32
De hoofdpijn was begonnen nadat Nora de deur achter hem had dichtgedaan. Een knagende pijn, die de hele weg bleef aanhouden en hem belette helder te denken. Na de klap op zijn schedel in de parkeergarage had de dokter hem een week rust aanbevolen. Hij had die raad in de wind geslagen en moest daar nu de prijs voor betalen.
Tijdens de rit probeerde hij de argumenten voor en tegen een relatie met Nora op een rijtje te zetten, maar hij slaagde er niet in zich meer dan wat onsamenhangende gedachten of flarden van de voorbije gebeurtenissen voor de geest te halen.
Alles wat hij wist, was dat Nora het meesterbrein was, dat zij hem niet nodig had.
In Antwerpen leverde hij de sleutel van de auto in bij het verhuurbureau van het hotel. Op zijn kamer vond hij op de computer een bericht van Franky.
Msg: #2897 [250] + #2894 reply on: #3
Subj: Anstalt Liechtenstein
Bij het Finanzamt in Liechtenstein is geen info beschikbaar over bestemming van winstuitkering of over identiteit van begunstigde. Elders evenmin. Sorry.
Evenwel: bij de oprichtmg van de Anstalt werden de kosten van deponering bij de Landesgerichtskanzler betaald door… Walter Sloten.
Ik heb een gewaarmerkt attest van het Landesgericht.
Oké?
Neels masseerde zijn slapen. Nora had het bewijs om op het geld van de Anstalt beslag te kunnen leggen niet meer nodig. Ze was op eigen houtje iedereen te slim af geweest. Hij trok een stoel bij en typte een antwoord.
MSG #6 [250] REPLY ON #2897
STUUR ATTEST NAAR NORA GEVERS, HOLLEWEG 11, B-2910 ESSEN ***
DOSSIER AFGESLOTEN *** BEDANKTM TOT DE VOLGENDE KEER ***
Hij wilde de stekker uit het stopcontact trekken, maar bedacht zich. Zijn laatste boodschap was voor Nora. Ik ben nog niet klaar voor een nieuwe relatie, schreef hij, maar ik zal stellig terugkeren. Hij printte de tekst op briefpapier van het hotel.
Hij keek op zijn horloge. Hij had nog net de tijd om de vlucht van halfvier te halen.
Minder dan een kwartier later had hij gepakt en zijn koffers en computers naar een wachtende taxi laten brengen.
In de auto zat hij met gesloten ogen. De hoofdpijn had zijn denkvermogen uitgeschakeld, maar niet zijn herinnering aan Nora. Hij hoorde opnieuw haar lach van de keer toen ze koffie dronken en herinnerde zich haar verwarring toen Trigger een grapje met haar uithaalde. Hij zag haar door het gras rollen met de honden, haar bedjasje opgeschort en haar dijen nat van de dauw.
Walter Sloten had ongelijk, Nora was niet frigide. Hij had haar nooit met een grote spons ingezeept en daarna onder het stromende water haar satijnen huid gekust.
Een Hond is trouw en laat voelen dat hij van je houdt.
De taxichauffeur schudde hem wakker.
In het luchthavengebouw volgde hij de bagagedrager naar de aanmeldingsbalie. De pijn was afgezwakt, maar zijn hersens voelden nog als verdoofd. Het rumoer en de reeks mededelingen die in diverse talen uit de luidsprekers van het omroepsysteem kwam, drongen nauwelijks tot hem door.
Apathisch leunde hij tegen de balie terwijl de airhostess zijn ticket controleerde. Boven zijn hoofd hing een luidspreker. De oproep wekte hem uit zijn lethargie.
‘Passagiers voor vlucht LHI721 worden dringend verzocht zich naar uitgang 31 te begeven.’
Hij keek naar het elektronische mededelingenbord.
Het was tien voor halfvier.
De airhostess overhandigde hem een instapkaart. Ze glimlachte. ‘U bent nog net op tijd.’
Hij wilde verder lopen.
Signor Cappelletti!
Het was een galmende stem die van alle kanten leek te komen. Hij bleef staan, geschrokken, keerde zich naar de hostess. Hebt u dat gehoord?’
‘Ja, meneer. Het was de laatste oproep. Uitgang 31.’
‘Nee, nee. Niet de oproep. Die stem. Iemand riep: Signor Cappelletti!‘
‘Het spijt me. Ik heb er niet op gelet. Maar u zult zich moeten haasten.’
De vluchtoproep werd in het Engels en in het Frans herhaald. Bart draaide zich om. Voor hij een voet kon verplaatsen, werd de mededeling opnieuw overstemd.
Signor Cappelletti!
‘Hoort u dat niet?’ vroeg hij opgewonden. ‘Het lijkt wel of het uit de hemel komt.’
‘Hoezo?’ vroeg de hostess. Haar stem klonk wantrouwig. Waar hebt u het over?’
Hij begon te zweten. Het bloed pulseerde met ritmisch gebonk achter zijn ogen. Was hij door het virus geïnfecteerd of leed hij aan een hallucinatie als restverschijnsel van de opgelopen hersenschudding?
‘Signor Cappelletti is de code,’ verklaarde hij halsstarrig.
‘Ik denk dat u zich die stem verbeeldt,’ zei de hostess sussend. Ze nam ongemerkt de hoorn van de haak.
Neels stak een beschuldigende wijsvinger naar haar uit. ‘Het virus! Nora heeft me geïnfecteerd. Met Cappelletti activeert ze het virus.’ Hij keek naar het plafond. ‘Een Hond kan soms hard terugblaffen.’
De hostess bleef kalm. ‘Als u ziek bent, kunt u beter niet aan boord gaan, meneer. Ik zal de hulpdiensten waarschuwen.’
‘Nee!! Niet nodig. Ik ben ook een Hond. Ik kan ermee leven.’
Tussen de menigte door zag hij twee politieagenten met gezwinde pas naderen.
Hij probeerde het op een lopen te zetten, maar dat lukte niet, zijn voeten zonken weg in drijfzand.
Hij glimlachte.
Nora nam hem bij de hand. ‘Kom mee,’ zei ze. ‘Je zou niet van me weggaan.’
Het was halfvier.
Hij keek omhoog en door het plafond heen zag hij tussen voortjagende wolken blauwe lucht waarin een vliegtuig een condensatiestreep trok.