'Inleveren!' De stem van De Ruiter klonk als een zweepslag door het lokaal.

'Hoezo... afgepakt?' bulderde Mo. Hij keek Lisa en Kelly woedend aan. 'Wat is dit nu weer voor onzin? Wie denkt die kerel dat hij is? In welk lokaal vind ik die vent?' 'Waarom?' wilde Lisa weten. Ze had het gevoel dat er iets naars ging gebeuren.

'Tweede etage, lokaal219',antwoordde Kelly snel en in haar

ogen verscheen een gevaarlijk lichtje.

'Jullie blijven in de auto wachten', commandeerde Mo. 'Wij

gaan even met deze man praten.' Hij seinde naar Ramon en ze

stapten met grote passen het gebouw binnen.

'Wat doe je nou', beet Lisa Kelly toe. 'Dit loopt straks uit de

hand en dan worden wij geschorst.' Onverschillig haalde Kelly

haar schouders op. 'Ze gaan alleen maar praten. Maak je niet

zo druk.'

'Ik maak me wel druk. Je had je mond moeten houden.' 'Dat maak ik zelf nog wel uit.'

'Zegje dat ook tegen je ouders als ze dit te horen krijgen?' 'Er is nog helemaal niets gebeurd, trut,' schreeuwde Kelly in Lisa's gezicht.

Meneer De Ruiter zat gebogen over een stapel nakijkwerk toen de twee jongens de klas binnenkwamen. Hij keek op van zijn werk en fronste bedenkelijk zijn wenkbrauwen. Hij wist zeker dat hij het duo nog nooit eerder op school had gezien. Dreigend stond het tweetal om hem heen. Mo stak zijn hand uit en liet er grommend op volgen: 'Geef ze onmiddellijk terug anders ram ik je kop in.'

De leraar trok een wenkbrauw op. 'Je bent niet echt duidelijk.

Wie ben jij? Volgens mij zitten jullie hier niet op school.' 'Die gsm's van Kelly en Lisa zijn van mij, die hebben ze van mij geleend. Geef terug, eikel', blafte Mo tegen de leraar. 'Geen denken aan', antwoordde deze resoluut. Hij schoof zijn stoel achteruit en kwam omhoog. 'Over drie dagen krijgen de dames hun speelgoed terug en niet eerder.' 'En ik zegje dat ze nu hun spullen terugkrijgen, anders sla ik die rotkop van je romp', snauwde Mo. Hij greep De Ruiter bij zijn arm vast en duwde hem tegen de muur. 'Ik denk dat jullie beter kunnen gaan', zei de leraar bars. 'Jullie maken de situatie voor deze twee dames alleen maar erger.' Mo kneep zijn ogen tot spleetjes en boog met zijn hoofd dreigend richting de man. Zijn neus raakte de neus van de leraar. Mo's stem klonk hard en toonloos: 'Ik wil ze terug.' 'Jammer dan...' antwoordde De Ruiter mat. Mo haalde snuivend adem en zijn gezicht liep rood aan. De kopstoot trof de leraar vol en hard in het gezicht. Met beide handen greep De Ruiter naar zijn hoofd. Hij wankelde en smakte vervolgens verdoofd op de grond. De vuisten van Mo daalden als molenwieken op zijn hoofd en rug neer. De Ruiter schreeuwde en probeerde tevergeefs de slagen met zijn armen te weren. Ramon stond in de deuropening en hield de gang nauwlettend in de gaten. Een grijns gleed over zijn gezicht toen hij de man hoorde schreeuwen. Hij schudde minachtend zijn hoofd en stak een sigaret op. Mevrouw De Vries van de administratie kwam aangehold. 'Wat is er aan de hand?' Haar stem fladderde door de gang. 'Wat...' Ze hield haar pas in en wierp een korte blik op de onbekende man in de deuropening van lokaal 219. Ramon keek haar met een scherpe ratachtige blik aan. Hij nam een lange haal van zijn sigaret en spuwde vervolgens op de grond. Mevrouw De Vries weifelde. Er klonk

een schreeuw, een doffe klap gevolgd door een hoge gil. Mevrouw De Vries draaide ze zich om en vloog de gang uit richting een telefoon.

'Mo, schiet eens op. De hele buurt heeft het mietje al horen schreeuwen. Het krioelt hier straks van de politie', waarschuwde Ramon. 'Mo!'

Mo rukte de leraar aan zijn stropdas ophoog. 'Ik vraag het nog een keer, zak. Waar zijn mijn gsm's?' De leraar kreeg een zet en wankelde terug naar zijn bureau. Zijn lip was gescheurd en bloed druppelde op het tafelblad. Hij trok een lade open en haalde de telefoontjes tevoorschijn. Twee handen grepen de leraar ruw vast. Mo keerde het bebloede gezicht naar zich toe, zodat De Ruiter hem aankeek, en hij kwam heel dichtbij. 'Keurig, mietje. En als je nu echt verstandig bent, praatje met niemand over ons bezoekje. Begrijp je?' Hij greep De Ruiter aan zijn oor en draaide het links en rechts om. De man jammerde. 'Jij hebt ons nog nooit gezien.' De oorschelp draaide in het rond en liep paars aan. 'Vooral geen namen noemen. Kelly en Lisa hebben hier niets mee te maken. Begrepen?' De Ruiter hield zijn ogen stijf dicht en knikte moeizaam. 'Goed zo', siste Mo in de paarsrode oorschelp. 'De volgende keer snijd ik je strot af. Ik weetje te vinden...' Hij duwde de man hardhandig terug op de stoel.

Toen het viertal de straat uit reed werden ze gepasseerd door een roodwitte politieauto die met knipperende zwaailichten voor de school stopte.