door zijn zachte gekreun in haar oor. Ze trok zijn onderbroek over zijn heupen en billen naar beneden, terwijl ze in adoratie haar gezicht naar hem opgeheven hield. Hun knieën zonken nu weg in de modder. Seamus schopte zijn onderbroek uit en legde Genevieve op haar rug in de zachte klei. Voor het eerst liet hij zijn ogen over de perfecte heuvels van haar stevige, melkwitte borsten dwalen.
Hij was ademloos. Haar lichaam was zo mooi, zo prachtig van verhoudingen. Dit was voor het eerst dat hij zo’n volmaakte schoonheid zag. Ineens had hij het gevoel dat het verleden van hem afviel, alsof hij was vrijgelaten en de kans kreeg een ander mens te worden, een ander soort leven te leiden. Hij was in een nieuwe wereld terechtgekomen.
Met zijn vingers volgde hij voorzichtig de delicate lijn van haar borsten. Hij voelde haar trillen onder zijn aanraking. Ze trok hem heftig tegen zich aan en duwde haar tong in zijn mond in een wanhopig verlangen dichter bij hem, in hem te zijn. Seamus kreunde hulpeloos, zijn tong begon in haar mond een eigen leven te leiden. Beiden voelden het verlangen door hun lichaam golven en klampten zich met begerige handen aan elkaar vast.
Seamus’ lichaam sidderde tegen het hare. Zijn vingers grepen het elastiek van haar slipje en met een ruk liet hij de laatste barrière tussen hen verdwijnen. Zijn hand gleed strelend en liefkozend tussen haar zachte, natte dijen omhoog, steeds verder, tot hij het zoete, pulserende vlees van haar clitoris raakte. Daar liet hij zijn vingers rusten, haar de tijd gevend de schok van zijn aanraking te verwerken.
Genevieve kromde haar rug, haar hoofd hing achterover, haar ogen waren gesloten, haar lippen geopend. Zijn trage liefkozingen spanden alle snaren in haar lichaam, dat tegelijkertijd wegsmolt onder zijn vingers, sidderend van opwinding bij het ervaren van deze nieuwe gevoelens en van ontzag voor de kracht ervan.
Seamus zweefde op de rand van de explosie en probeerde zijn geest leeg te maken. Hij sloot zijn ogen, maar moest ze ook onmiddellijk weer opendoen om er zeker van te zijn dat dit alles geen wilde fantasie was. Plotseling voelde hij haar hand om zijn pik. De schok die door hem heen ging was bijna te veel voor hem.
Hij duwde haar hand weg. Met zijn laatste restje zelfbeheersing keek hij haar in de ogen en vroeg: ‘Wil je dit? Genevieve, tu veux?’ Ze wisten alle twee wat hij bedoelde en overweldigd door haar eigen verlangen smeekte ze hem om door te gaan.
Seamus’ weerstand brak. Het verlangen nam de macht over. Hij zette zijn knieën tussen haar benen, gleed weg, vond geen houvast in de klei en voelde hoe zijn eikel de zachte vochtigheid van haar vlees raakte. Ze glibberden met z’n tweeën in de modder. Seamus kon zich niet herinneren wat er precies gebeurde, maar plotseling was hij in haar. Genevieve schreeuwde het uit, half van pijn, half van extase. Seamus sloot zijn ogen in een verwoede poging om niet al op hetzelfde moment, klaar te komen. Genevieve hapte naar lucht, maar toen waren haar met klei besmeurde handen overal op zijn rug en zijn billen om hem dieper in haar te duwen - God, ze wilde meer, ze wilde hem nog dieper in zich. De verrukkelijke pijn bracht haar in trance en terwijl haar lichaam tegen het zijne schokte, rolde hij hun verstrengelde lijven zo dat zij op hem zat. Hij smeerde handenvol klei over haar borsten en haar buik, en toen op haar rug en in haar zachte, blonde haar.
Nu ze op hem zat had Genevieve de leiding. Ze kon hem net zo diep in zich laten doordringen als ze wilde en ze vond het heerlijk. Terwijl ze hem wild bereed, zwierden haar door klei aan elkaar geklonterde haren om haar schouders en haar borsten. Haar gezicht gloeide, haar ogen waren half gesloten. De op- en neergaande bewegingen van haar woeste dans werden steeds soepeler en gladder, steeds volleerder, en toen zag ze ineens dat Seamus’ ogen gesloten waren. Met wijd open mond schreeuwde hij ‘Nee, Genevieve, nee!’ terwijl hij in diep in haar in grote golven van mateloze hartstocht tot uitbarsting kwam.