27 mei 1953

Claire zat in de sociëteit met het gepensioneerde schoolhoofd. Ze was verbluft.

‘Victor Chen?’ vroeg ze. ‘Was hij een van de drie? Waarom heeft hij dan niet gewoon…’

‘O, hij wilde de informatie niet te goedkoop van de hand doen,’ zei Edwina. ‘Een goede zakenman is hij wel, dat valt niet te ontkennen. De regering had een volkomen verkeerd beeld van hem. Ik had ze meteen al kunnen vertellen dat hij zijn eigen moeder nog zou verkopen als het maar genoeg opbracht. Ze dachten dat het een goed idee zou zijn als er ook een Chinees bij de drie was, voor het geval dat alle Engelsen gevangengenomen of gedood zouden worden. En ze dachten dat hij loyaal aan Engeland zou zijn, omdat hij zijn opleiding daar heeft genoten. Hij kwam erachter dat Reggie en ik de andere twee waren, maar Reggie zat in Stanley en Victor wist dat hij niets zou loslaten. Mij kende hij niet zo goed. Hij heeft me dus een paar keer uitgenodigd. Ik was nooit eerder zo kwistig onthaald of vakkundig uitgehoord over mijn bedoelingen. Maar ik doorzag hem. We hebben een tijdje kat en muis gespeeld en hij is me altijd goed in de gaten blijven houden.’

‘Wist Trudy dit allemaal?’

‘Ik denk het niet, anders zou ze niet zo haar best hebben gedaan aan de informatie te komen. Ik denk dat Victor er lol in had te zien hoe ze alles op alles zette om iets te bemachtigen wat hij al had. En vergeet Dominick niet. Trudy en hij liepen zich het vuur uit de sloffen. Victor heeft het een tijdje aangekeken en toen heeft hij waarschijnlijk besloten dat ze te veel invloed kregen en heeft hij er iets aan gedaan. Hij was degene die de touwtjes in handen had. Ze waren zijn marionetten.’

Edwina zweeg even.

‘Wil jij geen scones?’ vroeg ze. ‘Het zijn de beste van Hongkong. Gemaakt door een zekere meneer Wong, die de kunst van mij heeft geleerd. Hij is de beste Chinese Engelse bakker in de kolonie.’

‘Nee, dank u,’ zei Claire.

Edwina smeerde jam op een stukje scone en stopte het in haar mond.

‘Mmmmm,’ zei ze. ‘Nu woon ik hier al zo lang, en ik kan nog steeds niet zonder mijn thee met scones.

Goed, Victor Chen begon zich dus te ergeren aan het gedrag van Trudy en Dominick. Ze trokken nogal de aandacht en hun relatie met Otsubo werd een beetje te knus. Het was allemaal hoogst ongepast. Daarom begon hij een beetje tussen hen te stoken. Ze moesten bij hém onder de plak zitten, niet bij Otsubo. Met dat doel nam hij Dominick op in zijn bedrijf, dat floreerde. Hij leverde benzine en eerste levensbehoeften aan de Japanse troepen in Kanton en daar verdiende hij een vermogen aan. Wat Dominick tot dan toe had gedaan was peanuts en dat zei Victor hem ook. Hij had fabrieken en kapitaal achter zich. Toen vertelde hij Dominick dat Trudy achter zijn rug om probeerde de informatie te bemachtigen en hem erbuiten wilde laten, en uiteraard geloofde Dominick hem. Dus begon hij dingen te doen om Trudy dwars te zitten. Hij vertelde Otsubo dat Trudy wist waar de Krooncollectie was maar het hem niet wilde vertellen. En Victor wilde dat maar al te graag bevestigen.’

‘Wist Dominick dat Victor de locatie kende?’

‘Nee, ben je mal,’ zei Edwina spottend. ‘Dat had Victor aan niemand verteld. Ik was de enige die het wist. Maar weet je, het gekke is…’ Ze keek in de verte. ‘Er was iets heel vreemds. Het leek net alsof Trudy wist wat er gaande was maar niet de behoefte had er iets aan te doen. Ze had de moed al opgegeven. Het was alsof het haar niets meer kon schelen en ze alleen nog maar de schijn ophield.’

Iemand deed de deur op een kier en keek naar binnen. Edwina Storch keek niet op. De deur ging geruisloos weer dicht.

‘En daarom besloot Otsubo dat Trudy hem te veel last bezorgde. Hij was haar eigenlijk toch al zat. Hij had zijn aandacht in elk geval al verlegd naar Dominick. Die twee waren ook minnaars. Die Otsubo vond alles en iedereen lekker. Hij was onverzadigbaar. Echt een smeerlap. Dus hij greep het verhaal van Dominick aan als excuus om zich van haar af te maken. En hij vroeg mij om hulp. Maar het rare was dat niets wat hij deed haar leek te raken. Ze was ongrijpbaar en daar werd hij gek van. Toen ze zwanger was geraakt, vertelde hij haar dat hij haar aan zijn luitenant gaf, dat hij haar beu was, en ze ging zonder een woord te zeggen. Ik denk dat hij haar graag wilde zien lijden, maar ze deed alles wat hij zei en schonk hem geen enkele voldoening. Dus liet hij haar rondgaan. Ze kwam uit een rijke familie, weet je, ze had haar hele leven alleen het beste van het beste gekregen en kende iedereen. Ik weet niet waarom ze deed wat hij zei. Het kon haar gewoon niets meer schelen.’ Voor het eerst maakte Edwina Storch de indruk dat het verhaal haar niet onberoerd liet.

‘En hoe is Trudy gestorven?’ vroeg Claire.

‘Dominick had Otsubo dus verteld dat Trudy wist waar de Krooncollectie was. Trudy ontkende dat. Otsubo dacht dat ze mij als Engelse misschien in vertrouwen zou nemen, dus ik zorgde ervoor dat ik haar een paar keer tegen het lijf liep zodat we onze kennismaking konden hernieuwen. Dat was geen probleem, want hij wist altijd waar ze was. Trudy en ik kwamen elkaar dus regelmatig tegen.’

‘Had u geen scrupules om dat voor die man te doen?’ vroeg Claire.

‘Helemaal niet,’ zei Edwina ogenblikkelijk. ‘Je moet goed begrijpen dat niemand zich als een heilige heeft gedragen, Claire. Otsubo was de vijand, maar Trudy, Dominick en Victor speelden met hem onder één hoedje en wat mij betreft waren ze allemaal vijanden. Ze handelden alleen uit eigenbelang.’

‘Dus het was bijna uw plicht als goed vaderlander,’ zei Claire kalm.

‘Ja.’ Edwina greep dit idee aan. ‘Ik zag het als een manier om ons land te dienen. Ik wist dat Victor Chen vroeg of laat de locatie van de Krooncollectie zou verraden. Als hij er maar de juiste prijs voor kon krijgen. En ik dacht: als ik in de gaten houd wat er gebeurt, kan ik misschien van nut zijn bij het opsporen ervan. Daarom heb ik Otsubo verteld dat Trudy inderdaad wist waar de collectie zich bevond.’

‘Wat?’ Claire’s mond viel open. ‘Maar…’

Edwina verstijfde. ‘Het leek me de beste aanpak. De man moest om de tuin worden geleid.’

‘Maar daarmee hebt u haar doodvonnis getekend.’ Ze flapte het eruit voordat ze die neiging kon onderdrukken.

‘Voor jou ligt het allemaal zo eenvoudig, zo zwart-wit, hè?’ zei Edwina. ‘In werkelijkheid was Trudy van het begin af aan ten dode opgeschreven door de manier waarop ze zich gedroeg. Ze zou het geen maand meer hebben overleefd. Goed, nu had Otsubo dus uit twee bronnen vernomen dat Trudy het wist maar het voor hem achterhield. Toen vroeg hij me met haar naar zijn kantoor te komen. Heel vreemd, zoals hij het wilde aanpakken. Vast Japans. Het zijn rare lui. Ze wist dat er iets mis was, want ze ging zo vaak naar zijn kantoor en had mij daar niet bij nodig, maar ze was heel beleefd. Toen ik haar kwam halen, hebben we eerst nog bij haar theegedronken en gezellig zitten babbelen. Daarna zijn we samen naar het gebouw gelopen en is ze alleen naar binnen gegaan. Ik had haar verteld dat hij haar verwachtte. En dat was het. Niemand heeft haar ooit nog gezien.’

Opeens leek het kouder in het vertrek. Claire sloeg haar armen over elkaar.

‘Dus…’ De gedachte bleef in de lucht hangen.

‘Nee, kind,’ zei Edwina. ‘De Japanners zijn niet bepaald weekhartig en laten geen getuigen achter. Ik denk dat ze haar de baby hebben laten krijgen, maar wat er daarna met haar is gebeurd weet ik niet.’

‘En Dominick, haar neef?’

Edwina schudde haar hoofd. ‘Daar kon het niet goed mee aflopen. Hij zat te diep in de nesten. Iedereen gebruikte hem. Victor plaatste hem bij een bedrijf dat hij had opgericht en dat Macau Supplies heette. Hij zorgde ervoor dat Dominicks naam op alle rechtsgeldige papieren stond, zodat hij zijn eigen handen schoon kon houden. Maar dat maakte eigenlijk niet uit. Ik geloof dat Dominick inhalig werd en een deel van de winst achteroverdrukte, en dat hebben de Japanners ontdekt. Wat er met hem is gebeurd is ook nooit helemaal duidelijk geworden, maar er was in elk geval een lichaam. Hij werd gevonden in een kanaal in het slechtste deel van de stad. Al zijn vingers waren afgehakt op één na, een elfde vinger, kennelijk een afwijking waarmee hij was geboren.’

‘O.’ Langzaam blies Claire haar adem uit. Het was heel wat om tot zich door te laten dringen. ‘En wat is er uiteindelijk met de Krooncollectie gebeurd?’

‘Nou, je kunt Victor Chen niet van domheid betichten. Hij had zo’n gevoel dat het geheim zou uitlekken, via mij of via Arbogast, dus had hij de collectie laten weghalen en ergens anders laten opslaan. En daarna liet hij aan Otsubo doorschemeren dat hij had ontdekt dat Arbogast de locatie kende. Hij was een meester in het manipuleren van de situatie. Toen stond Otsubo bij hem in het krijt, snap je. En Arbogast wist van niets. Ze hebben zijn hand afgehakt en hij heeft geluk gehad dat dat het enige was. Arbogast heeft doorgeslagen, zoals velen zouden doen onder dat soort… druk, maar toen Otsubo zijn mannen naar de genoemde plek stuurde, bleek de collectie daar niet meer te zijn. Daarna heeft Arbogast nog een paar zware dagen gehad, maar Victor Chen kwam er zonder kleerscheuren af. Arbogast heeft nooit geweten of zijn bekentenis tot de verdwijning van de collectie heeft geleid of niet. Ik denk dat dat voor hem erger is geweest dan de marteling.’ Edwina kreeg een peinzende uitdrukking op haar gezicht. ‘Je geest kan rare dingen met je doen. Na de oorlog is het hem goed gegaan en heeft hij veel gedaan voor de minderbedeelden, maar hij is nooit meer gelukkig geworden. Hij vindt dat hij zijn land in de steek heeft gelaten, snap je, en die gedachte laat hem niet los. Zo is hij nu eenmaal.

Hoe dan ook, later in de oorlog voelde Victor aan dat het tij keerde en bedacht hij dat het hem meer zou opleveren om de collectie terug te geven aan de Chinezen, zodat hij die om een wederdienst kon vragen. Dus stuurde hij de spullen per trein naar China. Een geschenk van een loyale kameraad. Ik hoorde het pas nadat het was gebeurd.’

‘En dat was het dan. Hebt u het ooit aan iemand verteld?’

‘Nee,’ zei Edwina. ‘Victor heeft zeer duidelijk gemaakt dat het in mijn voordeel was om erover te zwijgen.’

Claire dacht aan Edwina’s luxeleventje en aan haar grote landgoed in de New Territories, dat ogenschijnlijk betaald moest worden van het pensioen van een schoolhoofd.

‘Wie wisten ervan?’ vroeg Claire.

‘Dat weet ik niet, kind. Victor laat zich niet in de kaart kijken.’

‘En hoeveel weet Will?’

Edwina glimlachte. ‘Dat moet je hem zelf maar vragen, vind je niet?’

‘En waarom vertelt u dit aan mij? Ik heb niets met dit hele verhaal te maken.’

‘Je hebt toch… een nauwe band met Will?’ vroeg Edwina.

‘Ik ken hem,’ erkende Claire.

‘Doe niet zo quasipreuts,’ beet Edwina haar toe. ‘Luistert hij naar jou?’

‘Totaal niet.’ Daar was ze zeker van.

‘Nou, ik denk dat je versteld zou staan. Jij bent de eerste persoon in lange tijd met wie Will zich verwaardigt om te gaan. Ik denk dat hij alleen een zetje in de juiste richting nodig heeft. Een vrouw weet haar woorden te kiezen. Dat komt door onze intuïtie.’

‘Ik geloof niet dat ik begrijp wat u bedoelt.’ Claire deed zich opzettelijk dom voor.

Edwina sloeg met haar handpalmen op tafel.

‘Die man!’ riep ze uit. ‘Die man, die Victor Chen, loopt door Hongkong rond alsof de stad van hém is. Hij is vriendjes met iedereen die iets voorstelt. Weet je dat hij gastheer is geweest op een feest voor prinses Margaret, toen ze naar onze stad kwam? En wie is hij nou helemaal? Een zwendelende Chinees in een duur maatpak! Een collaborateur. Een opportunist.’ Ze spoog de woorden er bijna uit. ‘Hij pretendeert beter te zijn dan alle anderen, zelfs beter dan de Engelsen! Het is weerzinwekkend en ik pik het niet langer.’

Haar luide uitbarsting bleef even in de lucht hangen, ongepast in deze omgeving van zware damasten gordijnen.

‘Een paar weken geleden liep hij Mary straal voorbij in de stad. Hij is zijn oude vrienden vergeten in zijn haast om aan de top te komen. Maar hij zal zijn trekken thuiskrijgen.’ Ze keek Claire aan. ‘Het is een slecht mens en hij verdient niets van wat hij allemaal heeft.’

‘Het is moeilijk uit te maken wie er wel een goed leven verdient,’ zei Claire. Ze had het gevoel dat ze een groot, boos dier moest kalmeren.

‘Hij denkt dat het verleden begraven kan worden. Maar het blijft steeds opnieuw de kop opsteken.’

‘En de baby? Trudy’s baby?’ vroeg Claire. Die was misschien wel de enige in deze hele geschiedenis die volkomen onschuldig was.

‘Ik weet het niet, kind. Ik neem aan dat iemand zich erover heeft ontfermd.’ Ze zweeg even. ‘Ja. Dat was het hele verhaal. Ik denk vaak aan die laatste middag met Trudy, aan hoe ongrijpbaar ze was, hoe ver weg. Nadat Will haar in de steek had gelaten kon het haar niets meer schelen of ze zou blijven leven of zou sterven. Ik heb altijd gedacht dat Will Truesdale haar hart heeft gebroken. Opmerkelijk, hè? Wie had kunnen denken dat de flamboyante Trudy Liang een hart hád dat gebroken kon worden?’