38
Het feest is voorbij. Het wordt tijd om naar de plek te gaan waar we de komende week gaan doorbrengen.
Ik zie Sasha tevreden op Ty’s borst liggen. Zij heeft een vermoeide Theo in haar armen.
Ik kniel naast haar neer en fluister, om haar nieuwe gezinnetje niet te storen: ‘Kom je mee?’Ze tilt haar hoofd op en kijkt me smekend aan. ‘Zou je het erg vinden als ik bleef? Er is zoveel te doen hier en ik wil nog even van ons succes genieten.’
‘Geen haast, je kunt ook morgen komen.’ Ik leun voorover en kus haar op haar voorhoofd, dan Ty, en daarna kriebel ik Theo over zijn buikje.
Sasha trekt me naar zich toe. ‘Zoë gaat toch met je mee?’
‘Ik ga haar nu halen,’ zeg ik.
Ik zag haar zonet nog de Josh-dubbelganger zoenen bij het pierenbadje van de welpjes. Ach ja. Ze zijn er nog.
Ik kuch even om mijn komst aan te kondigen.
Ze blijven ongestoord doorgaan.
Ik kuch nog eens. Direct naast Zoës oor. Ze kijkt op, bijna scheel van verlangen.
‘Huh?’
‘Klaar om te vertrekken?’ vraag ik.
Ze kijkt onzeker.
‘Je mag hem wel meenemen,’ stel ik voor.
‘Ze komt met mij mee,’ zegt de Josh-dubbelganger hees.
‘Hij heeft morgenochtend om acht uur een auditie. Het is logischer als…’
‘Prima,’ geef ik toe. ‘Ik zie je later wel.’
‘Ga jij met Sasha mee?’ controleert Zoë.
‘Zij blijft hier, maar Helen gaat natuurlijk met me mee…’
‘Knuffel!’ Zoë grijpt mijn hand.
Ik leun voorover en omhels haar, waarbij ik per ongeluk de geur van de Josh-dubbelganger opvang. Hij ruikt goddelijk. Geen wonder dat ze zich zo tot hem voelt aangetrokken.
‘Veel plezier jullie twee!’ Ik laat haar los en neem nog even een snufje mee voor onderweg.
‘Ik heb altijd plezier!’ piept Zoë.
God, zo blijft er niemand over. Straks zit ik daar in mijn eentje, samen met de geest van Kate Morgan.
Helen en Reuben staan echter al op me te wachten bij de auto.
‘Lara!’ Helen wenkt me. ‘We hebben net gehoord dat er goeie golven zijn gesignaleerd voor de kust van Mexico. Als we nu vertrekken, zijn we er rond zonsopgang.’
‘Kom je mee?’ vraagt Reuben.
‘Eh,’ twijfel ik. Ik weet niet wat ik moet zeggen.
‘Doe niet zo gek. Ze staan te popelen om naar het strandhuis te gaan,’ zegt Helen, die namens mij de uitnodiging afslaat.
‘Ja!’ antwoord ik gemaakt blij.
‘Ik durf te wedden dat Elliot op je ligt te wachten als je daar komt.’
Ik kijk op. Ik geloof niet dat ik daar inderdaad nog steeds hoop. ‘Denk je echt?’
‘Waar kan hij anders naartoe?’ redeneert Helen.
Niet echt de romantische bemoediging waar ik op had gehoopt.
‘Vind je het niet vreemd dat hij niet hiernaartoe is gekomen?’ vraag ik bezorgd.
‘Niet echt, niemand van ons had verwacht dat het feestje zo lang zou duren,’ zegt Helen schouderophalend. ‘Ik heb hem gezegd dat we waarschijnlijk rond tienen in San Diego zouden zijn.’
Ik kijk op mijn horloge. ‘Het is twee uur ’s nachts.’
‘We moeten gaan,’ zegt Reuben. Hij legt zijn hand op Helens schouder.
Ze leunt naar voren en geeft me een knuffel. ‘Ik ben morgen rond de lunch terug. Let jij even op dat Zoë het netjes houdt!’
Nadat ze zijn vertrokken, blijf ik daar nog even staan. Ik ben alleen met miljoenen sterren.
Ik voel een rust over me heen dalen. Iedereen gaat gewoon weer zijn eigen gang. Misschien heeft het wel zo moeten zijn. Misschien ben ik gedoemd om alleen te blijven. Misschien is het nu mijn tijd om na te denken.
Ik pak mijn autosleutels en loop naar mijn allerlaatste huurauto. Het enige wat ik betreur, is dat Helen heeft gezegd dat Elliot er misschien is. Op me wacht. Ik heb dat laatste zelf toegevoegd. Waarom? Waarom blijf ik steeds weer in diezelfde val trappen? Waarom blijf ik hopen? Wanneer laat ik het eens los? Misschien is dit wel de afsluiting die ik nodig heb. De genadeklap. Hoeveel meer kan ik hebben? Als hij er niet is, dan is het voorbij. Een avond als deze maak ik nooit meer mee.
Wanneer ik onderweg ben, voel ik die rust weer over me heen komen. Ik denk dat het de surrealiteit is van het rijden over bijna verlaten wegen zo midden in de nacht. Ik kan niet verder kijken dan tot waar mijn lampen het asfalt beschijnen. Ik zou overal kunnen zijn. Bijna twee uur lang geen stemmen, geen muziek, alleen het brommen van de motor.
Dan zie ik de Coronado Bay Bridge, die me omhoog tilt de duisternis tegemoet, tussen twee twinkelende steden in. Ik krijg tintelingen en probeer me op mijn ademhaling te concentreren. Ik ben er bijna.
Goudkleurige gloeilampen geven de omtrekken weer van de torentjes van het hotel, lokken me aan, richting het parkeerterrein. Naast de bungalow is een parkeerplaats. Ik heb de sleutel in mijn hand. Ik loop naar de poort onder de pergola. En dan blijf ik staan. Ik kan het niet. Het verlangen stopt niet. Als hij er niet is, weet ik niet of ik het aan kan. En als hij er is en mij niet wil… Zolang ik hier blijf staan, kan het nog. Ik blijf hier.
Vijf minuten lang blijf ik stil staan, verlamd door angst. Dan slik ik en blaas ik mijn adem uit. Je kunt het. Zeg ik tegen mezelf. Je bent sterker dan je denk. Wat er ook gebeurt, je overleeft het wel.
Ik steek mijn hand uit en steek de sleutel in het slot. De lichtjes gaan op groen en met een klik gaat de poort van het slot. Ik trek de poort open en loop naar de voordeur. Weer de sleutel. Groen licht. Ga. Ik duw voorzichtig de deurkruk naar beneden en ga naar binnen.
Er brandt één klein lampje en de televisie speelt een welkomstmuziekje. Geen duidelijke tekens van leven. Geen jas die over een stoel hangt, geen uitgeschopte schoenen, geen flesjes uit de minibar of trolley van de roomservice. Ik glijd met mijn hand over het grenen van de eettafel en loop naar de woonkamer. Ik had hier veel zachtroze verwacht, maar de inrichting voelt eerder aan als een zonnig buitenhuis. Allemaal felgekleurde gebloemde kussen zijn opgeklopt en er lijkt niemand op de bank te hebben gezeten. Ik loop langzaam naar de eerste slaapkamer, bijna alsof ik zelf ook geen sporen achter wil laten. Twee bedden met quilts erop. Gladgestreken. Ik probeer de volgende kamer. De grootste slaapkamer. Leeg. De badkamer. Leeg. De inloopkast – wat ben ik aan het doen? Straks ga ik nog het bestek tellen in de keukenla. Hij is er niet. Ik vang het verdriet op voordat het mijn knieën bereikt, til het op tot boven mijn hoofd en gooi het in een hoek. Ik ben alleen en dat is goed zo.
Als ik weer terugloop naar de woonkamer, vouw ik de louvredeuren naar het terras open. Ik loop naar buiten. Vanaf zee komt me een koel briesje tegemoet. Het voelt fijn. Verfrissend. Ik loopt naar het tuinzitje en word aangetrokken door de hangmat. Er ligt een deken overheen die ik over me heen trek wanneer ik me in de hangmat nestel. Normaal zou ik nu gaan huilen. Of als een gek heen en weer gaan ijsberen. Maar ik denk aan Kate Morgan en aan hoe het wachten en de teleurstelling haar dood werden. Dan denk ik aan Marilyn. Je kunt zeggen dat ook zij voor de liefde is gestorven. Hoeveel waarschuwingen heb ik nodig?
Ik vraag me af wat die vrouwen zouden doen als ze nog een tweede kans zouden krijgen, een nieuw begin? Ik weet wel ik zou willen. De B&B, iets waar ik mijn hart en ziel in kwijt kan. Een manier om nieuwe mensen te ontmoeten. Een plek om oude vrienden te verwelkomen. Maar ik heb nog altijd een geldprobleem. Niet iets waar de meeste gasten van dit strandhuis last van zullen hebben. Drieëntwintighonderd dollar per nacht, fluit ik. Ach, als je met zijn zessen bent…
Plotseling ga ik rechtop overeind zitten wat in een hangmat een behoorlijke prestatie is. Met zijn zessen, zes kamers in de B&B. Wat als ik dat idee van het adopteren van een tijger ook in de B&B gebruik? Zes sponsors, elke een eigen kamer. Ik zou naar mijn klanten kunnen gaan, die zijn allemaal behoorlijk vermogend. Geef ze de keuze, laat ze mee beslissen over de inrichting, geef ze het gevoel dat deze kamer van hun is. Maar hoe zorg ik ervoor dat alles toch één geheel wordt? We hebben een thema nodig. O mijn god! De ideeën vliegen zo snel door mijn hoofd dat ik er hoofdpijn van krijg. Ik spring uit de hangmat en ren de trap op. Papier! Pen! Er moet iets zijn… Ik trek de laden open en vind briefpapier. Mijn gedachten gaan sneller dan ik kan schrijven: zes kamers, één voor elk van mijn vrienden, één voor mij… Ik zei dat ik een herinnering met hun wilde delen die me een levenlang zou bijblijven. Nu heb ik die avonturen meegemaakt, en hier is mijn kans om ze te vereeuwigen:
Kamer 1: Elliot/Yosemite. Ik creëer een schuilplaats in de bergen met een bed van boomstammen en een echt vuur, met stapels kussens en kleden (maar geen berenvellen) op de vloer en een blauwzwart plafond met twinkelende lichtjes, zodat het lijkt alsof je ’s nachts onder de sterren slaapt. In de badkamer dan tegels met een Indiaans motief als eerbetoon aan de Ahwahneechee, en in plaats van roomservice bieden we speciale kamerpicknicks.
Ik pak nog een vel papier. Kamer 2: Elise. Nou ja, zij maakte ook onderdeel uit van de ervaring, en er is niets mis met een beetje spirituele verlichting. Ik zou kunnen kiezen voor Bollywood met gouden schrijntjes en felroze, of wat te denken aan boeddhistisch oranje? Nee, dat is het, puur wit: witte vloeren, muren, beddensprei… met rustgevende kaarsjes en verse orchideeën en in de badkamer een jacuzzi omgeven door inspirerende teksten zoals Leer te luisteren, soms klopt een kans heel zachtjes op je deur in het zilver op de muur gestencild.
Kamer 3: Helen. Surftijd! Blauwe muren met een glinsterend golfpatroon, een surfboard bij het hoofdeinde, een aquarium langs de hele lengte van het bad en bij de kraan gratis sunblock. Als pièce de la resistance dan in plaats van een smeedijzeren tafel en stoelen die nu op het balkon staan een vrijstaande hangmat, zoals die waar ik zonet in lag!
Dit is allemaal te spannend. Ik kreun van plezier en wil mijn moeder bellen, maar ik heb nog drie kamers te gaan.
Kamer 4: Zoë. Dit moet de suite worden, helemaal ingericht in de Hollywoodstijl uit de jaren dertig: roze en zilver en een plafondventilator en art-decospiegels. Satijn met ruches aan de muur boven het bed, een tapijt waar je tot je knieën in wegzakt, portretten van filmsterren in de badkamer en antieke parfumflesjes op het dressoir. Een dvd-speler met een stapel zwartwitklassiekers. Een glas champagne bij aankomst en misschien een gepersonaliseerde mini-Oscar als aandenken? (En de prijs voor Beste gast gaat naar…)
Kamer 5: Sasha. Natuurlijk dierenprints, maar om te voorkomen dat het te veel junglesafari wordt, dan wel uitvergrote patronen op de muur: met de hand geschilderde luipaardstippen zo groot als mijn hand op twee en brede tijgerstrepen op de muren ertegenover. Dat zou het wat moderner moeten maken. Ik lijst een paar uitvergrote foto’s van mijn favoriete lijger in en drapeer een muskietennet rond het hemelbed, zoals Sasha dat had in Shambala. En in plaats van een chocolaatje op het kussen een hele Lion! Dan bedenk ik me: wat als ik de helft van de opbrengst van deze kamer zou gebruiken om Ryan te adopteren? Ik doe een tapdansje onder de tafel.
Nog één te gaan: mijn kamer. Ik denk aan al mijn reizen. Wat zou dat het beste kunnen uitdrukken? Ik weet het: de Road Trip-kamer! Leg een kingsize matras in een oude Cadillac en je bent klaar! Stel je voor, met een echte kilometerteller aan je bed?! De minibar wordt dan gevuld met gemberbier en Dr Pepper en chips en jelly beans en alle klassieke junkfood die je onderweg altijd eet. Ik zou zelfs de badkamer kunnen transformeren in een retro benzinestation met van die Americana borden en een douchekop aan het uiteinde van een benzinepomp! Meneer en mevrouw Madonna zouden trots op me zijn!
Ik haal diep adem en pak een leeg vel papier.
En de naam van het hotel… Ik tril ervan: THE HOTEL CALIFORNIA.
‘Briljant!’ roep ik uit.
In reactie op mijn uitroep hoor ik iets glijden en dan een plons. Ik kijk naar de gootsteen in de keuken. Geen gedrup.
Raar.
Dan zie ik de stereo-installatie en de stapel cd’s in de hoek van de kamer. Ik wil dansen! Philharmonic, nee. Chillout, nee… Fantastisch, ze hebben Pink!
‘Get this party started!’ zing ik mee, en wanneer ik me omdraai, staat er een man naar me te staren. Hij draagt alleen een handdoek en kijkt verwilderd. En hij is erg nat.
Ik spring achteruit.
‘Elliot!’Waar kom jij vandaan?’
‘Badkamer,’ zegt hij nuchter.
‘Maar!’ Ik kijk achter me… Daar had ik al gekeken.
‘Er zijn er twee,’ antwoordt hij slaperig. ‘Ik moet in bad in slaap zijn gevallen. Hoe laat is het?’
‘Vier uur,’ zeg ik, terwijl ik probeer niet te kijken hoe de waterdruppels over zijn borst naar beneden glijden.
‘Geen wonder dat het water zo koud is,’ huivert hij. ‘Jemig, ik heb daar uren gelegen!’ Hij wrijft over zijn armen en gaapt. ‘Het verklaart ook waarom mijn huid zo rimpelig is als die van een oud mannetje van zeventig.’
Ik onderdruk een glimlach.
‘Waar is de rest?’
‘Ze komen morgen,’ leg ik uit. ‘Vanavond ben ik alleen.’
Mijn laatste zin zorgt voor een vreemde spanning in de kamer.
Ik durf de stilte weer te doorbreken en zeg: ‘We hebben het gehoord van Elise…’
‘Is het niet geweldig?’ Hij kijkt echt blij. ‘Dat was echt een toevallige samenloop van omstandigheden!’
‘Echt?’
‘Nou ja, niet alles, natuurlijk.’ Hij kijkt treurig. ‘Ik kwam je halen en je was verdwenen.’
Ik haal onverschillig mijn schouders op. ‘Wat is er gebeurd?’ wil ik weten.
Elliot zucht; blijkbaar heeft hij even tijd nodig om na te denken waar hij moet beginnen. ‘Ze vertelde in de Madonna Inn dat ze een geweldige predikant tegen was gekomen en dat ze wilde dat ik hem ging ontmoeten voor ik weer terugging naar Yosemite.’
‘Dus je kwam haar bezoeken, niet mij?’
‘Helemaal niet. Ik kwam voor jou, om mijn verontschuldigingen aan te bieden en…’ Hij blijft stil.
‘Ja?’
‘Laat me eerst even uitleggen hoe het zit met Elise, er is iets wat je moet begrijpen.’
Ik knik dat hij verder kan gaan, en probeer hem niet te onderbreken.
‘Ik weet niet of Helen je het heeft verteld, maar ons oorspronkelijke plan was om hier te trouwen.’
Ik schud mijn hoofd. Dat wist ik niet. Maar ik weet één ding wel: de Geheime Dienst moet Helen zo snel mogelijk bellen.
‘Daarom was ik zo afgeleid. Helen had ons geholpen al het papierwerk rond te krijgen, dus alles was legaal en we konden zo trouwen.’
‘En je zou met haar trouwen, zonder ons erbij?’ Ik kan het niet geloven.
‘Nee, we waren van plan het aan het einde van de tweede week te doen, als een soort hoogtepunt van onze reis, maar ik begon te twijfelen, zoals je al hebt gemerkt. En intussen stimuleerde Martha Elise om haar verleden te confronteren.’
Ik kan niet anders doen dan lachen: die goeie ouwe Martha.
‘Ze nam pas die laatste dag contact op met Andrew en haalde hem over om te blijven en kennis met mij te maken, omdat ze zijn zegen wilde. Ik kwam voor jou, zij sloeg toe…’ Elliot huivert. ‘Maar zodra ik ze samen zag… er was geen twijfel mogelijk, ze hoorden gewoon bij elkaar.’
‘En dat heb jij haar gezegd?’
‘Yup.’
‘Wat zei ze?’
‘Ze begon te huilen en huilen… je gelooft het niet, ik weet het…’ Elliot haalt zijn schouders op. ‘Elise huilt nooit.’
‘Nee, ik geloof je,’ fluister ik.
‘Ze bleef wel een uur huilen. Ik denk dat ze veel opgekropte emoties had. Zodra ze wist dat ze vrij was en ik haar niets kwalijk nam, konden ze geen seconde meer wachten om bij elkaar te zijn. Het was bijna middernacht en het leek zo romantisch, denk ik… Ze besloten direct te trouwen.’
‘Met jou als getuige?’
‘Ze zei dat ze elkaar nooit weer zouden hebben gevonden als ik niet had geholpen, en dus mocht ik haar weggeven.’
‘Grapje zeker?’
‘Nee! Het voelde juist goed. Om te weten dat ze goed terecht zou komen en eh…,’ Elliot lacht zuur, ‘om zeker te zijn dat ik van haar af was.’
Ik til een wenkbrauw op.
‘Ze was me er eentje, niet waar?’ vraagt hij.
‘Dat zeker,’ zeg ik.
Elliot kijkt me plotseling ernstig aan. ‘Toen ik merkte dat je weg was, voelde het alsof ik je kwijt was. Echt kwijt was. Ik probeerde me voor te stellen hoe ik me zou voelen als ik je nooit meer zou zien, omdat ik dacht dat ik je niet meer verdiende. Maar die gedachte maakte me gek.’ Zijn stem trilt en hij laat zijn hoofd hangen.
‘Waarom kwam je niet naar de benefietavond?’ Als hij me zo graag wilde zien…’
‘Eerlijk? Ik kon het niet aan om jou en Joel samen te zien.’
‘Echt?’
Elliot knikt en kijkt me koppig aan. ‘Ik kan niet uitleggen wat voor effect die vent op me heeft. Het is net als Superman en kryptoniet. Ik verander in een zielige, zwakke voyeur als hij er is. En hoe dommer ik me gedraag, hoe helderder zijn ster straalt.’
‘Maar diep van binnen ben je Superman?’ vraag ik plagend.
‘Oké, slechte vergelijking,’ zegt Elliot. ‘Als ik moet kiezen, dan ben ik die groene. Ik bedoel, ik heb nog nooit zo’n jaloezie gevoeld, nooit! Ik werd misselijk elke keer wanneer ik zag hoe hij je aanraakte.’ Elliot slikt, alsof de gedachte eraan hem alweer misselijk maakt. ‘Ik moest je zien, alles uitleggen, maar ik wilde niet het risico lopen hem weer tegen te komen, zoals in de Madonna Inn.’
Elliot bedenkt zich plotseling iets. ‘Waar is hij trouwens?’ Hij kijkt om zich heen en zoekt naar sporen van Joel.
‘Weg,’ zeg ik simpel.
‘Weg weg?’
Ik knik.
Elliot begint met een glimlach die bijna direct verandert in een grijns. ‘Ik wil niet zo gelukkig lijken!’ zegt hij verontschuldigend, terwijl hij me aankijkt alsof hij een achterwaartse salto wil doen en me rond wil zwieren als het stokje van een dansmarieke om dit feit te vieren. In plaats daarvan doet hij voorzichtig een stap naar me toe en hoewel hij de tafel niet aanraakt, dwarrelen al mijn papieren naar de grond. Het is bijna alsof een geest ze van tafel blaast.
‘Wat is dit allemaal?’ Terwijl hij zich bukt om ze op te pakken, valt zijn handdoek boven zijn dijbeen open.
Waarom is hij zo totaal onweerstaanbaar? Ik wil op hem af lopen, maar ik weet dat ik me nog even moet inhouden.
‘Mijn toekomst!’ Ik houd mijn hoofd omhoog.
‘The Hotel California…,’ leest hij. ‘Hé, dit is goed!’
Ik vertel hem over mijn plannen, negentien in een dozijn. Hij is onder de indruk, knikt, en vrolijkt steeds verder op wanneer ik uitleg wat ik met de kamers van plan ben.
‘Zoek je nog steeds een partner?’ vraagt hij als ik klaar ben.
‘Misschien.’
‘Zou ik een kans maken?’
‘Hangt ervan af wat je te bieden hebt.’
‘Vijfenveertigduizend pond om mee te beginnen. Als we meer nodig hebben, kunnen we een tweede hypotheek nemen en de betalingen delen, als partners.’
‘Dat is maar geld.’ Ik haal mijn schouders op. Ik wil meer.
‘Ik kan een website maken voor het hotel met video’s van de kamers en een interactief reserveringssysteem…’
‘Dat is maar technologie,’ val ik in de rede.
Elliot denkt even na. ‘Ik zou ’s avonds achter de incheckbalie staan?’
‘Beter…,’ geef ik toe.
‘En elke zaterdagavond mix ik een andere martini voor je en serveer ik die bij zonsondergang op het terras.’
‘Zelfs als het regent?’ vraag ik.
‘Zelfs als het regent,’ zegt hij bevestigend. ‘Regenwater wordt misschien wel een van de hoofdingrediënten, samen met een takje zeewier!’
Ik grinnik goedkeurend, en herinner me de margarita met het sneeuwvlokje. Snel haal ik adem terwijl hij op me af komt lopen, met zijn vochtige huid vol kippenvel, en zijn zeepgeur mij bedwelmt.
‘Laten we het maar doen!’ zeg ik uitdagend.
Hij pakt mijn hand en kijkt me recht in de ogen. ‘Lara, ik zweer je, elke dag vind ik weer een nieuwe manier om van jou te houden.’
Mijn ogen worden nat van de tranen.
‘Ik kan niet leven zonder jou.’ Hij leunt naar voren en blaast in mijn haar.
Ik voel me zwak en laat me door hem omhelzen. Zijn mond raakt de mijne – warm op nat, zacht op sterk – en dan trekt hij zich los en kijkt hij weer in mijn ogen.
‘Lara, hou je van me?’
Ik kan niet geloven dat hij dat nog moet vragen.
‘Dat zeg ik je al sinds we elkaar kennen,’ glimlach ik. ‘Alleen niet hardop.’
‘Zeg het nu.’
Tien jaar heb ik gewacht op dit moment, gedroomd van dit moment.
‘Elliot,’ ik noem zijn naam, wetend dat ik het nu kan zeggen op de manier waarop ik het altijd zo graag wilde: ‘Elliot, ik hou van je!’
Mijn hart klopt als een bezetene, er wordt een groots vuurwerk afgestoken in mijn borstkas. Ik heb het gezegd!
‘Ik hou van je!’ zeg ik opnieuw, lachend om hoe fijn het voelt.
‘Ik hou van je, Lara. Echt.’ Hij zegt het tegen mij, streelt mijn gezicht. ‘Ik heb altijd van je gehouden. De California Club moest het me alleen even laten zien.’
Ik wil hem vertellen dat het allemaal maar fantasie is, maar verander dan van gedachten. Mijn wens is dus toch nog uitgekomen.
‘Helen heeft gelijk,’ verzucht ik. ‘Er hangt hier echt magie in de lucht.’
Plotseling beginnen de lampen te flikkeren en wordt het donker. Het enige licht dat er nog is, komt van de maan. Elliot legt zijn arm wat steviger om me heen. En dan, ook al kroel ik met mijn beide handen door zijn vochtige haar, raakt zijn handdoek los en valt die op de grond.
‘Wat…?’ lacht hij.
Ik glimlach terwijl mijn hand langs de zijdezachte wervels van zijn ruggengraat naar beneden glijden, langs de gespierde welving van zijn zachte billen. Ik kijk even achterom en fluister naar Marilyn en Kate Morgan: Dank jullie wel, meiden… Ik denk dat ik het vanaf hier wel aan kan…