keek in haar richting en knikte. Haar blik had iets dwingends, iets donkers en toch ook vriendelijks. 'Waar werkje?' vroeg Annelies plotseling. Lisa vergat de dwingende ogen en keek het meisje naast zich aan. Het meisje steunde met haar hoofd op haar hand en kauwde driftig op een stuk kauwgom.
ik heb nog geen werk. Maar we zijn dan ook nog maar een
paar dagen in België. Morgen gaat Mo bij de haven
informeren. Werk jij?' Annelies knikte. 'Ook in de haven, net
zoals de meesten van ons hier.'
'De meesten?' Lisa keek verbaasd in het rond.
'Ja, bijna elk meisje hier tippelt langs de kade. Het is daar
groot zat. We hebben allemaal een eigen plek zodat we
eikaars klanten niet wegkapen. En het is er best veilig. Onze
mannen houden om beurten de wacht zodat er geen gekke
dingen gebeuren.' Terwijl ze dit vertelde, trok ze een sliert
kauwgom uit haar mond.
'Werkje allang voor Mo?' Lisa hoorde die laatste vraag niet meer. In haar hoofd woedde een draaikolk die het denken onmogelijk maakte. Het zweet brak haar uit en onrustig schoof ze op haar kruk. 'Tippelen?' herhaalde ze beduusd. Annelies stopte de sliert kauwgom terug in haar mond en gaapte haar buurvrouw onnozel aan. Toen ze de verbijsterde uitdrukking op Lisa's gezicht zag, schoot ze in de lach. 'Ja, wat dacht jij dan? Dat we allemaal typistes waren? Nee toch! Het krioelt hiervan pooiers en hoeren, dit is ons stamcafé.' 'Dus Ron is jouw pooier?'
'Ja, net zoals Mo jouw pooier is', antwoordde Annelies bijdehand.
'Mo is niet mijn pooier', siste Lisa en ze sprong geschrokken van haar kruk.
'Kom zeg, doe niet zo schijnheilig', hoonde Annelies terwijl haar ogen kwaadaardig fonkelden. 'Ik weet van Ron dat jij ook voor geld met andere mannen naar bed bent geweest. Hoe wil je dat dan noemen? Naastenliefde?' Lisa hapte naar lucht. Haar ogen flikkerden dreigend en haar vuisten waren krampachtig gebald. Mo had het dus aan iedereen verteld. Hoe kon hij? 'We hadden geld nodig, daar heb ik het voor gedaan. Nergens anders voor...' 'We doen het allemaal voor het geld, liefje', antwoordde Annelies zoetsappig. 'Dat heeft een naam: hoeren. Misschien vind jij het een eng woord om uit te spreken maar je went er uiteindelijk aan. Hoeren, hoeren, hoeren...' Zong haar stem uitdagend in het rond. 'Als je elke dag een kerel oppikt dan...' Lisa dempte haar stem: 'Ik pik geen kerels op.' Haar ogen flitsten van links naar rechts en peilden of er iemand iets van hun gesprek kon opvangen. 'Dat met die mannen was eenmalig. Mo zoekt een baan en dan...' Ze maakte haar zin niet af toen een brede grijns op het gezicht van Annelies verscheen. Lisa keek het meisje boos aan en ze overwoog om het wicht een dreun te verkopen.
'Ja, tuurlijk', zei het wicht boosaardig. 'Je ziet Mo toch niet zwoegen en zweten voor een hongerloontje? Dag in en dag uit sjouwen met kisten en zakken terwijl jij het honderd keer gemakkelijker kunt verdienen? Nou, ik speel nog liever de hoer dan dat ik mijn vent zo laat afbeulen.' Ze snoof hoorbaar en keek minachtend op Lisa neer. 'Ach wijf, stik...' Annelies gleed nu ook van haar kruk en kwam dreigend naar voren. 'Jij moet geen grotemensen- spelletjes spelen als je er nog niet aan toe bent.' Ze prikte met haar vinger bij elk woord in Lisa's schouder. 'Jullie maken toch geen ruzie?' kwam Ron plotselingtussenbeide. Hij liet zijn blik over de verhitte gezichten van de meisjes glijden en zette met een klap twee lege glazen op de bar. 'Ja, dus...' Hij keek Annelies scherp aan. 'Het is ook altijd raak met jou. We kunnen nergens komen ofje maakt ruzie. Als dit zo doorgaat, neem ik jou niet meer mee.' 'Hoezo? Wie zegt dat ik begon?' Ze trok een onschuldig gezicht. 'Dit trutje vroeg erom. Een beetje op ons neerkijken terwijl ze zelf met Jan en alleman de koffer in duikt. Zogenaamd de heilige maagd uithangen.' 'Ik geef op niemand af, slang', wierp Lisa tegen. 'Jij beweert dingen die...'
'Klep dicht', grauwde Mo die naast Ron opdook. Hij stond tussen de twee ruziënde meisjes in en schroefde zijn hand rond Lisa's arm. Haar tanden klapten met een klik op elkaar en verongelijkt keek ze hem aan. Ron sleurde Annelies aan haar T-shirt naar de deur. De deur vloog open en hij duwde het meisje naar buiten. 'Wacht jij in de auto maar tot ik klaar ben', schreeuwde hij haar na. Hij smeet de deur dicht en keek met een strak gezicht in het rond. Het was doodstil, niemand zei een woord. Lisa voelde de adem van Mo in haar nek. Hij verstevigde zijn greep op haar arm. 'Wat zijn dit voor kuren?' gromde hij in haar oor. Zijn donkere ogen keken haar aan en zijn blik voorspelde niet veel goeds. Ze rook zijn adem, een mengeling van bier en rook. 'Ben je op je achterhoofd gevallen? Was ik daarstraks niet duidelijk genoeg?' Lisa zweeg. 'Ik laat me echt niet door jou voor paal zetten. Jij kunt straks lachen als we thuis zijn, dom wijf.' Hij liet haar los, draaide zich om en liep terug naar het tafeltje van Ron alsof er niets was voorgevallen. Lisa slikte en gluurde nerveus naar zijn tafeltje. Ze wist wat hij daarmee bedoelde. Ze kreeg
klappen, hij liet haar alle hoeken van de kamer zien. Haar instinct zei dat ze moest ontsnappen. Haar ogen zochten naar een uitgang. Hij was in gesprek met een jongen en hield haar niet in de gaten. Misschien kon ze in de wc uit een raam kruipen en vluchten. Misschien...
'Gaat het? Je trilt helemaal.' De stem leek van ver te komen. Een hand raakte haar schouder aan. 'Voel je je wel goed?' Met paniek in haar ogen keek Lisa de vrouw aan en schudde met haar hoofd. 'Heb je hulp nodig?' drong de vrouw aan. Onzeker keek Lisa van de vrouw naar Mo en weer terug. Dit zijn allemaal mijn vrienden, klonk de stem van Mo door haar hoofd. Driftig schudde ze toen haar hoofd. De vrouw volgde haar blik en knikte alsof ze alles begreep. Ze schoof dichter naar Lisa toe en fluisterde toen: 'Ik haal je uit deze hel. Dat beloof ik je. Snel, heel snel.' Haar vingers gleden vluchtig langs Lisa's arm en ze knikte nogmaals. Toen draaide ze zich abrupt om en bestelde wat te drinken. Zonder nog een blik op Lisa te werpen, liep Vivian terug naar haar stoel en nam naast Paul plaats. Lisa staarde de vrouw na en vroeg zich af of ze het wel goed had verstaan. Haar vluchtplan was vergeten en vanuit haar ooghoeken observeerde ze de vrouw. Ze moest het verkeerd verstaan hebben. Wist deze onbekende vrouw dan in wat voor moeilijkheden ze verkeerde? En waarom zou ze haar willen helpen? Nee, ze moest oppassen, alert blijven. Ze mocht de vrouw niet vertrouwen, ze kon niemand vertrouwen. Ze schrok op toen haar naam door het cafe' klonk. Mo wenkte en Lisa stond stijfjes op en volgde hem het café uit. Vivian kwam uit haar stoel omhoog en veinsde dat ze last had van haar buik. Ze schoof haar halfvolle glas bier over de tafel naar Paul en verliet het café. Op enige afstand volgde ze Mo en Lisa naar het pakhuis. Ze sloop de trap op, naar hun
zolderkamer. Op de vijfde tree liet ze zich zakken en luisterde naar de stemmen die door de gesloten deur het trapgat in fladderden. Ze luisterde naar zijn geraas en getier en naar haar wanhopig snikken. Ze hoorde glas breken en het schuiven van meubilair. Het scheelde weinig of ze had op de deur gebonkt en hem tot de orde geroepen. Met tegenzin liep ze de trap af.