Bart was verbaasd toen hij de volgende morgen zijn moeder en Joost aan het ontbijt aantrof in plaats van de buurvrouw. Hij nam met een blij gezicht plaats aan tafel en pakte twee
beschuitjes met hagelslag van de schaal. 'Hebben jullie nog iets gevonden?' vroeg hij nieuwsgierig. Zijn moeder maakte een hulpeloos gebaar. 'Niets. Misschien hebben we vandaag meer geluk. Hoe ging het vissen gisteren?' 'Tof. Ik heb drie grote snoekbaarzen gevangen en Peter twee.' Hij kauwde enthousiast op zijn beschuit. 'En de moeder van Peter kwam soep en limonade brengen en we hebben onwijs gelachen.'
'Dat klinkt gezellig', meende Joost. 'De volgende keer ga ik met jullie mee.'
'Mij best', zei Bart. 'Ik moet opschieten want Frits komt me halen. We fietsen samen naar school.' Zijn ogen hielden de wijzers van de klok in de gaten terwijl hij met grote slokken zijn melk opdronk. Hij veegde met zijn mouw het melk- snorretje van zijn gezicht en sprong op. 'Ik heb voor de middag iets lekkers ingepakt', zei zijn moeder. 'Is het snoep?'
'Dat zal je wel zien', glimlachte mevrouw Aldra.
'Ik hoop dat het snoep is', zei Bart en hij pakte zijn rugtas van
de grond. 'Ik ga.'
'Krijg ik geen zoen?' vroeg zijn moeder en trok hem in haar armen voordat hij langs haar heen kon schieten. Ze hield hem enkele minuten stevig vast.
'Mam! Ik stik bijna', piepte de jongen. Hij wrong zich los en holde de keuken uit.
'Doe je jas aan', brulde zijn moeder hem nog na. 'O, mam...' Barts hoofd verscheen om de hoek van de deur. 'Gisteren heeft er een mevrouw gebeld. Het was heel belangrijk en je moet terugbellen.' En weg was zijn hoofd. 'Bart, hier blijven', schreeuwde zijn moeder en ze spurtte achter de jongen aan naar buiten. 'Wie was die vrouw? Heeftze een naam genoemd? Heb je haar nummer genoteerd?' 'Mam...' piepte Bart met een kinderlijk stemmetje, 'straks kom ik te laat. Frits staat al te wachten.' Hij seinde naar Frits, dat hij nog even geduld moest hebben. Joost stond nu ook in de deuropening. 'Bart, dit is belangrijk. Misschien ging het over je zus. Heeft die mevrouw jou een nummer gegeven?' Bart knikte en keek naar de inktvlek op zijn handpalm. 'Het was een heel lang nummer. Ik had het hier opgeschreven maar ik denk dat door het water...' Joost greep zijn arm vast en stroopte zijn mouw omhoog. 'Heb je het op je hand geschreven? Nee toch...'jammerde Joost. 'Ik kon toch ook niet weten...', sputterde de jongen tegen. 'Bart', gromde zijn moeder maar ze maakte haar zin niet af. Ontredderd keek hij haar aan, zijn lip trilde. Met een klap vielen haar kaken dicht. 'Maar er zijn nog wel wat cijfers te lezen', zei Bart met een iel stemmetje en hij wees op zijn hand. 'Kijk maar... Hier een drie en een zes en...' Mevrouw Aldra holde foeterend het huis binnen en kwam terug met pen en papier. 'Laat zien', snauwde ze. Ze probeerden de blauwe vegen te ontcijferen. 'Ga nu maar naar school. Doe voorzichtig.' Bart knikte, sprong op zijn fiets en verdween de straat uit.
'Wat hebben wc?' vroeg Joost. Ze bogen zich over het papier en bestudeerden de cijfers. 'Dit kan een zeven of een negen zijn. Volgens mij is het een buitenlands nummer', merkte Joost op. 'Welk land begint er met nul en drie?' 'Wacht...' Mevrouw Aldra haalde een agenda uit de kast en begon te bladeren.
'Meestal staan de landennummers in een agenda. Hier... Spanje, België, Ierland, Frankrijk, Italië en Luxemburg beginnen met nul nul en een drie.' 'Het moet België zijn geweest, dat kan niet anders,' zei Joost. 'Waarom?' Mevrouw Aldra keek hem verbaasd aan. 'Het moet Vlaams zijn geweest, een andere taal verstaat Bart niet.'
'Dat is waar. En nu?'
'Er ontbreekt hier een cijfer en een cijfer is onduidelijk. Dit kan een zeven of een negen zijn. We maken een lijst met de mogelijkheden en bellen ze allemaal af.' 'O, god... dat kan dagen duren.' De stem van mevrouw Aldra sloeg over en er verscheen een angstige uitdrukking op haar gezicht. Alsjeblieft, dacht ze. Laat haar niks zijn overkomen, alsjeblieft. Ze haalde diep adem en het voelde alsof een zware steen op haar maag lag. Het gevoel dat ze de psychische druk niet meer aankon en dat ze zou doordraaien, werd steeds groter. Haar hart roffelde wild tegen haar ribben en het zweet brak haar uit.
'Gaat het?' vroeg Joost bezorgd. Hij legde zijn hand op haar arm.
'Ik red het wel, maak je om mij maar niet bezorgd', zei ze dapper. 'Ik bel ik de ouders van Kelly om te vragen of ze met hun mobiel hier naartoe willen komen. Dan bellen we met zijn vieren. En dan maar hopen dat dit iets is.'
De volgende dag had Mo Lisa op de kade afgezet en was naar Hot Lips gereden. Hij sprong neuriënd uit zijn auto en mikte zijn sigarettenpeuk in de goot. Beneden in de bar trof hij Kelly achter een glas warme chocolademelk en lezend in een tijdschrift aan. 'Prinses...' riep hij blij. Hij sloeg zijn arm rond haar schouder en drukte een kus op haar wang. 'Ben je alweer wat opgeknapt? Gelukkig maar. Ik maakte me ontzettend ongerust.' Hij nam tegenover haar plaats en bestelde een kop
koffie. Kelly keek hem aan, een schaduw gleed over haar gezicht.
'Ik ben gisteren weer begonnen', antwoordde ze korzelig. 'Alleen wat serveren want ik voelde me nog niet fit genoeg voor iets anders.'
'Wil je wat wiet of iets sterkers?' Kelly twijfelde even. Het leek haar wel prettig om even alles te vergeten, even los te komen uit deze nachtmerrie. Een enorme zucht ontsnapte aan haar keel. Ze had het moeilijk. 'Nee, dank je', zei ze ten slotte. 'Weetje wat wij gaan doen?' Kelly trok vragend haar wenkbrauwen op.
'We gaan samen ergens wat eten', opperde hij. 'Gezellig met
zijn tweetjes, daar knap je van op. Je bent gewoon een beetje
depri. Je moet er gewoon even tussenuit.'
'Denk je?' vroeg Kelly zoetsappig en een namaakglimlach
verscheen op haar gezicht.
'Dat weet ik wel zeker. Kom, pak maar vast je jas.'
'Ik drink eerst even mijn chocolademelk op', antwoordde ze
lauw en met samengeknepen ogen hield ze zijn gezicht
gevangen. Rond halftwaalf stapten Mo en Kelly in de auto.
Lien staarde het tweetal vanachter het raam na en liep toen
naar de telefoon.
Mo had haar meegenomen naar een klein tentje even buiten Antwerpen. Hij haalde zijn shag tevoorschijn en trok er een vloeitje uit. Hij rangschikte de tabak en begon te rollen. Kelly keek hoe Mo aan zijn shagje likte en zei toen: 'Hoe gaat het eigenlijk met de zaken in Nederland? Ik hoor je daar nooit meer over.' Hij stopte en leek verbaasd, maar herstelde zich snel. 'Ik heb al een aardig netwerkje opgezet. Als we dit zo volhouden, zijn we over een jaar van onze schuld af.' Onze
schuld... Deze twee woorden bleven nagalmen in haar hoofd. Onze... Ze voelde woede, een opkomende driftbui, die wanhopig wachtte om tot uitbarsting te komen. Ze slikte haar boosheid in.
'Wat wil je eten, lieverd?' Kelly's ogen dwaalden over de kaart. Ze had totaal geen behoefte aan eten, ze wilde wraak. Het kostte haar moeite om te antwoorden: 'Doe maar een uitsmijter.'
Hij bestelde twee uitsmijters en twee glazen verse jus d'orange. De ober dekte de tafel en meldde dat het eten over een krap kwartiertje geserveerd zou worden. Kelly leunde naar achteren en speelde met de aansteker op tafel. 'Je bent de laatste tijd wel veel in België.' 'Wat bedoel je?' vroeg hij achterdochtig. 'Voorheen kwam je alleen in het weekend maar nu kom je steeds vaker tussendoor. Dat kan je toch je klanten kosten?' Mo schraapte zijn keel en drukte wild zijn sigaret in het asbakje uit. 'Ramon helpt me zo nu en dan, zodat ik wat langer in België kan blijven. Ik mis je gewoon, vandaar. Vind je het erg?' Hij pakte haar hand en bracht hem naar zijn mond. 'Nee, natuurlijk niet.' Haar ogen bleven gebiologeerd op het mes op tafel rusten. Ze moest zich bedwingen om niet het mes van tafel te graaien en hem daarmee te steken. 'Je weet toch dat ik zielsveel van je hou', hoorde ze hem nog zeggen. De huichelaar. Ze trok haar hand onder zijn lippen vandaan en borg haar handen in haar schoot op. Ze kon met het mes een haal over zijn mooie gezicht halen, ze kon... Ze stond plotseling op en keek met flikkerende ogen op hem neer. 'Ik moet even naar de wc.' En haar stem sloeg over toen ze dat zei. Ze liep met grote stappen naar achteren. In een klein halletje, naast de wc, bleef ze even staan.
'Bent u Kelly?' Kelly keek de man aan en knikte traag. 'Ik kom u halen.'