27
‘Ik ga niet met hem naar bed of zo!’ roept Zoë uit wanneer we in een taxi over Sunset Boulevard rijden.
‘Dat vraag niemand,’ verzeker ik haar, om daar heel stil ‘nog niet’ aan toe te voegen.
‘Ik meen het. Ik weet dat ik het wilde toen ik een tiener was, maar nu wil gewoon alleen kunnen zeggen dat we een drankje met een beroemdheid hebben gedronken in het Beverly Hills Hotel. Is daar iets fout aan?’
Ik zeg tegen haar dat dat prima is… Wanneer je in LA bent…
‘Hoe dan ook, hij heeft iets, vind je ook niet? Weet je die poster nog die ik had van hem, waarop hij met ontbloot bovenlijf in de regen staat? Ik kuste elke avond voor ik ging slapen zijn navel…’
Ik kijk Zoë van opzij aan. Misschien is dit wat ze nodig heeft: direct huidcontact met een ster, om te zien dat er echt geen verschil is tussen hun en ons.
‘Het Pink Palace!’ zegt de taxichauffeur wanneer we de weg verlaten en verdwijnen in het weelderige groen dat de oprit naar het hotel verbergt.
Ik krijg al kippenvel wanneer ik de roze torens zie met hun daken van geoxideerd koper en opvallende vlaggen
‘Dit hotel is zo beroemd!’ gilt Zoë. ‘Ik kan niet geloven dat we hier zijn.’
Er staat een Bentley voor ons en er rijd een limousine achter ons aan wanneer we onder de groen-wit gestreepte betonnen luifel stoppen. Ik betaal de chauffeur en samen stappen we de rode loper op. Zoës gewoonlijk parmantige boezem zakt al na de eerste stap in.
‘Ik kan zo echt niet naar binnen!’ roept ze uit.
Raar genoeg was ik het T-shirt helemaal vergeten.
Ze kijkt om zich heen, alsof er in de bosjes ergens een Gucci-topje ligt.
‘Ik heb ook geen pashmina of zo mee die je kunt lenen,’ zeg ik verontschuldigend.
In paniek trekt Zoë aan Eddies neus en draait het T-shirt om haar vinger zodat zijn hele gezicht vervormt tot een onherkenbare waas.
‘Hoe lijkt dat?’
‘Alsof je een derde tepel hebt,’ moet ik toegeven, terwijl ik aan het puntje van de knoop trek.Wat als ik het achterstevoren aantrek?’ stelt Zoë voor.
We zijn duidelijk even dronken, want dit lijkt ook mij een goed idee. Alsof een vrouw die een klein topje probeert om te draaien minder opvalt dan een T-shirt met een verlepte ster erop.
‘Alles in orde, mevrouw?’ zegt de conciërge onverstoorbaar.
‘Prima, zodra ik…’ Zoë probeert het nog één keer en laat hem daarbij haar borsten zien. ‘Zo!’ roept ze triomfantelijk. ‘Goed?’ Ze kijkt mij aan om goedkeuring.
‘Prima,’ zeg ik. ‘Er lopen genoeg surfers rond in La Jolla die hun shirt ook zo op hun rug vastknopen.’
Dit lijkt niet te zijn wat Zoë wilde horen, dus ik zeg nog: ‘Denk eens na, als hier nu castingagenten rondlopen die op zoek zijn naar actrices voor het langverwachte vervolg op Point Break, dan sta jij vooraan!’
‘Je hebt gelijk,’ knikt Zoë, waarna ze mijn arm neemt en we samen de lobby in rennen.
Het eerste wat we zien is het bekende bananenbladbehang, het tweede de enorme kroonluchter met gouden omlijsting, die de hele kamer doet baden in een luxe en warm licht. Het voelt alsof Lana Turner elk moment kan binnenlopen.
‘Stel je voor dat de pers erachter komt!’ Zoë gluurt tussen de palmboompjes door op zoek naar cameralenzen. ‘Misschien haal ik de Heat wel als een van die Aan/Uit-stellen!’
‘Hebben ze ook een Wat doen ze nu?-pagina?’ mompel ik terwijl we de lift proberen te vinden.
‘Ach, hij boert goed als hij hier een kamer heeft.’
‘Hij betaalt niet, dat doet de filmmaatschappij,’ herinner ik haar.
‘Hoe dan ook…’ Zoë haalt haar schouders op en wil op het liftknopje drukken. Ze houdt haar vinger er een paar millimeter van af, omdat ze wordt tegengehouden door het geluid van duur gelach en klingende glazen.
Ik volg haar blik naar de Polo Lounge. Er lijkt daar een feestje gaande te zijn.
‘Zullen we even om het hoekje kijken?’
Afgaand op de letters die nog op de gigantische roze taart staan, wordt er een jubileum gevierd.
‘Een jubileum waarvan?’ Zoë klampt een ober aan die borden vol kruimels aan het opruimen is.
Hij knikt naar een televisie waarop continu een video wordt afgespeeld. ‘Vijfentwintig jaar sinds ze in dit hotel California Suite hebben gemaakt…’
Ik ren naar het scherm. ‘Zoë! Weet je nog? Die film hebben we zondag nog gezien. Een echte klassieker!’
‘Eh…’ ze kijkt me met samengeknepen ogen aan.
‘Neil Simon, vier verhalen, hotel, Oscaruitreiking?’
‘Maggie Smith!’ piept Zoë, terwijl die in een volumineuze chiffon jurk door het beeld zwiert.
‘Dit is het mooiste stukje,’ gniffel ik, omdat ik weet dat ze in de volgende zin gaat klagen dat ze een bult krijgt van de jurk.
‘Hij kostte vijfhonderd dollar en ik zag eruit als Richard de Derde!’ klaagt ze.
‘Ik weet wat ze bedoelt,’ zegt Zoë als ze haar spiegelbeeld ziet in een glazen deur.
We besluiten dat we nog één drankje bestellen voor we naar boven gaan om Eddie op te zoeken, en terwijl we de ijsblokjes in onze glazen heen en weer laten klingelen, zien we twee sterren uit de film, Alan Alda en Bill Cosby, op het terras.
‘O, kijk!’ wijst Zoë. ‘Wat doen we? Zij zijn veel beroemder dan Eddie.’
Ik denk even na en bedenk dan: ‘Een ster in zijn suite staat gelijk aan twee op het terras.’
‘Je hebt gelijk. We kunnen beter op zeker gaan. Niet dat ik met hem het bed in duik, hoor!’
‘Nee.’ Ik schud mijn hoofd zo hard dat ik er misselijk van word. ‘Zullen we?’ stel ik voor.
‘We gaan!’
Sunset Suite: we worden bij de deur verwelkomd door een doorzichtige zwarte boxershort. Hij lijkt erg blij om ons te zien. We volgen hem naar een weelderig ingerichte lounge, waar we tegelijk elkaar een por in de ribben geven met onze ellebogen wanneer we de spiegelbar, fluwelen banken en grand piano zien. (Zo’n piano waar je in satijnen jurk overheen gedrapeerd zou moeten liggen.) Ik probeer Zoës aandacht te trekken naar de mahoniehouten eettafel voor twaalf personen die is overladen met een piramide van exotisch fruit, maar ze staat nog gehypnotiseerd te kijken naar de hoeveelheid drank achter de bar. Omdat hij al ziet dat we nog maar één wodkaatje verwijderd zijn van een kotsbui, slaat Eddie de ‘Kan ik jullie wat te drinken aanbieden?’-stap over en loopt hij direct door naar de slaapkamer.
Zoë en ik twijfelen en vragen ons af wat we zouden moeten doen.
‘Kom maar binnen!’ roept hij.
We sluipen over het hoogpolige tapijt en steken ons hoofd door de deur. Eddie kruipt net in bed met een blik van ‘Kom maar op!’.
We schuifelen wat onwennig naar de kant van het bed, een beetje overvallen door zijn directheid. Ik moet toegeven dat hij er voor zijn leeftijd nog goed uitziet; zijn biceps zijn echt ‘spierballen’ en zijn bovenlichaam is gebruind en strak en glanst prachtig. Ik vraag me of hij van zichzelf zo glimt.
‘Wat denk je?’ Zoë draait zich naar me om, alsof ze hem op Pauze heeft gezet en hij ons niet kan horen.
Ik voel me net een beginnend student geneeskunde die probeert een diagnose te stellen. ‘O, ik weet het niet hoor, wat denk jij?’ Ik kaats de vraag weer terug, en wiebel op mijn voeten heen en weer.
‘Ik vond dat nummer Kissing in the Rain van hem wel heel erg mooi,’ fluistert ze. ‘Weet je nog toen ik twee singles kocht, voor geval ik er één grijs zou draaien?’
‘Eh, dames…?’ Eddie kijkt ons vragend aan; duidelijk voelt hij zich niet echt op zijn gemak met het idee dat we hem momenteel echt niet moeten.
‘Zal ik jullie even alleen laten?’ stel ik voor. Ik kan beter direct duidelijk maken dat hij geen triootje hoeft te verwachten.
‘Speel je ook piano?’ Zoë probeert een gewoon gesprekje aan te knopen. Ik wil richting uitgang, maar voor hem is het gesprek al ten einde. Hij slaat zijn arm als een lasso om haar heen en trekt haar boven op zich. Ik aarzel even of ze hulp nodig heeft, maar ze reageert gewillig op zijn door alcohol bevochtigde lippen. De madam in mij zegt: ‘Mijn werk hier is gedaan.’
Ik was van plan om terug te gaan naar de lounge, misschien om Chopsticks te spelen ter begeleiding of om wat fruit te gaan snijden om de tijd te verdrijven, maar blijkbaar heb ik een verkeerde afslag genomen, want ik sta nu in een luxueuze badkamer en-suite. Op een marmeren richel van een meter lang staat een eindeloze voorraad toiletspullen. Hij is zeker gek op aftershave; ik zie minstens tien bussen staan. Terwijl ik wat Davidoff Cool Water de lucht in spuit, voel ik me alsof ik in een chique nachtclub het herentoilet binnen ben geslopen. Alles is er, ik mis alleen de in een waaier neergelegde kauwgomsticks en een schaaltje om mijn fooi in te doen.
Tussen al zijn spullen zie ik de hotelmonstertjes staan. Ze doen hier zeker niet zuinig met hun shampoo. Gewoonlijk zijn de monsterflesjes net groot genoeg om een paar haren te wassen, maar deze zijn zeker de helft van een fles zoals die gewoonlijk in de winkel staat, met een supercool etiket met een palmboom erop. Zoiets zou ook echt super zijn voor de B&B. Als ik hem zou houden. En dat doe ik niet. Maar voor het geval dat… Zonder erbij na te denken, klik ik mijn tas open en veeg ik de hele voorraad, inclusief aftershaves, in mijn tas. Ik heb nog nooit iets gestolen, maar het moet nu gewoon. Ik sta net te glimmen met een klein busje haarspray ter grootte van een ademverfrisser in mijn handen als Eddie roept: ‘Hé, schat, kun jij de bodylotion even brengen?’
Ik schrik en kijk met grote schuldige ogen om. Als een gek rommel ik in mijn tas. Talkpoeder, nee. Naaiset, nee. Mondwater, au, dat zou zeer doen. Ha! Hand- en bodylotion. Ik gooi een handdoek over mijn arm en loop op een hopelijk niet te diefachtig uitziende manier terug naar de slaapkamer, waar ik hem de bodylotion aanbiedt alsof het een oude Bordeaux is.
‘Dank u!’ zegt hij met een hoffelijke glimlach.
Gezien de situatie gaat het er erg beschaafd aan toe, maar dan lijkt hij zich toch genoodzaakt om het tafellaken weg te trekken.
‘O mijn god, die is gigantisch!’ Mijn mond valt open en ik doe mijn hand er snel voor.
‘Ik vind het super als mensen dat zeggen.’ Hij glimlacht gelukzalig voordat hij probeert mij over te halen zijn kruis met het geurige goedje in te smeren. Ik doe een stap achteruit en mompel iets over meer bodylotion. Honderd milliliter is nooit genoeg.
Ondanks dat ze echt een slet extraordinaire is, weet ik dat Zoë er een hekel aan heeft om te worden belicht door iets wat feller is dan een gloeiworm, dus terwijl hij verder gaat met zijn glibberige versiertrucs, sluit ik snel de badkamerdeur en dim ik de lampen naast het bed, voordat ik als een kamermeisje haar kleding oppak. In de lounge maak ik een net balletje van Zoës sokken en leg ik haar kleren naast elkaar op de bank, als een moeder die voor de eerste schooldag het uniform van haar dochter klaarlegt. Wanneer ik ook Eddies doorzichtige boxershort in de verzameling tegenkom, zie ik als enige optie om deze als souvenir bij de toiletartikelen in mijn tas te stoppen.
Ik ga even op de bank zitten, lees het roomservicemenu door en vraag me af of ik tijd heb voor de Franse uiensoep, om dan verder te gaan met de hotel-informatie. Ik ben bang dat de wodka-slush puppy zijn tol heeft geëist wanneer ik de lees over het Canine Connoisseur-programma van het hotel: na aankomst worden de honden naar hun respectievelijke kamers gebracht, waar een mandje met gepersonaliseerde hondenkoekjes staat te wachten. Mooier nog, elke keer als ze binnenkomen, worden ze met hun naam en toenaam aangesproken!
Ik wil dit bijna aan Zoë vertellen, maar ze klinkt een beetje druk. Hmm… Ik vraag me af of ik een huisdiervriendelijke kamer kan inrichten in de B&B. Die zou wel extra moeten schoongemaakt, maar als we de kamer leuk inrichten, kan het echt een attractie worden. Stel je voor: een stapelbed voor honden of hangmat voor katten! En we zouden de huisdieren hun eigen badkamertje kunnen geven, met veel ventilatie vanaf zee om het altijd fris te laten ruiken. En we zouden een speciaal gourmetmenu kunnen bedenken en een hondentrimmer uit de buurt huisbezoeken kunnen laten doen…
Helemaal geïnspireerd blader ik verder, om te kijken welke andere ideeën ik zou kunnen aanpassen. Hier is de sectie over de bungalows van het hotel; blijkbaar klopt het dat als ze zeggen dat niemand in LA loopt traplopen daar ook bij hoort. Ik kan niet geloven dat Elizabeth Taylor zes van haar acht wittebroodsweken in een bungalow heeft doorgebracht! Wat schitterend fantasieloos! Het is alsof je keer op keer teruggaat naar de plaats delict, vastbesloten om het dit keer goed te doen.
Zou het niet geweldig zijn om een soort bruidssuite te maken met foto’s van de vaakst getrouwde sterren ter wereld – dat zou echt zo grappig zijn: Zsa Zsa Gabor, Joan Collins, Jennifer Lopez… Misschien kan hij tegelijk dienstdoen als scheidingssuite! Ik zou een speciaal tarief rekenen voor vrouwen die me hun scheidingsakte kunnen laten zien en ze dan vertellen waar in Brighton ze een echt stuk kunnen vinden om hun herontdekte vrijheid mee te vieren. Ik grinnik, maar al snel zakt mijn enthousiasme weg. De B&B is niet van mij. Binnenkort kan iemand anders er over dromen en fantaseren.
Mijn eerdere euforie is verdwenen. Ik voel een paniek opkomen die ik niet kan onderdrukken. Ik sta op, klaar voor actie: ik moet iets doen! Ik draai me om en wil een telefoon gaan zoeken, maar zie een glimmende Eddie voor me staan.
Mijn eerste gedachte is: ‘O nee, ik ben aan de beurt!’ Ik moet hem vast een blik van ontzetting aan kijken, want hij zegt al snel geruststellend: ‘Geen zorgen, ik heb wat water nodig…’
Zich totaal niet schamend voor zijn naakte lichaam wandelt hij naar de koelkast en pakt twee flessen Evian; waarbij hij nog steeds een zeer overtuigende opvoering geeft van Jake Driebeen, diddel-liddel-liddel-lid…
Een paar minuten later komt Zoë de badkamer uit strompelen met een handdoek om zich heen. Ze kijkt geschokt, haar haar door de war met hier en daar een lok nog netjes achterover gekamd, zoals nu erg in de mode is op de catwalk, en lijkt opgelucht haar kleren weer in de armen te kunnen sluiten.
‘Wat heb ik gedaan?’ mompelt ze, terwijl ze haar broek aantrekt.
‘Ik dacht dat het meer een kwestie was van wie?’ grinnik ik, niet echt helpend.
‘Ik kan beter over afscheid nemen.’
‘Ga je nog iets met hem afspreken, dan?’
‘We hebben geen plannen gemaakt, nee,’ geeft ze toe.
‘Nou, dan kunnen we beter gewoon maar gaan,’ zeg ik, waarna ik haar de buit in mijn tas laat zien.
‘Lara!’ Zoë kijkt er met open mond naar.
‘Ssst! Geen namen! We willen geen aanwijzingen achterlaten – ik heb alle vingerafdrukken al weggepoetst.’
‘Niet waar mijn handen zijn geweest!’ Zoë krimpt ineen.
‘Kom!’
We rennen door de hal, mijn tas rinkelend van de aftershave, en vallen de lift binnen. Mijn hart bonst in mijn keel en mijn adrenaline schiet bijna door het plafond. Als ik dit maar niet leuk ga vinden, bid ik. Het is niet mijn bedoeling om voor het eind van de week te worden gedeporteerd.
Als de liftdeur open gaat, zien we niets bekends voor ons.
‘Dit is niet de lobby,’ zeg ik fronsend.
‘Kijk! Een bordje voor het zwembad! Zullen we even snel gaan kijken?’
Ik twijfel.
‘Hij ligt te slapen. Geloof me.’
Langs het twintig meter lange zweembad zien we gestreepte ligstoelen, strandhuisjes en grote parasols. En we hebben het zwembad helemaal voor onszelf: het is zes uur en wij zijn als enigen nog wakker.
‘Hier werd Raquel Welch ontdekt,’ vertel ik Zoë.
‘Hoe weet jij…’
‘Handdoek, dames?’ vraagt een bediende, die staat te popelen om iemand te helpen.
Ik wil afslaan, maar Zoë pakt mijn arm. ‘Ja, graag.’
‘Wat doe je?’ sis ik, terwijl hij twee ligstoelen voor ons klaarzet.
‘Kom, ik moet over twee uur weer op mijn werk zijn. Als ik even ga zwemmen, word ik misschien wakker en dan kan ik douchen en direct door naar het restaurant.’
‘Hoe ga je de dag doorkomen zonder slaap?’ vraag ik.
‘Dat lukt wel, de herinnering houdt me wel wakker.’
Ik ben niet overtuigd.
‘Lara, het gaat echt wel. Ik zou dit niet willen missen, en ik kan weer slapen zodra ik vanavond thuis ben.’
‘Waar ga je in zwemmen dan?’
‘Bh en onderbroek, iets anders heb ik niet.’
‘Dan doe ik mee, denk ik,’ zeg ik, kijken naar het erg aantrekkelijke zwembad.
‘Tien baantjes!’ roept Zoë enthousiast, terwijl ze haar top uittrekt. Opnieuw.
Hoewel het water een behaaglijke temperatuur heeft, schijnt er geen zon op en moet ik dus blijven zwemmen om warm te blijven. Ik blijf denken aan de B&B, maar de opwinding van het begin is verdwenen. Het is nu uit mijn handen. Echt, wat kan ik hier nou doen? Ik voel me suf en losstaan van de werkelijkheid. Ik vraag me af of dit soort moderne wonderen ook buiten Los Angeles mogelijk zijn?
Zoë lijkt mijn gedachten te kunnen lezen. ‘Dit soort dingen gebeuren niet in Hertfordshire,’ mijmert ze, terwijl ze op haar rug drijft.
Ik zucht en voel me eigenaardig sereen. Sommige mensen zullen dit soort ervaringen nooit beleven. Ik heb het gevoel alsof we een kleine opening hebben gevonden naar de droom. We kunnen niet blijven, maar mogen er wel even aan proeven.
‘Ik vraag me af wat de anderen vandaag aan het doen zijn,’ vraagt Zoë.
Ik wil net zeggen dat ze waarschijnlijk nog niet eens wakker zijn, maar Sasha is vast al bezig met haar werk, ik weet dat Elise een yogasessie heeft om de ontwakende zon te groeten en Elliot krijgt in zijn nieuwe rol als parkranger vast niet de kans om uit te slapen. Hoe dan ook denk ik dat ik ze pas over een paar uur ga bellen.
‘Zullen we de jacuzzi in duiken?’ stelt Zoë voor.
Hij is eerst bijna te heet, maar het voelt al snel hemels.
‘Kun je geloven dat we het hele zwembad voor onszelf hebben?’ kirt Zoë. ‘Wat is er nou beter dan dit?’
‘Nou, er was eens een Oscarwinnaar…’ zeg ik roddelend, ‘die om het te vieren vroeg om haar bad te vullen met de beste champagne om er daarna een duik in te nemen!’
‘Dat mag met recht een bubbelbad worden genoemd!’ grapt Zoë.
Ik giechel. ‘Dertigduizend dollar aan bubbeltjeswijn, kun je je het voorstellen?’
‘Nee!’ zegt Zoë met open mond. ‘Hoe weet je dat allemaal?’
‘Ik was aan het lezen toen jij…’ de rest laat ik in de lucht hangen.
Zoë rilt bij de gedachte.
‘Was het echt zo erg?’ vraag ik.
Zoë bijt op haar lip. ‘Eigenlijk kon ik bijna niet stoppen met giechelen!’ giechelt ze, terwijl ze haar voet tegen een van de waterstralen zet. ‘Ik kon amper geloven dat hij het was!’ Ze veegt de stoom uit haar gezicht, en begint nog breder te glimlachen. ‘Al die tijd heb ik van hem gedroomd en nu lag hij zomaar bovenop me!’
‘Echt te raar gewoon!’ knik ik.
‘Ik ben blij dat het is gebeurd. Ik heb het gedaan. Misschien is dat wat jij met Elliot moet doen, gewoon van bil, dan heb je het maar gehad?’
‘Ik zou er geen nee tegen zeggen,’ geef ik toe.
‘En als het de eerste keer niet lukt, kun je het gewoon nog een keer en nog een keer proberen!’ lacht Zoë.
‘Precies.’
‘Het is best grappig om te krijgen wat je wilt,’ lacht Zoë. ‘Niet dat het precies is zoals ik het had gedacht, maar je wilt direct wat anders.’
‘Wat wil je nu dan?’
‘Behalve een stevig ontbijt?’
Ik knik.
‘Ik weet het nog niet zeker. Ik heb het gevoel alsof alle puzzelstukjes van mijn leven op een grote tafel liggen en ik niet zeker weet welke ik wil houden en welke ik wil ruilen.’
‘Het is toch geweldig dat we die keuze hebben?’ zeg ik verwonderend. ‘Sommige mensen zitten helemaal vast in hun leven.’
‘Zoals mijn moeder,’ fluistert Zoë. ‘Ze ziet geen uitweg meer. Maar de deur is er altijd, ze kan gewoon over de drempel stappen.’ Zoë rilt en trekt zichzelf uit de oversized soeppan. ‘Het is veel te vroeg voor dit soort diepe gesprekken, Lara. We zijn op vakantie!’
Terwijl ik blijf zitten bubbelen en stomen, doet Zoë haar best in de kleedkamer en ziet ze er vijftien minuten later uit alsof ze net tien uur in een zuurstoftank heeft geslapen. Ik begin me een beetje zweverig te voelen door het slaapgebrek en een beginnende kater en slaag er amper in mijn natte haar uit mijn gezicht te kammen. Maar ik ruik wel lekker: Eternity for Men, met dank aan Eddie Powers verzameling.
We strompelen terug naar het hotel en steken onze neus de lucht in zodra we door de deur stappen.
‘Eten!’ roept Zoë uitzinnig.
We volgen onze neuzen door de gang naar de gezellige in jarenvijftigstijl ingerichte Fountain Coffee Shop.
‘We hebben nog wel tijd,’ dringt Zoë aan, terwijl ze net lang genoeg op een roze barkruk blijven zitten om serveerster Nora onze bestelling door te geven voordat ze het toilet in duikt.
Ik voel me wat ongemakkelijk zo alleen. Wat zou ik doen als Eddie plotseling een hapje komt halen?
Een adembenemend uitziende hotelmedewerker komt een bagel bestellen. Haar haar zit perfect en haar ogen schitteren als juwelen. Plotseling voel ik me erg zelfbewust met mijn natte haar en oude kleren.
‘Ze is zo mooi,’ verzucht ik wanneer ze weer wegloopt.
‘Zij is degene die naar boven wordt gestuurd als een gast een klacht heeft,’ vertelt Nora me in vertrouwen. ‘Op haar kan niemand lang kwaad blijven.’
Goede strategie!
‘Daarna komt er een zwoel kijkende blondine aanlopen met de langste, dunste benen die ik ooit heb gezien.
‘Hoe gaat het met onze medewerker van de maand?’ glimt ze wanneer Nora haar een latte overhandigt.
‘Wie was dat?’ Ik kijk het elegante broekpak na.
‘Dat is onze PR-dame, Wendy. Ze is een ster.’
‘Ze lijkt op Veronica Lake.’
‘Een van onze “speciale gasten” is gek op haar,’ fluistert Nora. ‘Hij noemt haar Wendeloos!’
‘En dat is ze ook!’ bevestig ik. ‘Gaat ze er met hem vandoor?’
‘Ze is al getrouwd, haar man werkt voor Rolls-Royce.’
Wat een team!
Als Zoë terugkomt, steekt ze haar jus de lucht in en roept ze: ‘Gefeliciteerd, Lara!’
‘O mijn God! Helemaal vergeten!’
Daarna geeft ze me een papieren zak. In de zak zit een roze badeentje, met het logo van het Beverly Hills Hotel erop.
‘De souvenirwinkel ging net open. Vind je’m leuk?’
‘Super! O, Zoë!’ Ik geef haar een knuffel. Als we weer gaan zitten, staan twee smakelijke stapels pannenkoekjes voor onze neus. Met op mijn stapel een verjaardagskaarsje.
‘Best een goed begin van de dag, denk je niet?’ Zoë begint aan haar eten.
Ik knik, te druk met de warme kersensaus om iets te zeggen.
‘Zeg, wat ga je doen als ik aan het werk ben?’
Ik kijk Zoë aan. Als de rollen omgedraaid waren, en zij tijd zou hebben, zou ze waarschijnlijk Rodeo Drive gaan verkennen en dan over Melrose wandelen, om de dag af te sluiten met een bezoekje aan Universal Studio’s.
Maar ik ben geen Zoë.
‘Slapen!’ kreun ik.
Ik moet snel horizontaal. Het liefst in een leeg bed.