Bewijsstuk referentiecode: VN8723

Zaaknummer: VN87

Leidinggevend inspecteur: Samuel Kombothekra

DAGBOEK VAN GERALDINE BRETHERICK, FRAGMENT 2 VAN 9 (afkomstig van de harde schijf van een Toshiba laptop in Corn Mill House, Castle Park, Spilling, RY29 OLE)

20 april 2006, 22.00 uur

Ik denk dat ik geen vriendinnen meer kan blijven met Cordy. Dat is jammer, want ze is een van de weinige mensen die ik echt mag. Ze belde me een paar uur geleden om te zeggen dat ze verliefd is op een andere man, iemand met wie ze in totaal twee weekenden heeft doorgebracht. Ze weet ook wel dat het krankzinnig is, zegt ze, maar je leeft maar één keer, en zij wil haar leven met hem doorbrengen. Dermot weet het kennelijk en die is er kapot van. Dat kan ik hem niet kwalijk nemen, zei ik. Verleden jaar heeft ze er nog op aangedrongen dat hij zich liet steriliseren. Hij wilde liever niet, maar hij deed het voor Cordy, zodat die kon stoppen met de pil.

Ze zei dat ze niet bij Dermot hoefde te blijven omdat die zich had ‘laten helpen’. ‘Zoveel opofferingsgezindheid heb ik niet in me,’ zei ze. ‘Jij wel dan?’

Ik wist niet wat ik moest antwoorden. Ik dacht, ja, dat moet wel. De afgelopen vijf jaar heb ik het gevoel alsof ik opgesloten zit in een kamertje in een onderzeeboot die bijna geen zuurstof meer in voorraad heeft, en daar heb ik helemaal niets aan gedaan. Nog altijd niet. Vanavond stond ik in de keuken chorizo te snijden voor het avondeten, en Lucy kwam achter me staan, sloeg haar armen om mijn been en begon een liedje te zingen dat ze op school had geleerd. Heel hard. Ik voelde weer die vluchtige paniek in mijn borst, alsof ik een vlinder was die probeerde te ontsnappen uit een strak gesloten vuist. Zo voel ik me altijd als Lucy me onverwacht omhelst. Ik zei: ‘Dag liefje, wat een fijne knuffel is dat,’ terwijl ik die vertrouwde schreeuw hoorde in mijn hoofd: geen ruimte, geen rust, geen keuzes, en dit zal voor eeuwig zo doorgaan…

Uiteindelijk zei ik tegen Cordy dat ik inderdaad mijzelf zou opofferen en dat ik zou blijven als ik haar was. Ze slaakte een gepijnigde kreet bij wijze van antwoord. Ik had met haar te doen en wilde net mijn woorden terugnemen – hoe kon ik ook weten wat ik zou doen? – toen ze zei: ‘Ik denk niet dat ik kan blijven. Maar… als ik Oonagh alleen in de weekenden mag zien, dan breekt mijn hart.’

Mijn eigen hart bevroor toen ik haar dat hoorde zeggen. ‘Je bedoelt… je bedoelt dat je Oonagh niet meeneemt als je weggaat?’ vroeg ik zo gewoon mogelijk. En toen vertelde ze me alles: het hele ‘masterplan’. Cordy zei dat ze Oonagh bij Dermot zou laten als ze bij hem wegging. ‘Ik zou niet met mezelf kunnen leven als ik haar van hem af zou pakken,’ zei ze. ‘Ik bedoel, hij kan verder geen kinderen meer krijgen, toch? En dat is mijn schuld. Bovendien ben ik degene die een einde maakt aan dit huwelijk.’ Toen begon ze te huilen.

Cordy is niet achterlijk. Ik neem aan dat iedereen er intrapt, maar ik niet. Als ze weggaat – en dat zal ongetwijfeld gebeuren – dan heeft dat helemaal niets te maken met die nieuwe vent. Dan heeft dat alles te maken met het feit dat ze dolgraag verlost wil zijn van haar kind, dat ze weer vrij wil zijn. Mensen zeggen altijd dat ze ‘met handen en voeten gebonden zijn’ als het over hun huwelijk gaat, of als ze met iemand samenwonen, maar dat is zo’n onzin. Voordat wij Lucy kregen waren Mark en ik volkomen vrij.

Het ingenieuze van Cordy’s plan is dat niemand haar zal veroordelen omdat ze Oonagh in de steek laat. Ze doet net alsof ze iets verschrikkelijks opoffert door Dermots behoeften voorrang te geven in dit geval, en dat haar hart breekt als ze niet de hele tijd bij haar lieve dochter kan zijn.

‘Ik denk wel dat ik haar vaak genoeg mag zien van Dermot,’ snikte ze. ‘Dan kan ze elk weekend bij mij zijn, en in de vakanties. Misschien kunnen we ook wel een co-ouderschap afspreken. Dat Oonagh in twee huizen woont.’

‘Veel mannen zouden liever niet de zorg voor hun kind op zich nemen,’ zei ik, en ik dacht aan Mark, want die zou er niets van bakken. Ik geloof niet dat hij ooit eten heeft klaargemaakt voor Lucy. Of voor wie dan ook, trouwens. ‘Weet je zeker dat Dermot dat wel wil? Misschien heeft hij liever dat Oonagh bij jou blijft, zolang hij haar maar kan zien als hij daar zin in heeft.’

Cordy antwoordde: ‘Nee. Zo zit Dermot niet in elkaar. Hij is een geweldige vader. Hij heeft alles gedaan, meteen vanaf het begin. We delen de zorg, en alles. Ik weet zeker dat hij wil dat Oonagh bij hem blijft.’

‘Nou, goed,’ zei ik, en ik voelde dat ik groen zag van jaloezie. Dat was het moment waarop ik wist dat ik het niet aan zou kunnen. Als Cordy mocht ontsnappen en een heel nieuw leven kon beginnen, en als zij van Oonagh af kon en er toch opstond als een heilige martelares, dan wilde ik haar nooit meer zien.