78

ZE VOELDE ZICH vermoeider dan ze zich ooit had gevoeld. Het was niet alleen dat ze haar niet toestonden te slapen. Wat ze niet goed had ingeschat, was dat pijn, eindeloze, onophoudelijke pijn, op zichzelf al uitputtend was. Ze was voor haar gevoel urenlang tegen een muur gesmeten, urenlang in haar gezicht, buik en borsten geslagen, gewurgd, opgetild aan haar armen en plotseling losgelaten, keer op keer natgespoten met ijskoud water en rillend van de kou achtergelaten. Na dat alles was haar weerstand volledig gebroken. Ze wilde alleen nog maar slapen, het liefst voor altijd.

      Maar ze wist ook dat ze moest proberen tijd te rekken. Ze moest blijven geloven dat er iemand naar haar zou komen zoeken. Haar enige mogelijke strategie was in leven te blijven tot ze werd gevonden.

      En ze wist dat dit nog maar de voorbereidende fase was, wat de CIA ‘terugbrengen naar de basale staat’ noemde. Na elke sessie met Franklyn kwam Carver kijken naar het handwerk van zijn beul. Het was Carver geweest die haar kleren van haar lijf had gesneden: ‘Ben je preuts, Boland? Ik hoop van wel.’ Het was Carver geweest die spottend tegen haar had gezegd dat ‘Geen bloed en geen overtredingen’ hier beneden niet gold. Het was Carver geweest die haar informeerde over de isolatietank die in een paar uur iemands hersenen kon elektrocuteren en de hydro-elektrische baden die hetzelfde konden doen met iemands vlees, allebei zonder een teken achter te laten. En het was Carver geweest die de muziek had uitgekozen die op een oorverdovend volume moest worden afgespeeld in de slaapdeprivatiecel van de gevangenis. ‘End of Time’ van Beyoncé. De woorden en het verpletterende ritme dreunden nog na in haar hoofd.

      ‘Weet je, Boland,’ zei hij, haar inspecterend terwijl ze aan haar armen hing. ‘Het is jammer van die tieten van je. Eerlijk gezegd, heb ik wel indrukwekkender spiegeleieren gezien.’ Hij zweeg toen hem iets te binnen viel en richtte zich tot Franklyn. ‘Zouden we haar een borstvergroting kunnen geven, sergeant Franklyn?’

      De andere man dacht even na. ‘Ik zou niet weten waarom niet, sir. Als we de implantaten met de post laten bezorgen, kan ik ze er zo in naaien.’

      ‘Wat vind je daarvan, Boland?’ wilde Carver weten terwijl hij zich naar haar vooroverboog. ‘We gaan je mooi maken. Je zult ons wel dankbaar zijn.’

      Ze wist, of hoopte, dat hij haar alleen maar zat te stangen, maar als dat zo was, werkte het wel. Ze verzamelde al het speeksel dat ze met haar droge mond kon produceren en spuugde recht in zijn gezicht.

      Grijnzend schraapte hij haar spuug met zijn vinger van zijn wang en stopte die in zijn mond. ‘Mmm, smaakt goed. Ik hoop dat je er nog meer van hebt. Je zult het nodig hebben.’ Bijna teder veegde hij haar haar uit haar ogen en stopte het terug achter haar oor. ‘Als het nodig was, zouden we je in tien minuten kunnen breken, Boland. Maar wie wil er nou een gebroken speeltje? Eerlijk gezegd, is je verzet op dit moment het meest sexy aan je.’ Hij deed een stap achteruit zodat hij haar uitdrukking kon bestuderen. ‘Weet je, er zal een tijd komen dat je zo’n verschrikkelijke dorst hebt, dat je me zult smeken in jouw gezicht te spugen. En zo’n honger, dat je me zult smeken klaar te komen in je mond. Je zult zo eenzaam zijn, dat je zult smeken om een aanraking of contact, maakt niet uit met hoeveel pijn het gepaard gaat. Maar ik hoop echt dat dat moment pas over vele jaren zal aanbreken. Wat we ook met je doen.’

      Hij richtte zich tot Franklyn. ‘Is ze al gewaterboard?’

      De andere man schudde zijn hoofd. ‘Daar wilde ik net mee beginnen.’

      ‘Doe het dan. Ik heb niet de hele dag.’


Ze werd vastgebonden op een brancard, net zo een als waarop gevangenen met handen en voeten gebonden door de eindeloze gangen werden geduwd. Er werd een handdoek om haar gezicht gewikkeld.

      Voordat de handdoek haar het zicht ontnam, zag ze hoe Franklyn een tuinslang aansloot op een kraantje in de muur.

      Voor haar gevoel lieten ze haar een eeuwigheid alleen, maar in werkelijkheid was het waarschijnlijk slechts een paar minuten. Ze wisten wat het onzekere afwachten mentaal met haar zou doen. Ze kon er niets aan doen: ze trilde al van angst.

      De eerste aanraking met het water was een zachte, het was een koele sensatie op haar uitgedroogde mond. Maar dat was alleen maar Franklyn die de handdoek nat maakte. Ze hield haar adem in, wat niet zozeer een bewuste, maar meer een instinctieve beslissing was van haar lichaam dat ‘nee’ riep.

      Maar ze kon haar adem maar een beperkte tijd inhouden, en dat wisten ze. Toen ze eindelijk ademhaalde, happend naar de lucht waar haar lichaam om schreeuwde, was het niet lucht dat ze inhaleerde, maar water. Het water vulde haar keel en longen als cement en een enorme pijnscheut liet haar nog meer naar lucht happen.

      Maar er was geen lucht, alleen maar meer water.

      Het voelde alsof haar longen op springen stonden. Ze hoorde geklop in haar oren en voelde haar strottenhoofd samentrekken met kokhalzende bewegingen. Het was net als wanneer je zolang als je kon onder water zwom en besefte dat je zo snel mogelijk naar de oppervlakte moest zien te komen.

      Maar nu was er geen oppervlakte.

      Opeens hield het water op met stromen. Even dacht ze dat het te laat was en ze het bewustzijn zou verliezen. Maar toen dwong ze zichzelf met een enorme krachtsinspanning te vechten voor lucht. Proestend en naar adem happend spuugde ze op wat er in haar longen zat. Het water spoot als een fontein uit haar mond en ze leefde.

      ‘Nog een keer,’ hoorde ze Carver zeggen.


De tweede keer duurde het langer. De derde keer duurde het nog langer en ging ze dood. Ze kwam bij doordat Franklyn met zijn vuisten op haar borst stompte, wat een pijn in haar hartstreek opleverde alsof ze een auto-ongeluk had gehad.

      ‘Nog een keer,’ zei Carver rustig.

      Terwijl Franklyn de handdoek pakte, boog zijn baas zich over haar heen. ‘Je bent sterker dan je eruitziet, nietwaar, Boland? Tweeënvijftig minuten is behoorlijk indrukwekkend. Maar je moet weten dat we ons hier niet aan de CIA-regels houden. Als ik er een taser bij wil halen, of gewoon een zware wapenstok, om de boel een beetje op te peppen, dan kan ik dat gewoon doen. Dus waarom lassen we niet een kleine pauze in zodat je me kunt vertellen wat jij en je vrienden van de carabinieri allemaal hebben uitgedokterd? Het is tenslotte slechts een kwestie van tijd.’

      Maar tijd is het enige wat ik heb.

      ‘Sir, ik rapporteer niet aan verraders,’ zei ze met krakende stem.

      ‘Verraders?’ Hij schaterlachte om haar veronderstelling. ‘Hoezo ben ík een verrader?’

      ‘U heeft alle principes van de militaire erecode verraden.’

      ‘O, Boland, Boland. Hoe zal ik je eens straffen voor de toon die je tegen me aanslaat?’ Hij bekeek haar van top tot teen. ‘Nou ja, daar kom ik later nog wel op terug. Maar om in te gaan op je belachelijke beschuldiging: ik ben het minst een verrader van alle Amerikanen die je ooit zult ontmoeten. Ik ben juist een patriot, Boland. Een patriot die begrijpt dat je je vijanden alleen maar aanmoedigt als je je onderdanig gedraagt. Een patriot die begrijpt dat het nationale belang alleen kan worden gediend door hen die buiten de restricties van de wet opereren. Een patriot die weet dat Amerika alleen kan overleven als het zijn kracht behoudt. Ik hou van mijn land, kleine, domme hoer, en daarom ben ik bereid te liegen, martelen en moorden om het te beschermen.’

      Harlekijn had waarschijnlijk iets van dezelfde strekking tegen Mia gezegd, bedacht ze. Alleen met andere woorden.

      ‘Weet je waarom ik die idioten Elstons dochter onder handen heb laten nemen?’ vroeg hij. ‘Dat was niet alleen om te voorkomen dat die dwaas van een majoor uit de school zou klappen, maar ook om de wereld te laten zien wat we doen met mensen die zich tegen ons keren. Jarenlang hebben we geprobeerd het bewijs verborgen te houden, alsof het iets is waarvoor we ons zouden moeten schamen. We vernietigden de CIA-videobanden van waterboardingsessies. We deden alsof de geheime CIA-gevangenissen en de uitleveringsvluchten niet meer bestonden. We ontkenden dat we deden wat we moesten doen. Maar ik schaam me niet voor die dingen, Boland. Ik ben er juist trots op. Die videobanden van de waterboardings bekijk ik altijd graag voor het slapengaan. Elke jonge, toekomstige, tulbanddragende moedjahedien in het Midden-Oosten heeft gezien wat er met Mia is gebeurd en denkt misschien, heel misschien, wel bij zichzelf: als ik problemen zoek met de Verenigde Staten, zou ik dat kunnen zijn. Dus zeg eens, Boland: is Amerika tegenwoordig kwetsbaarder door wat ik heb gedaan? Of juist veiliger?’

      ‘Sir, u bent obsceen,’ zei ze.

      Op bijna nonchalante wijze vloog zijn hand naar voren en sloeg hij haar in haar gezicht, eerst aan de ene en toen aan de andere kant. ‘Als je niet was vastgebonden op die brancard, Boland, had ik een veedrijver in je kont gestoken.’ Hij glimlachte. ‘Ik ga natuurlijk niet beweren dat ik niet heb genoten van wat er met dat meisje is gebeurd. Mia Elston, de geweldige maagd van Vicenza. Ik zag haar over de basis rondparaderen in haar cheerleaderoutfit. O, wat zag ze er schattig uit, en wat was ze zogenaamd onschuldig. En dan al die onzin over onthouding. Ze wist heel goed wat voor effect ze had op mannen. Je kon zien dat ze ervan genoot. Ze hield van de macht die ze ermee dacht te krijgen. Maar wat jullie hoeren niet beseffen is dat jullie helemaal geen macht over ons hebben, niet echt. Wij bepalen zelf wat we jullie geven.’ Hij keek naar Franklyn. ‘Maar genoeg gekletst. Haal de startkabels. We gaan de dubbelganger doen.’


Ze brachten een vrachtwagenaccu naar binnen en klemden de elektroden met krokodilklemmen op haar borsten.

      ‘Deze staat niet in de handleiding, Boland, dus ik zal je uitleggen hoe het werkt,’ zei Carver terwijl hij zich over haar heen boog. ‘Franklyn dient het water toe: zestig seconden lang. Het zal je vrijwel zeker doden.’ Hij raakte een van de krokodilklemmen aan en genoot ervan dat ze ineenkromp toen de scherpe tanden aan haar trokken. ‘En dan is het de beurt aan de elektroden. Die brengen je weer tot leven, maar niet op een aangename manier. Ik heb mensen wel eens horen smeken of ze weer water toegediend konden krijgen, alleen maar om de elektrische schokken te stoppen. Als ze tenminste überhaupt nog konden praten.’

      ‘Sir, ik zal u vertellen wat ik weet,’ zei ze, haar nederlaag accepterend.

      ‘Ga je gang.’

      ‘Ik weet dat het een soort Iran-Contra-affaire was. U verscheepte drugs uit Afghanistan. Ik vermoed dat u de opbrengst gebruikte om Exodus te financieren.’

      Hij knikte. ‘Heel goed, Boland. Zelfs met een gedweeë aannemer als Conterno kosten plekken als deze geld en het moest op de een of andere manier buiten de boeken blijven. We hebben de opiumvoorraad in ons deel van Afghanistan opgeruimd, een paar ladingen verscheept naar de juiste mensen hier in Italië, en ondertussen de Taliban uitgeschakeld. Het was een win-winsituatie.’

      ‘En majoor Elston kwam erachter.’

      ‘Hij kwam achter de drugs, ja. Het minst belangrijke onderdeel. Een klein detail in een groter geheel. Hij zou alles over Exodus hebben onthuld als hij in de openbaarheid was getreden. Dus moest hij worden overgehaald van gedachten te veranderen. Het rapport van Mazzanti belandde net op tijd op mijn bureau. Een radicale protestbeweging die van plan was Amerikaanse kinderen te ontvoeren? Perfect! Vanaf dat moment was het slechts een kwestie van logistiek.’ Hij spreidde zijn armen uit. ‘En dat is eigenlijk wat we hier ook op een bepaalde manier doen. Natuurlijk moesten we de carabinieri in de hand zien te houden. Ik moet toegeven dat ik me zorgen maakte toen je me kwam vertellen dat ze Mazzanti op het spoor waren. Maar door de beloning zochten ze in de verkeerde richting.’ Hij boog zich voorover. ‘Luister heel goed naar me, Boland, en beantwoord deze vraag zo goed als je kunt. Heb je iets van deze dingen opgeschreven? Heb je het aan iemand gerapporteerd? Er met iemand over gesproken?’

      Ze aarzelde en dacht na. Ze had met Gilroy over een paar kleine onderdelen gesproken, en natuurlijk ook met Kat. Ze waren allebei insiders, dus het was niet waarschijnlijk dat Carver achter hen aan zou gaan. Maar er was nog iemand met wie ze haar verdenkingen had gedeeld: Daniele. De eigenaar van een website waarop mensen al hun geheimen konden posten.

      ‘Nee, sir, niemand,’ zei ze.

      ‘Boland, Boland.’ Hij schudde meewarig zijn hoofd. ‘Je bent een slechte leugenaar, weet je dat?’ Hij gebaarde naar Franklyn. ‘Zullen we dan maar beginnen?’


Het schandaal van Venetië
54a6a3d77efeb1.html
54a6a3d77efeb2.html
54a6a3d77efeb3.html
54a6a3d77efeb4.html
54a6a3d77efeb5.html
54a6a3d77efeb6.html
54a6a3d77efeb7.html
54a6a3d77efeb8.html
54a6a3d77efeb9.html
54a6a3d77efeb10.html
54a6a3d77efeb11.html
54a6a3d77efeb12.html
54a6a3d77efeb13.html
54a6a3d77efeb14.html
54a6a3d77efeb15.html
54a6a3d77efeb16.html
54a6a3d77efeb17.html
54a6a3d77efeb18.html
54a6a3d77efeb19.html
54a6a3d77efeb20.html
54a6a3d77efeb21.html
54a6a3d77efeb22.html
54a6a3d77efeb23.html
54a6a3d77efeb24.html
54a6a3d77efeb25.html
54a6a3d77efeb26.html
54a6a3d77efeb27.html
54a6a3d77efeb28.html
54a6a3d77efeb29.html
54a6a3d77efeb30.html
54a6a3d77efeb31.html
54a6a3d77efeb32.html
54a6a3d77efeb33.html
54a6a3d77efeb34.html
54a6a3d77efeb35.html
54a6a3d77efeb36.html
54a6a3d77efeb37.html
54a6a3d77efeb38.html
54a6a3d77efeb39.html
54a6a3d77efeb40.html
54a6a3d77efeb41.html
54a6a3d77efeb42.html
54a6a3d77efeb43.html
54a6a3d77efeb44.html
54a6a3d77efeb45.html
54a6a3d77efeb46.html
54a6a3d77efeb47.html
54a6a3d77efeb48.html
54a6a3d77efeb49.html
54a6a3d77efeb50.html
54a6a3d77efeb51.html
54a6a3d77efeb52.html
54a6a3d77efeb53.html
54a6a3d77efeb54.html
54a6a3d77efeb55.html
54a6a3d77efeb56.html
54a6a3d77efeb57.html
54a6a3d77efeb58.html
54a6a3d77efeb59.html
54a6a3d77efeb60.html
54a6a3d77efeb61.html
54a6a3d77efeb62.html
54a6a3d77efeb63.html
54a6a3d77efeb64.html
54a6a3d77efeb65.html
54a6a3d77efeb66.html
54a6a3d77efeb67.html
54a6a3d77efeb68.html
54a6a3d77efeb69.html
54a6a3d77efeb70.html
54a6a3d77efeb71.html
54a6a3d77efeb72.html
54a6a3d77efeb73.html
54a6a3d77efeb74.html
54a6a3d77efeb75.html
54a6a3d77efeb76.html
54a6a3d77efeb77.html
54a6a3d77efeb78.html
54a6a3d77efeb79.html
54a6a3d77efeb80.html
54a6a3d77efeb81.html
54a6a3d77efeb82.html
54a6a3d77efeb83.html
54a6a3d77efeb84.html
54a6a3d77efeb85.html
54a6a3d77efeb86.html
54a6a3d77efeb87.html
54a6a3d77efeb88.html
54a6a3d77efeb89.html
54a6a3d77efeb90.html
54a6a3d77efeb91.html
54a6a3d77efeb92.html
54a6a3d77efeb93.html
54a6a3d77efeb94.html
54a6a3d77efeb95.html
54a6a3d77efeb96.html
54a6a3d77efeb97.html
54a6a3d77efeb98.html
54a6a3d77efeb99.html
54a6a3d77efeb100.html