'Goedemorgen.' De stem klok vrolijk en opgewekt. Mevrouw Aldra keek op toen Lisa de keuken binnenstapte. 'Ook een goedemorgen, lieverd. Hoe kom jij aan die blouse?' wilde ze weten.
'Heb ik geleend van Kelly.' Lisa probeerde een nuchtere toon in haar stem te leggen.
Ze had die vraag wel verwacht en had voor de spiegel
geoefend op het antwoord.
'Lenenjullie tegenwoordig kleren uit?'
'Waarom niet? Kelly heeft zat en ik niet.'
Moeder negeerde de sarcastische opmerking en glimlachte
minzaam. 'Hij staatje beeldig. Wees er in hemelsnaam wel
zuinig op. Het is tenslotte van iemand anders.'
'Tuurlijk.'
'Neem je geen boterham?' Ze schoof het bord over de tafel naar Lisa toe. 'Ik heb geen trek.'
'Je moet toch echt wat eten, meisje, dat is beter voor je concentratie', beweerde moeder terwijl ze uit haar stoel omhoog kwam.
'Bart, het is al halfacht', brulde ze onder aan de trap. 'Maak
voort, je komt te laat op school.' Ze kwam de keuken weer
binnen sloffen en observeerde haar dochter.
'Wat', snerpte Lisa vijandig. Ze kreeg altijd de kriebels als
moeder haar zo aanstaarde.
'Je hebt overdreven veel poeder op je gezicht.'
'Dat is om mijn puistjes te camoufleren. Ik zit helemaal
onder.'
'Volgens mij valt dat wel mee.'
'Niet! Mijn gezicht lijkt op een boterham met hagelslag.' Mevrouw Aldra schoot in de lach en liet zich hoofdschuddend op de eetkamerstoel zakken. 'Door al dat poeder valt het juist op. Je lijkt wel een clown.'
'Welja, maak me maar weer belachelijk', riep Lisa met overslaande stem. Haar mondhoek begon te trillen. 'Liefje, ik zeg het echt niet om...' 'Laat me toch met rust, let niet zo op me', beet Lisa haar moeder toe.
Verbolgen stampte ze de keuken uit. Mevrouw Aldra zuchtte diep, het was een wanhopige zucht en het leek vanuit haar tenen te komen.
Het schoolplein van het Sint-Maartencollege werd doormidden gedeeld door een brede streep schaduw en een gevelzijde van zon. In de lunchpauze zaten de meeste leerlingen in een lange sliert, zij aan zij, tegen de muur, genietend van de zon. Lisa was net van plan om een hap uit haar boterham te nemen toen ze Fatiha op haar afzag komen. 'Dat kreng gaat ons toch niet elke pauze lastigvallen?' mopperde ze halfin zichzelf. Ze gooide de boterham terug in de broodtrommel: haar eetlust was totaal bedorven. Fatiha stopte en lachte geheimzinnig. Ze haalde een pakje sigaretten