Frankie stond in de deuropening van Charlottes kamer en krabde met de tenen van zijn rechtervoet over zijn linkerkuit. Hij stond er bij als een rusteloze ooievaar. Charlotte lag al in bed en bladerde door een boek, een geïllustreerde uitgave van Schateiland. Ze keek Frankie niet aan.

Frankie zei: 'Mooie Film, hè?'

'Oh, zeker. Geweldig.' Ze draaide zich om en keek haar broertje met een overdreven blik vol afkeer aan.

'Ik vond het het leukste als ze honkbal speelden,' zei hij.

'Nee toch, dat verbaast me.'

Frankie hield op met krabben en haalde een stuk kauwgom uit de zak van zijn oranje katoenen pyama, met een patroon van racewagentjes. Hij keek naar zijn zuster terwijl hij kauwde en luisterde naar de geluiden die uit de keuken kwamen, waar zijn moeder bezig was. Hij hoorde water stromen. Hij had het idee dat ze altijd in de keuken was. Als hij uit school kwam was ze daar. Als hij naar bed ging was ze daar nog steeds. En meestal, als hij 's morgens opstond, was ze daar alweer! Hij vroeg zich af of ze het het leukste vertrek van het huis vond.

Charlotte sloeg haar boek dicht.

'Hoe heet het?' vroeg Frankie.

'Schateiland.'

'Oh ja? Mevrouw Rosenblum heeft ons daaruit voorgelezen. Een paar dagen geleden.'

Charlotte ging met gesloten ogen achterover liggen. Ze dacht aan haar schoonheidsslaap. In een van haar moeders tijdschriften, misschien wel Ladies' Home Journal, had ze iets gelezen over de effecten van de schoonheidsslaap. 'Begreep je er iets van?' zei ze.

'Natuurlijk wel,' zei Frankie. 'Ik vond Jimhoeheetieookweer aardig.'

'Hawkins. Jim Hawkins.'

'Die was het.' De jongen blies een bel en liet hem knappen. Charlotte deed afkeurend een oog open.

'Tanden gepoetst?' vroeg ze.

'Als ik uitgekauwd ben.'

'Ze wil dat je ze poetst voor je naar bed gaat,' zei Charlotte. 'Dat is een van die gezondheidsideeën van haar, weet je. Als je ze niet poetst, weet je wat er dan gebeurt?'

Frankie schudde zijn hoofd.

Charlotte leunde op een elleboog en keek haar broertje aan. 'Dan groeien er bacteriën in je mond als je slaapt, dat gebeurt er.'

'Bactiriën, wat zijn dat?'

'Kleine kruipende diertjes ...'

'Oh ja? En hoe kan het dan dat ik 's morgens niets in mijn mond zie kruipen als ik 's avonds mijn tanden niet poets?'

Charlotte slaakte vol ongeduld een zucht. 'Je kunt ze niet zien, tenzij je ze door een hele sterke microscoop bekijkt, domkop. Ze zijn onzichtbaar voor het blote oog. Begrijp je? Zo klein dat je ze niet ziet.'

Frankie glimlachte met een ongelovig gezicht. 'Vast wel, Charles, vast wel.'

'En noem me geen Charles, Frank Hart Allbright, ik heb een hekel aan die naam.'

'Dat heb ik nooit geweten, Charles ... Oh, pardon, Charlotte bedoel ik.'

Charlotte deed haar ogen dicht, keerde zich op haar zij en zei: 'Doe het licht uit als je weggaat, wil je?'

'Ik ben je slaaf niet.'

Het meisje kreunde. 'Ik vroeg het vriendelijk, Frankie. Ik heb je toch niet bevolen het te doen?'

De jongen leunde tegen de deurpost en blies nog een bel. Hij hoorde beneden water stromen. Misschien was ze bezig met de afwasmachine of zoiets. Toen moest hij aan zijn vader denken en hoe erg hij hem miste. Hij hoopte dat hij hem mocht helpen met het rek achter het huis, als hij thuiskwam. Niet dat hij precies wist waar het voor diende, maar hij wilde zo graag met het gereedschap leren omgaan. En op het schuurtje achter het huis zat een hangslot waarvan hij de combinatie niet kende.

'Het licht, s'il vous plaît,' zei Charlotte.

'Wat zeg je nou?'

'Dat is Frans voor alsjeblieft. Doe alsjeblieft het licht uit. En hou op met die bellen.'

Maar Frankie ging niet weg. Hij kwam verder de kamer in en keek om zich heen. Het was een gekke kamer, dacht hij, een echte meisjeskamer. Op een plank aan de muur stonden allemaal poppen uit alle delen van de wereld. Eentje met een kilt aan, en een zwarte met bananen op haar hoofd. Die pop vond hij het grappigst. Hij blies nog een bel en deze keer sprong hij te snel uit elkaar zodat vochtige slierten kauwgom zich aan zijn neus en zijn lippen vasthechtten. Hij trok ze eraf. Charlotte keek hem weer aan.

'Daar is een woord voor,' zei ze.

'Waarvoor?'

'Ik noem zo iets walgelijk, Frankie.'

Frankie stopte de kauwgom weer in zijn mond. Hij moest het helemaal bevochtigen om van al die stukjes weer een bal te maken. 'Hoor eens,' zei hij. 'Waarvoor komen al die vrouwen hier?'

'Welke vrouwen?'

'Dat weet je best.'

Charlotte geeuwde. 'Het heeft iets met oppassen te maken.'

'Oppassen.' Dat stond Frankie helemaal niet aan. Hij was opgegroeid in een klimaat waarin hij geregeld gewaarschuwd werd voor vreemden en hij vond de wereld dan ook iets bedreigends, vol met onbekende mensen die met het feest van Allerheiligen appels uitdeelden waarin scheermessen verborgen zaten, of snoepjes die in vergif waren gedompeld.

'Het komt hier op neer,' zei Charlotte toegeeflijk. 'Het is net een soort club waarin je elkaar helpt. Snap je? En mam vindt het niet fijn als mevrouw DeSantis oppast omdat ze in onze spullen snuffelt. En ze wil ook niemand van de middelbare school omdat hoe heet ze ook weer, Helena, van pappa's whisky heeft gedronken. Dus is ze een soort club begonnen.'

'Gaat ze dan weg?' vroeg Frankie, die ineens helemaal geen zin meer in zijn kauwgom had.

'Natuurlijk gaat ze niet écht weg. Maar soms moet ze even het huis uit. Ze kan toch niet elke avond thuisblijven. Bovendien gaat ze naar school terug.'

Naar school, dacht Frankie. Zijn eigen moeder op school. Op de een of andere manier vond hij dat raar. 'Bij wie komt ze in de klas?'

Charlotte kreunde en trok de dekens over haar hoofd. 'Ze gaat niet naar onze school, Frankie. Ze gaat naar de avondschool. Begrijp je? Ik heb er iets over gelezen. Een poëzieklas op woensdagavond in Pastorville.'

'Oh,' zei Frankie. Hij had een hekel aan poëzie. Er zat iets in gedichten dat hem totaal niet aantrok en soms, als hij erover nadacht, zag hij ook niet in wat je nou aan gedichten had. De lerares van zijn klas, de tweede, mevrouw Rosenblum, las af en toe gedichten aan hun voor - en dan zag ze er knap stom uit, met een hand uitgestrekt alsof ze toneelspeelde, of ze fluisterde sommige woorden alsof je er dan bang van zou worden. Frankie vond het vooral grappig, maar als het te lang duurde ging de grap eraf en werd het vervelend.

'Waarom gaat ze poëzie doen ?'

'Doe het licht uit, Frankie. Alsjeblieft.'

'Goed.' Hij knipte het uit en bleef even in het donker over zijn zus staan nadenken. Het leek hem toe dat ze een hoop dingen wist die hij nooit zou kunnen leren. Ze begreep gedichten, en ze kende Frans, en ze kon Schateiland lezen zonder dat iemand haar van alles hoefde uit te leggen. Op een keer had hij zijn grootmoeder horen zeggen: 'Charlotte heeft de hersens in dit gezin.' Door de manier waarop ze dat zei, had hij zich altijd minderwaardig gevoeld. Hij hield ervan dingen te maken en te bouwen, zoals de windmolen die hij had gebouwd met zijn meccanodoos; kwam er dan niemand op het idee dat je daar ook hersens voor nodig had?

Hij liep Charlottes kamer uit en stond een poosje op de overloop. Hij keek door het trapgat naar beneden. De woonkamer was donker, op een streep licht na die door de open keukendeur viel. Ze was nog steeds met water bezig. Hij ging naar zijn eigen slaapkamer, waar het een heerlijke rommel was. Een geweldige kamer, niemand buiten hem zelf kon daar iets vinden. Dat vond hij heel prettig. Hij hief een voet hoog op toen hij de kamer binnenliep, omdat hij anders op de microscoop zou trappen die hij afgelopen Kerstmis had gekregen.

Hij kroop in bed, plakte zijn kauwgom tegen het hoofdeinde en besloot toen zijn tanden niet te poetsen omdat hij toch niet geloofde dat bacteriën bestonden. Charlotte verzon zo vaak dingen om hem mee te plagen.

Hij lag met zijn ogen open en keek naar de lamp op de boekenplank. Op de kap stonden plaatjes van figuren uit kinderliedjes en Frankie keek een tijdje naar Roodkapje met haar mandje in haar hand. Je kunt maar beter bij dat huisje wegblijven, meisje, dacht hij. Het is iemand anders dan je grootmoeder die daar binnen ligt.

Emily vergrendelde de keukendeur, deed het licht uit en liep daarna naar de voordeur, waar ze ook de grendel voorschoof. Ze keek heel evenmin door het kijkgat - en zag buiten niets anders dan het gele buitenlicht en de eik. Ze dacht even aan de verschrikkelijke film die ze had moeten uitzitten. Hoe dan ook, Frankie had hem leuk gevonden, zelfs al had Charlotte niet bepaald overgelopen van enthousiasme.

Ze liep de trap op en stopte halverwege om t? luisteren naar het geluid van een Kinderstem. Het was Frankie die zijn gebedje opzei. Ze bleven even staan om hem af te luisteren, hoewel ze zich daar wat ongemakkelijk onder voelde. 'En laat u alstublieft mijn vader veilig thuiskomen, en zegen mijn moeder, en mijn zusje ook, als u vindt dat ze het verdient...' Emily liep glimlachend haar eigen slaapkamer in en trok de deur achter zich dicht.

Ze kleedde zich uit en ging op de deken liggen. Ze vouwde haar handen tussen haar benen en wachtte op de nachtgeluiden. Frankies bed kraakte.

De wind ruiste in de boom voor het huis, maar ze draaide zich niet om om ernaar te kijken. Ze dacht een tijdlang aan William en aan haar ontmaagding op dat veld, maar gek genoeg kon ze zich zijn gezicht niet voor de geest halen. Vreemd, zoals de tijd zijn beeld had weggevaagd. William Dinges. Ze hoorde de wind weer die een geluid maakte als van een ruisend kledingstuk, een zoom die een glad oppervlak raakte.

Het lukte haar niet om in slaap te vallen. Ze opende James Hamiltons bundel en las de eerste twee, drie gedichten langzaam door. Het viel haar op dat hij nogal gek was op kleuren - maar de beelden waarin hij de kleuren gebruikte waren toch deprimerend. Ze sloeg het boek dicht, ging op haar zij liggen en sloot haar ogen. '... een oranje zon brengt het weer terug en ik kan het me niet herinneren ...' Toen ze in slaap viel, droomde ze dat ze ergens in een kamer met gekruiste benen op de grond zat en dat James Hamilton zijn gedichten aan haar voorlas - en toen ze hem vroeg wie Deirdre was keek hij haar verbaasd aan, en in de droom was de pagina met de opdracht, waarop haar naam hoorde te staan, op onverklaarbare wijze leeg.

Toen kwam Ted de kamer binnen. Hij smeet de deur open en begon kwaad in een vreemde taal te praten.