Mevrouw Aldra frummelde aan haar polshorloge. Waar kon ze zitten? Waarschijnlijk bij de jongen. Ze schonk een mok koffie in en keek nogmaals op haar horloge. Uiteindelijk, na een periode van eindeloos wachten was mevrouw Aldra naar het politiebureau gereden. Ze had daar haar verhaal gedaan. Er werd een notitie in de computer gemaakt en meer niet. 'Maakt u zich maar niet al te druk', had de politie haar geadviseerd. 'Uw dochter zit gewoon bij die jongen. Wacht nog twee dagen af. Waarschijnlijk komt ze met hangende pootjes terug. Zo gaat dat meestal met jongeren die van huis weglopen.' Maar mevrouw Aldra maakte zich wel druk en wilde niet afwachten. Iemand moet

Lisa hebben gezien of gesproken. Iemand moest toch weten wie Mo was en waar hij woonde? Ze moest iets doen, ze moest haar dochter zoeken.

De zoektocht was tevergeefs geweest. Urenlang had mevrouw Aldra rondgereden. Bij honderden huizen had ze door de ramen naar binnen gegluurd. Maar geen spoor van Lisa. Twee uur in de ochtend had ze haar zoektocht gestaakt. Ze was doodop naar bed gegaan maar kon de slaap niet vatten. De hele nacht had ze liggen woelen en draaien en uiteindelijk had ze de gedachte aan slaap opgegeven. Om zeven uur zat ze met een mok koffie in de keuken en staarde wezenloos voor zich uit. De klok tikte langzaam de uren weg. Negen uur, tien uur, elf uur.

De telefoon ging. Ze schoot overeind en graaide de hoorn van het toestel. 'Met Ivonne Aldra...' Haar stem sloeg over. 'Mevrouw Aldra, hier met Hans de Ruiter van het Sint- Maartencollege. Ik wilde graag weten of uw dochter terecht

is.'

'Nee. Ze is al twee dagen weg en ik...' Ze bleef midden in de zin steken en slikte een brok in haar keel weg. 'Kunt u even langskomen? Ik wil graag iets met u bespreken.' Even was het stil. Toen zei ze: 'Ik kom er meteen aan.' Ze zaten tegenover elkaar. Mevrouw Aldra reageerde traag. Ze keek de kalende man aan en probeerde na te denken. Ze was duidelijk stomverbaasd en het duurde even voordat ze iets kon zeggen. 'Ze hebben u geslagen?' mompelde ze beduusd. Meneer De Ruiter gaf geen antwoord, zijn blik was somber. 'Geloof mij,' zei hij, 'uw dochter gaat met gevaarlijke jongens om die niet vies zijn van geweld. Ik heb geen aangifte bij de politie gedaan uit vrees voor represailles. Maar als mijn

aangifte u helpt om de politie in actie te laten komen, doe ik dat zeker. Die twee knapen zijn regelrechte criminelen. Uw dochter is bij dat tuig niet veilig. U zegt het maar. Ik bel direct de politie.' Mevrouw Aldra schudde verward haar hoofd. 'Nee, ik wil niet dat u problemen krijgt. Ik ga met de ouders van Kelly praten. Hun dochter is er ook bij betrokken. Misschien hebben ze het meisje bedreigd en durft Kelly haar mond niet open te doen.'

'Dat zou kunnen', zei De Ruiter.

'Het wordt tijd dat haar ouders te horen krijgen met wat voor tuig onze kinderen omgaan', meende mevrouw Aldra. 'En misschien kunnen zij Kelly dwingen om mij te vertellen waar Mo woont. Kelly is mijn enige hoop.' ik zal u te allen tijde helpen', zei de leraar. Hij pakte haar hand. 'Hou me op de hoogte.'

Mevrouw Aldra knikte en stond op. 'Zodra ik iets weet. bel ik u.' In de deuropening draaide ze zich nog even om. 'Bedankt.' Ze stapte door de gang en knikte vluchtig naar het meisje dat haar halfverscholen in een hoek gadesloeg. Fatiha volgde mevrouw Aldra naar de uitgang en haalde toen haar mobiel uit haar jaszak tevoorschijn.

Mevrouw Aldra reed over de provinciale weg richting het huis van Kelly. Ze kneep in haar stuur en liet het verhaal van de leraar tot haar doordringen. In wat voor situatie had haar dochter zich nu gestoken? Ruud, de zoon van de buurman had haar gisteren ook al zo'n vreemd verhaal verteld. Hij had Mo verschillende keren bij haar thuis naar binnen zien gaan en had hem herkend als dealer. Een drugsdealer. Ze kon het eerst niet geloven. Ruud was altijd al een fantast geweest. Als klein kind kwam hij met de meest wilde verhalen thuis. Maar

nu... Na het verhaal van de leraar twijfelde ze niet langer. Dit waren geen kwajongens, dit waren misdadigers. Ze staarde naar het wegdek en begon geluidloos te huilen. Ze hadden de man geschopt, geslagen. Al dat geweld... Dat was niets voor Lisa. Ze zou zoiets nooit accepteren. Misschien was ze aan de drugs. Dat zou een verklaring kunnen zijn. En dan al dat pikante ondergoed... Daar was ze toch nog veel te jong voor. Ze had gisteravond Dennis gebeld en gehoopt op zijn steun. Hij was tenslotte haar vader. Maar hij had lauw gereageerd op het verhaal. 'Lisa loopt niet in zeven sloten tegelijk. Morgen staat ze weer voor je neus. Nee, ik kan echt niet komen. Als ze er morgen nog niet is, bel je me maar terug.' En vervolgens had hij de verbinding verbroken. Hoe heb ik ooit verliefd kunnen worden op zo'n hufter, dacht ze bitter. Ze stond er weer alleen voor. Er gingen wel duizend gedachten door haar overwerkte hersenen. Bart... Ze moest opschieten. Ze wilde Bart niet te lang alleen laten. Ze moest nog boodschappen doen en koken. Ze moest maar een paar vrije dagen opnemen en ze moest... Een zware claxon rukte haar terug naar de werkelijkheid. Vlug trok ze aan het stuur waardoor de auto terugzwenkte op zijn weghelft. De auto van mevrouw Aldra slingerde over de weg en schoot vervolgens met hoge snelheid de berm in. liet vehikel denderde recht op een groepje bomen af. Paniek nam de overhand. Mevrouw Aldra gilde en trapte op de rem. Ze voelde de veiligheidsriemen met een ruk strak trekken. De achterkant van de auto schampte een boom en veranderde van koers. Een doffe klap, glasgerinkel, het geluid van krassend metaal en daarna een onheilspellende stilte. De vrachtwagen op de andere weghelft was gestopt. Aangeslagen klom de chauffeur uit de cabine en liep om de vrachtwagen heen naar de overkant van de weg. Hij liet zich langzaam de

ondiepe sloot in glijden waar de neus van de auto zich had ingeboord. Het portier klemde in het verwrongen ijzer. De man vloekte en rukte nogmaals met beide handen aan de portierhendel. Uiteindelijk zwaaide de deur open. De man verstijfde en staarde met een lijkwit gezicht naar het bebloede lichaam van mevrouw Aldra.