34

Ik ben nog druk bezig om met mijn irritatie af te rekenen wanneer we op het vliegveld aankomen. Ik heb nog nooit ruzie gehad met Elliot in alle tien jaar dat ik hem ken. En dus was ik er met mijn gedachten niet zo bij toen ik afscheid nam van de anderen. Ik realiseer me nu dat ik veel meer te weten had willen komen over Sasha’s benefietavond – ik weet alleen dat we morgenavond om zes uur bij Tiger Tiger moeten zijn. Ik hoop dat het een succes wordt. Zo ja, dan kunnen zij en Zoë misschien gaan nadenken over een benefietavond voor de B&B… Ik voel weer een vlaag van woede. Ik hoop dat Elliot vannacht wordt opgepeuzeld door een beer.

‘Dit is Richard, onze vliegmeneer,’ zegt Joel als hij de piloot voorstelt. We geven de lachende man in het geblokte overhemd een hand en nemen onze plaatsen in in het vliegtuig. Ik naast Richard, op de voorbank van waar ik een geweldig uitzicht heb, en Joel achterin met Elise, zodat hij zijn sterke spieren kan gebruiken om haar in bedwang te houden mocht ze hysterisch worden en proberen de piloot te wurgen of zichzelf uit het raam te gooien. Hé, dat is een idee. Het is een beetje teleurstellend dat ik lang niet zoveel geniet van mijn spelletje Manieren om van Elise af te komen.

‘Daar gaan we!’ Richard lijkt het vliegtuig bijna van het asfalt te willen trekken terwijl we over de startbaan suizen. Even lijkt het fysiek onmogelijk dat wij vieren en een brok metaal ooit de lucht in gaan, maar hij stuurt ons omhoog en wonder boven wonder storten we niet direct weer naar de aarde.

‘Vergeet niet adem te halen!’ Joel leunt naar voren om me hieraan te herinneren terwijl we langs een onzichtbaar koord omhoog klimmen, richting de hemel.

Hoe wist hij dat ik al sinds de start mijn adem inhoud? Ik heb amper een wenkbrauw bewogen uit angst dat hierdoor het vliegtuig uit balans zou raken. Ik probeer bewust mijn lichaam te ontspannen, en laat mijn schouder steeds een millimeter verder zakken. Ik kan niet geloven dat ik hier ben, hoog boven de grillige scheidslijn tussen het groene achterland van Californië en de zee, een van de ruigste en meest verfrissende kustlijnen die ik ooit heb gezien. Joel heeft het weer gedaan; tegen alle verwachtingen in voel ik me weer opfleuren.

Op een paar kilometer van Breathe nemen we even pauze om wat te drinken, en kijken we zittend aan een zonovergoten tafeltje uit over de woeste, woelige branding. Zelfs de gewoonlijk energieslurpende aanwezigheid van Elise kan mijn goede humeur niet bederven. Ik voel me goed. Geen wonder dat dit plek het Mekka is voor iedereen die zoekt naar spirituele verlichting – de omgeving doet het halve werk.

‘Ik denk dat we maar die kant op moeten,’ zegt Elise, terwijl ze op haar horloge kijkt. Ik slurp de rest van mijn roze limonade naar binnen. Als ik het beter wist, zou ik zeggen dat ze graag terug wil naar Breathe. Joel is aardig genoeg om mee te lopen naar de kamer die ik met Elise ga delen, om er zeker van te zijn dat ik niet oranje wordt geverfd en aan de zon wordt geofferd. Het blijkt dat de lange jurken en hippies met margrietjes in hun haar juist opvallen door hun afwezigheid.

‘Ik denk dat wel goed zit,’ verzekert Joel me. ‘Maar als je toch naakt de bongo moet spelen, bel me dan,’ zegt hij, met een guitig lachje.

‘Elise!’ Drie wat oudere vrouwelijke studenten rennen naar haar toe om hun clangenoot te omarmen.

‘Hoe voel je je?’ De eerste wrijft haar teder over haar arm.

‘Je was eergisteren zo moedig,’ kirt de tweede. ‘Ik weet zeker dat je op het punt van een doorbraak staat.’

‘Je bent net op tijd voor de Familiecirkel,’ zegt de derde enthousiast.

‘Lara.’ Elise draait zich naar me om. ‘Je komt toch wel met ons mee, niet waar?’

Vier gezichten kijken me vragend aan. Dit is eng. Ik pak Joel beet.

‘Sorry, schat, ik moet vliegen.’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Veel plezier!’

‘Nog één minuutje,’ zeg ik tegen Elise en ik trek Joel aan de kant.

‘Neem me mee,’ smeek ik hem.

Joel lacht en schudt zijn hoofd. ‘Kom nou, nog maar één nachtje en dan ben je een California Club-promovendus. Denk aan het strandhuis!’

Ik slaak een diepe zucht en vraag: ‘Kom je morgenavond ook naar de benefietavond van Tiger Tiger?’

‘Wat dacht je? Sasha heeft me er alles over verteld terwijl jij en Elliot op het parkeerterrein van de Madonna Inn stonden te smoezen. Wat was er trouwens aan de hand?’

‘Laat maar,’ kreun ik. Ik wil er nu even niet aan denken.

‘Ik heb haar gezegd dat ik wat rijke vriendjes mee zou nemen,’ gaat Joel verder. ‘Eens zien of we ze zo dronken kunnen voeren dat ze een mooie donatie doen.’

‘Lara!’ Elise roept me en tikt op haar horloge.

Ik gooi me in Joels armen, grijp de laatste kans om nog even kracht te putten uit zijn omhelzing. Hij houdt me zo stevig vast dat mijn hoofd bijna uit elkaar ploft en laat me dan los.

‘Ga maar!’ zegt hij bemoedigend. ‘Ik zie je morgen.’

‘Tot ziens!’ Ik zwaai hem uit en draai me om naar Elise. Daar ga ik dan, op weg naar een nieuwe Familie.

Na de eerste meditatie, waarbij ik bijna in slaap val, worden alle vrouwen in de groep geïnstrueerd om elkaar een hand te geven en een grote cirkel te vormen rondom de groep mannen. De mannen wordt daarna gevraagd paren te vormen, waarbij één de rol aanneemt van vader, de andere die van zoon. Blijkbaar hebben wij de taak om een beschermende cirkel van vrouwelijke energie om hen heen te vormen zodat ze zich veilig voelen. Prima, tot zo ver. Dan moeten we allemaal gaan zitten. Nog beter. De lichten worden gedimd. Misschien krijg ik toch de kans even mijn ogen dicht te doen. Maar dan hoor ik wat de mannen moeten doen: de ‘vader’ neemt zijn ‘zoon’ in zijn armen en wiegt hem heen en weer en vertelt hem dat hij trots op hem is en van hem houdt, dat hij er altijd voor hem zal zijn, wat er ook gebeurt. De aanblik van volwassen mannen die elkaar wiegen als een kind is vrij bizar. Eerst voelt het erg ongemakkelijk om dit te moeten aankijken, omdat ik me schaam, vooral voor de kinderen, maar dan zie ik hoe erg ze dit allemaal nodig hebben, hoe misschien maar een handvol van deze mannen ooit heeft gehoord wat ze echt van hun vaders hadden moeten horen, en mijn hart gaat naar hen uit.

‘Nu de vrouwen in het midden…’ zegt de groepsleider.

O nee! Ik wil niet met Elise. Ik kijk naar links voor een alternatief, maar het dunne rossige meisje heeft al iemand gevonden. Elise wil dit vast niet met mij. Dit is een belichaming van alles waar ze op tegen is.

‘Natuurlijk is dit allemaal onzin,’ sist ze stilletjes. ‘Ik doe het alleen maar om hun tevreden te houden.’

‘Natuurlijk!’ Ik knik en doe vol afgrijzen een stap vooruit.

‘Moeder of dochter?’ vraagt Elise.

Ik sta in tweestrijd: aan de ene kant hoef je als dochter je alleen maar te laten knuffelen, maar tegelijkertijd wil ik niet aanhoren hoe Elise mijn moeder probeert na te doen, ook al duurt het maar even.

‘Moeder,’ besluit ik.

‘Oké. Ga zitten.’

Ik ga in kleermakerszit op de grond zitten en wacht tot Elise bij me op schoot gaat zitten. Behalve de verplichte luchtzoenen bij welkom en afscheid heb ik haar nog nooit echt aangeraakt, dus voelt het erg vreemd dat ze hier zo doelbewust tegen me aan leunt en nog vreemder om mijn armen om haar heen te slaan alsof ik haar lief vind. Ik bid tot Julianne Moore om wat acteertalent om me door deze ervaring heen te slepen. De groepsleider wacht tot we onze posities hebben aangenomen en knikt dan dat we kunnen beginnen. Om me heen hoor ik kirrende en bemoedigende stemmen. De oude duivel in mij zou de neiging hebben om in Elises oor te fluisteren: ‘Ik had altijd een jongetje willen hebben!’ maar de sfeer in de ruimte voelt daar te heilig en sereen voor. Trouwens, ik zou echt worden gelyncht door de ring van mannelijke energie. In plaats daarvan sluit ik mijn ogen en doe ik alsof het een gunst is voor mijn eigen moeder.

‘Je bent een uniek en speciaal geschenk voor mij,’ begin ik, me afvragend waar die woorden vandaan komen. ‘Waar je ook gaat, weet dat ik altijd van je hou, je altijd in mijn hart bewaar, altijd het beste voor je wens.’ Wauw. Ik ben goed. Ik ben een moeder! ‘Ik kijk trots naar alles wat je doet.’ Ik ben even stil, en vraag me af of Elises moeder weet over haar avontuurtje in Carmel, en zo ja, of ze haar net als de anderen veroordeelde? Durf ik de woorden uit te spreken die ze zo nodig heeft? ‘Ik zal je nooit veroordelen, lieverd. Wat je ook doet, van wie je ook houdt, ik zal je altijd steunen.’ Ik doe stiekem één oog open en verwacht dat Elise me spottend aan lig te kijken, maar in plaats daarvan zie ik een traan op haar wang glinsteren. O mijn god. Mijn eigen ogen worden vochtig van medelijden. Ze is toch een mens. Wat moet ik nou doen? Ik kijk smekend naar de groepsleider die voorbij loopt. Ze knikt naar me: ga door. Ik doe mijn ogen weer dicht.

‘Je blijft altijd mijn kleine meisje, Elise.’ Ik verbaas mezelf dat ik haar naam noem. ‘En ik blijf altijd jouw mama. Jouw geluk staat bij mij voorop. Wees gelukkig, dan maak je anderen gelukkig.’

Elises lichaam begint te schokken in mijn armen. Ik ben te ver gegaan!

‘Toe maar, toe maar,’ sus ik. O, shit! Ik kijk in paniek om me heen, maar ik ben niet de enige met een vochtige moederschoot. Overal om me heen meisjes die nog nooit hun moeder ‘Ik hou van jou’ hebben horen zeggen. Ik houd Elise stevig beet en ze grijpt zich aan me vast als een klein aapje. Ik voel mijn haat voor haar veranderen in medelijden. Wat heeft ze allemaal meegemaakt om hier zo te eindigen? Ik denk aan mijn eigen moeder, altijd zo meegaand in mijn keuzes. Ik ben nooit door haar onder druk gezet. Even vraag ik me af of ik niet last zou moeten hebben van een verlatingscomplex omdat ze nu naar Spanje verhuist, maar dan realiseer ik me dat dat helemaal niet hoeft. Ik weet dat ze van me houdt, dat ze naar een andere zonnestelsel zou kunnen verhuizen en dat ik er dan nog zeker van ben. Elise gaat plotseling rechtop zitten en veegt haar tranen weg. ‘Ze zijn hier pas tevreden als je ligt te snotteren!’ snift ze boos terwijl de lichten weer aan gaan.

‘Gaat het?’ vraag ik.

‘Natuurlijk! Dit is niet echt!’ Ze gaat staan, vermijd oogcontact. ‘Ik moet even iemand bellen. Ik zie je zo weer.’

Ik zie haar de kamer uit rennen, hoofd omlaag. Ze belt haar moeder, daar durf ik wel wat om te verwedden. Ik kijk op mijn horloge. Hopelijk is ze een feestbeest, het is een uur ‘s nachts in Engeland. Ik hoop dat ze niet tegen haar gaat schreeuwen, ze is nu wat fragiel. Ik weet dat mijn moeder het prima zou vinden, maar ik wil haar niet storen als ze ligt te slapen. Ik bel haar morgen wel. Ik heb nog 24 uur om op een wonder voor de B&B te hopen. Geen probleem.

Ik wandel naar buiten en bekijk de lijst met lessen voor vanavond, om te kijken of er iets inspirerends tussen zit. Ondertussen kijk ik heimelijk naar de studenten om me heen – wie kan ik nog meer in een snotterend wrak veranderen?

‘Ik ga voor de Witte Lotus Poëzie Workshop,’ vertelt een klein mannetje mij. Ik besluit niet te reageren. Die is te gemakkelijk.

Denk aan de oceaan. Dat klinkt hip. Ga terug naar de eenvoud van het leven. Prima in theorie, maar ik heb zo’n gevoel dat het in werkelijkheid betekent dat je in een hutje zou moeten wonen. Innerlijke godin. Geweldig, dus toch wat glitter en glamour. Zelfverraad. Dat is een goede, een hoog griengehalte. Ooo, die over de levenskaarten lijkt me leuk: je maakt een plattegrond van je leven tot nu toe om te zien waar je tot op heden bent gekomen en gebruikt die informatie dan om je creatieve toekomst uit te stippelen. De docente, Ann Sayre Wiseman, ziet er aardig uit. Ik pak de pen om mijn naam op de lijst te zetten en zie dan dat Elise zichzelf heeft aangemeld voor Radicale eerlijkheid, een les die tegelijkertijd wordt gegeven. Erg verleidelijk. Misschien jankt ze alles eruit en bespaart ze me de moeite van die privédetective. Ik zou er natuurlijk altijd kunnen zijn om haar na de les op te vangen… Dan zie ik in Elises handschrift mijn naam staan onder de kop Niet langer onzeker over je uiterlijk! Hoe durft ze! Ik vraag me af of ze me terug wil pakken? Hoe dan ook, het lijkt een les die iedereen die is gezegend met cellulitis vast bij zou willen wonen. Het kan geen kwaad, toch? Ik ga er na het avondeten direct naartoe.

Omdat we maar met ons tienen zijn (waaronder drie mannen), dacht ik dat ik hier wel de mogelijkheid zou hebben om echt wat aan mijn dikke kuiten te kunnen doen. En, ach, als het niet verplicht was geweest om je helemaal uit te kleden, had ik langer dan zestig seconden kunnen blijven.

Ik begin weer te rillen terwijl ik naar buiten loop. Wat nu? Ik heb het begin van de levenskaartles gemist, dus dat heeft geen zin meer. Bij Ritualistische dans moest je jezelf insmeren met klei, geloof ik. Ik zou even aan de deur kunnen luisteren bij Radicale eerlijkheid. Of misschien op mijn tenen terug sluipen naar mijn kamer voor een dutje – ik heb vannacht maar vijf uur geslapen en dat begint nu toch zijn tol te eisen.

Er staat een man (dat denk ik tenminste) op zijn hoofd in de gang en terwijl ik om hem heen probeer te lopen, bots ik tegen een paar zachte borsten aan.

‘Dat is goed… Steek je armen uit, wees niet bang een ander mens aan te raken!’ De eigenaresse omhelst me. ‘Als je een knuffel wilt, steek dan gewoon je armen uit!’ Ze drukt me veel te lang en veel te stevig tegen zich aan. Ze draagt geen bh.

‘Bedankt!’ puf ik, wanneer ik mezelf heb los geworsteld.

‘Geen dank!’ Ze waggelt weer verder.

Ik schud mijn hoofd en doe de slaapkamerdeur open, om daar een stelletje zoenend op het bed te zien liggen.

‘Oeps, sorry! Verkeerde kamer!’ Ik doe snel een stap achteruit en sluit de deur. Ik stop. Wacht even. Kamer 33. Dit is de juiste kamer. En een van de twee kwam me erg bekend voor. Ik doe de deur weer open en zie twee lichamen netjes naast elkaar rechtop op het bed zitten. De onschuld zelve. Heb ik het me net ingebeeld? Ik kijk naar Elise. Ze staart me glashard aan. Ik kijk naar de man. Knap. Grijs haar. Zeker vijftig.

Plotseling weet ik niet meer wat ik hier kwam doen.

‘Eh. Ik zoek mijn jas. Ik ga even wandelen. Hier is hij.’ Ik gris de jas van de stoel en ren de kamer uit.

Niet te geloven! Geen wonder dat Elise die week zo goed volhoudt. Ze ligt gewoon te vrijen met een van de andere cursisten! Schandalig! Ik vraag me af of dat de reden was waarom ze in Yosemite met mij wilde praten? Wilde ze me vragen hoe Elliot dacht over trouw en eerlijkheid? Op vakantie geldt het niet, enzovoort… Wauw. Over spleten gesproken… Elliot wil de bruiloft afblazen en Elise zoent met een ander. Ik zou namens Elliot een rolberoerte hebben gekregen, ware het niet dat ze hem eigenlijk een gunst bewijst. Ik vraag me af of ik het hem moet vertellen. Het zou het voor hem zeker gemakkelijker maken om het uit te maken zonder zich schuldig te voelen. Maar tegelijkertijd, na zijn gedrag in de Madonna Inn… Ik draai een rondje en probeer al die tegenstrijdige emoties van me af te schudden. Ik zou willen dat ik wist hoe ik me echt voel, maar alles zit zo in de knoop en ik ben zo in de war dat ik niet meer kan nadenken. Is Elliot nu een vrij man? Zo ja, wat doet dat met mij? Ik ben nog steeds kwaad op hem omdat hij zijn aanbod heeft ingetrokken. Hoe zou ik hem ooit weer kunnen vertrouwen? Hmm. Betekent dit dat ik bereid ben het nog eens te proberen? Hoop ik nog steeds dat hij het voor me doet?

‘Lara! Wacht!’

Het is Elise. Dit wordt leuk. Kom maar op, meid! (Ze is mijn dochter niet!)

‘Het is niet wat je denkt!’ begint ze, zodra ze bij me is.

Nul punten voor originaliteit qua openingszin.

Ik draai me naar haar om en zeg koel: ‘Je weet niet wat ik denk.’ Eindelijk heb ik de touwtjes in handen.

Ze staat met haar handen op haar heupen, klaar voor de strijd.

‘Toe maar,’ zeg ik om haar op te stoken. ‘Het leek erop alsof je een één-op-één healingsessie had met een medestudent!’

‘Dat is geen student,’ zegt ze.

‘Docent? Nog mooier!’ Ik rol met mijn ogen.

‘Hij is geen docent.’

‘Goeroe, spirituele gids, wat dan ook…’ Ik wuif het weg.

‘Dat is mijn ex.’

Ik denk even na, en weet het dan weer: ‘Uit Carmel?’

Ze knikt.

Hij is ouder, ja, maar niet echt voer voor Anna Nicole Smith. Waarom zou iedereen fluisteren en wijzen? Ik vraag me af of hij een beruchte crimi…

‘Hij kwam afscheid nemen,’ zegt ze weemoedig.

‘Waar gaat hij naartoe dan?’

‘Nergens,’ zegt Elise bars. ‘Afscheid nemen van het verleden. Martha zei dat ik het moet afsluiten…’

‘Noemen ze het tegenwoordig zo!’ Ik kan het niet helpen.

Elise haalt diep adem. ‘Ik heb mijn moeder beloofd dat ik hem nooit weer zou zien. Maar vanavond realiseerde ik me dat ik moet doen wat goed voelt.’

O god, dus het is mijn fout. Ik en mijn ‘Als jij gelukkig bent, ben ik gelukkig’. Ik had er nooit aan moeten beginnen.

‘Om me helemaal aan Elliot te kunnen geven, moet ik het loslaten,’ gaat Elise verder.

‘Wat loslaten? Je remmingen?’ Ik kan mezelf echt niet meer stoppen, ik heb me te lang ingehouden en ze geeft me nu een prima excuus om helemaal los te gaan.

‘Ja, ik heb hem gezoend, maar dat is alles. Het is voorbij.’ Elise kijkt me smekend aan, ze wil dat ik haar geloof.

Ik ben niet overtuigd. ‘Echt? Wat gebeurt er als hij jouw afsluiting wil afsluiten?’

‘Als je zo gaat…’

‘Wat?’ bries ik. ‘Mag ik niet even mijn twijfels hebben als ik de verloofde van mijn beste vriend een andere vent zie zoenen?’

Elise kijkt naar de grond. Even zie ik het troosteloze klein meisje dat in mijn armen lag te huilen. O, waarom sta ik toch tegen haar te schreeuwen? Elliot wil haar toch niet meer, dat zei hij in elk geval tegen mij. Ze kan doen wat ze wil. Het maakt mij niet uit.

‘Ik zie je later.’ Ik draai me om en wil weglopen.

‘Als je wist wat Elliot en ik van plan zijn, zou je niet zo snel oordelen.’

Er is maar één ding wat zou verklaren waarom ze de liefde van haar leven langs laat komen zo kort voordat ze met een andere man trouwt. ‘Polygamie?’ stel ik voor.

‘Ach, stik erin!’ gilt ze, en draait zich om.

‘Graag gedaan, Elise!’ roep ik haar na. Om eraan toe te voegen: ‘Elsie!’

Maar ze hoort me niet.

Ik sta alleen in de duisternis. ‘Wat Elliot en ik van plan zijn…,’ zei ze. Dan is het nog niet voorbij. Blijkbaar mogen ze allebei met anderen zoenen en hebben ze nog plannen samen. Plannen zonder mij. Ik weet wat ik nu voel: diepe teleurstelling, alsof ik mijn beste vriend en al mijn hoop in één klap ben verloren.

Ik vraag me af of er ook een les Hoe je verdergaat wanneer je ontdekt dat niets in je leven is wat het lijkt wordt gegeven.