Omelet

 

 

2 eieren
zout en zwarte peper uit de molen
een flinke klont boter

 

 

1. Breek eerst de eieren: zoals we allemaal weten: kakelen kan iedereen, maar niet iedereen kan eieren leggen.

2. Klop de eieren niet te heftig, maar roer de dooiers en de eiwitten met een vork door elkaar. Voeg zout en peper toe.

3. Laat de boter smelten in een koekenpan en beweeg die draaiend, zodat de boter de hele bodem bedekt.

4. Als de boter begint te bruisen, roer er dan een klein beetje van door het eimengsel. Giet vervolgens het eimengsel in de pan en schuif met een houten lepel de randen van de omelet naar het midden, zodat het nog vloeibare eimengsel naar de zijkant van de pan loopt.

5. Schuif de omelet als hij bijna gestold is op een bord, zo dat hij dubbelklapt.