17
‘Hoe laat denk je dat het is?’ Mave stond op de
stoep voor de zaak, haar handen in haar zij en een Rothman’s in
haar mondhoek. Genevieve haastte zich vanaf de ingang van de
ondergrondse zo snel als het verkeer het haar toeliet naar de
overkant van de straat.
‘Het spijt me, heel erg - ik beloof je dat het nooit meer zal
gebeuren,’ verontschuldigde ze zich buiten adem, toen ze
uiteindelijk veilig de stoep had bereikt. Genevieve had er oprecht
spijt van dat ze Mave had laten zitten - deze baan was echt
belangrijk voor haar en Mave wist dat, maar dat maakte haar tong
niet minder scherp.
‘Dat zou ik ook denken, jongedame. Ik weet het niet - je bent
waarschijnlijk toch niet meer dan het naïeve uilskuiken waar ik je
eerst voor aanzag.’ Mave stond dreigend voor de deur en blokkeerde
de ingang. Genevieve bad dat dit niet betekende dat ze ontslagen
was.
‘Er hoeft maar een kerel bij je in de buurt te komen en je verpest
alles weer voor jezelf. Ik kan je nu op staande voet ontslaan. Zo
is het dat vorige meisje dat te laat kwam ook vergaan, weet je nog
wel? Dus waarom zou ik dat bij jou niet doen? Geef me één goede
reden.’
‘Omdat ik je beloof dat ik zolang ik voor je werk nooit meer te
laat zal komen,’ probeerde Genevieve, schuldbewust haar ogen
neerslaand. Mave was weliswaar heel kwaad dat Genevieve te laat
was, maar anderzijds veel te geïnteresseerd in wat er zich de
vorige avond had afgespeeld om haar te ontslaan - in ieder geval
niet voordat haar nieuwsgierigheid tot in het kleinste detail
bevredigd was.
‘Laat ik je dit zeggen, meisje, als het nog een keer gebeurt vlieg
je er meteen uit, zonder pardon. Is dat begrepen? Realiseer je je
wel wat ik vanmorgen al allemaal heb moeten doen? Het werk van twee
mensen, en dat is niet niks. Ik heb geveegd, ik heb schoongemaakt,
ik heb gekookt, ik heb de kassa beheerd. Ik heb nog niet eens de
tijd gehad om een kop thee te drinken en het is al half elf! Ik zou
maar als de bliksem aan het werk gaan, meisje. En je kunt om te
beginnen ontbijt voor mij klaarmaken.’
Hoewel Mave dodelijk nieuwsgierig was naar wat Genevieve allemaal
had uitgespookt, wachtte ze nog even met het haar te vragen. Eerst
moest ze even net doen alsof ze moest kalmeren. Dat meisje zou haar
loon vandaag echt moeten verdienen. Ze kon niet toestaan dat
dergelijk gedrag de toon ging zetten voor hun verdere werkrelatie.
Mave wist uit ervaring dat je deze jongedames meteen hard moest
aanpakken. Mave kon wel raden waarom Genevieve te laat was, maar ze
kon de details pas uit haar trekken zodra de eerste golf klanten
was vertrokken. Sinds ze tien jaar geleden weduwe was geworden
maakte Mave zulke avontuurtjes zelf niet meer mee - wat haar betrof
een hele opluchting! Alleen de gedachte al dat ze haar steunkousen
uit zou moeten doen waar iemand bij was, bezorgde haar koude
rillingen. Maar ze wilde er nog altijd graag alles over horen, dat
wel. Vooral als het een beroemdheid betrof. (Genevieve zag tot haar
schrik dat Mave al een handgeschreven briefje op de deur had
geplakt met Seamus Bull is hier vaste klant erop.) Na theetijd,
dacht Mave. Dan zou Jenny haar alles vertellen. Dat was wel het
minste dat ze kon doen om het te laat komen goed te maken. Reken
maar, ze zou alles tot in het kleinste detail van haar te horen
krijgen. Dat zouden de dames van de bingo vanavond prachtig
vinden.
Genevieve was op haar beurt opgelucht dat Mave er voor het moment
het zwijgen toe deed, dat gaf haar wat tijd om na te denken over
wat ze gedaan had en hoe ze nu verder moest. Ze wist dat Mave
vroeger of later alles wat er de vorige avond gebeurd was uit haar
los zou weten te peuteren, maar nu moest ze eerst alle taken die
Mave haar opgedragen had, afwerken.
Toen de drukte eindelijk geluwd was, streek Mave aan een tafeltje
neer, stak een Super King op en maakte duidelijk dat ze nu het
verhaal in geuren en kleuren wilde horen. Genevieve bleef kalm en
vertelde alles zo gedetailleerd mogelijk zonder haar diepste
gevoelens bloot te geven. Ze wist dat Mave daar echter vreselijk
nieuwsgierig naar was, en ze wilde het ook best aan haar kwijt -
eigenlijk wilde ze het maar wat graag hardop zeggen om zelf te
horen hoe het klonk. Was het wel echt gebeurd? Was het zo goed als
het gevoeld had, of was het gewoon ranzig? En belangrijker nog, had
het allemaal wel moeten gebeuren? En als dat dan zo was, waarom
werd Genevieve dan zo gekweld door schuldgevoelens - en angst om
Seamus weer te zien?
Genevieve liet Mave echter niets van deze gevoelens zien. Ze
vertelde haar alleen wat er gebeurd was. Ze vertelde Mave hoe zij
hem in de keuken aantrof, bezig met de asperges en de saus. Ze
vertelde over hoe die asperges smaakten, over de wijn die hij
uitgezocht had, over de manier waarop hij zich door zijn keuken
bewoog, de manier waarop hij het eten klaarmaakte, de manier waarop
hij met een enkele aanraking kon beoordelen of iets rijp was, de
onweerstaanbare manier waarop hij zich tegenover haar gedragen had,
de manier waarop hij gefleemd en gevleid had en hoe ze toen in de
keuken, boven op de werkbank in een enorm hoogtepunt geëxplodeerd
waren.
‘Wat een geilaard, die Seamus Bull!’ gilde Mave, verrukt omdat ze
straks een echt sappig verhaal had voor de dames. ‘Maar geen
heldhaftig Frans verzet, begrijp ik?’ schimpte ze, geïntrigeerd
door de manier waarop Genevieve haar blik ontweek.
‘Nee, niet echt,’ antwoordde haar employee ongemakkelijk.
Toen vertelde ze haar over het hotel, over hoe hij zei dat hij haar
wilde verwennen, hoe hij het gevoel had dat hij alles wat hij tot
nu toe had bereikt, gedaan had zodat zij samen hun leven konden
opbouwen, dat hij nooit van plan was geweest om haar in de steek te
laten.
‘Maar het punt is dat het zo goed en zo vanzelfsprekend leek, dat
ik het onmogelijk niet kon doen.’ Terwijl ze de woorden uitsprak
alsof ze zichzelf probeerde te overtuigen, keek Genevieve Mave voor
het eerst recht in de ogen. Ze zweeg even, en probeerde alles op
een rijtje te zetten. ‘Kijk Mave, het vreemde was dat ik er een
goed gevoel over had, omdat het niets anders was dan wat ik al
eerder gedaan had.’
‘Dat rechtvaardigt het nog niet, Jenny.’
‘Nee, misschien niet,’ zuchtte Genevieve, nog steeds proberend haar
gevoelens te doorgronden.
‘En wat zei hij? "Sorry, ik meende het niet?’"
‘Iets dergelijks. Het bleek dat hij door mijn vader weggestuurd
was. Mijn vader was naar zijn baas gegaan en had er zo voor gezorgd
dat die hem terugstuurde naar Engeland.’
‘En hij heeft je niet geschreven om dat te vertellen?’
‘Hij zei dat hij dat geprobeerd had.’
‘En jouw brieven die hij niet beantwoordde?’
‘Die had ik naar zijn oude adres gestuurd en daar werkte hij toen
niet meer. Hij zei dat hij ze nooit ontvangen had. Hij kreeg een
baan in een ander hotel, zijn Engelse baas wilde hem niet meer
omdat hij ruzie had gemaakt met de vriend van zijn neef... Hij
vertelde dat hij toen pas echt ambitieus geworden is. Toen
realiseerde hij zich dat je geen compromissen kon sluiten, dat je
de ene keer wint en de andere keer verliest, dat je alleen maar
voor jezelf kunt zorgen. Volgens hem is dat hele restaurantgedoe
alleen maar iets dat mij moest vervangen, maar hij is er alleen
nooit zo gelukkig door geworden.’
‘Een mooi verhaal,’ zei Mave, ongelovig haar wenkbrauwen
optrekkend. Ze nam een flinke trek van haar sigaret.
‘Dus jij denkt dat het niet waar is?’ vroeg Genevieve een beetje
nijdig omdat Mave geen geloof hechtte aan Seamus’ fantasie. Mave
keek haar scherp aan.
‘Wat denk je zelf?’
Genevieve zuchtte. ‘Ik weet het niet, ik weet het gewoon niet. Het
enige wat ik weet is dat ik hem wilde.’
‘En nu?’
‘Ik wil hem nog steeds, en alle redenen waarom ik vroeger verliefd
op hem was, gelden nog steeds. Maar ik weet niet wat er verder nog
is. Hij is ook nog steeds dezelfde jongen die me in de steek liet,
en ook nog steeds de man die zichzelf op de eerste plaats zet. Maar
als het waar is wat hij zegt en het inderdaad allemaal niet zijn
schuld is - dan is alles in orde.’
‘Nou, dat is wel vrij onwaarschijnlijk,’ snoof Mave opgewekt.
Terwijl ze luidruchtig het laatste restje thee uit haar kopje
slurpte, waarschuwde ze: ‘Doe jij maar voorzichtig, jongedame. Hoor
je me? Mannen zijn geboren leugenaars en weten overal onder vandaan
te kronkelen. Ze redden zich uit elke situatie omdat wij vrouwen te
goedgelovig zijn en dat toelaten. We zijn gewoon veel te aardig
voor ze.’
Mave drukte haar zoveelste peuk uit. ‘Laat ik je één ding zeggen:
Het bevalt me niet, het bevalt me helemaal niet,’ vervolgde ze. ‘Je
weet dat er kwalijke verhalen over die man verteld worden, en
misschien zijn het dat ook alleen maar - verhalen. Maar stel nou
dat er ook ware verhalen bij zijn, al zijn het er maar een paar?
Zullen die dingen zich dan herhalen? Geeft hij wel echt om je?’
Mave had vanaf het begin van hun relatie duidelijk een bevoogdende
moederrol jegens Genevieve op zich genomen. Sinds Mave haar had
gedwongen om haar relatie met Seamus Bull op te biechten en de
hereniging aangemoedigd had, voelde Mave zich een beetje
verantwoordelijk. Hoe opwindend het ook was als je serveerster een
relatie had met een van de bekendste mensen van de stad, ze maakte
zich toch zorgen om het meisje. Hoewel, Jenny was nou niet bepaald
een timide poppetje. Ze wekte soms wel die indruk, maar anderzijds
beviel Jenny’s optreden haar wel, dacht Mave. Naar een ander land
gaan, een baan zoeken, en dan op de man afstappen. Achter haar
suikerzoete gezichtje school een stevige persoonlijkheid en ze was
vastberaden, ze kreeg wat ze wilde.
‘Het probleem met jullie Fransen is dat jullie zo godvergeten
romantisch zijn,’ ging ze verder. ‘Wat jullie nodig hebben is een
stevige portie Engels cynisme. Een pittige dosis realiteit.’
‘Ik denk dat ik dat wel heb, vind je niet?’ vroeg Genevieve,
lachend.
‘Ach wat! Je luistert helemaal niet naar wat ik zeg,’ reageerde
Mave, terwijl ze uit haar stoel opstond, haar theekopje pakte en
naar de keuken liep. ‘Laat me je vertellen dat het niet alleen maar
gaat om neuken op aanrechten en asperges bij zonsopgang. O nee.’
Mave was nu bij de keuken aangekomen en stond op het punt om achter
het veelkleurige sliertjesgordijn te verdwijnen, toen haar iets
anders te binnen schoot. Een vraag die ze Genevieve zeker moest
stellen ‘voor de dames’. Ze draaide zich om en vroeg ronduit: ‘Is
het nou echt waar dat hij een jeweetwel heeft van maatje
onderarm?’
Genevieve bloosde.
‘Ik neem aan dat dat ja betekent,’ proestte Mave, terwijl ze haar
kopje bijna uit haar handen liet vallen van het lachen.
Seamus kwam Genevieve om acht uur ophalen bij haar
Bed & Breakfast. Hij had haar die ochtend laten beloven dat ze
er zou zijn, hij was niet weggegaan voordat ze akkoord ging.
Genevieve had daar nu vreselijk spijt van: ze had meer bedenktijd
nodig voordat ze een beslissing kon nemen over wat ze nu verder
moest doen, of hoe ze verder wilde. Mave’s woorden klonken nog na
in haar oren en ze besefte dat ze zich in een moeilijke situatie
bevond. Er was al te veel gebeurd tussen hun tweeën om nog van een
luchthartige affaire te spreken.
Ze douchte de rook, vettigheid, walm en afwasmiddelen van die dag
van zich af en waste haar haar. Ze griste in het voorbijgaan een
handdoek van het rek en rende naar haar kamer, waar ze in haar
garderobekast vergeefs zocht naar iets om aan te trekken. Ze was
verbaasd over zichzelf: ze wilde er zowaar sexy uitzien. Seamus had
iets in haar wakker gemaakt. Ze kwam er nu achter dat ze niets had
dat ook maar enigszins verleidelijk was: alleen maar wijde
T-shirts, lange rokken en spijkerbroeken. Ze had deze garderobe met
opzet zo samengesteld. Ze had zo weinig belangstelling voor andere
mannen - en was zo druk bezig geweest om ze bij zich vandaan te
houden - dat ze nooit zelfs maar overwogen had om zich leuk te
kleden en zich van haar mooiste kant te laten zien. Ze had na
Seamus maar één andere man gehad. Ze was voornamelijk met hem naar
bed gegaan omdat haar tante in het dorp tegen haar had gezegd dat
ze weer eens ‘aan de boemel moest’. Alleen had die tante toen een
pakje met de pil voor haar neus gehouden. Ze had er daarna in feite
twee jaar niet aan gedacht, tot ze op de universiteit kwam en
besloot om maar weer eens ‘van bil te gaan’.
Hij heette Jean-Luc. Hij was lief genoeg, maar hij bakte er niet
veel van. Ze gingen ongeveer achttien maanden met elkaar, maar dat
kwam vooral doordat Genevieve te apathisch was om het uit te maken.
Ze zag ertegenop de confrontatie met hem aan te gaan. Hij studeerde
geschiedenis, zij talen, en ze hadden elkaar boven de boeken in de
bibliotheek leren kennen. Hij was nog maar een jongen, vond
Genevieve, maar wel een leuke jongen. Ze beschouwde hem als een
intieme vriend -zelfs een beetje als een jonger broertje. Hij wilde
met haar trouwen, maar ze hield niet echt van hem. Althans, niet op
dezelfde manier waarop ze van Seamus hield.
Ze pakte een halflang bloemenrokje uit de kast en een wit T-shirt
dat iets strakker was dan de rest. Het had een V-hals, waardoor
haar decolleté een beetje nadruk kreeg. Ze trok het over haar hoofd
en keek in de vlekkerige spiegel die boven de wastafel in haar
kamer hing. Tot haar tevredenheid zag ze dat het shirt de lijn van
haar borsten en taille strak volgde. Ze streek met een vinger langs
haar rondingen.
Beneden hoorde ze plotseling tumult. Ze herkende Seamus’ stem -
maar niet de lieve, zorgzame stem van gisteravond. Nu schreeuwde
hij en de toon waarop schokte Genevieve. Het klonk lelijk. Omdat ze
het gevoel had dat er iets mis was, stormde ze haar kamer uit, de
trap af. Tegen de tijd dat ze beneden aankwam, was het stil
geworden. Seamus leunde zwijgend tegen de balie van de receptie,
maar zag er woedend uit.
‘Wat is er aan de hand?’
Toen hij haar stem hoorde draaide hij zijn hoofd om en keek haar
aan.
‘Genevieve!’ Seamus keek haar getroffen aan. ‘Wat doe je in
godsnaam in een krot als dit?’ Hij liep op haar af en nam haar
gezicht teder tussen zijn beide handen.
De man achter de balie was er niet gelukkig mee en deed alsof hij
het niet zag. Hij was blij dat er een balie was die hen scheidde.
Toen hij Bull de receptie binnen zag komen was hij in zijn sas
geweest dat de grootste kok van de stad hem met een bezoekje
vereerde, maar dat was snel over.
‘Wat bedoel je?’ vroeg Genevieve verbaasd.
‘Het is walgelijk! Deze tent lijkt wel een bordeel. Er staat voor
de deur verdomme een gast crack te verkopen!’
‘Wat is dat, crack?’
‘Maar beter dat je dat niet weet. Dit is geen geschikte plek voor
iemand als jij,’ zei hij met een tederheid die vreemd klonk uit de
mond van de man die net nog zo had lopen schreeuwen. Genevieve
voelde zich gekwetst en beledigd door zijn reactie.
‘O ja?’ vroeg ze. ‘En wat voor iemand ben ik dan?’ Ze keek hem
uitdagend aan. Seamus realiseerde zich dat hij over de schreef was
gegaan.
‘Kijk, het is gewoon - het is gewoon geen prettige buurt, snap je?
Er gebeuren vervelende dingen in dit soort wijken. Geloof me - dit
is mijn stad en ik weet dat soort dingen gewoon.’
‘Ik heb tot nu toe geen problemen gehad. En beter kan ik me niet
veroorloven.’
‘Er zijn veel betere plekken om te wonen. Ga je spullen pakken,
Genevieve, we gaan. Hoeveel moet ze betalen?’
Seamus draaide zich om en vroeg dit laatste aan de huisbaas. Die
was gepokt en gemazeld in dit bedrijf en had de situatie meteen
goed ingeschat. Hij zei: ‘Ze heeft tot het eind van de maand
gereserveerd en ik ben bang dat ik tachtig procent
annuleringskosten moet rekenen, dat komt dan bij elkaar op, eens
even kijken...’ en hij begon razendsnel op een rekenmachine te
tikken.
‘Vertel me gewoon wat ze je nog schuldig is, man!’ Seamus stond
half te schreeuwen, hij was nog steeds kwaad dat Genevieve in zo’n
verschrikkelijke gribus woonde.
‘Wacht, Seamus. Wat doe je? Waar moet ik naartoe?’
‘Je kan bij mij komen wonen,’ antwoordde hij, terwijl hij zijn
portemonnee te voorschijn haalde.
Genevieve was stomverbaasd. ‘Wat?!’
‘Ik zei dat je bij mij kunt komen wonen.’ Hij keek haar aan en zag
dat de uitdrukking op haar gezicht uitdagend, maar verward was. Hij
gooide het over een andere boeg.
‘Kijk, liefje, het is belachelijk als je hier blijft wonen, terwijl
je net zo makkelijk bij mij in kan trekken. Mijn huis is niet chic
of zo, maar het is een ieder geval een stuk beter dan dit hok. Het
is veel comfortabeler en het kost je geen cent. Bovendien kan mijn
huis wel een vrouwenhand gebruiken.’
Genevieve’s gezichtsuitdrukking bleef onverzoenlijk, vooral bij het
horen van die laatste opmerking. Seamus leek zich nergens van
bewust. Ze kon gewoon niet geloven dat hij op deze manier over haar
heen probeerde te walsen. Ongelooflijk, hij had zijn creditcard al
te voorschijn gehaald.
‘Seamus!’ zei ze kalm. ‘Nee.’
Hij aarzelde even en keek haar aan. Hij begreep de blik in haar
ogen niet, maar Seamus was een man die gewoonlijk alles wat hij
wilde voor elkaar kreeg. Hij hield vol. Hij liep naar de trap, waar
ze nog stond, en legde zijn hand op haar arm.
‘Ik heb het alleen maar goed met je voor, oké?’ zei hij lief.
‘Vergeef me als ik een beetje doordraaf, maar alsjeblieft, laat me
tenminste proberen om jouw - en mijn - leven prettiger te maken nu
ik een tweede kans gekregen heb. Ik kan ervoor zorgen dat we het
beter krijgen. Geef me alsjeblieft een kans.’ Seamus leek het echt
te menen en Genevieve reageerde beter op deze aanpak. Ze voelde
zich stiekem gevleid dat hij al dacht aan hen samen en zich erop
verheugde om hun leven aangenamer in te richten. Haar
gezichtsuitdrukking werd weer wat zachter, maar ze weigerde zich te
laten opjagen.
‘Oké,’ zei ze ten slotte. ‘Maar niet op deze manier.’
‘Dat is dan driehonderdtwintig pond, alstublieft,’ zei de
receptionist, die het geld maar al te graag in zijn kassa wilde
stoppen.
‘Ik ga niet weg,’ riep Genevieve hem toe. ‘Ik ga even mijn handtas
pakken,’ zei ze tegen Seamus, ‘en dan praten we erover. Dat moet
eerst, maar niet hier.’
Seamus knikte, maar van binnen kookte hij. Ze trotseerde hem gewoon
- hij kon het bijna niet geloven. Hij zou het ook niet toestaan -
niemand trotseerde hem ooit nog. Het zou trouwens voor haar op de
lange termijn ook het beste zijn, had hij al bedacht. En plotseling
werd het idee haar bij hem in zijn flat te hebben hem te machtig.
Op het moment dat hij haar om de hoek van de trap zag verdwijnen
liep hij terug naar de receptie, boog zich er overheen en drukte
zijn neus tegen die van de zwetende eigenaar. Hij overhandigde hem
zijn creditcard en zei knarsetandend: ‘Jij schrijft nu dat geld van
deze creditcard af en morgenochtend, als ze de trap afkomt, vertel
je haar dat ze niet langer kan blijven. Gesnopen?’
‘Ja,’ huiverde de man, die Seamus precies begreep en zijn
creditcard zo vlug mogelijk door het apparaat heen haalde.
‘Het kan me niet schelen wat je tegen haar zegt, als je er maar
voor zorgt dat ze morgen vertrekt. Begrepen?’ Om de afspraak te
bevestigen haalde hij een verfomfaaid briefje van twintig pond uit
zijn zak en schoof dat over de balie. De man stopte het geld snel
in zijn zak, gaf Seamus het bonnetje om te ondertekenen en liep al
fluitend naar zijn kantoortje toen Genevieve terugkwam. Zonder iets
te zeggen nam Seamus haar bij de hand en trok haar zonder op of om
te kijken mee de straat op.
‘Zo slecht is het hier nou ook weer niet hoor, Seamus. Ik heb het
er tot nu toe prima naar mijn zin.’
Van om de hoek verscheen het gele licht van een taxi en Seamus stak
zijn hand op om hem aan te houden.
‘Stap in, alsjeblieft. Laat me je tenminste tonen waar je zou
kunnen wonen.’ Het viel Genevieve op dat zijn gezicht bleek was. Ze
zag dat hij kwaad was. Ze stapte in en draaide haar gezicht naar
het raam. Seamus keek door het andere raampje naar buiten.
Genevieve verbrak na een paar minuten de beladen stilte en vroeg:
‘Waar breng je me nu eigenlijk heen?’ Seamus had de paar minuten
benut om zijn woede een beetje in de hand te krijgen. Die was als
gal bij hem naar boven gekomen zodra hij dat vlooienhol binnen was
gestapt. Hoe lang had ze al zo gewoond? Waarom gaf ze hem niet de
kans er iets aan te doen? Maar hij kon niet overtuigender tot
uitdrukking brengen hoe hij erover dacht en hij deed nu zijn
uiterste best om zijn zelfbeheersing te herwinnen en wat rustiger
te worden. Normaal gesproken schreeuwde en schold hij altijd als
hij zich zo voelde, maar hij realiseerde zich dat hij dat bij
Genevieve niet kon maken. Hij stond nu niet in zijn keuken. Met
haar was het anders, bij haar moest hij zich verzetten tegen zijn
gewoonte om zijn kwaadheid af te reageren door zijn bek open te
trekken.
‘Paddington,’ antwoordde hij met samengeknepen lippen om zijn
emoties te verbergen.
‘Is dat waar je woont?’
‘Ja,’ antwoordde hij. Eindelijk wendde hij zijn hoofd weer haar
kant op. Hij keek haar in haar mooie ogen. ‘Het spijt me -weet je,
ik wilde daarnet geen scène maken.’
‘Seamus, er is de laatste jaren veel gebeurd, met ons allebei. We
zijn niet meer dezelfde die we vroeger waren. Ik ben geen kind
meer, ik ben een vrouw. Ik kan voor mezelf zorgen.’ Ik werd vrij
abrupt gedwongen om volwassen te worden, dacht ze, maar ze besloot
dat ze daarmee nu niet bij hem moest aankomen. Ze moest eerst meer
over hem te weten komen. Genevieve glimlachte. Het was, vond ze,
wel een blijk van liefde dat hij zo bezorgd om haar was. Het was
zelfs fijn dat hij voor haar wilde zorgen. Maar hij moest leren
begrijpen dat zij nu heel goed in staat was om voor zichzelf te
zorgen. Instinctief pakte ze zijn hand, die op zijn schoot lag. Ze
aaide zachtjes over zijn duim en keek hem aan. ‘Dank je voor je
uitnodiging om bij jou te komen logeren,’ zei ze. Ze zag het
kalmerende effect dat ze op hem had. ‘Het is heel lief van je en
dat waardeer ik echt.’
Seamus nam haar kleine hand in de zijne. Hij boog in een opwelling
van intimiteit naar haar toe en drukte zijn lippen op de hare. Hun
harten begonnen sneller te kloppen.
De taxi stopte voor een indrukwekkende rij Regency herenhuizen.
‘We zijn er, m’neer,’ probeerde de taxichauffeur, toen bleek dat
zijn passagiers geen oog hadden voor hun bestemming, maar
doorgingen met elkaar te kussen.
‘Oh, bedankt, vriend,’ onderbrak Seamus zijn bezigheden. Hij deed
het portier open. Terwijl hij zijn portemonnee pakte vroeg hij zich
ineens met schrik af of hij de lakens wel verschoond had sinds die
heks van een hotelmanager ertussen gelegen had? Shit! Hij dacht van
niet.
Hij hield de voordeur van de flat voor haar open en maakte vlug een
rondje door de kamer, kleren en handdoeken van de vloer oprapend.
In de slaapkamer rukte hij snel de lakens van het bed, gooide ze in
de wasmand en inspecteerde de kamer op belastende voorwerpen.
Genevieve zat niet helemaal op haar gemak in de woonkamer te
wachten. Het was een prachtige flat: door de grote ramen vanaf de
vloer tot aan het plafond baadde de kamer in zonlicht en de hoge
plafonds en het lijstwerk gaven de ruimte een grootse en rijke
atmosfeer. De meubels - in zoverre die er waren - zagen er zacht en
comfortabel uit. Voor de televisie in de hoek van de kamer stond
een enorme witte sofa en bij het raam stond een smeedijzeren tafel
met zes hoge stoelen er omheen. De vloer was van gepolijst, licht
hout en aan het eind van de kamer ging de ruimte over in een
functionele, roestvrijstalen keuken, van de kamer gescheiden door
een ontbijtbar. Maar er hingen helemaal geen schilderijen aan de
muur, er waren geen boeken, er klonk geen muziek, er stonden geen
foto’s. Het zag eruit als een modelwoning. Er stond zelfs een
fruitschaal van Philippe Stark vol citroenen op een van de
keukenkastjes, net als in de catalogi die je bij makelaars zag. Hij
moest dit huis precies zo gekocht hebben als het nu was, dacht
Genevieve. Het zei totaal niets over hem en zijn leven.
Seamus kwam eindelijk uit de slaapkamer. ‘Weet je wat ik nu ga
doen?’ zei hij, toen hij merkte dat ze zich niet echt op haar gemak
voelde. Hij wilde weer grip op de situatie krijgen. Het idee dat
zij bij hem in zou trekken beviel hem wel. ‘Ik ga even weg, twee
minuutjes maar.’ Hij nam haar mee naar het raam en wees naar de
drukke straat beneden. ‘Zie je dat kleine supermarktje daar? Wordt
gerund door een heel aardige Arabier, die allerlei verrukkelijke
soorten noten, gedroogde vruchten en kruiden verkoopt. Daar ga ik
wat van halen. En ook wat overheerlijke couscous. Dan troggel ik
hem ook nog het sappigste stukje kippenborst af dat hij in zijn
winkel heeft en maak ik een Marokkaans feestmaal voor ons.’
Genevieve lachte weer, opgewonden door zijn beschrijving en
ontroerd door zijn enthousiasme en veranderde stemming.
Hij hongerde naar meer van die lach, sloeg zijn arm om haar heen en
draaide haar naar zich toe.
‘Daarna ga ik...’ en toen boog Seamus zijn hoofd naar haar toe en
fluisterde de rest van zijn belofte in haar oor. Wat het ook was,
het deed Genevieve over haar hele lichaam blozen, van haar wangen
helemaal tot diep in haar plotseling vochtige vagina. Al haar goede
voornemens om het over het verleden te hebben verdwenen als sneeuw
voor de zon.