15
Programmeurs ervaren het schrijven van een programma als de hoogste vorm van scheppend vermogen. Zoals een romanschrijver met letters en woorden een imaginaire wereld creëert waarbinnen zich een verhaal afspeelt, zo schrijft een programmeur met bits en bytes een samenhangende reeks gecodeerde opdrachten voor de computer, waardoor vliegtuigen zonder tussenkomst van de piloot in dichte mist kunnen opstijgen en landen, chirurgen de meest gecompliceerde operaties kunnen uitvoeren of, zoals in de Golfoorlog werd aangetoond, Tomahawk-kruisraketten, gelanceerd vanaf de grond of afgeschoten door een onderzeeër, met grote precisie en huiveringwekkend resultaat hun doel kunnen bereiken.
Het kraken van geavanceerde programma's geldt voor ingewijden als een nog hogere vorm van creativiteit. Evenals romanschrijven is het een intensieve en fascinerende, geestelijk uitputtende bezigheid.
Neels kende geen beter middel om de batterij opnieuw op te laden dan een goede lichaamsconditie. Zodra hij zijn kamer op de achtste verdieping bereikt had, trok hij een trainingspak aan om daarna, gebruikmakend van de trappen, naar de fitness-zaal op de eerste verdieping te rennen. Hij beperkte zich tot een halfuur opwarmingsoefeningen: twaalf minuten fietsen, zes minuten roeien en opnieuw twaalf minuten steppen. Na nog vier series van twaalf oefeningen voor de biceps en de triceps aan computergestuurde apparaten, keerde hij, opnieuw via de trappen, naar zijn kamer terug.
Onder de douche overdacht hij hoe hij toegang tot het beveiligde gedeelte van de centrale computer van Foodpack zou kunnen krijgen. Dat gaf nauwelijks problemen zolang hij in het administratieve gedeelte bleef, de correspondentie, het personeelsbestand en de archieven. De boekhouding daarentegen en ook de technische tak waren in niveaus opgebouwd, die met wachtwoorden werden afgeschermd. Om gewone leken zoals Nora en ingenieur Somers in staat te stellen ermee te werken, waren sommige lagen gebruiksvriendelijk gehouden en Trigger was nu bezig de versperringen daarin op te ruimen. De rest van het systeem leek op een onneembare vesting… en Neels had onvoldoende tijd voor een langdurige belegering.
Hij stapte uit de douche en droogde zich af.
Er was iets vreemds met zijn onderzoek aan de hand. Telkens als hij probeerde in het besturingsprogramma binnen te dringen om de wachtwoorden en codes te leren kennen, werd hem zo effectief de pas afgesneden dat het leek of de computer eigenhandig een deel van zijn elektronisch geheugen uitschakelde.
Alle methoden die hij vroeger met succes had aangewend, hadden nu gefaald. Hij zou het over een andere boeg moeten gooien.
Hij besloot de man die de barricades had opgeworpen te gaan opzoeken. Hij zou beginnen bij het laatst bekende adres: Begijnenvest 46. Misschien kon een van de buren hem iets over Wouters’ nieuwe verblijfplaats vertellen.
Hij kleedde zich aan. Een zwarte jeansbroek, een donkerblauw shirt met een das die nauwelijks met het shirt van kleur verschilde en donkere joggingschoenen.
In het hotel beschikte Neels over twee aangrenzende kamers met verbindingsdeur. In de ene kamer had hij een Toshiba, in de andere een Amstrad portable op de telefoon aangesloten, allebei geavanceerde laptops anno 2000 met ingebouwde fax en modem en met bijbehorende draagbare laserprinter.
Met de Amstrad vroeg hij Trigger in het personeelsbestand van Foodpack naar een foto van Wouters te zoeken. Hij liet toestel en printer in stand-by. Met de Toshiba belde hij Franky's Bulletin Board op. Hij gaf hem de naam en het adres van Motta in Milaan met verzoek om informatie. Hij vroeg ook om in de computers van de opslagbedrijven in de havens van Antwerpen en Rotterdam het goederenverkeer van Foodpack te kopiëren.
Daarna ging hij eten in het restaurant ‘De Serre’ op de elfde verdieping. Hij koos een zeevruchtenschotel en een steak tartare.
Tijdens het eten dacht hij aan Nora en hij vroeg zich af hoe ze de avond doorbracht. Tot nu toe was ze de enige meevaller in dit onderzoek.
De systeembeveiliging was veel strenger dan hij had verwacht. Trigger bezat wel een volautomatisch programma dat met wachtwoorden experimenteerde tot hij het goede te pakken had, maar dat kon tot sint-juttemis duren. Als hij vanavond Wouters niet te pakken kon krijgen, zou hij vannacht naar Foodpack moeten terugkeren om het met een paar drastische ingrepen te proberen.
Maar dan liefst zonder zich vooraf te melden.
Neels at nog een stuk fruit, dronk een kop thee en stond op het punt naar zijn kamer terug te keren toen hij aan de honden dacht.
Hij bestelde een tweede steak tartare. De kelner zei ‘tot-uwdienst-meneer’ op de toon die een verzorger in een krankzinnigengesticht voor een pseudo-Napoleon reserveert.
‘Voor mijn hond in de auto,’ verklaarde Neels.
‘Ik dacht al dat het zoiets moest zijn,’ zei de kelner. Hij verdween en keerde even later terug met het gehakt in folie verpakt.
Opnieuw de trappen gebruikend, keerde Neels naar zijn kamer terug. Trigger had intussen een foto van Wouters overgeseind: een middelgrote, kaarsrechte man met stug krulhaar en een bril met donkere randen die poseerde voor de ingang van een kantoorgebouw onder het naambord van een verzekeringsmaatschappij. De afdruk was niet erg duidelijk en Neels printte een nieuwe met meer contrast. Het was geen recente foto, de man leek er hooguit dertig op, maar de blik vol zelfvertrouwen was onmiskenbaar.
Terwijl Neels de printer afzette, meldde Trigger een eerste succes. Hij was doorgedrongen tot een hoger niveau in het systeem dat een beveiligd rekeningenstelsel bevatte. In gewone taal: hij had de zwarte boekhouding van Foodpack blootgelegd. Even later had Neels een uitdraai gemaakt en hij bestudeerde de cijfers.
Niets opzienbarends.
De zwarte verkoop bedroeg nauwelijks twee procent van de omzet. Een klein deel werd aan premies voor het personeel besteed. Het overschot verdween naar beveiligde rekeningen en was niet te achterhalen.
Het was een overtreding die het bedrijf een flinke belastingverhoging zou kunnen kosten.
Maar het was niet waar Neels naar op zoek was.
Op de andere computer liep een signaal van Franky binnen.
Msg: #2887 [250]
Subj: Motta Milano s.p.a.
Voorheen Societa Arti Grafiche Motta, gevestigd Via Maglio del Rame, 16, Milaan, modem 035-224233. Sinds drie jaar een dochterondernemmg van Foodpack Belgium. Het dagelijks bestuur wordt waargenomen door de vroegere directeur van Motta, maar alle beleidsbeslissingen worden genomen door de afgevaardigde-bestuurder Mario Lazzera, een Belg van Italiaanse afkomst. Hierbij de laatst gepubliceerde jaarrekening. Meer vertrouwehjke info zal behoorhjk wat telefoonkosten vergen. Hoeveel mag ik besteden?
Met ‘vertrouwelijke info’ bedoelde Franky, dat hij kans zag een kijkje te nemen in de centrale computer van Motta. Neels trok een stoel bij en schreef een antwoord:
MSG #1 [250] REPLY ON: #2887
KOSTEN GEEN PROBLEEM. GRAAG GEGEVENS OVER FINANCIELE EN ZAKELIJKE BETREKKINGEN TUSSEN FOODPACK EN MOTTA MILANO (OF VERBONDEN ONDERNEMINGEN) OOK INFO GEWENST OVER MARIO LAZZERA EN CARLO BROEKMANS. ASAP
Franky liet zo vlug van zich horen dat Neels zich niet voor het eerst de vraag stelde of de hacker zijn computer mee naar bed of naar de badkamer nam. Vermoedelijk had hij op allebei de plaatsen terminals staan.
Msg: #2888 [250] reply on: #1
Subj: Mario Lazzera
Schuilnaam voor Marco Lamberetta. Vader Lamberetta komt zich in oktober 1958 in Luik vestigen en opent aan de Boulevard Saint Lambert een filiaal van de Milanese Banca Belgo-Italiana onder de naam: Banque Belgo-Italienne. Aangenomen wordt dat de BBI-bank Milano eigendom is van Cosa Nostra, de Italiaanse mafia.
Lamberetta huwt met Francesca Castero. Het gezin telt vrij spoedig twee dochters en één zoon.
Zoon. Marco, geboren Brussel 1962. Studeert in Lugano, Zwitserland, later ULB-universiteit Brussel. Marco blijkt spoedig een superslimme jongen te zijn. Bijzonder talent: informatica. Dringt door in universitaire administratie van ULB en ‘verfraait’ het studieresultaat van twee vrouwelijke medestudenten. Wordt van school gestuurd (1981). Verdwijnt voor een poos van het toneel en keert terug onder een nieuwe naam: Mario Lazzera. Werkt voor Banca Belgo-Italiana in Milaan en later in Luik. Lazzera is geen jongen die in het gareel loopt. Hij gebruikt de computer van de bank om in de centrale computers van hun klanten binnen te dringen en verkoopt de verkregen informatie aan hun concurrenten. Wordt ‘op heterdaad’ betrapt en verlaat de bank.
Thans: verdeelt zijn tijd tussen golf en zijn taak als gedelegeerd-bestuurder van Motta Milano.
Attentie: vader Lamberetta is in 1992 in Luik by een aanslag om het leven gekomen. De Luikse politie houdt het op een verkeersongeval. Vader Lamberetta was de consigliere van Thomat, de capo van de Waalse Cosa Nostra. Zijn dood volgde kort op de moord op Le Parrain, de capo di tutti capi. Beide moorden hadden te maken met een smeergeldaffaire in verband met de aankoop van legerhelikopters (zie ook affaire Bierset) en de zogenaamde ‘Thomat-roof…!
Ondanks de indirecte relaties via zijn vader zijn er geen aanwijzingen dat ook Mario Lazzera tot de Waalse mafia behoort.
Toch oppassen!
Oké?
Neels had al wel gelezen over de smeergeldaffaire inzake de legerhelikopters, maar het was voor het eerst dat hij van de ‘Thomat-roof’ hoorde.
MSG #2 [250] REPLY ON #2888
KUN JE MIJN KENNIS VAN DE ACTUALITEIT WAT BIJSPIJKEREN? WAT IS DE ZOGENAAMDE THOMAT-ROOF???
Het antwoord volgde vrijwel onmiddellijk.
Msg: #2889 [250] reply on: #2
Subj: Thomat-roof
Het verhaal begint in de Verenigde Staten.
In 1985 infiltreerden een paar grote mafia-families de MSM Corporation in New Jersey, een bedrijfdat geregeld voor rekening van de Citybank vervallen deelbewijzen van gemeenschappelijke obligatiefondsen vernietigt. In de volgende jaren liet de mafia voor 100 miljoen dollar zogenaamd vernietigde deelbewijzen naar Europa transporteren om die in verschillende landen opnieuw in omloop te laten brengen. In België kreeg Le Parrain voor vijftien miljoen dollar (ongeveer een half miljard frank) waardepapier toegewezen, die hij via de BBI-bank aan de man mocht brengen. Voor de Luikse peetvader en zijn organisatie zat daar zo'n slordige vijf miljoen dollar aan vast. Het pakte verkeerd uit. De koerier die de waardepapieren naar Brussel bracht werd op de luchthaven van Zaventem door een drietal mafiosi onderschept en beroofd. Le Parrain koesterde verdenking tegen een topman van zijn eigen partij, een van zijn capo's en spitsbroeder Gérard Thomat, omdat hij de enige was die van de komst van de koerier op de hoogte was. Toen Le Parrain er dan ook nog achterkwam dat bij de roof een dienstauto was gebruikt van Vander Bhek, een Waalse gewestmmister met wie Thomat nauw samenwerkte, werden de gestolen waardepapieren de inzet van een mobster-oorlog. Le Parrain waarschuwde de banken, zodat Thomat de deelbewijzen niet kon verkopen. Een maand later was Le Parrain dood. Vraag me niet of er verband bestaat.
Bron: verslag van Robert S. Steinbrink, currency controller State of New Jersey.
oké?
Het was veel om in één keer te verwerken. Neels schreef:
MSG #2 SUPP [250] REPLY ON #2889
BOEIENDE LECTUUR, MAAR HET IS GEEN ANTWOORD OP DE VRAAG.
WAT IS DE RELATIE TUSSEN FOODPACK EN MOTTA MILAAN ENERZIJDS, BROEKMANS ANDERZIJDS???
Opnieuw kreeg Neels vrijwel onmiddellijk antwoord:
Msg: #2889 supp [250] reply on: #2 supp
Geduld mijn vriend, geduld.
Heb het antwoord niet bij de hand; als je weggaat, houd computer paraat.
Neels las de berichten nog eens over. De geruchten dat de Italiaanse mafia tot in de Waals-Belgische politieke en gerechtelijke kringen was doorgedrongen, was niet nieuw en hij voelde er weinig voor daarin te worden betrokken. Zijn statuut als BBI-inspecteur zou hem geen bescherming bieden als de ware toedracht aan het licht kwam. Integendeel.
Het werd oppassen geblazen.
Hij zette beide computers in stand-by en maakte zich klaar voor zijn nachtelijk uitstapje.
Het vlees verdeelde hij in twee gelijke delen. Daarna haalde hij uit zijn koffer een doosje Acepromazine. De normale dosis om een hond groggy te maken was één tablet per tien kilo lichaamsgewicht en hij schatte dat Dingo minstens vijftig kilo zou wegen. Tania was kleiner, maar had de robuustheid van een teef die jongen heeft geworpen. Hij schudde tien tabletten uit het medicijndoosje in een asbak en plette ze tot poeder. Bij nader inzien voegde hij er nog vier tabletten aan toe. Het poeder mengde hij gelijkmatig door de twee porties gehakt. Daarmee zouden Nora's lieverds een tijdlang buiten gevecht gesteld zijn.
Hij trok een paar operatiehandschoenen aan en nadat hij zich ervan had verzekerd dat er nergens vingerafdrukken op voorkwamen, pakte hij de spullen bij elkaar die hij tijdens de expeditie dacht nodig te hebben, stopte alles in een tas voor tennisrackets, trok de rubberen handschoenen uit en stak die in zijn broekzak.
Voor hij de kamer verliet belde hij Nora op. Hij kreeg het antwoordapparaat aan de lijn. ‘Ik ben tot tien uur in conferentie,’ zei ze zakelijk, ‘en de honden kunnen niet aan de telefoon komen. Als je wilt dat ik terugbel, zeg dan wie je bent. Zo nodig zal ik terugbellen.’
‘Ik wou alleen je stem nog even horen,’ zei hij. ‘Tussen haakjes: Je ziet er goed uit. Daar heb ik geen videofoon voor nodig.’
Hij legde neer en wierp een blik om zich heen. Hij zag de uitdraai Hggen van de zwarte boekhouding van Foodpack, vouwde die op en propte hem in de achterzak van zijn jeans.
Hij sloot af en nam de lift naar beneden.
Met gezwinde pas liep hij door de grote entreehal; voor de portier en de piccolo's leek hij een zakenman die na een dag van saaie onderhandelingen behoefte heeft aan een partijtje tennis.