6
De zon piept onder de gordijnen door en kruipt omhoog richting mijn ogen. Ik begin te glimlachen wanneer ik me realiseer dat ik wakker word in één van de meest begerenswaardige situaties die de man kent: in bed met Sasha. Van het voeteneinde bereikt me een licht gesnurk, wat een opluchting is omdat Zoë er nog steeds niet was toen ik om middernacht het licht uitdeed.
‘Ik ga nog even een slaapslokje halen in de bar!’ waren haar laatste woorden.
Sasha en ik vroegen ons af of ze daarmee niet een ‘slaapmutsje’ bedoelde, maar besloten dat het waarschijnlijk was dat ze bij het inchecken een leuke barman had gezien en die nu even wilde bekijken.
Het was al donker toen we met onze ziltig-frisse gezichten voor de receptie stonden in La Valencia, een zachtroze Spaanse haciënda met uitzicht op de baai van La Jolla. We lieten een spoor van zanderige voetstappen achter op weg naar onze kamers, of eigenlijk villa’s. Elliot vond het erg amusant dat hij en Elise ‘Ocean Villa Eleven’ kregen toebedeeld – wat zijn droom om deel uit te maken van de Rat Pack al bijna deed uitkomen. Zoë, Sasha en ik zaten in Ocean Villa Five. En in Fifteen zat Goldie Hawn. Echt waar. Eerst geloofden we Zoë niet toen ze gillend van het balkon weer naar binnen rende om ons te laten weten dat we een beroemde buurvrouw hadden, maar dit keer had ze gelijk.
Blijkt dat La Valencia al sinds de jaren dertig een favoriet toevluchtsoord is voor Hollywood. In die dagen had Zoë kunnen gillen dat ze net Greta Garbo of Charlie Chaplin op hun zonnestoelen had zien liggen. (Niet dat ik me kan voorstellen dat zij zich insmeren met kokosnootolie om uitgebreid te gaan zonnen.) Hoe dan ook, sindsdien is het zo’n geliefd verblijf dat het meeste antiek in de openbare ruimten is gedoneerd door voormalige gasten. Ik vind het prachtig dat ze zo graag een onderdeel willen zijn van hun favoriete hotel.
Ik zou willen dat ik op een dag zo’n toewijding aan de B&B zou hebben geïnspireerd. Wat zou het geweldig zijn geweest om te weten dat elke stoel of vaas een eigen geschiedenis heeft, in plaats van uit de Ikea te komen. Ondanks dat ik niet dezelfde smaak heb als mijn moeder, moet ik bekennen dat ze elk stuk met liefde heeft uitgekozen. Zoveel andere B&B’s op ons plein hielden het eenvoudig, alles in de kamer had een functie, anders was het er niet. De kamers waar ik van houd, bevatten schatten die er gewoon zijn om van te genieten. Dat zijn de dingen die een kamer een persoonlijkheid geven. Sommige mensen houden van simpel, hebben er geen behoefde aan om een band te vormen met hun omgeving, en dat is prima, maar ik houdt van kamers met karakter. Zo heb je, ook als je alleen bent, het gevoel dat je in goed gezelschap verkeert.
Terwijl ik opzij leun om een sokje water te drinken bedenk ik het me ineens: het is alsof Helen weet dat ik op het punt sta de B&B op te geven en ze me probeert tegen te houden door me al deze luxe ingerichte hotels te laten zien – kijk nou eens wat er allemaal kan… Maar ze kan het niet weten. Ik heb het met nog niemand besproken, behalve mam. Ik dacht dat het beter was om eerst de beslissing te nemen en ze het pas te vertellen als er niets meer aan veranderd kan worden. Dan lijkt het minder een discussiepunt, eerder een gevalletje ‘Het is nou eenmaal zo, dus accepteer het maar’. En toch voelt het niet goed zo’n beslissing te nemen zonder het te overleggen. Vooral met Zoë, want zij heeft er uiteindelijk zeven jaar gewoond.
Maar misschien overdrijf ik hoe geschokt ze zullen zijn. De B&B hoort al een tijdlang niet meer bij hun leven. Sasha was de laatste die er heeft gelogeerd, en dat was zes maanden geleden. Ze zijn allemaal verder gegaan met hun leven. Misschien zou ik dat ook moeten doen. Misschien denken ze wel dat het juist goed is als ik stop. Misschien is het dat ook! Sinds ik in Amerika ben, voel ik hoe inspirerend die vijfsterrenbehandeling is, maar ik ga ervan uit dat we de rest van de week met ons zessen in één motelkamer zullen slapen; twee nachten in La Valencia en ons accommodatiebudget is op. (Toen we Helen vroegen waarom ze voor deze luxe had gekozen, verzekerde ze ons dat er een goede reden voor was dat we ervan moesten genieten. Ze vertelde niet waarom. Ik hoop alleen dat het niet betekent dat we gaan kamperen.)
Hoe dan ook, ik ga er niet meer over piekeren. Ik ben hier met vakantie. Ik staar naar het witte plafond van sparrenhout en wriemel met mijn tenen onder de dik geweven lakens. Als ik niet zo’n last had van chronische jetlag, zou dit een van de beste nachten ooit zijn geweest.
Terwijl ik rechtop ga zitten, benieuwd naar hoe het er hier bij daglicht uitziet, reageert Sasha door zich nog dieper onder de dekens te verstoppen. Ik ben opgelucht dat ze zo rustig slaapt. Ze leek gisteravond zo bezorgd en afwezig, maar viel in slaap zodra haar goudkleurige lokken het donzen kussen raakten. Omdat Zoë er niet was, keek ik nog even tv en ging ik in het donker op het balkon zitten, luisterend naar het ruisen van de palmbomen en de diepe ademhaling van de zee. Ik vroeg me af wat de volgende veertien dagen voor ons in petto hebben.
Het was zo onverwacht, dat we een wens mochten doen. Ik bedoel, ik dacht altijd dat als er een geest uit een lamp tevoorschijn kwam, ik om een miljoen pond, ware liefde en nooit meer last van pms zou vragen, maar deze wens was anders. Wat zouden we willen dat er tijdens onze vakantie hier gebeurt? Als ik moest gokken, dan zou ik zeggen dat Zoës wens iets te maken heeft met seks en een beroemdheid, haar twee favoriete dingen, die van Sasha ofwel een operatie om eruit te zien als Kathy Burke of misschien een verrassing, zoals een oneindige voorraad Prozac, Elliots droom is vast een bezoek aan Disneyland zonder in de rij te hoeven staan en Elise… misschien zoiets simpels als ‘Laat Elliots vrienden verdwijnen’.
Ik zou graag een vlieg aan de wand zijn en zien hoe ze zich bij hem gedraagt als wij er niet zijn. Misschien bewaart ze al haar stekeligheid voor ons en is ze de zoetheid en lieflijkheid zelve als ze alleen zijn. Ik vraag me af wat ze nu aan het doen zijn. Ze liggen vast in elkaars armen, en stoppen elkaar in chocolade gedoopte aardbeien toe…
‘Ben je al bloot?’
Ik hoor getik op de deur en Elliot loopt naar binnen, zijn haren nog nat. Met zijn guitige kuiltjes.
Ik controleer of mijn pyjama geen inkijk heeft terwijl hij naar het raam rent.
‘Klaar voor wat Californische zonneschijn?’ roept hij terwijl hij de witte plantageluiken loshaakt.
Hij lacht naar mijn verblinde pose en kijkt dan naar het lichaam op de slaapbank.
‘O, mijn God! Kijk eens naar Zoës maraca’s!’
‘Elliot!’ roep ik uit. Het is niets voor hem om zo grof te praten. Ik probeer Zoë wat zedig toe te dekken, maar ik kom niet onder strak ingestopte beddensprei vandaan.
‘Ik bedoel, letterlijk!’ Hij bukt en pakt twee handbeschilderde maraca’s op, en schudt ze heen en weer waardoor de kraaltjes erin een ritmisch geluid maken. ‘Waar heeft ze die nou weer vandaan?’
‘Mmmmmmffffff,’ gromt Zoë.
‘Zoë?’ Elliot buigt zich over haar heen.
Ze kruipt weg. ‘Ik wil niet meer wormen eten!’
Elliot trekt zijn wenkbrauwen op.
Ik bid in stilte dat ze het heeft over een tequilaworm en voel me plotseling schuldig dat ik haar heb laten gaan.
‘Wauw! Ze is echt helemaal zat! Hoe laat zijn jullie naar bed gegaan?’
‘Sasha om ongeveer tien uur,’ begin ik.
Ze tilt een slanke arm op en wiebelt met haar vingers ter bevestiging.
‘Ik heb tot een uur of twaalf tv gekeken.’
‘Komt jullie televisie uit die doos hier omhoog?’
Ik knik.
‘Is dat cool of niet?’ Elliot glimlacht.
‘En mevrouw Worm,’ ga ik verder met onze alibi’s: ‘Geen idee.’
Elliot kijkt naar Zoë en fronst zijn wenkbrauwen. ‘Wat is die zwarte streep tussen haar wenkbrauwen?’
Ik worstel mezelf uit het bed, schuifel naar haar toe en zeg haperend: ‘Dat is de Frida Kahlo-wenkbrauw!’
‘De wat?’ Elliot lacht, doet een stap achteruit en strompelt over een gigantische in papier gewikkelde rol. ‘Waar komen al deze Mexicaanse kleden vandaan? Heeft Helen…’
Plotseling gaat Sasha rechtop in bed liggen, alsof ze in tractie wordt getrokken. ‘Ze heeft het toch niet gedaan, hè?’
Ik weet direct wat Sasha bedoelt en kijk om me heen. ‘Waar is haar tas?’
Sasha doet een sprong en heeft hem te pakken. ‘Paspoort!’
We drommen ons samen en bladeren snel door de eerste bladzijden heen, om dan het vers gestempelde woord MEXICO te zien staan.
‘Ze is gaan winkelen in Tijuana!’ roept Sasha uit.
‘Ik kan niet geloven dat ze het land uit is geweest terwijl wij lagen te slapen,’ zeg ik stomverbaasd.
‘Zoë?’ Elliot schudt haar voorzichtig door elkaar.
Ze doet één wazig oog open: ‘Si?’
We moeten allemaal giechelen om onze slaperige signorita.
‘Ik denk dat we haar maar moeten laten liggen,’ besluit Elliot, terwijl hij de maraca’s bij haar instopt als een teddybeer. ‘Komen jullie mee ontbijten?’
‘Kan het vijf minuten wachten tot ik heb gedoucht?’ vraag ik.
‘Geen probleem,’ zegt hij. ‘Sasha, gaat het? Je ziet er wat wiebelig uit.’
‘Ja, ik heb geen honger. Ik denk dat ik even ga lucht happen op het strand en zie jullie dan weer hier.’
Ik bespeur even een vlaag van bezorgdheid, maar besluit niet door te vragen.
‘Vijf minuten…’ herhaal ik, maar zodra ik de marmeren grootsheid van de badkamer binnen stap, realiseer ik me dat dat wat optimistisch is. Het kost me al vijf minuten om bij de douche te komen en wanneer ik de glazen deur achter me dichttrek, ontdek ik dat deze de cabine zo afsluit dat er een stoomkamer ontstaat, en het is gewoon crimineel om zo veel exotisch genot te verspillen. Dat doe ik dus ook niet.
Ik kom een kwartier later weer naar buiten, met rode wangen en een rammelende maag.
Het ontbijt wordt al fresco geserveerd op de Tropische Patio, een aantrekkelijk betegeld binnenplein met hier en daar bloementrossen en verzorgde mannen in zalmroze kasjmier V-halstruien.
‘Kijk eens wat een mooie tafelkleden,’ kir ik, terwijl de ober ons naar onze tafel brengt.
‘Lieverd!’ Elliot glimlacht.
‘Elise!’ Ik schrik van mezelf terwijl ik haar naam zeg. Eventjes was ik vergeten dat zij ook met ons mee was.
‘Goeiemorgen, slaapkop,’ grijnst ze.
Ik grijns terug. Ze moest even een steek onderwater geven met haar ‘Ik was lekker al veel eerder wakker dan jij’!
‘Waar zijn je vriendinnetjes?’ vraagt ze.
Ik haal even diep adem – niet gaan slaan – en begin heel vrolijk: ‘Nou, Vriendinnetje Een, Sasha, is op het strand. En Vriendinnetje Twee, Zoë…’
Ik zie Elliots ogen twinkelen en begin te grinniken.
‘Wat is er zo leuk?’ hapt Elise.
‘Je zou het toch niet geloven.’ Elliot schudt zijn hoofd en doet met zijn handen alsof hij met maraca’s aan het schudden is.
Ik blijf ongecontroleerd giechelen, houd mijn mes voor mijn wenkbrauwen, waardoor Elliot weer begint.
‘Wat?’ Elise wordt nu echt ongeduldig, geïrriteerd dat ze er niets van snapt.
Ik voel tegelijkertijd haat en triomf. Gisteravond op weg terug van het strand was zij degene die begon met dat hele stelletjesgedoe: ‘Weet je nog, toen we in bed lagen en onze ringtones programmeerden?’ of ‘Je was vannacht weer in je slaap aan het praten, Mickey Mouse.’ Getver! Ziekelijk gewoon! Nou, dit is mijn wraak.
Ik verberg me achter mijn menukaart en bedenk of ik genoeg lef hebt om een spirulinasap te bestellen, of dat misschien selderij en venkel een betere keuze zijn, terwijl Elliot toegeeft en haar vertelt over Zoës avontuur.
‘Ik denk dat we van geluk mogen spreken dat ze niet een hele mariachi-band heeft meegenomen,’ is zijn conclusie.
Elises reactie? Een glimlach? Ongeloof? Afkeur? Geen van dit alles. Ze klikt alleen maar met haar vingers om de ober te roepen, alsof Elliot net heeft verteld wat het weer vandaag wordt. Ze kan er niet tegen wanneer hij zonder haar plezier heeft. Ik steek een vork in mijn handpalm om te voorkomen dat ik ga gillen.
‘Wat kan ik voor u doen?’ De ober heeft zijn pen in de aanslag.
Elise begint direct: ‘Ik wil graag een chocolademokka, hij een latte. Zullen we samen een krab-avocado-omelet met crème fraîche en basilicum en een stapeltje cranberry-aalbespannenkoekjes doen?’
‘Waarom bestel je niet gewoon wat jij wilt en ik wat ik wil?’ Elliot durft in te gaan tegen haar bestelling.
De blik op haar gezicht zegt genoeg: er is een boze bui op til.
Elliot bekijkt de kaart. ‘Ach, de pannenkoekjes klinken heerlijk, doe die maar.’
Ik neem aan dat ik niet ben uitgenodigd om van hun bordjes te eten, dus bestel gemberpannenkoekjes met zelfgemaakte appelboter en daag ze uit om hier ook maar een vork naar uit te steken.
Zodra de voedselparade begint, vraag ik me hardop af wanneer Helen komt.
‘Die komt pas rond het middaguur,’ vertelt Elise. ‘Ze zei dat we haar om exact twaalf uur in de lobby moesten opwachten.’
‘Wanneer belde ze?’ vraagt Elliot.
‘Net toen jij wegging om je vriendinnen te wekken.’ Elise kijkt even bedenkelijk omdat ze even het verkeerde woord gebruikte, maar gaat dan weer verder: ‘Schijnbaar heeft ze een verrassing voor ons. Misschien gaat ze zeggen dat we na vannacht nog langer kunnen blijven.’ Elise rilt. ‘Ik weet niet of ik al die verrassingen wel leuk vind. Als ik een spannende vakantie had gewild, had ik wel een Moordweekend geboekt.’
Graag. Hoewel, het is nog niet te laat om ervoor te zorgen dat er wat strychnine in haar mokka chocolata yaya wordt gedaan.
‘Ik vind het wel leuk,’ zegt Elliot. ‘Er kan van alles gebeuren!’
‘Ik hoop alleen maar dat we niet steeds moeten inpakken en uitpakken. Daar heb ik een hekel aan.’
‘Je mag blij zijn dat je een koffer hebt die je kunt pakken,’ mompel ik.
‘Nog niets gehoord?’ verzucht Elliot.
‘Express is aan de overkant van de straat, een beetje te vergelijken met Next,’ laat Elise weten. ‘We kunnen met je mee gaan en wat uitzoeken, als je dat wilt?’
Ik zie deze vermeende aardigheid voor wat het is: een poging om Elliot weer wat voor haar te laten kopen.
‘Dank je, maar ik wacht tot Helen er is om te zien waar ik me op moet kleden,’ zeg ik.
‘Wat jij wilt.’
Het wordt even akelig stil. Ik voel me in Elises buurt zo enorm onbehaaglijk, alsof ik aan het toneelspelen ben. Ik kan mezelf niet zijn, omdat dat zou inhouden dat ik lekker met Elliot zit te kletsen, maar dan zou zij weer humeurig worden omdat het gesprek niet om haar draait, dus dan blijven er alleen nog maar wat koetjes en kalfjes over.
‘Wist je dat Pearl Jam hier ooit heeft gelogeerd?’ probeer ik. ‘En Barbra Streisand. Stel je voor dat die samen een duet doen!’
Niets.
‘Weet je waar ik graag een nachtje zou slapen?’ Ik probeer het opnieuw. ‘De Madonna Inn!’
‘O, mijn God!’ Elise rolt met haar ogen.
‘Heeft niets met Madonna te maken hoor,’ leg ik haastig uit. ‘Het is de achternaam van de eigenaar, meneer Alex Madonna. Hij heeft het zelf gebouwd.’
‘Ik herinner me dat je het daar al eerder over hebt gehad.’ Elliot fronst zijn wenkbrauwen. ‘Heeft zijn vrouw niet alle kamers ingericht met allemaal gekke thema’s?’
Ik knik blij. ‘Cowboys, cupido’s en holbewoners!’
‘Je maakt een grapje zeker, dat klinkt wel erg vulgair,’ snuift Elise.
‘Ik denk dat je kitsch bedoelt,’ grap ik.
‘Kitsch, retro, glam – het zijn allemaal eufemistische woorden voor rommel en rotzooi. Jij zou toch al helemaal beter moeten weten. Ik dacht dat je een oog voor stijl had.’
Kan ze nog neerbuigender doen? In mijn ogen kan het niet kitsch genoeg. Strak, modern en pastel, daar ga ik van over mijn nek. Ik denk dat het in mijn bloed zit, maar mijn omgeving heeft echt invloed op mij. En de mensen om me heen, denk ik, terwijl ik Elise met kleine oogjes aankijk.
‘Ik denk dat ik wat eten meeneem voor Sasha,’ zeg ik, terwijl ik de restjes van de fruitsalade en een muffin op een bordje schep. ‘Eens kijken of ze trek heeft.’
‘Zie je om precies twaalf uur,’ zegt Elliot terwijl hij me uitzwaait.
Elise neemt niet eens de moeite van haar bord op te kijken. Jakkes, wat een manieren!
Terwijl ik wegloop, voel ik de opluchting door mijn lichaam stromen. Ik vind haar aanwezigheid zo bedervend, vooral als de anderen er niet zijn om het effect te verdunnen. Maar ik laat haar mijn vakantie niet bederven. Ik neem even een momentje, adem de frisse zeelucht in en probeer haar van me af te schudden. Dan huppel ik over het strand verder. Het is zo’n prachtige dag, dan kun je toch niets anders doen dan genieten?
Dan zie ik Sasha op een bankje hangen. De slapende engel is allang verdwenen, en in haar plaats is een zielig hoopje mens gekomen. Ik dacht al dat het te veel gevraagd was dat acht uur slapen haar problemen zou oplossen. Problemen die ik nu toch wel serieus begin te nemen. Die zelfhulpboeken lijken onschuldig genoeg en het voorval in het Hotel Del was al helemaal onverklaarbaar, maar gisteravond toen ik mijn versteende make-up van mijn gezicht probeerde te wrijven in de badkamer, zag ik haar naar haar spiegelbeeld staren alsof ze oog in oog stond met haar grootste vijand. Aangezien ik op de marmeren wasbak was geklommen om de spiegel te zoenen als ik haar was, begreep ik niet waarom ze zo donker keek.
Ik wilde het weer wegwuiven als gewoon een incidentje met verkeerd gespoten gezichtsreiniger, toen het nog bizarder werd. Ze smeerde dikke crème op haar gezicht en trok daarna strepen met haar vingers, waardoor het leek alsof ze van achter witte tralies naar zichzelf stond te kijken. Ik fantaseerde even over hoe ik haar gezicht eraf zou trekken en met het mijne te ruilen, om te zien of ze daar blij van zou worden, of in elk geval dankbaar zou zijn voor wat ze had, maar in plaats daarvan zei ik alleen: ‘Gaat het?’
Ze had even nodig om weer op aarde terug te komen, spoelde haar gezicht af met ijskoud water en zei toen: ‘Weet je nog wat we op het strand op moesten schrijven, onze wens?’
‘Ja?’ moedig ik aan, terwijl ik haar een handdoek geef.
‘Ik moest denken aan dat gedoe om uiterlijk. Je weet wel, dat mensen nooit zien wie ik echt ben, alleen hoe ik eruitzie?’
Ik knik terwijl ze haar onberispelijke huid droog dept. Het is altijd moeilijk om sympathie op te brengen wanneer ik naast haar voor de spiegel sta en alles kan bekijken en vergelijken.
‘Ik weet niet eens meer of dat het echte probleem is,’ zegt ze bezorgd. ‘Ik ben zo bang dat ze gelijk hebben. Wat als ik alleen maar een mooi gezichtje ben?’
Ik heb Sasha nog nooit zo bang gezien. Ik leg mijn tandenborstel neer om haar mijn totale aandacht te geven.
‘Ik zeg dat ik wil dat mensen me echt leren kennen, maar wie is dat? Ik weet het niet. Ik weet niet eens of ik wel de moeite waard ben om te leren kennen.’
‘O Sasha, doe niet zo gek!’ roep ik tegen haar.
‘Ik weet dat het jou irriteert, dat ik er zo over doordram…’
‘Nee hoor,’ verzeker ik haar. ‘Het frustreert me alleen dat je al je andere kwaliteiten niet kunt zien. Alle redenen waarom wij van je houden.’
‘Ik heb gewoon het gevoel dat ik nergens bij hoor,’ zegt ze bibberend.
‘Je hebt gewoon je plekje nog niet gevonden, dat is het.’
‘Wat als er geen plekje voor me is?’
‘Er is een plekje voor iedereen. Iedereen heeft een doel.’
Niet iedereen bereikt dat doel natuurlijk, maar daar ga ik maar niet op in. In plaats daarvan zeg ik: ‘Sommige mensen komen daar pas later achter.’
En direct daarna denk ik: andere mensen nemen hun doel voor lief. Kijk mij nou. Jarenlang heb ik gewerkt aan mijn vaardigheden als styliste, om zo de B&B te kunnen inrichten, en nu lijkt mijn doel toch iets heel anders te zijn. Had ik het fout? Wacht een ander lot op mij? Ik was er zo zeker van.
‘Misschien had ik gewoon model moeten blijven.’ Sasha trekt verslagen haar gestreepte pyjamabroek aan.
‘Je had er een hekel aan,’ herinner ik haar.
‘Ik weet het, maar ik was er wel goed in.’
‘Als je er zo’n hekel aan had, dan was dat niet jouw plekje,’ zeg ik bevestigend. ‘Het was een vals spoor, iets waar je nu van moet afkicken.’
Sasha haalt haar schouders op en verandert van onderwerp. ‘Heb je de luiken boven het bad gezien? Ze kijken uit op…’
Ik wist dat ze nog niet klaar was, maar ik wilde er niet over doordrammen. Het was geen gesprek waarop een gemakkelijk antwoord te geven was en op dat moment dacht ik dat een goede nachtrust beter voor haar zou zijn dan een peptalk. Ik denk dat het nu tijd is voor plan B.
Wanneer ik dichter bij het bankje kom, zie ik een traan over haar wang biggelen, dus ga ik langzamer lopen en ga ik nonchalant naast haar op het bankje zitten en staar ik naar de zee, zodat de zon even de kans krijgt om de traan op te drogen, zodat ik er niet over hoef te beginnen en ze er niet mee geconfronteerd wordt. Wanneer ik me eindelijk omdraai om haar een stukje ananas aan te bieden, is haar gezicht drijfnat.
‘Sasha, wat is het?’ Ik sla geschokt mijn armen om haar heen, klaar om haar op te vangen als ze mocht vallen.
‘Ik ben de weg kwijt, Lara,’ huilt ze. ‘Ik vraag me af of ik niet gewoon naar huis moet gaan.’
‘Wat?’ Ik hap naar adem. ‘We zijn er nog niet eens een dag!’
‘Ik weet gewoon niet of ik het kan doen.’
‘Wat kan doen?’ Wat gaat er in hemelsnaam om in haar hoofd?
‘Genieten. Grappen maken. Ik bedoel, waar haalt Zoë de energie vandaan om ’s nachts even te gaan shoppen in Mexico?’
‘Ik weet het niet,’ vraag ik me af. Ik zie beelden voor me van een Zoë die op tafels staat te dansen, met een kleine Mexicaan tussen de tanden.
Sasha snuift. ‘Toen ik thuis nadacht over deze reis, zag ik mezelf lachend in de zon liggen. Maar nu voel ik me net zo depressief als toen. Erger nog, omdat ik zie hoeveel lol jullie allemaal hebben, ik mezelf een spelbreker voel en ik mezelf haat omdat ik me niet kan ontspannen en gewoon mee kan doen.’
Ik kan nou niet echt zeggen dat ik zo gezellig ben geweest sinds we hier aankwamen, maar het was nog niet in me opgekomen om weer naar huis te gaan.
‘We zijn er nog maar net, Sasha. Je zei zelf al dat sommige mensen enorm last kunnen hebben van jetlag.’
‘Ik weet het, maar…’
Ik ben nog niet klaar. ‘Als je nu naar huis gaat, hoe zou je je dan voelen?’ Ik kijk haar aan.
Ze blijft naar haar tenen kijken.
‘Beroerd… Verslagen… Een mislukking…’ Ze zakt nog verder onderuit. ‘Maar dat is prima, zo mag je je voelen in Londen. Iedereen is daar depressief. Ik kan de metro de schuld geven, en de stakingen, en het weer, maar hier… De lucht is blauw, het strand is goudgeel, de palmen wuiven in de wind, en ik kan er niet tegen!’ Sasha houdt haar handen voor haar gezicht. ‘Als ik hier al niet gelukkig kan zijn, dan is er geen hoop voor mij. Dan kan ik net zo goed…’ ze pauzeert en snikt luid.
Ik knipper geschokt met mijn ogen. Het is nog erger dan ik dacht. Terwijl ik probeer te bedenken wat ik wil zeggen, laat Sasha haar handen zakken en bekijkt ze mijn geschokte gezicht.
‘Zie je? Dit is precies waarom ik weg moet. Ik zou het gewoon voor iedereen verpesten.’
‘Je kan niet… je mag niet…,’ begin ik.
‘Ik…’ Haar ogen dansen heen en weer, op zoek naar woorden, iets om het uit te leggen. Dan zegt ze met een iel stemmetje: ‘Ik vind het niet leuk meer om mezelf te zijn. Ik weet niet of ik het ooit leuk heb gevonden.’
‘Ik wil wel met je ruilen!’ stel ik voor, met een dun glimlachje.
‘Wil jij je zo voelen?’ Sasha kijkt me aan.
Ik schud mijn hoofd. Omdat ik weet hoe het voelt. ‘Misschien is dit het dieptepunt,’ zeg ik. ‘als je echt depressief bent, dan ben je na een nacht goed slapen niet direct weer gelukkig, het duurt even. Je lichaam is er waarschijnlijk gewend aan al die negatieve feromonen of hoe ze ook heten, en in het begin wil het die pareltjes geluk helemaal niet voelen, maar al snel raak je verslaafd aan dat blije gevoel.’ Ik weet zeker dat er een betere manier is om dit uit te leggen.
‘Maar ik wil het niet eens proberen. Hoe zwak is dat?’
Ik heb medelijden met haar. Zo voelde ik me toen ik voor het eerst van de B&B hoorde. Ik was zo bang dat ik ervoor koos om niets te doen. Maar dat verdoofde alleen maar tijdelijk, zoals ik nu begin te merken.
Ik pak Sasha bij de hand en probeer het tactisch te brengen. ‘Het is niet alsof we verwachten dat je het middelpunt van de festiviteiten bent.’
‘Waarom zou je ook? Dat ben ik nooit geweest, toch? Wat voeg ik eigenlijk toe aan het geheel?’
‘Jij bent Sasha!’ roep ik wanhopig uit.
Voordat ik het kan hebben over haar geweldige rustgevende eigenschappen, zegt ze: ‘Geef het maar toe. Het zou veel makkelijker zijn als ik er niet was.’
‘Ik weet niet waarom je dat zegt.’ Ik frons mijn wenkbrauwen en stop haar lokken die aan haar gezicht vast zijn geplakt weer achter haar oor. ‘Je hebt niks gedaan om het voor ons te verpesten. Natuurlijk willen we dat je blijft.’
‘Maar niet zo.’
‘Hoe je je ook voelt, wij willen dat je hier blijft,’ benadruk ik. ‘Als jij achter in de auto in een hoekje wilt kruipen terwijl wij aan het rondtoeren zijn, of op het strand zandkastelen wilt bouwen en de slotgracht wilt vullen met je eigen tranen, dan is dat prima. Als je vroeg naar bed wilt gaan, of helemaal je bed niet uit wilt komen, dan is dat prima. Als je een stuk wilt gaan wandelen of even tijd nodig hebt voor jezelf, dan is dat prima. Je hoeft niet te zijn wat jij denkt dat wij willen dat je bent. Je hoeft niet te doen alsof je vrolijk bent. Je hebt recht op je gevoelens. We vinden het geweldig om samen met jou te lachen en te keten, maar als jij daar geen zin in hebt, dan is dat ook goed. Als jij het nu moeilijk hebt, denk je dan echt dat wij je de rug zullen toekeren?’
Ik krijg tranen in mijn ogen van de emotie. Ik moet nu niet gaan huilen. Als we allebei nu hysterisch worden, wie kan ons dan helpen? Ik moet sterk blijven.
Ik haal even diep adem en wacht tot het geknepen gevoel in mijn borst afzwakt. Ik kijk naar Sasha’s gefronste gezicht en even lijkt het alsof ze zichzelf weer onder controle heeft. Maar dan gaat het weer mis.
‘Maar ik verpest het voor iedereen!’ Ik zie haar weer ineen duiken.
Nee, dit gaat zo niet gebeuren! ‘Het zou alleen maar vervelend zijn als we constant ons best moeten doen om jou op te beuren. Als jij zegt dat dat echt niet hoeft, dan gaat het best.’ Ik probeer het zo nuchter te zeggen, alsof het echt ondenkbaar is dat zij naar huis gaat. Ik houd me sterk. Ik kan het.
‘Hoe dan ook, we weten niet eens waar we morgen zijn, laat staan hoe wij ons voelen,’ zeg ik. Ben je dan helemaal niet nieuwsgierig naar wat Helen allemaal heeft gepland voor ons?’
‘Ik denk het wel,’ geeft Sasha toe.
‘Kom nou, het moet wel goed zijn, anders zou ze ons niet zo lang in onzekerheid houden. Ze is iets van plan, dat kun je zo zien. Wil je echt al die pret en avonturen missen die ze voor ons in petto heeft?’
Sasha schudt haar hoofd.
‘Ik weet zeker dat ik dat niet wil missen!’ Ik beantwoord mijn eigen vraag. ‘Ik wil weten wat ze voor ons geheim houdt.’
Ik denk dat het werkt. Sasha’s ademhaling wordt al minder schokkerig.
‘Is dat papaja?’ Ze bekijkt mijn bordje met fruit.
Ik glimlach. Ze doet weer mee. ‘Allemaal voor jou,’ zeg ik. Dan kijk ik op mijn horloge. ‘En je hebt exact zestig seconden om het op te eten.’
‘Is ze dan hier?’ Sasha kijkt op, met haar mond vol fruit, ogen wijd open gesperd.
Mijn hart begint sneller te kloppen en ik knik van ja. Ik steek mijn hand uit: ‘Kom, we gaan!’ Samen rennen we naar de lobby. Twee gekneusde zielen op zoek naar hoop.