35

Wat een vakantie. Ik wist dat de bom eens zou barsten tussen Elise en mij, maar dit had zelfs ik niet kunnen voorspellen. Ik zucht een paar keer diep en zoek een bankje op ver weg van de prevelaars en mensen die proberen hun lichaam proberen te verdraaien als in een schilderij van Picasso. Ik ga zitten staar voor me uit. Dan hoor ik geruis van kleding; iemand komt mijn kant op lopen. Snel trek ik mijn benen op tot een lotushouding en sluit ik mijn ogen.
Ze denken vast dat ik aan het mediteren ben.

Trrrrrrrinnnnnnnnnnng!

Ik was de eerste les innerlijke vrede vergeten: alle mobiele telefoons uitzetten. Ach, omdat ik toch doe alsof, klap ik mijn telefoon open.

‘Lara?’

‘Sasha!’ Ik vrolijk direct op.

‘Je raadt nooit waar ik ben.’

‘Geef me een hint!’

Ik hoor een vreemd kreunend gebrom op de achtergrond.

‘Was dat een olifant?’ vraag ik.

Ja!

‘Ben je in Afrika?’

‘Nee!’ lacht ze. ‘Maar wel bijna. Ty heeft me meegenomen naar Shambala!’

‘Echt?’ Moet dat me iets zeggen?

‘Het is een echt fantastisch dierenreservaat in de Santa Claritabergen, gerund door Tippi Hedren.’

‘De moeder van Melanie Griffiths?’

‘Die ja! We hebben net met haar gedineerd.’

‘Je liegt!’

‘Het is een van de dingen die zij doen om geld in te zamelen voor hun Roar Foundation. Ty zei dat ik wel even een uitje had verdiend voor de grote dag en hij heeft me hier naartoe gebracht!’

Die kerel heeft echt een enorme metamorfose ondergaan. ‘En, hoe is het daar?’ vraag ik.

‘Ongelooflijk. Zo veel meer bomen en ruimte dan bij Tiger Tiger, en een grote rivier…,’ zucht Sasha. ‘We blijven hier vanavond slapen in een safaritent, echt helemaal ingericht met allemaal dierenprints, net als in Jungle Rock, maar dan zonder de muren!’ zegt Sasha lachend.

‘Waar is Ty?’

‘Hij is even plassen.’

‘Dus je kunt praten?’

‘Ik kan fluisteren.’

‘En?’

‘O La, toen ik terugkwam van de Madonna Inn liep hij direct op me af om me te kussen!’

‘Wat heb je toen gedaan?’ haper ik, een beetje plaatsvervangend zenuwachtig, omdat ik me kan voorstellen wat voor impact deze blijk van genegenheid op haar heeft.

‘Ik kon niet stoppen met huilen.’

‘Van blijdschap?’ controleer ik.

‘O ja hoor! Het was zo’n enorme opluchting, om weer bij hem te zijn. Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest.’

Ik voel hoe mijn hart twee kanten op wordt getrokken: ik ben tegelijk blij voor haar maar ook ongelooflijk jaloers.

‘Geniet van elke seconde die je hebt,’ druk ik haar op het hart.

‘Doe ik! Wat ben jij nu aan het doen?’

Ik wil haar niet vertellen dat ik alleen op een bankje zit te staren naar de zwarte zee, dus zeg ik: ‘Ik ga straks naar yoga bij maanlicht.’

‘Oh. Nou, veel plezier. Ik hoop niet dat je in een vreemd standje vast komt te zitten!’

‘Nee hoor,’ lach ik. ‘Doe Ty de groeten.’

‘Wacht even, hier is hij!’

‘Lara?’ Zijn bekende gromstem.

‘Hoi!’ Ik glimlach. ‘Ik hoor dat alles goed gaat!’

‘Uitstekend. En het komt allemaal door jou, wat jij tegen me zei.’

‘Doe niet zo gek,’ zeg ik. ‘Jullie zouden het samen ook wel hebben opgelost. Jullie horen gewoon bij elkaar.’

‘Ja, dat ben ik met je eens,’ geeft hij toe. ‘Maar toch bedankt. We zien je bij de benefietavond, toch?’

‘Natuurlijk.’

‘Goed. Slaap lekker, schat.’

‘Slaap lekker!’ roept Sasha op de achtergrond.

Ik klap de telefoon dicht.

Een uur lang blijf ik zitten en staar ik naar zee. Hoe rustiger ik word, hoe meer ik me bewust wordt van het klotsende en kolkende water onder me. Als ik goed luister, klinkt het bijna alsof ik mijn eigen naam kan horen.

‘Lara.’

Daar is het weer. Dit keer luider. Ik kijk om me heen. Niemand. Geweldig. Ik hoor stemmen in mijn hoofd.

‘Hiero!’

Ik blijf op het bankje zitten, maar leun voorover en tuur in de duisternis. Nog steeds niets. Dan zie ik links vanuit de bosjes iemand op me af lopen.

‘Elliot! Wat doe jij hier?’ Ik ga snel staan.

‘Ik moest gewoon komen.’

Ik wil hem omhelzen, maar herinner me dan dat ik hem haat.

‘Elise is…’ Wat zal ik zeggen? Ik wil niet dat hij zo bij ze komt binnenvallen, dat is wel erg wreed. ‘Heeft een les, geloof ik.’

‘Ik ben hier voor jou.’

Ik voel een sprankje hoop. Een verontschuldiging en belofte dat hij voor eeuwig en eeuwig mijn danspartner zal zijn zou nu wel op zijn plaats zijn. In plaats daarvan gaat hij op de rand van het bankje zitten en kijkt hij me schuldig aan.

Uiteindelijk begint hij te spreken en zijn stem klinkt hees: ‘Hou je van hem?’

Ik trek mijn wenkbrauwen op. ‘Joel?’

‘Ja, Joel,’ antwoordt hij ongeduldig.

‘Hoezo?’ zeg ik uitdagend. Ik laat me niet uitlokken.

Hij laat zijn hoofd hangen, verslagen.

Ik zeg met zachte stem: ‘En als dat niet zo was?’

Mijn hart klopt luid in mijn oren wanneer ik een stap zijn kant op doe. Ik heb me nog nooit zo dicht bij de afgrond gewaagd – zal hij me vangen als ik val?

Elliot kijkt me met gepijnigde ogen aan. ‘Al die jaren, Lara, heb ik altijd gedacht dat ik met jou zou trouwen.’

Ik probeer niet te struikelen en in de oceaan te tuimelen. Wat? Wanneer dacht hij dat? Hoe kon ik dat cruciale feit hebben gemist?

Ik durf niks te zeggen, uit angst wakker te worden uit deze droom.

‘Toen ik je net leerde kennen dacht ik: eerst even dat relatiegedoe aan de kant, en dan val ik neer aan je voeten en smeek ik je om met me te trouwen.’

Ik open mijn mond en sluit hem weer. De afgelopen tien jaar samen krijgen plotseling een heel andere tint. Ik weet niet waar ik moet beginnen. Uiteindelijk lukt het me een vraag te formuleren.

‘Wanneer ben je van mening veranderd?’ vraag ik met een iel stemmetje.

Elliot kijkt verward. ‘Wat bedoel je?’

‘Je hebt Elise ten huwelijk gevraagd. Niet mij.’ Duidelijker kan ik het niet zeggen.

Elliot fronst en kijkt dan me aan alsof hij ineens een openbaring heeft gekregen. ‘Zij heeft mij gevraagd,’ mompelt hij.

Zo gemakkelijk komt hij er niet van af. ‘Maar jij hebt ja gezegd.’

‘Ja, dat klopt. Ik was net mam verloren. Niet dat dat een excuus is, maar ik denk dat ik niet echt aanwezig was.’ Hij slikt en kijkt berouwvol. ‘Nu denk ik dat ik jou zo lang voor lief heb genomen. Tot deze week heb ik je nog nooit zo…’ Hij balt zijn vuisten. ‘… met een ander gezien.’

Hij is echt jaloers. Echt.

‘In elk geval niet met iemand met wie je ook een toekomst zou kunnen hebben.’ Hij kijkt nog bleker. ‘Ik denk dat hij best wel een goeie is, die Joel.’

Als hij niet zo verdrietig zou kijken, zou ik glimlachen. Al mijn woede is weggestroomd en ik voel mijn hart smelten. Kijk nou eens naar dat verfrommelde gezicht, wat heb ik hem aangedaan? Ik wil hem in mijn armen nemen en hem vertellen dat hij voor mij de enige is, maar ik durf niet. Ik weet nog steeds niet wat hij bedoelt. Ik weet ook niet of hij het weet. Maar dit kan helpen…

‘Joel en ik zijn gewoon vrienden. En wat er verder is gebeurd, is geschiedenis.’

‘Dus je bent niet…’ Elliot kijkt hoopvol.

‘Ik ga hem zeker nog een keer zien. Hij komt naar de benefietavond. Maar gewoon als een vriend.’

Elliot knippert met zijn ogen, alsof hij deze informatie even moet verwerken.

‘En wat Elise betreft, dat is jouw beslissing.’

Elliot staart naar de zwarte zee en schudt zijn hoofd. ‘Ik heb altijd moeite gehad om nee tegen haar te zeggen.’

Er valt weer een zware doek over mijn hart. Stel me nu niet teleur, Elliot.

‘Dus wat nu?’ Ik probeer neutraal te blijven en mijn emoties onder controle te houden. Deze liefde is zo grillig, ik moet blijven oppassen.

Hij kijkt me smekend aan, alsof hij wil dat ik hem vertel wat hij moet doen.

Ik blijf stilletjes op een afstandje staan, hoe moeilijk ik het ook vind. Ik weet dat Joel me zou zeggen dat het nu vanuit Elliot moet komen en dat ik op hem moet vertrouwen. En toch spoken de woorden door mijn hoofd. ‘Ik dacht altijd dat ik met jou zou trouwen.’ Het is nog niet te laat. Het pact is nog niet verbroken. Nog niet… Wees sterk. Kies mij!

‘Elliot, je bent er!’

Plotseling komt Elise op hem af rennen.

Ik wil Nee! gillen en haar tegen de grond worstelen, maar ze komt steeds dichterbij. Ik kijk naar Elliot, maar kan zijn reactie niet zien. Wat gebeurt er? Ze verwacht hem duidelijk al. Ze hebben iets afgesproken. Misschien was dit het deel van het plan waar ze het over had. Dus hij heeft gelogen, het ging helemaal niet over mij. De aarde lijkt onder mijn voeten weg te zakken en ik strompel naar voren. Ik houd mezelf vast aan het bankje. Ik word misselijk, alsof mijn hart is vergiftigd.

‘De predikant is er,’ vertelt Elise hem. ‘Hij is er klaar voor.’

Predikant? Dat kan toch niet? Gaan ze nu trouwen? Is dat het plan? De gedachten razen door mijn hoofd – misschien is die vent van Carmel een predikant. Dat zou zeker het schandaal verklaren. Maar waarom ze aan elkaar voorstellen? Misschien is dat ook een van Martha’s vreemde suggesties. Hier lijkt alles te kunnen: ze zien het waarschijnlijk als een perfecte overdracht: oude liefde voor nieuwe liefde. Alleen ziet de oude liefde er nogal levend uit en lijkt de nieuwe liefde te wankelen.

Elliot kijkt hulpeloos. Hij wil niet met haar trouwen, dat heeft hij gezegd. Blijkbaar betekent dat nog niet dat hij het ook niet gaat doen. Plotseling verfoei ik zijn zwakheid. Geeft hij zomaar toe aan haar wensen zonder te vechten? Ik zou vechten! Ik zou nu vechten, als ik zeker wist dat ik de strijd niet alleen hoefde te voeren.

Terwijl Elise hem naar het hoofdgebouw trekt, draait hij zich om en smeekt me: ‘Wacht hier.’

En dan is hij weg.

Ik heb me nog nooit zo koud gevoeld.

Wat is er net gebeurd? Ik heb het gevoel alsof ik hallucineer. Ik kan droom en werkelijkheid niet meer onderscheiden. Ik weet niet meer wat ik moet geloven. Wacht hier! Zegt hij. Ik ben zo terug, even trouwen. Hij heeft me dit keer niet eens zijn trui gegeven. Ik ril en probeer weer grip op de situatie te krijgen. Natuurlijk gaat hij niet trouwen. Dat kan niet. Ik heb het helemaal fout. Hij… Ik zucht. Hoe hard ik het ook probeer, ik kan geen alternatieve theorie bedenken. Dan realiseer ik me dat ik dat helemaal niet hoef. Waarom vertelde hij me niet gewoon wat er aan de hand is? Waarom gehoorzaamde hij direct toen ze hem riep?

Ik voel het vuur branden in mijn buik. Ik ben boos. Meer dan boos. Razend! Wacht maar, ik roep mijn innerlijke godin! Hier komt ze.

‘Weet je wat!’ zeg ik hardop. ‘Ik heb tien jaar gewacht, Elliot. Ik ben het wachten zat.’