Dankwoord

Je hoort vaak beweren dat de tweede roman het moeilijkst is, en nu weet ik ook waarom. Ik wil mijn uitgevers bedanken voor hun onuitputtelijke geduld in de afgelopen twee jaar, waarin ik worstelde met een reeks uitdagingen in mijn persoonlijke en professionele leven die het schrijven van dit boek bemoeilijkte.

      Mijn oprechte dank gaat uit naar mijn agent, Robert Dinsdale, zonder wie ik nog steeds zou zitten treuzelen met het manuscript dat De donkere broederschap zou worden. Rob heeft een beginnende schrijver uit de obscuriteit van het internet geplukt en op de planken van de boekwinkels gezet, en dat in zo weinig tijd. Mijn successen zijn grotendeels aan hem te danken.

      Verder wil ik Robs collega’s bij A.M. Heath bedanken, die mijn werk vertegenwoordigen op de internationale markt. Ik wacht vol angst en beven de dag af dat ze een Spaanse uitgever voor me vinden en mijn schoonouders deze boeken eindelijk kunnen lezen...

      Ook wil ik Chris Lotts bedanken voor al zijn werk in Noord-Amerika.

      Mike Brooks gaf wederom veel noodzakelijke (en eerlijke!) feedback over eerdere versies van het manuscript. Mike heeft niet alleen een messcherpe blik, hij is zelf ook een heel verdienstelijk schrijver.

      En als laatste, maar zeker niet minder belangrijk, dank ik mijn vrouw Yesica, die in de afwezigheid van ieder artistiek talent mijnerzijds in het project stapte om de kaart van Kaynes reis te schetsen, en die op het laatste moment zo’n goede proeflezer is gebleken. Haar liefdevolle steun heeft er mede voor gezorgd dat ik dit boek kon schrijven.