Bewijsstuk referentiecode: VN8723
Zaaknummer: VN87
Leidinggevend inspecteur: Samuel Kombothekra
DAGBOEK VAN GERALDINE BRETHERICK, FRAGMENT 9 VAN 9 (afkomstig van de harde schijf van een Toshiba laptop in Corn Mill House, Castle Park, Spilling, RY29 OLE)
18 mei 2006, 23.50 uur
Vanavond, toen ik in bad zat te lezen en probeerde om een beetje te ontspannen, hoorde ik achter me iemand hijgen. Lucy. Sinds ze met haar deur open slaapt heeft ze er minder moeite mee om uit bed te komen en naar mij op zoek te gaan. Ik vraag haar iedere dag of ze nog steeds bang is voor monsters. Ze beweert van wel. ‘Nou, dan ben jij dus duidelijk nog geen groot meisje,’ zeg ik dan. ‘Want grote meisjes weten dat monsters maar verzonnen zijn. Slimme grote meisjes slapen met hun deur dicht.’
Toen ik me omdraaide zag ik haar in de deuropening van de badkamer staan, en ik zei: ‘Lucy, het is al halftien. Ga weer naar bed en ga slapen. Nu meteen.’
‘Dat moet je niet doen, mama,’ zei ze.
Ik vroeg haar wat ik niet moest doen.
‘Dat nachtlampje op de rand van het bad zetten. Straks valt het in het water en dan ga je dood van de elektriciteit.’ Ze is te jong om te begrijpen hoe het precies zit, maar ze weet dat het heel erg is als dat gebeurt. Waarschijnlijk denkt ze dat het net zoiets is als vallen, zoals die keer dat zij in de tuin was gevallen en allebei haar knieën had geschaafd.
‘Het komt wel goed, hoor,’ zei ik tegen haar. ‘Ik ben heus wel voorzichtig. Maar ik heb anders niet genoeg licht, want als ik het grote licht aandoe gaat de ventilator ook meteen draaien, en ik moet lezen in bad, want dat ontspant me.’
Waarom zou ik dat überhaupt uitleggen? Logica zegt een vijfjarige helemaal niks, tenminste, mijn vijfjarige niet. Logica werkt niet, overredingskracht helpt niet, omdat-ik-het-zeg helpt niet, smeken helpt niet, toegeeflijkheid helpt niet, straf en inbeslagname van speelgoed helpt niet, afleiding en vermaak helpt niet en zelfs omkoping helpt niet altijd, tenminste, alleen voor zolang als het chocolade smeergeld door de kaken wordt vermalen. Niets helpt: dat is de gouden regel voor het grootbrengen van kinderen. Wat je ook doet, over welke boeg je het ook gooit, je kind zal je ziel elke keer weer weten te vermorzelen.
In antwoord op mijn poging om haar te antwoorden zoals ik een groot mens antwoord zou geven, barstte Lucy in tranen uit. ‘Nou, ik ga niet dood van de elektriciteit!’ schreeuwde ze tegen me. ‘Ik lees nooit in bad, dus ik word nooit geëlektrocuteerd! En ik ga ook niet naar de hemel, want je gaat pas naar de hemel als je honderd bent – dat heeft mevrouw Flowers zelf gezegd!’ Toen rende ze weer terug naar haar kamer, blij dat ze mijn ontspannende bad grondig had weten te verzieken.
Grot mag weten wat voor onzin ze in die kinderen pompen daar op school. Lucy vroeg me een keer wat de hemel precies was. Ik zei dat het een goede thriller was en een zessterrenhotel aan een wit zandstrand op de Malediven.
‘Ging Jezus daar ook naartoe toen hij dood was?’ vroeg ze toen. ‘Voordat hij weer levend werd?’
‘Dat betwijfel ik,’ zei ik. ‘Ik weet niet zoveel van Jezus, maar ik denk dat hij liever zou gaan kamperen in het Lake District.’ Niemand kan mij er ooit van beschuldigen dat ik de spirituele opvoeding van mijn dochter verwaarloos.
‘Maar wie gaat er dan wel naar dat hotel in de hemel?’ vroeg Lucy.
Ik zei: ‘Heeft iemand het op school al eens over de duivel gehad?’