25

Nora had hem zien aankomen en stond hem beneden aan de trap op te wachten. Neels maakte zich los uit de stroom employés waarmee hij naar binnen was gekomen en kwam recht naar haar toe. Ze reikten elkaar min of meer formed de hand, alsof ze zich sterk bewust waren van de vele mensen die door de hal liepen.

‘Je bent vroeg,’ zei ze.

‘Ja. Ik wilde weten of het echt gebeurd was. Of ik het niet had gedroomd.’

Ze glimlachte en er blonk iets van opluchting in haar ogen. ‘Het was echt, hoor.’

‘Ik was zo in de war dat ik vergat je in te lichten over de diefstal van het geld. Je hebt toch geen aangifte gedaan bij de politic, hoop ik?’

‘Nee. Waarom? Welk geld?’

‘Het geld uit je kassa. Ik heb het verstopt om je te laten denken dat er een dief op bezoek was geweest. Het zit in een envelop onder het trefwoord “geld” in de Winkler Prins.’

Ze draaide zich om en Hep de trap op. Ze droeg een katoenen rok en een trui die tot halverwege haar dijen reikte en daardoor leek ze langer. Over haar schouder zei ze: ‘Ik zou tegen jou geen klacht indienen. Ik zou anders moeten bekennen dat je meer dan alleen geld hebt gestolen.’

Hij Hep achter haar de trap op. Ze had haar haar in een paardestaart gebonden en door haar blote nek zag ze er jonger en frivoler uit.

Bovenaan de trap keek ze om.

‘Ik heb nog nagedacht over wat je het laatst zei; kort voor je vanmorgen wegreed.’

Hij bleef staan. ‘Heb je het over de affaire van je man?’

‘Nee. Over dat we allebei geboren zijn in het Jaar van de Hond. Je doelde op de Chinese horoscoop, nietwaar? Ik heb hem nagelezen.’

Hij stond twee treden lager dan zij zodat zijn ogen omhoog gericht waren. Daardoor leek het dat er een schalkse uitdrukking in zijn blik verscheen. ‘Kon je er ons levenslot uit afleiden?’

‘Karakter,’ zei ze ernstig. ‘Geen levenslot. Er staat in dat als de nood het hoogst is, er altijd wel een Hond op de proppen komt om te helpen. Ben jij dat?’

Hij grinnikte. ‘Dat ben ik. Jij ook, je bent ook een Hond. Wat staat er nog meer?’

Ze leek even in de war. ‘Dat het leven met iemand van dit teken nooit erg gemakkelijk is. Een Hond kan soms hard terugblaffen. En aangedaan onrecht zal hij nooit vergeven of vergeten. Wist je dat? Zou je daarmee kunnen leven?’

‘Zeker,’ zei hij. ‘Want de horoscoop zegt ook dat een Hond trouw is en laat voelen dat hij van je houdt.’

‘Prachtig.’ Ze keek hem indringend aan, met een bijna wanhopige gretigheid. Daarna knikte ze, alsof ze het eens was met wat ze zag, draaide zich om en liep haar kantoor binnen.

Hij volgde haar en even had hij het gevoel dat hij niet op eigen kracht naar binnen liep, maar in haar slipstream werd meegezogen.

Trigger was nog volop aan het werk. Neels onderbrak de routine en laadde een decoderingsprogramma in het geheugen. Terwijl hij op het rapport wachtte, hoorde hij dat Nora de rijkswacht opbelde en bevestigde dat er geen klacht zou worden ingediend omdat er niets was gestolen.

Het alarmsignaal kwam onverwacht en was angstaanjagend.

Beep! Beep! Beep!

Het scherm flikkerde als de glitterlichten in een disco.

Nora kwam achter hem staan. ‘Wat gebeurt er?’

Neels hield het hoofd koel. Bliksemsnel voerde hij een paar instructies in. Het scherm kwam tot rust.

Hij floot. ‘Dat was op het nippertje.’

‘Wat?’

‘Om het in gewone taal te zeggen: iemand, zeg maar Mario Lazzera, heeft een boobytrap in de computer geplaatst. Trigger kon hem nog net op tijd opruimen.’

Ze schudde in verwarring het hoofd. ‘Het klinkt als een veldslag.’

‘Dat is het ook. Zo‘n boobytrap is als een magnetische landmijn; hij blaast het hele systeem op als je de ultiem beveiligde rekening binnendringt. Je kunt het vergelijken met een commandant die het fort samen met het garnizoen in de lucht laat vliegen, liever dan te capituleren.’

De computer begon het rapport te printen. Neels ving de bedrukte vellen op nog voor ze in het draadmandje van de printer vielen en doorliep de tekst.

Trigger had schitterend werk verricht. Hij was doorgedrongen tot in alle lagen van het beveiligde gedeelte van de centrale computer van Foodpack. Hij had alle elektronische verklikkers die zijn activiteit moesten verraden uitgeschakeld en was meegelift tot in de centrale computer van Motta Milano en van SIA in Vaduz.

Het resultaat was verbluffend.

Trigger had de geheime financiële rekeningen van Foodpack en Motta te pakken gekregen en tot op de frank nauwkeurig de onwettige geldstroom vanuit België en Italië naar de Liechtensteinse schijnvennootschap blootgelegd.

Het rapport bevatte genoeg elementen om Sloten voor jaren achter de tralies te zetten.

Het enige wat nog ontbrak was een formeel bewijs dat de stichting waar al het geld naartoe was gegaan en Walter Sloten één en dezelfde waren. Met andere woorden: de eigendomstitel van de Anstalt Liechtenstein.

Hij stond op en strekte zijn rug. ‘Tijd om eens openhartig te praten, Nora.’

‘O,’ zei ze. ‘De afgelopen nacht zijn we anders heel openhartig met elkaar omgegaan.’

‘Precies daarom.’ Hij verzamelde de print-outs en leidde haar naar de zithoek zoals een vader die met zijn dochter het schoolrapport wil bespreken. Zodra ze was gaan zitten, gaf hij haar de print-out van de boekhouding zwarte verkoop.

Ze wierp er een vluchtige blik op, vouwde de vellen bijeen en legde ze op de lage tafel. ‘En? Wat nu?’

‘Je wist ervan?’

Om haar mond verscheen een weerspannig trekje. ‘Natuurlijk.’

‘Was je het ermee eens?’

‘Nee. Ik was er vierkant tegen. Luister, Bart. Het begon drie jaar geleden nadat Walter met SIA in zee was gegaan. Om de nieuwe machines te kunnen betalen had hij overheidssteun nodig. De kabinetschef van minister Thomat in Luik wendde zijn invloed aan, zowel hier als in Italië. Zoiets krijg je niet voor niks en zulke uitgaven kun je niet als representatiekosten boeken. Of wel?’

‘Nee, maar…’

‘Dus ging Walter zwart verkopen en dat kan niet zonder dat een aantal mensen in het bedrijf het te weten komt. Al spoedig wilde iedereen een graantje meepikken.’

‘Het is een vicieuze cirkel. Je had het nooit mogen toelaten.’

‘Nee? Wat had ik dan moeten doen?’

‘Aangifte doen.’

‘Bij wie?’ Haar stem klonk bitter. ‘De corruptie in dit land bloeit tot in de top en iedereen is ervan op de hoogte. Wie niet meespeelt, moet eraan geloven. Kijk maar eens hoeveel doden er al rondom de Thomat-roof en de smeergeldaffaire van de Agusta-helikopters zijn gevallen. Of het proces tegen de Bende van Nijvel. Geloof jij dat gangster Patricks* zich in zijn cel heeft opgehangen? Of dat zijn luitenant uit de gevangenis is kunnen uitbreken zonder hulp van hogerhand? Zelfs het proces tegen de overige bendeleden is een scherts. De Openbare Aanklager zorgt er wel voor dat er een onwettig verkregen bewijsstuk in het dossier terechtkomt. Zoals het afluisteren van telefoongesprekken of zoiets. Zodat de uitspraak in cassatie vernietigd kan worden en de Bende vrijuit gaat.’

Het bleef even stil.

Neels zuchtte: ‘Kijk eens, Nora. Misschien ben ik ouderwets, maar ik geloof nog in vorst en vaderland. Laten we het gedrag van een paar corrupte politici erbuiten laten. Waar het nu om gaat is Foodpack. Er wordt hier op grote schaal gefraudeerd. Ik vrees dat de bom op barsten staat.’

* Zie De fraudejagers p 173-185

Ze fronste de wenkbrauwen. ‘Laat maar barsten. Financiële schandalen zijn in de mode. Voor het beetje aan zwarte verkopen kan de fiscus ons niet kraken.’

‘Het is erger dan je denkt. Foodpack staat aan de rand van een faillissement.’

Ze sprong op. ‘Je raaskalt. Alleen al ons machinepark is…’

‘Waardeloos oud ijzer,’

Nora lachte onzeker. Ze ging weer zitten. ‘Ik wist niet dat belastinginspecteurs zo grappig konden zijn.’

‘Wacht maar tot je de rest hebt gehoord.’ Hij wuifde met de formulieren waarop de geldstroom naar Liechtenstein uit de doeken werd gedaan. ‘In een tijdspanne van drie jaar heeft jouw man met medewerking van Mario Lazzera en Broekmans vrijwel alle activa van Foodpack en van Motta naar een Anstalt in Liechtenstein overgeheveld. De herstructurering was een schijnvertoning. Via SIA verkocht hij afgeschreven machines van de ene vennootschap voor de prijs van nieuwe aan de andere en vice versa.’

Ze pakte de papieren uit zijn hand en las, haar gezicht bleek en vertrokken, maar ze hield het hoofd erbij. ‘SIA is dus Walter zelf?’

‘Een vennootschap door hem opgericht.’

‘Anstalt Liechtenstein ook, neem ik aan?’

‘Zonder twijfel. Een Anstalt is een stichting waarvan alleen de stichter profiteert.’

‘Maar Liechtenstein is sinds jaren als Tax Haven voorbijgestreefd.’

‘Wat belastingontduiking betreft wel, maar zolang de operatie niet voltooid is, is het prinsdom nog altijd het aangewezen land om dicht bij huis gestolen geld veilig onder te brengen.’

‘En daarna?’

‘Brazilië, de Bahama's, zelfs Amerika als je de weg weet.’

Er viel een korte pauze waarin Nora met het hoofd omlaag zat alsof ze een diagnose probeerde te stellen. Ze keek op.

‘Hoe heeft hij gedurende drie jaar iedereen zand in de ogen kunnen strooien? De fiscus, de banken, mij?’

‘Door de verliezen met flctieve winsten te compenseren.’

‘Hoe?’

De computer antwoordde op Nora's vraag met een bericht van Franky over de voorraden in de silo's. Neels gaf haar een print-out. Ze las zwijgend. ‘Ik ben een boon als ik het begrijp,’ zei ze. ‘Volgens dit bericht zouden er nog nauwelijks voorraden zijn. Hij heeft dus valse attesten aan de accountants voorgelegd?’

‘Klaarblijkelijk. Op die manier slaagde hij erin op papier de waarde van het bedrijf te doen stijgen, terwijl hij het gelijktijdig leegzoog.’

‘Het lijkt erg gecompliceerd,’ zei Nora somber. ‘Wat brengt het allemaal op?’

‘Een fortuin. Als je geweten ruim genoeg is.’

‘Ik heb je al gezegd dat onnoemlijk rijk worden voor Walter het enige is waar hij naar streeft.’

Hij boog zich over het toetsenbord en gaf Trigger instructie de nieuwe ontwikkeling te rapporteren.

‘Wat is dat?’ vroeg Nora. ‘Geheimtaal?’

‘Een brief in code. Om veiligheidsredenen zet de computer de tekst automatisch om in code als ik iets met de modem verstuur.’

‘Je hebt de BBI er dus officieel van in kennis gesteld?’

Hij aarzelde. ‘Luister, Nora…’

Ze stak haar hand op, alsof ze zijn antwoord wilde afweren. ‘Laat maar. Ik weet dat je dit moet doen.’

Hij legde een hand op haar arm. Voor hij de kans kreeg erover uit te weiden, was het de telefoon die haar aandacht opeiste. Ze liep naar haar bureau en schakelde het meeluisterapparaat in. ‘Ja?’

‘Met Broekmans. Is Sloten daar?’

‘Nog altijd meneer Sloten, Broekmans. Nee. Ik verwacht hem ieder ogenblik. Waarom?’

‘Over de inbreker van vannacht. Hij is aan de nieuwe spuitgietmachine aan het prutsen geweest. Sloten moet direct gewaarschuwd worden.’

‘Goed. Vertel eens, Broekmans. Over vannacht. Je had de inbreker onder schot. Ik zag het op de monitor. Was het iemand die je kende?’

‘Hij hield zijn arm voor zijn gezicht. Maar ik heb mijn vermoedens. Daarom wil ik Sloten spreken.’

‘Zodra hij binnenkomt, laat ik je roepen.’ Nora verbrak de verbinding. ‘Ongelikte beer,’ mompelde ze. ‘Hij zei nog net niet dat ik er geen moer mee te maken heb.’

‘Zijn humeur zal er niet beter op worden,’ voorspelde Neels. ‘Wacht tot hij terechtstaat op beschuldiging van moord.’

‘Geloof je echt dat hij Wouters heeft omgebracht?’

‘Ik vrees van wel.’

Ze kwam dicht bij hem staan. ‘Wat moet ik doen, Bart?’

Hij wachtte even met zijn antwoord en staarde naar zijn handen, alsof hij daar de juiste woorden zocht. ‘Een klacht indienen,’ zei hij, opkijkend, ‘en hopen dat het gerecht snel genoeg reageert en Sloten achter slot zet.’ Hij maakte een verontschuldigend gebaar met de hand. ‘Sorry voor de woordspeling.’

Ze glimlachte terug, pro forma. ‘Zoiets doe je niet, Bart. Je man laten opsluiten. Ten slotte zijn we al vier jaar getrouwd.’

Hij haalde het vel met de handtekeningen uit zijn aktentas en gaf het haar. ‘Waarom denk je dat hij zich geoefend heeft in het vervalsen van je handtekening?’

Ze staarde ernaar met gefronste wenkbrauwen. ‘Geen idee.’

‘Iets waarvoor hij jouw handtekening nodig heeft. lets wat hij niet zonder jouw toestemming kan uitvoeren. Wat kan dat zijn?’

Ze dacht even na. ‘Alles wat met het verkopen of verhypothekeren van de gebouwen te maken heeft. De akten liggen in een bankkluis in Lier. Om de kluis te openen, moeten we samen tekenen.’ Opeens knipte ze met de vingers. ‘De aandelen van Foodpack,’ zei ze opgewonden. ‘Die liggen ook in Lier.’

‘Bel onmiddellijk de bankdirecteur op. Zeg dat hij in geen geval toegang mag verschaffen als je er zelf niet bij bent.’

‘Ik begrijp niet wat hem bezielt,’ zei ze hoofdschuddend. ‘Als hij de aandelen aan Allplast verkoopt, kan ik toch altijd verzet aantekenen. De rechtbank zal de verkoop nietig verklaren.’

‘En intussen is hij er met het geld vandoor en zul jij de koopsom aan Allplast moeten terugbetalen.’

‘Zelfs de leeggeroofde zaak gunt hij me niet,’ zei ze bitter.

‘Daarom moet je hem tegenhouden. Vóór hij ook met het geld van de Anstalt de plaat poetst.’

Ze had haar lippen opeengeklemd en haar kin naar voren gestoken, klaar voor de strijd. ‘Als ik een klacht indien, sluiten ze de boel.’

‘Dat is hoe dan ook onafwendbaar.’

‘Waarom?’

‘Het is een hopeloze zaak. Doe je het, dan wordt inderdaad de boel verzegeld. Doe je het niet, dan heb je hooguit een paar dagen uitstel, met dit verschil dat Sloten er met het geld vandoor zal zijn. Zoals de zaken er nu voorstaan, kan iedere dag de bom barsten.’

‘Laat haar barsten. Foodpack heeft al voor hetere vuren gestaan.’

Hij schudde zijn hoofd. ‘Niet zoals nu. De banken zullen hun kredieten bevriezen. De overheid zal de verleende subsidies terugvorderen. De navorderingen aan belastingen en boetes zullen enorm zijn. Binnen de achtenveertig uur zullen de schuldeisers de boel laten verzegelen.’

Ze keek hem aan alsof de ernst van de toestand nu pas tot haar doordrong. ‘Goeie genade, Bart. Is er helemaal geen uitweg meer?’

‘Nee, tenzij…’

‘Ja, zeg het maar.’

‘Tenzij je hem het gestolen geld op de een of andere manier afhandig kunt maken. Maar dan nog blijft het vechten tegen de bierkaai.’

Opeens zag ze er moe en kwetsbaar uit.

‘Het spijt me, Nora.’

Ze leunde tegen hem aan.

Achter hen hoorde Bart de deur opengaan.