15
Ik sta voor het grote artdecogebouw op de kruising van Hollywood en Highland. Wauw! Zoë woont op stand! Het graniet is zo bewerkt dat het steen eruitziet als gedrapeerde stof die tussen hoge roze zuilen hangt, en zelfs het cement flonkert en glimt alsof er sterren in zitten. Het lijkt allemaal meer op een reusachtige kaptafel die is gemaakt voor Carole Lombard dan een appartementencomplex en ik verwacht bijna dat Zoë naar buiten komt in een met maraboeveren afgezet chiffon gevalletje, terwijl ze de as van een ellenlange sigarettenhouder in de blote hand van een arme fan laat vallen.
Dit heeft ze altijd gewild: een leven vol glitter en glamour, om eindelijk af te rekenen met haar verleden. Hoewel ik denk dat ze er zelf al behoorlijk goed in slaagde een nieuw leven voor zichzelf op te bouwen. Dat dacht zij ook, totdat ze begon te geloven in dat beeld dat de media je opdringt: dat je leven niet compleet is tenzij je een eigen cameraploeg hebt die je vierentwintig uur per dag volgt. Daarvoor had ze een goede balans tussen haar werk overdag (voor de Dyspraxievereniging) en ’s avonds lekkers feesten. En ze was gelukkig. Maar de laatste tijd had ze iets overgenomen van dat onbescheiden gevoel dat mensen tegenwoordig hebben, die denken dat ze overal recht op hebben. Ze is zo ver gekomen, maar het is nog steeds niet ver genoeg. Ze wil de droom: het strandhuis in Malibu, de jurk van Valentino, de Mercedes-cabrio… Alles behalve de man op de cover van Vanity Fair in haar bed. (Nou ja, als ze ze allemaal zou krijgen, dan wel.) Ik vraag me af of ze al een date met Josh Hartnett heeft weten te regelen; waarschijnlijk heeft ze een klein zwart boekje gekregen met de namen van alle beschikbare filmsterren in Hollywood. Misschien zijn ze nu wel samen.
Ik loop naar het gebouw en tuur naar binnen door de geblindeerde ramen. Hmmm. Tenzij ze in het oude Max Factor-museum een kamer kraakt, heb ik het verkeerde adres. Wacht even, dit is 1660. Ik moet 1650 hebben… Ik bekijk het gebouw ernaast en lees de roze neonletters in het raam: Mel’s 50s Style Diner.
Dit kan toch niet kloppen? Ik loop naar binnen en vraag het meisje bij de kassa of er ook appartementen boven het restaurant zijn. Ze vertelt me dat het allemaal kantoren zijn, dus probeer ik Helen op haar mobiel te bellen. Hij gaat direct naar voicemail. Ach, dan kan ik net zo goed even een gazeuse met vanille-ijs bestellen terwijl ik wacht tot ze belt.
Het restaurant is enorm groot. Er zijn eindeloos veel met chroom afgewerkte zitjes, aan de muur hangen uitvergrote zwart-witfoto’s en langs het plafond lopen geribbelde aluminiumpijpen, waardoor de ruimte aanvoelt als een verbouwd pakhuis, terwijl het dat absoluut niet is. Op elk tafeltje staan een suikerpot, een mosterdfles en een klein vaasje met daarin een bloempje dat als bruiloftscorsage niet zou misstaan – een roze anjer met een beetje gipskruid. Misschien mis ik iets en is het echt een corsage voor het schoolbal.
Mentaal trek ik mijn enkelsokjes aan en begin ik door de liedjes van de mini-jukebox te bladeren: Mr Sandman, Chantilly Lace, Candy Girl…
‘Welkom bij Mel’s!’ De serveerster zet een glas ijswater op tafel. ‘Wat kan ik voor u doen?’
‘Eigenlijk heb ik de kaart nog niet…’ Wacht even. Die stem ken ik. Ik kijk opzij… ‘Zoë!’ gil ik, terwijl ik bijna uit het zitje val.
‘Lara!’ gilt ze terug, om van pure schrik een handvol in papier gestoken rietjes de lucht in de gooien. ‘Wat doe jij hier?’
‘Jou zoeken!’ roep ik uit, terwijl ik vol ongeloof kijk naar het kleine puntje servetje dat ze in haar haar heeft gestoken. Ze heeft zelfs een naamplaatje op!
‘M… maar…,’ hakkelt ze zenuwachtig. Zoë kijkt zo schuldig dat je bijna denkt dat ze is gepakt terwijl ze met een stapel hamburgerbroodjes de supermarkt uit loopt.
‘Ik weet niet waarom jij zo verbaasd bent,’ zeg ik. ‘Jij bent degene met het schortje voor!’
Zoë krimpt ineen en doet haar handen voor haar gezicht. Terwijl ik juist verwachtte dat ze met perfect gelakte nagels een drankje zat te nippen, zie ik dat ze haar acrylnagels helemaal heeft afgebeten.
‘Waarom zei je niet dat je hier aan het werk was?’ bries ik, terwijl mijn visioenen van Zoë op de achterbank van een limo met Colin Farrell of een ander stuk sissend uiteen spatten.
‘Ik wilde niet dat je het te weten zou komen!’ huilt, terwijl ze me schaapachtig aankijkt.
‘Maar waarom?’
‘Ik had zo’n enorm grote mond over hoe geweldig Hollywood wel niet zou zijn, en het is nou niet echt wat ik in gedachten had.’
Dat zie ik.
‘Waarom heb je me dan niet gebeld om uit te huilen? Dat zou ik wel hebben gedaan!’
‘Ik wilde het niet voor je verpesten… Dat jij je zorgen om mij zou gaan maken omdat ik het niet naar mijn zin heb.’
‘En, heb je het naar je zin?’ vraag ik zachtjes.
‘Ruik eens aan mijn haar…’
‘Cheeseburger met extra ui?’ gok ik.
‘Tosti tonijn met kronkelfrietjes,’ corrigeert ze.
‘Ach, Zoë.’ Ik voel met haar mee. Dit heeft ze niet verdiend. Ze wilde alleen maar genieten.
‘Ga je dit de hele week doen?’ vraag ik.
Zoë knikt, zichtbaar in paniek bij dit vooruitzicht. ‘Blijkbaar is het heel gewoon dat meisjes die in Hollywood hun geluk komen zoeken als serveerster hun geld verdienen. En hier ben ik dan.’ Ze laat haar schouders nog verder zakken. ‘En wij maar denken dat Elise als eerste zou opgeven!’
‘Je waagt het niet!’
Zoë schudt haar hoofd. ‘Nee, natuurlijk niet. Never nooit niet.’
Dat dacht ik al. Ze is een toppertje, onze Zoë. Ze vindt vast en zeker een uitweg, daar ben ik van overtuigd.
‘Misschien hebben ze over een paar dagen wat audities voor je staan of krijg je nog de kans te genieten van hoe het is om een ster te zijn.’ Ik grijp naar strohalmen.
‘Misschien.’ Zoë klinkt niet echt overtuigd.
Ik kijk omlaag naar het tafelblad. Ik weet niet hoe ik hier iets aan kan doen. Wacht even… Ik vraag me af of Sasha dat nummer nog heeft van die regisseur uit Hotel Del met die grote vlezige oren. Misschien kan hij wat doen.
‘Gaat alles goed hier?’ Er komt een vrolijke ober aan lopen, met een gezicht dat erom schreeuwt om overal op billboards te worden geplakt.
‘Ja meneer!’ Zoë schakelt direct om en speelt weer de vrolijke serveerster. ‘Dit is mijn vriendin Lara.’
‘Hé! Ik ben Todd.’ Hij steekt de hand uit waar hij geen chocolademilkshake mee vasthoudt. ‘Kom je vanavond met ons mee? We gaan naar de Beauty Bar. Een cocktail plus manicure voor maar tien dollar!’
‘Ik zou graag willen, maar ik moet om zeven uur een vlucht halen.’
‘O nee, ik ben pas om tien uur klaar,’ verzucht Zoë. ‘We kunnen niet eens even bij kletsen.’‘Maak je geen zorgen, ik kwam alleen maar even langs wippen om hallo te zeggen.’ Ik probeer rustig te blijven om haar niet een nog groter schuldgevoel te geven. Ik begin er spijt van te krijgen dat ik ben langsgegaan. Het lijkt net alsof ik het er alleen maar erger op maak. ‘Weet je wat? Ik blijf hier gewoon de komende twee uur zitten en bestel alles van het menu, zodat ze steeds weer even langs kunt komen,’ zeg ik, terwijl ik de kaart bekijk. ‘Die ’57 Ford-omelet klinkt goed.’
‘De Elvis Scramble is beter,’ zegt Todd, die wegloopt om de milkshake af te leveren.
‘Ik kan je niet eens de omgeving laten zien,’ pruilt Zoë.
‘Ik ben over twee dagen alweer terug,’ zeg ik, terwijl ik haar even in de arm knijp.
‘Hé!’ Todd komt alweer terug met de milkshake. ‘Ik zat te denken. Wat als ik tot zeven uur jouw dienst overneem?’
‘Wat?’ Zoë knippert met haar ogen.
‘Dan kunnen jullie even bijpraten en kun je je vriendin naar het vliegveld brengen.’
‘Echt?’ Zoë begint te glimmen alsof er een schijnwerper op haar is gezet.
‘Tuurlijk, ik kan het extra geld wel gebruiken. Ik ben aan het sparen voor nieuwe foto’s.’
‘Hij is acteur,’ zegt Zoë trots.
‘Denk je dat het mag?’ Ik praat zachtjes. ‘Je weet wel, volgens de regels van de California Club.’
Ik wil het niet op mijn geweten hebben dat ze morgen staat af te wassen.
‘Ze komen er echt niet achter,’ zegt ze, terwijl ze haar schortje al losknoopt. ‘Todd, je bent een engel!’
‘Ik weet het!’ Hij knipoogt. ‘Veel plezier!’
We lopen arm in arm naar buiten, opgelucht en blij.
‘In elk geval schijnt de zon!’ zeg ik.
‘Dat is zo.’ Zoë glimlacht met hernieuwde kracht naar de skyline met zijn palmbomen. ‘Echt, zo erg is het niet. Todd zorgt ervoor dat ik de moed erin houd.’
‘En andersom?’
‘Nee, hij is homo,’ verzucht ze, terwijl ze me over de straat loodst. ‘Weet je dat er verkeerslichten zijn die aftellen terwijl je aan het oversteken bent? Twintig seconden, negentien, achttien… de cijfers lichten op net als in die films waar een bom op ontploffen staat!’
‘Echt?’
Zoë knikt, lijkt even te gaan lachen, maar kijkt dan serieus. ‘Ik denk dat ik gewoon te hoge verwachtingen had,’ geeft ze toe. ‘Ik wilde alles op een presenteerblaadje en hier ben ik dan, met een presenteerblad in de hand! Best ironisch.’
Ik vind het geweldig, hoe Zoës brein werkt.
‘Ben je er anders door gaan nadenken over dat hele beroemdheidsgedoe?’ vraag ik me hardop af, in de hoop dat ze er iets van heeft geleerd.
‘Nou, niet door het werk zelf, maar wel door de verhalen die de meiden vertellen.’ Ze schudt haar hoofd. ‘Ik bedoel, een aantal ervan zijn heel nuchter maar lukt het maar niet om door te breken, terwijl andere volledig gedesillusioneerd zijn en ik bang ben dat ze nog steeds koffie serveren wanneer ze zestig zijn. Als je denkt dat ik het slecht heb getroffen, dan moet je hun eens horen… Ze geloven echt dat er op een dag iemand komt binnenlopen en die zegt: ‘De actrice die de hoofdrol in mijn film zou spelen heeft de linkerkant van haar gezicht verbrand met haar haarkruller, en we hebben je nu nodig op de set!’
Ik ben er vrij zeker van dat Zoë dit scenario in haar hoofd al een paar keer heeft afgespeeld. Persoonlijk is mijn favoriete dagdroom dat ik tijdens een kusscène inval voor een actrice die te laat komt: de regisseur wil een doorloop voor het licht en de camerahoeken en daarna besluit de hoofdrolspeler dat hij veel liever met mij zoent, wordt de andere actrice ontslagen en is mijn filmdebuut een feit. Die specifieke fantasie had eigenlijk meer te maken met het feit dat ik dan kon zoenen met mijn favoriete filmster dan dat ik zelf een ster wilde worden, maar ik kan zien hoe gemakkelijk het is om te wensen dat je leventje acuut verandert.
‘Maar hoe voel je je door dit alles?’ vraag ik Zoë, nieuwsgierig naar of de California Club erin geslaagd is haar weer met een harde boem met beide benen op de grond te krijgen, als dat inderdaad al het plan was.
‘Verdrietig, denk ik,’ antwoordt Zoë. ‘Sommigen lukt het, maar ik weet bijna zeker dat er niets gaat gebeuren met al die meisjes met wie ik werk. Eerst luisterde ik nog naar ze en dacht ik: “Ja, maar ik ben anders, het kan mij wel overkomen!” maar toen realiseerde ik me dat (a) zij dat allemaal ook denken en (b) ik in mijn leven nog nooit een acteerles heb gevolgd – waarom zou ik denken dat ik zomaar in deze stad kan komen binnen wandelen en word ontdekt? Wat is er aan mij eigenlijk te ontdekken?’
Ik bedenk me dat Zoë al heel wat over zichzelf heeft ontdekt, maar ondanks haar positieve instelling heeft ze een hekel aan mensen die haar diepgaand gaan analyseren, dus houd ik mijn mond.
‘Hoe dan ook, genoeg over mij!’ Zoë verandert van onderwerp. ‘Hoe zit het met jou?’
‘Nou, je weet dat ik op weg ben naar Elliot in het Yosemite…’
‘Ik bedoel de B&B. Over bommen gesproken!’
Ik merk dat ik onbewust blijf staan. Blijkbaar kan ik niet tegelijk lopen en liegen.
‘Ik denk dat het het beste is…,’ begin ik.
‘Dat denk je niet.’
Ik zucht. Ik kan Zoë niet voor de gek houden. Ze kent me te goed, weet precies wat er in mijn hart gebeurt.
‘Het is al goed, ik snap het,’ zegt ze, omdat ze niet wil dat ik me nog slechter ga voelen. ‘Ik dacht gisteren alleen… Stel je voor dat toen ik voor het eerst binnen kwam lopen, iemand tegen ons had gezegd: “Jullie lopen over tien jaar arm in arm over Hollywood Boulevard!”’
‘We hadden er niets van geloofd!’ Ik maak haar gedachte af.
‘Hoe zou het ook? Hoe hadden we deze toekomst voor onszelf kunnen zien? Net zoals we niet weten wat er nu gaat komen. Ik bedoel, omdat het er nu niet zo rooskleurig uitziet, wil dat niet zeggen dat het ook niet beter wordt, toch?’
‘Nee,’ zeg ik gewoon.
‘Mijn leven is er zo veel beter op geworden sinds ik jou ken,’ zegt Zoë. Ze raakt me direct in mijn hart.
‘Och, Zoë!’ Ik geef haar een dikke knuffel. Mijn ogen worden nat. ‘Het komt helemaal goed met ons!’
‘Natuurlijk,’ snuft ze, direct haar emoties weer de baas. ‘Dus, wil je wat sterren zien?’ Haar ogen twinkelen weer, ze knippert de tranen weg. Klaar voor een vlucht naar sterrenland.
‘Natuurlijk!’ roep ik enthousiast, terwijl ik mijn opgeblazen hart weer wat in knijp tot hij zijn gewone vorm heeft aangenomen. ‘Laat maar zien!’
Twintig minuten later zijn we over een aantal van de grootste namen in de filmgeschiedenis gewandeld: Al Pacino, Marlon Brando, Meryl Streep… en een paar grote verrassingen.
‘Snap jij hoe David Hasselhoff een ster heeft gekregen op Hollywood Boulevard?’ Zoë kijkt met open mond naar het met goud omrande roze graniet.
‘En kijk daar! Tony Danza! Ken je hem nog?’
‘Pardon, mevrouw!’ Een man met rommelig blond haar stapt om Zoë heen.
‘O mijn god! Was dat Brad Pitt!’ gilt ze. ‘Het was hem! Grote grutjes! En kijk: Drew Barrymore!’
Voordat ik tijd heb om haar te zeggen dat ze haar mond moet houden, hoor ik mezelf roepen: ‘George Clooney!’
We grijpen elkaar vast, en krijgen bijna een whiplash omdat plotseling het aantal toeristen en hoertjes op Hollywood Boulevard wordt overtroffen door het aantal sterren.
‘Waar komen ze allemaal vandaan?’ huil ik, terwijl ik een petite Reece Witherspoon en beerachtige John Travolta ontwijk.
‘Ach, de Oscars zijn over een paar dagen,’ weet Zoë nog uit te brengen, ondanks het hyperventileren. ‘Misschien hebben ze een oefendiner?’
Ze zou wel eens gelijk kunnen hebben. Het Kodak Theater waar de beeldjes worden uitgereikt is iets verderop. Maar ik kan bijna niet geloven dat ze zo wild over straat lopen.
‘Is dat Audrey Hepburn?’ Mijn mond valt open, en ik smelt bij het zien van haar zwarte jurkje.
‘Ja!’ joelt Zoë.
‘Wacht even, zij is dood!’ frons ik.
Calista Flockhart loopt voorbij. Er klopt iets niet… Ze heeft vlees op haar botten!
‘Ze lijken allemaal naar het Hollywood Roosevelt Hotel te lopen!’ valt Zoë op.
‘Laten we ze volgen!’ stel ik voor. Terwijl ik snel achter Samuel Jackson aan ren.
De lobby gonst van de sterren die allemaal wat Sandra Bullock de cocktaillach noemde uitstoten – hun hoofd naar achter gooiend kakelen ze met open mond.
‘Julia Roberts!’ gillen Zoë en ik tegelijk. We wijzen verschillende kanten op. We hebben allebei gelijk.
Op dat moment krijgen we een folder in de handen gedrukt: ‘De Reel Movie Awards. De beste Lookalikes in Hollywood.’ Ik lees het voor. ‘Aha! Dat verklaart waarom er zes Marilyn Monroes aan de bar zitten.’
‘Een aantal zijn echt goed, maar kijk die Tom Cruise eens. Hij is echt een meter tachtig, dat geloof je echt niet.’
‘Ik denk dat Hugh Grant probeert Meg Ryan te versieren.’ Ik geef Zoë een por. ‘Ze passen best goed bij elkaar, ik vraag me af waarom ze in het echt nooit iets hebben gehad.’
‘Ach, ik wil ook mooie kleren aan!’ verzucht Zoë. ‘Dat is het leukste van acteren: al die verschillende outfits.’ Plotseling bedenkt ze iets. ‘Lara! Ik weet het weer! Betty van mijn werk had het over een geweldige zaak in de buurt van Vine, waar ze je transformeren in een filmster en dan een scène van vijf minuten uit je favoriete film opnemen! Wil je mee?’
‘Heb ik een keuze?’ grinnik ik.
‘Ik wilde het doen wanneer je hier echt zou komen, maar nu…’
‘Ben ik er!’ gil ik.
‘Kom mee!’ Zoë trekt me mee naar buiten, waardoor ze een niet echt overtuigende Keanu Reeves omduwt. ‘Hij moet echt werken aan zijn Matrix-moves,’ mompelt ze terwijl we terugrennen naar de auto.
Terwijl we over Hollywood Boulevard rijden, probeer ik me deze straat voor te stellen in de tijd dat hier mannen in knickerbockers van tweed en met een megafoon in de hand en vrouwen in satijnen jurken en met beugeltasjes rondliepen. Nu zijn het allemaal souvenirwinkels waar je ordinaire T-shirts of kniehoge stilettolaarzen van plastic kunt kopen, om de prostituee-Barbie-look echt compleet te maken.
‘Er lopen hier echt gekken rond,’ fluister Zoë. ‘Hoe verder je van Mann’s Chinese Theater komt, hoe slonziger het wordt.’
‘Klinkt eng,’ antwoord ik bezorgd.
‘Meer het type dat voor je springt en allemaal onzin uitkraamt dan dat ze je echt iets aandoen,’ verzekert Zoë me.
‘Ik hoop dat je hier ’s nachts niet over straat loopt.’
‘Hier is het!’ Zoë wijst naar rechts. ‘Achter is een parkeerterrein.’
Binnen worden we begroet door rijen paskoppen met pruiken op, uiteenlopend van een regenboogafro tot een Marie Antoinette. Er hangt een bordje waarop staat dat we op een assistente moeten wachten tot we iets passen, maar er is niemand, dus zet ik een pruik van steil haar dat tot op mijn heupen valt op mijn korte zwarte koppie. Stel je voor dat je ’s ochtends binnen tien tellen gewoon klaar bent, mijmer ik terwijl ik het haar glad strijk – nooit een slechte haardag, alleen maar goede Cher-dagen.
‘Die tiara lijkt wel een kathedraal!’ Zoë kijkt verbluft naar de stapels plastic ijskristallen in de juwelenkast, om dan verder te lopen naar een verzameling sierlijke Venetiaanse maskers en dan – huh? – een kast vol borsten en billen van glimmend plastic of zacht schuimplastic. Ik grinnik wanneer ik het prijskaartje aan een van de borsten zie hangen: twaalf dollar negenennegentig per stel. Alsof je één borst zou kopen.
Ik voel boven me iets bewegen en kijk op. Er hangt een rail vol met zachte veren boa’s. Ik kan er net niet bij, ze deinen op de luchtstroom van de airco. Als ik omkijk, is Zoë verdwenen.
‘Waar ben je?’ roep ik.
‘Bij het decoratieve prikkeldraad!’ antwoordt ze vanuit de diepten van een gangpad, waar het altijd Halloween lijkt te zijn.
‘O, die is mooi,’ ril ik, terwijl ik een zwaard oppak waar de bloedklonters aan hangen.
‘Ik zou willen dat de California Club dit voor me had uitgekozen,’ verzucht Zoë. ‘Stel je voor dat je je elke dag kunt verkleden als een andere ster.’
‘Die kokosnotenbikini zou geweldig zijn voor op dinsdag,’ zeg ik plagerig, terwijl ik weer een hoekje met hebbedingetjes zie: ‘Echte kokosnoten, in de maten small, medium en large.’
‘Kijk hier eens!’ Zoë wordt afgeleid door een enorm groot en donzig kangoeroekostuum, met een zak voorop waar een echte baby in past. ‘Die wil ik voor wanneer ik een baby krijg.’
Even staar ik Zoë aan. Ze is echt uniek. Dan zie ik de cabine waar wordt gefilmd. Zoë kan het niet zien omdat ze net een spleetoogjesbril opzet. Erg politiek correct.
Terwijl ik mijn weerspiegeling in de Spiegeltje, Spiegeltje aan de Wand bekijk, moet ik toegeven dat het heel wat werk zal zijn om van mij een Hollywoodsterretje te maken. ‘Hoe lang hebben we, Zoë?’ vraag ik bezorgd.
‘Eens kijken,’ zegt ze, terwijl ze eerst een Alladin-olielampje neerzet om op haar horloge te kunnen kijken. ‘Het is nu net drie uur geweest, en je vlucht vertrekt om zeven uur. We kunnen hier een uur blijven, dan een uurtje eten, voor het geval Elliot alleen maar geroosterde eekhoorn in de aanbieding heeft, en dan een uur om bij het vliegveld te komen en een uur om in te checken. Tijd genoeg!’
‘Hoera!’ roep ik, terwijl ik weer terug ren naar de pruiken.
‘Heilige maagd Maria!’ sist Zoë, en houdt me tegen.
Dat is haar codetaal voor mensen met een piercing, waarbij ze doelt op al hun gaten/perforaties. Ik draai me discreet om en zie een gezicht vol met metalen pukkels me van achter de balie dreigend aankijken. Zelfs de oren van het meisje zijn getatoeëerd en ze heeft iets wat op een kurkentrekker lijkt door haar onderlip gestoken.
‘Da’s handig voor op feestjes!’ merkt Zoë op.
‘Niet zo handig als je ballonnen op wilt blazen,’ huiver ik.
Terwijl ze zichzelf uit haar halfliggende houding omhoog hijst, stelt de Heilige maagd Maria zich voor: ‘Ik ben Vixen en ik ben vandaag jullie transformatrice.’
Ze klinkt zo gezellig als een begrafenisondernemer. Het is duidelijk dat ze de beproeving, zoals ze onze transformatie duidelijk ziet, zo snel mogelijk achter de rug wil hebben. Ze geeft direct al aan wat onze lookalikemogelijkheden zijn: ‘Van jou kan ik wel een Lara Flynn Boyle maken als in Men in Black 2,’ zegt ze tegen mij. ‘En jij…,’ ze kijkt Zoë met samengeknepen ogen aan, ‘… als Beyonce in Goldmember.’
We kijken elkaar twijfelend aan. Ik denk dat we in onze handen mogen knijpen dat ze ons niet wil veranderen in Elvira en Morticia, of nog erger, Christina Aguilera, maar dit was niet wat we voor ogen hadden.
‘Eh…,’ zeggen we aarzelend.
Vixen probeert het opnieuw: ‘Catherine Zeta-Jones en Jennifer Lopez?’
Ze kijkt nog steeds niet verder dan onze eigen haarkleur. Heeft ze niet gezien wat voor verschil pruiken kunnen maken in Charlie’s Angels? In Hollywood moet alles toch mogelijk zijn.
‘Ik wil graag Marilyn worden,’ zegt Zoë beslist.
Vixen draait rondjes met haar tongpiercing en kijkt me aan alsof ze wil zeggen: als jij nou nog zegt dat je Whoopi Goldberg wilt worden, neem ik ontslag.
Ik probeer de diplomatieke benadering. ‘Je voorstellen zijn geweldig, maar we zitten meer aan klassieke Hollywoodsterren te denken.’
‘Dat is toch enorm ouderwets,’ spot ze. ‘Maar als jullie dat willen.’ Ze laat een dik smoelenboek op de balie ploffen en duwt het naar Zoë toe.
‘Wat dacht je van Carmen Miranda?’
‘Wil jij soms een fruitschaal op je hoofd?’ werpt Zoë tegen. Ze kan duidelijk niet tegen deze meid.
‘Ik neem deze twee schoonheden!’ kondigt een zwaar Russisch accent aan. Het hoort bij een man van in de zestig met een weelderige witte haardos en deskundig geplukte wenkbrauwen. Terwijl ze Vixen wegstuurt om de Harry Potter-kostuums klaar te leggen voor de stomerij, stelt hij zichzelf voor als de eigenaar van de zaak, Boris, en verontschuldigt hij zich voor zijn nichtje.
‘Ze is heel goed met make-up, maar qua klantvriendelijkheid kan het beter,’ geeft hij toe. ‘Kom eens hier! Laat me eens kijken.’ Hij bestudeert onze gezichten. Zijn houding en zijn diepe stem werken hypnotiserend. ‘Dus jullie willen ouderwetse filmsterren worden, ja?’
We knikken, in trance door zijn violetkleurige ogen.
‘Jij zou een prachtige Liz Taylor zijn in Cat on a Hot Tin Roof,’ zegt hij, terwijl hij over mijn wang aait.
Ik spin van genot: ‘O ja, dat zou super zijn.’
‘En jij hebt zeker Marilyns figuur.’ Hij kijkt Zoë goedkeurend aan. ‘Ik zorg wel voor de rest!’
Zoë klapt in haar handen van plezier terwijl hij het smoelenboek naar haar omdraait. ‘Oké, schatje, welke Marilyn wil je zijn?’
Als eerste zien we de bekende foto boven de luchtkoker uit Seven Year Itch.
‘Te doorzichtig?’ Zoë twijfelt.
‘Een beetje,’ geeft Boris toe.
Nu de roze satijnen jurk met diamanten.
‘Te Madonna, Material Girl,’ zegt Zoë fronsend.
‘Wat dacht je van een outfit uit Some Like It Hot?’ stel ik voor, denkend aan het Hotel Del.
‘De doorzichtige jurk met parels?’ Boris’ ogen lichten op. ‘Ik denk wel dat hij past.’
‘O, jaaaaaa!’ roept Zoë enthousiast, die zichzelf al ziet glinsteren en stralen.
‘Misschien willen jullie samen een kleine scène doen? Ik kan van jou wel een goede Tony Curtis maken,’ zegt hij tegen me. ‘Je hebt zijn heldere ogen, zwarte haar, we maken hier een kuiltje…’
Ik sla zijn hand weg wanneer hij bruine oogschaduw op mijn kin wil smeren.
‘Ik wil een meisje zijn!’ protesteer ik.
‘Och, toe nou, Lara!’ Zoë vindt het idee briljant. ‘We kunnen het aan Helen laten zien, zou dat niet enorm grappig zijn? Ze kan een foto van ons aan de muur hangen op haar werk!’
‘Kun je niet terugkomen en het met Todd doen?’ frons ik, terwijl Boris een kapiteinspet op mijn hoofd probeert te zetten.
‘Nee?’ hij fronst zijn wenkbrauwen en denkt na.
‘Nee!’ zeg ik pruilend. ‘Is er niet iets wat wij als twee meisjes kunnen doen?’
‘Marilyn zat ook in There’s No Business Like Show Business met Ethel Merman,’ herinnert Zoë zich.
‘Bedankt. Ik denk dat Tony Curtis mooier is.’
‘Ik weet het!’ Boris glijdt langs de kledingrekken en haalt in één zwaai twee lange rode met lovertjes afgewerkte jurken tevoorschijn: ‘Gentlemen Prefer Blondes!’
‘Natuurlijk!’ jubelt Zoë, terwijl ze mijn arm grijpt. ‘Jij bent dan Jane Russell!’
‘Heren vinden dames met zwart haar ook mooi hoor,’ zegt Boris knipogend.
‘Verkocht!’ juich ik.
‘We zouden voor jou niet eens een pruik nodig hebben,’ zegt hij, terwijl hij mijn haar overzij kamt en dan omhoog tilt, ‘Het kan gewoon zo.’
‘Dit is zo spannend!’ piept Zoë. ‘Wat doen we eerst?’
‘Kleren uit!’ kondigt Boris aan.
Ik wist wel dat er een addertje onder het gras zat.
‘In elk geval je shirtje.’
Ik kan niet geloven dat hij probeert te onderhandelen over een striptease. Dan geeft hij ons elk een badjas en legt hij uit dat hij geen make-up op onze mooie outfit wil smeren. Dan is het goed.
‘Willen jullie de scène alvast oefenen tijdens de make-up?’
‘O ja! Kunnen we We’re Just Two Little Girls from Little Rock zingen?’ vraagt Zoë.
‘Waarom niet?!’ stemt Boris toe.
Terwijl Boris een dikke laag foundation aanbrengt, vertelt hij ons verhalen over de eerste visagist van Hollywood, George Westmore, en hoe zijn zes zonen allemaal in zijn voetstappen zijn gevolgd, en een dynastie van creatieve genieën vormden die aan het hoofd stonden van de make-updivisies bij Paramount, Warner Brothers, 20th Century Fox en meer.
‘Ze waren ervoor verantwoordelijk dat Rita Hayworth die van zichzelf zwart was, werd omgetoverd in een rossige godin!’ begint hij in zijn zangerige accent, om daarna te onthullen dat Shirley Temples pijpenkrullen werden gemaakt van haar die bij een lokaal bordeel werd gekocht en Errol Flynn tijdens het filmen van de avonturenfilm Captain Blood elke ochtend dronken in de make-upstoel zat en zelfs sinaasappels injecteerde met wodka toen Perc Westmore de whiskey afpakte die hij in een haartonicfles bij zich droeg.
Terwijl Boris onze jukbeenderen aanzet, vertelt hij hoe Marlene Dietrich Ern Westmore een interessant alternatief leerde voor de zware zwarte make-up: ze hield een aangestoken lucifer onder een schoteltje totdat er een laagje puur carbon op zat, mengde dat met een beetje babyolie en gebruikte dat als oogschaduw!
‘Ik vind dit allemaal geweldig. Vertel, vertel!’ smeekt Zoë wanneer Boris haar oogleden beplakt met wimpers die bijna zo lang zijn als de vleugels van een merel.
‘Nou, George Westmore was de eerste die valse wimpers gebruikte. Hij had met de hand een pruik gemaakt voor een jong sterretje, Billie Burke, en haar ervan overtuigd dat hij ook haar make-up mocht doen. Om haar ogen beter te laten opvallen, knipte hij kleine stukjes van de pruik en plakte die haar voor haar op haar eigen wimpers. Dat was in 1917!’
‘Dit is zo ontspannend,’ verzucht ik. Ik houd mijn ogen dicht terwijl Boris mijn wimpers op doet.
‘Wist je dat Mont Westmore eens bij Gloria Swanson thuis kwam om haar make-up te doen voordat de filmdag begon en ze nog in bed lag?’ vertelt Boris verder. ‘Hij durfde haar niet wakker te maken – ze kon enorm fel zijn – dus deed hij alles terwijl zij nog lag te slapen!’
‘Dus filmsterren worden echt wakker met een perfect opgemaakt gezicht!’ lach ik.
‘Blijf wel stilzitten!’ Boris trekt voorzichtig een lijntje langs mijn lippen. ‘Hij wilde het ook een keer bij Mae West doen, maar die lag poedelnaakt in bed en weigerde om kleren aan te trekken, dus is hij weggegaan!’
‘Wat kan moraal toch een vreselijk belemmering zijn,’ verzucht Zoë. ‘Wauw, Lara, je ziet er geweldig uit!’
‘Niet kijken voor ik klaar ben!’ kijft Boris.
Zoë gaat weer achterover in haar stoel zitten, en wacht op haar beurt.
‘Zelfs nu nog is mevrouw Russell een prachtige vrouw,’ laat Boris ons weten. ‘Sterk, gepassioneerd, slim.’
‘Het is toch fantastisch als je je bedenkt dat zij nog steeds leeft,’ mijmer ik.
‘Ze is niet de enige legende die nog leeft. Lena Horn is nog steeds erg mooi en kijk eens naar Debbie Reynolds. Die speelt nu mevrouw Adler in de sitcom Will & Grace!’
‘Dat is Lara’s favoriete serie!’
‘Ik vind Jack geweldig!’ weet ik er nog uit te persen, voordat Boris een laag lippenstift opbrengt die zo rood en dik en lekker is dat ik bijna denk dat het aardbeienjam is.
Boris maakt Zoës gezicht en dan ons haar en kondigt aan: ‘Nu de jurken…’
‘Wauw! Ze wegen echt een ton!’ hijg ik, terwijl ik de lage V-hals verwar met de hoge split langs het been.
‘Ze zeggen dat er zoveel kraaltjes op Ginger Rogers jurken zaten dat haar voeten ervan gingen bloeden bij het dansen!’
‘Au!’
‘Lovertjes zijn oké, daar krijg je alleen wat uitslag van!’ zegt hij glimlachend terwijl hij ons de sieraden geeft: twee diamanten armbanden om de ene arm, drie om de andere. ‘Draai je even om, dan doe ik de ketting om.’
Weer diamanten, omzoomd door robijnen. We leggen de sieraden plat tegen onze hals.
‘Oorbellen…,’ gaat hij verder.
Ik voel hoe mijn oorlelletjes worden platgedrukt door de metalen clips.
‘Je went eraan,’ troost Boris ons, wanneer hij ziet dat het pijn doet. Daarna pakt hij Zoës hand en schuift een robijnen ring aan haar vinger, haar aankijkend alsof hij haar liefhebbende bruidegom is.
‘De laatste details…’
Hij geeft ons allebei een rood met lovertjes versierd mutsje waar witte veren uit steken, en zet deze stevig op onze kruin vast met speldjes.
Zijn ogen glimmen van trots. ‘Klaar voor de close-up?’
Zoë pakt mijn hand vast en knijpt er stevig in. Dan knikt ze.
‘Sluit je ogen,’ instrueert Boris, terwijl hij ons naar de lange passpiegel loodst. ‘Doe maar open!’
Ik heb daar wat moeite mee omdat mijn valse wimpers in elkaar zijn geraakt, waardoor mijn oogleden op elkaar blijven plakken, maar ik kan horen dat Zoë bijna stikt van trots en blijdschap. Boris schiet me te hulp en wurmt voorzichtig mijn ogen open. Ik krijg even een gevoel van hysterie wanneer ik die betoverende vamp voor me zie, en draai me om om dat weelderige buitenaardse wezen te bekijken dat mijn lichaam heeft overgenomen.
‘We zien eruit als echte vrouwen!’ giechelt Zoë, terwijl ze met haar handen over haar nog sterker aangezette welvingen strijkt.
‘Sirenes!’ corrigeert Boris haar. ‘Welke man zou jullie nu nog kunnen weerstaan?’
Hij heeft gelijk. De jurken lijken van zichzelf een krachtige sensuele uitstraling te hebben, en een bepaalde brutaliteit te eisen van de draagster ervan. Ik krom mijn rug, zet een knie naar voren en leg uitdagend een hand op mijn heup. Wat zou ik graag willen dat Elliot me zo kon zien. Die reactie alleen al zou die blokkade in zijn hersenen opheffen waardoor hij maar niet verliefd op mij kan worden.
‘Kijk jou nou met blond haar!’ roep ik uit, wanneer ik eindelijk mijn blik kan lostrekken van mijn eigen alter ego en een amper herkenbare Zoë bekijk.
‘Kijk eens naar jouw haar!’ joelt Zoë wanneer ze mijn kuif ziet.
‘Ik vind het geweldig!’ Voorzichtig raak ik mijn krullen aan. Het is ongelooflijk dat het nog aanvoelt als haar ondanks de enorme laag haarlak. ‘We zien er zo sexy uit!’
‘Dit zou wel eens mijn beste werk kunnen zijn,’ zucht Boris tevreden. ‘Hoewel ik vorige week echt een prachtige Liz Hurley heb gedaan.’
‘Tjonge, ik dacht niet dat er vrouwen waren die haar aardig genoeg vinden om op haar te lijken,’ bedenk ik me.
‘O nee, lieverd, het was een man. Mannen doen het het beste als Liz Hurley, net als bij Celine Dion.’
‘Je bent een genie!’ Zoë plant twee perfecte rode lippen op zijn wang.
Hij kijkt haar verzot aan. ‘Jij bent echt een heel speciaal meisje.’
‘Ik weet dat we geen foto’s mogen maken met onze eigen camera, maar zouden we er toch snel een met jou erop mogen?’ smeek ik.
‘Hoe kan ik jullie nou weerstaan?’ Boris maakt een buiging.
Ik rommel in mijn tas en schudt hem leeg op de balie: plattegrond, verfrommelde tissue, make-up, bonnetjes, vliegticket, oorbel die ik al jaren kwijt was, half opgegeten toffee en een spatel van een Immac-kit (waarom?!).
‘Hij moet hier ergens zijn… Ah!’ Ik houd mijn oude vertrouwde wegwerpcamera omhoog.
We gaan naast elkaar staan en lachen terwijl Boris ons instructies geeft: ‘Zeg eens sleaze!’
Terwijl ik de alles weer in mijn tas prop, blijft Zoë verwonderend staan kijken naar haar spiegelbeeld.
‘Dit is precies wat ik wilde, Lara. Me even voelen als een filmster, ook al is het maar één keer.’
Ik houd even op met waar ik mee bezig ben, kijk haar aan, en voel mijn hart opzwellen en mijn ogen stralen: het geeft je echt een geweldig gevoel om je vrienden zo diep gelukkig te zien.
‘Camcorder is klaar!’ zegt Boris.
En nu gaan we dit memorabele moment voor eeuwig vastleggen op film!