Historische noot
Hoewel Het Schandaal van Venetië fictie is, is het gebaseerd op verschillende echte complotten waarvan de oorsprong in de Koude Oorlog lag.
De complotten om Noord-Italië aan het einde van de Tweede Wereldoorlog te annexeren voor de communisten zijn nu alom bekend onder historici, net als de pogingen van het OSS om ze te voorkomen: pogingen die erin resulteerden dat sommige Amerikaanse geheim agenten een pauselijke onderscheiding ontvingen na de oorlog.
Het is ook algemeen bekend dat veel van de richtlijnen van de eerste Nationale Veiligheidsraad Italië betroffen en met name de behoefte om te voorkomen dat de Communistische Partij de verkiezingen zou winnen, zoals duidelijk werd gemaakt in richtlijn NSC 4/A. Een van de strategieën was het financieren van een centrumlinks alternatief, de Christendemocraten. Hoe succesvol die strategie was, kan worden afgelezen aan het feit dat die partij veertig jaar lang elke Italiaanse premier heeft geleverd. De partij overleefde talloze omkopings- en corruptieschandalen voordat ze in de jaren negentig uit elkaar viel, ongeveer in dezelfde tijd dat de Koude Oorlog ten einde kwam.
Veel lezers zullen vooral de suggestie dat Giovanni Montini, die later paus Paulus VI zou worden, was ingelijfd door de CIA interessant vinden. Maar ook die is gebaseerd op feiten. Onder de codenaam ‘Vessel’ zou hij vanaf 1944 informatie hebben doorgespeeld aan het OSS. Die informatie was zo omvangrijk en nuttig dat er een nieuwe afdeling in het leven werd geroepen, X-2, om het te verwerken. Er wordt wel beweerd dat X-2 bijna vijfhonderd rapporten produceerde in een periode van zes maanden.
De Orde van Melchisedek was samengesteld op basis van een aantal vergelijkbare organisaties in het naoorlogse Italië. Sommige, zoals de Orde van Malta of de Orde van het Heilig Graf, genieten exterritoriale en andere privileges die lange tijd zeer nuttig zijn gebleken voor de inlichtingendiensten (voor de naoorlogse ‘rattenlijnen’ van het OSS, bijvoorbeeld, werd gebruikgemaakt van de paspoorten van leden van de Orde van Malta). Andere organisaties, zoals de vrijmetselaarsloge ‘Propaganda Due’, waren pogingen om de maffia, de Italiaanse inlichtingendiensten en andere centrumrechtse groeperingen samen te brengen om een bondgenootschap te vormen tegen de linkse partijen. Een van de namen die is terug te vinden in de ledenlijst van P2 is die van Silvio Berlusconi, vele jaren voordat hij premier van Italië werd.
In 1955 bouwde Amerika zijn eerste permanente legerbases in Vicenza, onder de voorwaarden van een verdrag dat tot op de dag van vandaag geheim is gebleven. Daaronder valt ook Site Pluto een grottennetwerk diep onder de Berici-heuvels, waar ooit nucleaire mijnen en korteafstandsraketten werden opgeslagen (en dat al lang is vervangen door modernere nucleaire bunkers bij Ghedi en Aviano). In 2004 kondigde het Amerikaanse leger aan dat de regering van Silvio Berlusconi de plannen had goedgekeurd voor nog een basis op het voormalige Italiaanse militaire vliegveld genaamd Dal Molin. De plannen riepen hevige weerstand op bij de plaatselijke bevolking en ongeveer honderdvijftigduizend mensen kwamen bijeen om te demonstreren met ‘No Dal Molin’-spandoeken. Op een gegeven moment zijn een paar demonstranten het bouwterrein binnengedrongen, hoewel mijn ‘Azione Dal Molin’-groep fictie is.
Tijdens een openingsceremonie in 2012 – tegen die tijd was de naam van het bouwproject veranderd in ‘Del Din’ – schreef de Amerikaanse ambassadeur de snelheid van het bouwprogramma toe aan ‘de grote steun die de Verenigde Staten hadden ontvangen vanuit het hoogste niveau van de Italiaanse regering’.
De citaten uit CIA-documenten over verbeterde verhoortechnieken komen voornamelijk uit de zogenaamde ‘martelmemo’s’, die in 2009 op basis van wetgeving op het gebied van vrijheid van informatie zijn vrijgegeven aan de American Civil Liberties Union. Toen president Obama zijn ambt aanvaardde, schafte hij de verbeterde verhoortechnieken symbolisch af, hoewel een aantal van die technieken nog steeds schijnt te worden gebruikt. Op basis van Obama’s presidentieel besluit uit 2009 werd ook een overkoepelende taakgroep opgericht om het verhoorbeleid en ‘de gewoonte om individuen te transporteren naar andere landen’ te onderzoeken. Hun rapport kwam later in 2009 uit, maar is nog steeds niet openbaar gemaakt.
In hetzelfde presidentieel besluit werd de sluiting aangekondigd van de gevangenis in Guantanamo Bay. In de kleine lettertjes stond echter vermeld dat president Obama niet van plan was de gevangenen vrij te laten of zelfs te berechten, maar hij wilde de gevangenen die hij omschreef als ‘te moeilijk om te vervolgen, maar te gevaarlijk om vrij te laten’ verspreiden over de Amerikaanse gevangenissen. Het Congres maakte bezwaar tegen gevangenen in Amerikaanse gevangenissen die geen eerlijk proces kregen, en tijdens het schrijven van dit boek was Guantanamo nog steeds open. Ondertussen staan veel van de andere gevangenissen waar de afgelopen jaren gevangenen naartoe zijn gestuurd – in het bijzonder de Parwan-gevangenis bij de luchtbasis Bagram in Afghanistan, waar momenteel zo’n drieduizend gevangenen zonder aanklacht worden vastgehouden – op het punt overgedragen te worden aan de plaatselijke overheden.
De verwijzingen naar CIA-activiteiten zoals het beleid van ‘een tweede aanval’, dat probeert te voorkomen dat mensen de slachtoffers van de eerste droneaanval te hulp schieten, en Amerikaanse bewakingsprogramma’s zoals PRISM, heb ik zo accuraat mogelijk beschreven.
Ondanks het feit dat in 2009 werd gesuggereerd dat er een einde aan zou komen, is ‘uitlevering’ – ook wel bekend als ‘ontvoering’ – een wettig middel van de Amerikaanse regering.
Voor links met verdere informatie en informatie over de andere boeken in de Carnivia-trilogie, ga naar www.carnivia.com.