24

13/08/2007

Sam zette zich schrap, en liep toen de verhoorkamer in waar Simon, Charlie en Jonathan in stilte zaten. Hij gooide de inhoud van een gewaarmerkte bewijszak op tafel: een stapel groene kleren – ranzig. ‘Amy’s schooluniform,’ zei hij.

Hey deinsde achteruit.

‘Dit had ze aan toen ze stierf,’ zei Charlie. ‘U hebt haar uitgekleed. Als dat niet zo is, wil ik graag van u horen wat deze kleren dan wel te betekenen hebben. Waarom zijn ze beschimmeld?’

Niets. Geen antwoord.

‘Het was Amy,’ zei Charlie. ‘Amy heeft Encarna vermoord.’

Hey schudde zijn hoofd, met een glazige blik. Hij had een advocaat geweigerd, dus was er niemand om Charlie op te laten houden met het voorleggen van steeds dezelfde suggestie, nu al bijna veertig keer. Advocaten zijn net bankiers, beweerde Hey – ze verdienen geld over andermans rug.

Sam wist niet wat hij ervan moest denken. Hij vertrouwde op Charlies oordeel en het was ook veelzeggend dat Simon achter haar theorie leek te staan, maar Hey moest het zeggen voor hij er zelf ook zeker van kon zijn.

‘Wie zou je anders zo graag willen beschermen dat je twee moorden op je wilt nemen die je helemaal niet hebt gepleegd? Dat kan alleen maar Amy zijn,’ zei Simon. ‘Met van die aasgieren zoals Harbard die staan te trappelen om een artikel of een boek te schrijven over een vijfjarig meisje dat haar moeder vermoordde.’

‘Dan zou ik hem vermoorden,’ fluisterde Hey.

‘Uw pijn zou hem geen moer kunnen schelen,’ zei Charlie. ‘Hij zou schrijven waar hij zin in had, dat weet u ook wel. En hij zou er van alles over te melden hebben op tv, in documentaires en discussieprogramma’s. Ga maar na hoe Harbard is, wat hij doet, en bedenk dan maar eens hoe dicht hij hier bovenop zit, dankzij u.’ Ze leunde voorover. ‘Als u ons de waarheid vertelt, de hele waarheid, dan kan hij geen munt meer slaan uit uw tragedie. Dan kan hij geen boek meer schrijven over dat Encarna een gezinsdoder was.’

Sam keek geboeid toe. Dit was een nieuwe aanpak: Hey bedreigen met het lijden dat hij vreest. Hij hoopte vurig dat het zou werken.

‘Ze heeft gelijk,’ zei Simon. ‘Harbard doet precies wat hij zo graag doet: hij verzint zijn eigen conclusies, nog voordat hij enig bewijs heeft onderzocht. Als wij u de dood van Amy en Encarna niet ten laste leggen – en dat gaan we inderdaad niet doen – wat denkt u dan dat hij doet? U hebt me zelf verteld dat hij een boek over Geraldine wilde schrijven, maar nu weet hij dat die Lucy en zichzelf niet heeft vermoord. Hoelang zal het dan duren, denkt u, voor hij zich op Encarna stort? Als u ons de waarheid vertelt, is niemand meer in die hele Harbard geïnteresseerd, dat kan ik u zo al zeggen.’ Simons stem brak. ‘U moet nu voor uw familie opkomen. U mag hen niet overleveren aan iemand die absoluut niet om hen geeft.’

Heys hoofd bewoog. Was het een knikje? Een heel klein knikje?

‘Vertel eens wat u aantrof op de dag dat Encarna en Amy om het leven kwamen?’ vroeg Sam kalm, ook al voelde hij zich alles behalve kalm. ‘Toen u thuiskwam. Waar was u geweest?’

Hey fixeerde zijn blik op een punt recht voor zich, en staarde, in de ban van een onzichtbare verschrikking. Hij zag het allemaal weer voor zich.

‘Je riep, maar niemand gaf antwoord?’ opperde Sam.

‘Ik was naar een afscheidsborrel geweest van een collega. Niet eens een collega die ik aardig vond. Ik kwam laat thuis. Als ik niet was gegaan, dan zouden Amy en Encarna nu nog leven.’ Hij dekte zijn ogen af met zijn handen. ‘Dan zou iedereen nu nog leven.’

‘Wat trof u in de badkamer aan, Jonathan?’

‘Ze lagen dood in bad. Allebei. Er... er lag ook… een lamp. In het water. Amy’s nachtlampje. En het boek dat Encarna had liggen lezen.’

‘Ze waren geëlektrocuteerd,’ zei Sam voorzichtig.

‘Ja. Amy… Amy lag boven op Encarna, met haar schooluniform aan. Het was doorweekt. Ik dacht dat het een ongeluk was,’ snikte Hey. ‘De lamp was in het water gevallen, en Amy, die zag dat Encarna in moeilijkheden was, moet haar hebben vastgegrepen, om haar uit het bad te trekken, maar omdat het bad in de vloer verzonken is, zo verdomde laag… Ze moet hebben geprobeerd om haar uit bad te trekken, en toen heeft ze Encarna bij de arm vastgepakt. Ik moest ontzettend mijn best doen om haar vingers los te maken.’ Hij huiverde. ‘Ze was pas vijf! In die ene seconde van paniek, toen ze zag dat haar moeder doodging, had zij nooit kunnen beseffen dat ze ook haar eigen leven riskeerde door haar handen in het water te steken! En ze heeft Encarna ook nooit echt willen doden, niet echt, tenminste – een vijfjarige heeft nog geen idee wat het betekent om iemand te vermoorden.’

Sam probeerde voor zich te zien wat Hey allemaal beschreef. Dat viel hem niet mee.

‘U wilde geloven dat het een ongeluk was,’ zei Charlie. ‘Maar dat geloofde u niet. Diep vanbinnen kon u dat niet geloven. U was bang dat Amy haar moeder pijn had willen doen, al was het maar heel even. Daar was u bang voor, op zijn minst. U was bang dat zij die lamp expres in het water had geduwd.’

‘Nee.’ Heys ogen stonden wild. Hij haalde steeds zijn handen door zijn haar. ‘Nee, nee.’

‘Nee? Maar waarom hebt u dan geen ambulance gebeld, als het een tragisch ongeluk was? Waarom hebt u hun lichamen in de tuin van de Brethericks begraven?’

‘Ik weet het niet. Ik weet niet waarom ik dat heb gedaan.’

‘U hebt niet heel erg veel zelfvertrouwen, hè, professor Jonathan Hey?’ zei Simon. ‘Ondanks uw succesvolle carrière. U was bang dat de lichamen die u met zoveel zorg had begraven op een dag gevonden zouden worden – want dat is typisch iets dat u zou overkomen, toch? En u moest zorgen dat mensen niet te weten zouden komen wat Amy had gedaan. U hebt haar uitgekleed zodat het leek alsof zij ook een slachtoffer was, mocht iemand haar en Encarna ooit vinden.’

Hey keek alsof hij op het punt stond om flauw te vallen. ‘Ja,’ zei hij moeizaam.

Charlie nam het nu over. ‘Iedereen weet toch dat moordenaars niet uitgekleed en begraven worden. Dat gebeurt alleen met slachtoffers. U hebt Amy’s kleren uitgetrokken, niet alleen om alle anderen ervan te overtuigen, maar ook uzelf: dat het allemaal een ongeluk was. Dat Amy en haar moeder samen in bad zaten, en dat het nachtlampje daar toen in is gevallen. Had u dat eigenlijk willen vertellen als de lichamen ooit zouden worden gevonden?’

‘Of was u van plan om te vertellen dat Encarna hen allebei heeft vermoord?’ vroeg Simon. ‘Gezinsdoding. Uw vrouw had zich door uw werk laten inspireren, dat zou u aan iedereen vertellen, en u hebt hun lichamen begraven om haar reputatie te beschermen. Als u dat zou zeggen, zou niemand ooit vermoeden dat u eigenlijk Amy in bescherming wilde nemen.’

‘Ik weet het niet,’ zei Hey. ‘Misschien.’

‘Heeft Amy ooit tegen je gezegd dat ze haar moeder wilde vermoorden?’ vroeg Sam.

‘Jullie weten genoeg. Ik heb genoeg gezegd.’

Sam dacht aan de e-mails van Oonagh O’Hara aan Amy. Hoe gaat het met je moeder? Gaat het goed met je moeder? had ze gevraagd aan het eind van elke mail. ‘Dat heeft ze tegen hem gezegd,’ zei hij tegen Simon en Charlie. ‘En ze heeft het ook aan Oonagh O’Hara verteld, en Oonagh heeft het weer aan Lucy Bretherick verteld.’ Dat moet het geheim wel zijn dat Lucy aan Oonagh had weten te ontfutselen, en dat Oonagh per se niet nog een keer wilde doorvertellen. ‘Daarom hebt u Lucy ook vermoord.’ Sam wist niet zeker of het wel echt zo zat, totdat hij Heys gezicht zag.

‘Welk kind zegt nou zoiets?’ schreeuwde Hey, en zijn verdriet werd ineens overvleugeld door een intense, verwrongen haat. ‘Iedereen vond Lucy Bretherick altijd zo’n engeltje. Nou, zou een engeltje zoiets aan een vader vertellen over zijn eigen kind?’ Hij wachtte niet op antwoord. ‘Ik zal jullie eens vertellen hoe die Lucy Bretherick echt was. Encarna en ik konden haar niet uitstaan. Ze was bazig en ze schepte altijd verschrikkelijk op. Het was een irritant, gevoelloos, arrogant, zelfingenomen... krengetje. Haar ouders hadden haar het gevoel gegeven dat zij beter was dan wie ook. Weerzinwekkend was ze! O, ik heb het geprobeerd, echt. Ik heb ontzettend mijn best gedaan om haar aardig te vinden, voor Geraldine. Ik wilde zo graag dat het zou werken, wij als gezin. Maar dat had nooit gekund, dat snap ik nu ook wel. Je kinderen moeten je eigen kinderen zijn.’

Simon voelde een kilte in zijn botten. ‘Wat is er precies gebeurd op de dag dat Geraldine en Lucy omkwamen?’ vroeg hij. ‘U was bij ze in Corn Mill House. Was dat vanwege het dagboek?’

Hey knikte. ‘Geraldine was klaar met de vertaling. Ze was doodsbang dat ik heel boos op haar zou worden en ze bleef maar zeggen dat ze liever niet had dat ik het las, maar ik was helemaal niet boos. Ze was in tranen. Dus uiteindelijk moest ik haar troosten. Wat er allemaal in het dagboek stond verbaasde mij totaal niet – het was meer van hetzelfde, want Encarna zei dat soort dingen altijd. Ze had een paar heel nare dingen over Lucy geschreven, dat ze haar had willen slaan. Het lukte me om Geraldine ervan te overtuigen dat ze dat helemaal niet zo bedoelde, maar dat ze gewoon stoom afblies.’

‘Wanneer was dat?’ vroeg Simon. ‘Welke dag?’

‘Hoezo?’ vroeg Hey ongeduldig. ‘Dat was op 1 augustus.’

Nog geen twee weken geleden, dacht Sam. Hoe was het mogelijk.

‘Ga verder,’ zei Simon.

Hey schonk hem onverwacht een glimlach. Het was een nederig lachje, alsof hij hem dankbaar was dat hij door mocht praten. ‘In het dagboek werd een paar keer iets gezegd over Amy’s nachtlampje.’

‘Dat weten we. We hebben het in zijn geheel laten vertalen.’

‘Er was een opmerking die Geraldine niet begreep. Ze kon maar niet begrijpen dat Amy naar Encarna toe was gelopen toen die in bad zat, en dat ze toen riep: “Ik ga niet dood van de elektriciteit, maar jij wel!”’ Hey maakte een gekweld geluid, en bood meteen zijn verontschuldigingen aan. ‘Het laatste deel van die zin heb ik natuurlijk gewist. Toen Geraldine dood was.’

‘Vertel eens over Lucy,’ zei Sam.

‘We wisten niet dat ze er was. Ze had ons van achteren beslopen terwijl we zaten te praten… Dat engeltje had ons staan afluisteren. Ik loog, en ik zei tegen Geraldine dat ik geen idee had wat Amy daarmee kon bedoelen – ik zei dat ik er ook niks van begreep. En toen begon Lucy: “Amy zegt dat ze haar moeder gaat vermoorden.” Ze keek er heel tevreden bij, zoals altijd, alsof ze een schouderklopje verwachtte. Geraldine was woest. Ze zei tegen Lucy dat ze niet zulke brutale, gemene dingen mocht zeggen, maar Lucy hield niet op. Ze zei dat Oonagh O’Hara tegen haar had gezegd dat Amy had verteld dat ze Encarna zou vermoorden door de lamp in bad te duwen, als Encarna weer in bad zat te lezen. De enige reden waarom Oonagh nog leeft, is dat ik nog geen manier had gevonden om haar uit de weg te ruimen.’

Charlie knikte. ‘Dus daarom moest u Geraldine en Lucy wel vermoorden. Omdat zij het wisten. Zij kenden Amy’s geheim, en u moest uw dochter beschermen.’

‘Ik zou Lucy nog met mijn blote handen hebben vermoord, maar ik… ik gaf om Geraldine, zoals ik al zei. Ik wilde niet dat die boos zou worden.’

‘Dus toen bent u weggegaan,’ zei Simon. ‘U ging op zoek naar een of ander middel om hen mee onder zeil te helpen.’

‘Ik had Geraldine nooit kunnen vermoorden als ze... bij kennis was. Ik ben geen moordenaar, Simon.’ Er lag iets smekends in Heys blik. ‘Ik had het gewoon nooit gekund. Je had gelijk. Ik ben een… hoe noemde jij dat ook weer, een stuk schorem geweest. Dat vind ik trouwens een vreselijke, denigrerende term. Dat moet je niet meer zeggen.’

‘Bedankt voor de tip.’

‘Ik ben naar Billy gegaan. Hij had wel iets voor me, en hij zei hoe ik het moest gebruiken. Later die dag ben ik weer teruggegaan naar Corn Mill House, en toen heeft Lucy haar excuses nog aan me aangeboden. Ze zei dat ze had gejokt. Geraldine was zo opgelucht en zo blij om me te zien.’ Heys gezicht lichtte op. ‘Dat zal ik nooit vergeten. Ze zei: “Godzijdank! Ik was toch zo bezorgd om je.” Ze had rode ogen, Lucy ook. Ze hadden nooit ruzie, maar… het was duidelijk dat Geraldine haar ongenadig op haar duvel had gegeven.’

‘En wat is er toen gebeurd?’ vroeg Charlie.

‘Niets.’

Niets? Die man is echt ongelofelijk, dacht Sam.

‘Ik heb voor ons allemaal iets te drinken gemaakt. En in de glazen van Geraldine en Lucy heb ik wat GHB gedaan.’ Hey zag dat Simon hem aanstaarde. ‘Ik wilde het niet, maar... Lucy had niet gejokt. Dat kind was zo geobsedeerd door de waarheid, dat wist ik zelfs. En Geraldine moet het ook hebben geweten. Die moet zich hebben afgevraagd of Encarna en Amy wel echt in Spanje zaten.’ Hij hoestte even. ‘Maar ik wil het liever niet hebben over wat er toen gebeurde.’

‘De moorden,’ zei Simon.

‘Daarna, toen… ik heb het bestand met het dagboek gevonden op Geraldines computer. Ik heb de namen veranderd, en alle dagen en passages die te specifiek waren om over Geraldine te kunnen gaan heb ik gewist. Details over Encarna’s leven of haar werk. Dus uiteindelijk heb ik alleen een paar redelijk abstracte passages laten staan.’

‘Maar zo abstract was het niet,’ merkte Simon op. ‘Geraldines moeder vertelde ons dat de ruzie over The Big Sleep-beker nooit had plaatsgevonden.’

‘Ik was verschrikkelijk overstuur. Dus ik heb dingen gemist. Fouten gemaakt.’

‘Encarna was pas in april aan haar dagboek begonnen,’ zei Charlie. ‘Ze heeft tweeëntwintig dagen iets geschreven, tussen 10 april en 18 mei. De meeste mensen beginnen een dagboek in januari.’

‘Zij was ermee begonnen toen ze had gehoord dat Michelle een vriendje had,’ zei Hey. ‘Encarna was als de dood dat Michelle ons in de steek zou laten. Dat was ook toen haar buien erger werden, steeds erger. Toen is ze in dat zwarte notitieboek gaan schrijven.’

Een paar seconden lang zei niemand een woord. Toen zei Sam: ‘Dankjewel, Jonathan. Bedankt dat je ons de waarheid hebt verteld.’ Hij voelde Simons misprijzende ogen op zijn huid branden. Dat was het enige wat Sam niet prettig vond aan Simon: dat hij geen medelijden kende, en geen vergiffenis.

Wonderlijk genoeg zei Hey toen: ‘Nee, jullie bedankt, inspecteur. Jullie allemaal. Dankzij jullie voel ik me nu een echter mens dan ik me in tijden heb gevoeld. Door jullie begrijp ik nu dat ik oprecht moet zijn voor ik gelukkig kan zijn. Ik hoop dat ik ooit nog eens de kans krijg om het allemaal aan Sally uit te leggen. Simon?’

Simon keek hem met tegenzin aan.

‘Je moet goed onthouden wat het allerbelangrijkste is wat ik je heb verteld,’ zei Hey. ‘Amy wilde Encarna redden. Daarom is ze in het water terechtgekomen. Dus het was... een goede dood.’ Een onzekere glimlach speelde langzaam om zijn mond. ‘Het moment dat ze stierf was het moment waarop ze besloot dat ze haar moeder wilde redden.’