13

‘PROFESSOR TREVISANO?’

      De man die de deur had opengedaan voor Piola knikte. ‘Ja?’

      ‘Het spijt me dat ik u kom storen,’ zei Piola. ‘Dr. Iadanza heeft me aangeraden met u te praten over een skelet dat vanochtend is gevonden bij Vicenza.’

      ‘Natuurlijk, komt u binnen.’

      Professor Trevisano was een innemende man met een grote bos zwart, krullend haar. Hij leidde Piola zijn kamer binnen in Ca’ Foscari, de universiteit van Venetië. De muren waren bedekt met boekenkasten en op de grond stonden nog meer boeken en mappen hoog opgestapeld, maar in het midden stonden als een eiland drie fauteuils opgesteld. Piola nam plaats in een ervan en vond het grappig dat hij het gevoel had dat hij een essay moest inleveren. Hij vertelde wat de reden was van zijn komst.

      ‘Een verminkte linkerhand, zegt u?’ onderbrak Trevisano hem. ‘En hij droeg een kaki jas en een rode halsdoek?’

      ‘Ja.’

      ‘Max Ghimenti, commandant van de Marostica Garibaldi-brigade,’ zei de professor prompt.

      ‘Weet u dat zeker?’

      Trevisano knikte. ‘Zoals dr. Iadanza u waarschijnlijk heeft verteld, is de Tweede Wereldoorlog de periode waarin ik ben gespecialiseerd. Uniformen waren schaars onder de partizanen, maar ze droegen wel allemaal een halsdoek: een rode stond voor communist, een groene voor republikein, enzovoort. Maar als hij een jas droeg, wijst dat erop dat hij een officier was. En de verminkte linkerhand wordt in meerdere verslagen genoemd. Hij is het beslist.’

      ‘Kunt u misschien verklaren waarom hij is begraven op het oude vliegveld?’

      ‘Dat is nu juist het interessante,’ zei Trevisano. ‘Dat kan ik niet. De dood van Ghimenti is een van de grote raadselen uit de maanden voor de bevrijding. Het was natuurlijk een chaotische periode: de geallieerden waren in het zuiden binnengevallen en de Duitsers trokken zich beetje bij beetje terug, maar hier in het noorden was alles nog erg onzeker. Samen met een paar van zijn officieren had Ghimenti zijn basis in de heuvels van Marostica verlaten voor een ontmoeting met de eenheid van de Amerikaanse inlichtingendienst OSS die de verzetsbewegingen in dit gebied coördineerde. Volgens de OSS-officier zijn ze nooit aangekomen.’

      Piola, die zelf getraind was in de nuances van het presenteren van bewijs, begreep wat er werd geïmpliceerd. ‘“Volgens de officier”?’

      Trevisano haalde zijn schouders op. ‘Het verhaal was dat ze werden omsingeld toen ze lagen te slapen en dat ze zich na een kort vuurgevecht hebben overgegeven. In de muur van de kerk waar het zich zou hebben afgespeeld, zit zelfs een gedenkplaat. Er is nooit meer iets van ze vernomen. Er werd aangenomen dat ze naar een dodenkamp in Duitsland waren gestuurd. Maar al vrij snel begon men vragen te stellen. Als de Duitsers inderdaad een partizanencommandant gevangen hadden genomen, dan hadden ze hem niet simpelweg gedeporteerd. Dan hadden ze hem gemarteld om informatie los te krijgen, en als hij was gestorven, hadden ze zijn lichaam opgehangen aan een lantaarnpaal zodat iedereen het kon zien. Maar zomaar van de aardbodem verdwijnen... was op zijn minst hoogst ongebruikelijk.’

      ‘Die vergadering waarnaar ze op weg waren: weten we waar die over ging?’

      ‘Volgens Ghimenti’s mannen landden wapendroppings van de geallieerden heel vaak op de verkeerde plek. Toch kregen ze het bevel missies uit te voeren die zo gevaarlijk waren dat het onvermijdelijk was dat er grote aantallen sneuvelden. Ghimenti had verzocht om een ontmoeting met majoor Garland, de hoogste OSS-agent in Italië om te praten over wat zij opvatten als een opzettelijke poging hen buitenspel te zetten ten gunste van andere partizanengroepen.’

      ‘Denkt u dat ze gelijk hadden?’

      Trevisano glimlachte berouwvol. ‘Dat is zeker mogelijk. Wij Italianen zijn begrijpelijkerwijs erg gehecht aan het idee dat we na het beschamende bewind van Mussolini als één blok opstonden tegen de nazi’s. Maar de politieke ideeën van de partizanen waren in sommige opzichten nog smeriger en wreder dan wat zich daarvoor had afgespeeld. Er waren socialistische brigades, katholieke brigades, republikeinen, monarchisten, en de grootste groepering van allemaal: de Garibaldini.’

      ‘Communisten.’

      ‘Inderdaad. Dat de verschillende groepen niet altijd goed met elkaar overweg konden, is zacht uitgedrukt. Maar in het geval van de communisten was er nog een ander probleem. Lang voor het einde van de oorlog begonnen de Amerikanen hun aandacht te richten op de nieuwe bedreiging die gevormd werd door Rusland. Officieel waren de twee landen natuurlijk handlangers, maar in de praktijk probeerden ze allebei zo veel mogelijk grondgebied en invloed te krijgen als ze maar konden voordat de vijandigheden werden beëindigd. Sommige historici geloven zelfs dat de Amerikanen Italië niet zozeer binnenvielen om de Duitsers te verdrijven, maar om de communisten te dwarsbomen. Tenslotte hadden de communistische partizanen onder Tito al de bovenhand in Joegoslavië; als ze Italië ook in handen kregen, zou de hele strategische balans in het Middellandse Zeegebied doorslaan ten gunste van Rusland. Als de Amerikanen een kans zagen de invloed van een communistische brigade te verminderen, hadden ze die waarschijnlijk gegrepen.’

      ‘Interessant.’ Piola stond op. ‘Dank u voor uw tijd, professor. Ik zal kijken of we een van Ghimenti’s nakomelingen kunnen opsporen wiens DNA we kunnen vergelijken met de overblijfselen. Ze zullen ongetwijfeld blij zijn dat ze hem na al die tijd eindelijk een fatsoenlijke begrafenis kunnen geven.’

      Trevisano stak zijn hand uit om hem tegen te houden. ‘Wacht, kolonel... Ik wil er zeker van zijn dat u begrijpt wat de gevolgen zullen zijn van wat u me heeft verteld. Volgens uw forensisch onderzoeker kan Ghimenti niet gestorven zijn in een vuurgevecht. Dat betekent dat de oorspronkelijke versie van zijn dood niet waar kan zijn.’

      ‘Of dat nu wel of niet het geval is, professor,’ zei Piola terwijl hij zijn jas dichtdeed, ‘het is nu een zaak van historici zoals uzelf en niet langer van de carabinieri.’

      ‘Aha,’ zei Trevisano kalm. ‘Daar zou u zich wel eens in kunnen vergissen, kolonel. Vertel eens, hoeveel weet u van de Vredesconferentie van Den Haag?’


Opgehouden door zijn gesprek met Trevisano kwam Piola te laat terug in Campo San Zaccaria, waar hij een afspraak had met Interne Zaken.

      ‘Daar bent u, kolonel. Zullen we de verloren tijd proberen in te halen door meteen te beginnen?’ zei kolonel Lettiere zonder op te kijken toen Piola ging zitten terwijl hij zich mompelend verontschuldigde. Lettiere gebaarde naar de man naast hem, Endrizzi, die een map pakte van een stapeltje mappen dat voor hem lag, hem opensloeg bij een pagina die gemarkeerd was met een geel plakkertje en eerbiedig voor zijn baas neerlegde.

      Piola wist dat hij door te laat te komen arrogant overkwam, maar hij was arrogant genoeg om zich daar niets van aan te trekken. Het onderzoek van kolonel Lettiere naar aanleiding van de beschuldiging van seksueel wangedrag van zijn voormalige ondergeschikte Kat Tapo leek al eeuwen voort te duren; het was een eindeloos labyrint van vragen en insinuaties. ‘Ik wil u aanraden, kolonel...’ ‘Begrijpt u hoe het eruitziet als...’ ‘Wilt u werkelijk beweren dat...’ Lettiere stond erop alle details, hoe intiem ook, boven water te krijgen: hoe vaak Piola en Kat het bed hadden gedeeld, de data en tijden, of Piola was blijven slapen, en zelfs of de aanklaagster ‘tekenen van seksuele bevrediging’ had getoond, zoals Lettiere het stijfjes uitdrukte. Nadat hij die vraag had gesteld, had Piola gezwegen en hem alleen maar woedend en verontwaardigd aangestaard totdat Lettiere onbeschaamd was overgegaan op de volgende vraag.

      ‘Vandaag wil ik me concentreren op een zekere discrepantie tussen uw verklaringen en die van kapitein Tapo,’ vervolgde Lettiere. ‘Kapitein Tapo zegt hier dat ze op de avond van 21 januari had besloten de relatie te verbreken. Maar uw herinnering van die avond...’ Hij bladerde verder naar een andere pagina, die ook was gemarkeerd met een geel plakkertje. ‘... is dat u naar haar appartement ging en zoals gewoonlijk intieme omgang met haar had.’ Hij tuurde naar de pagina. ‘Onder het genot van bigoli con ragù die kapitein Tapo zelf had bereid: hoe charmant.’

      ‘Als u het zegt,’ zei Piola terwijl hij een zucht probeerde te onderdrukken.

      ‘Wat ik me afvraag, kolonel, is hoe u haar zo ver heeft gekregen dat ze van gedachten is veranderd. Heeft u haar misschien gemanipuleerd of druk op haar uitgeoefend?’

      ‘Helemaal niet. Als kapitein Tapo een eind wilde maken aan onze...’ – Piola aarzelde even – ‘... onze affaire, stond het haar natuurlijk vrij dat op elk moment te doen. Maar op de avond waarnaar u verwijst, heeft ze daar niets van laten blijken, en ook niet tijdens een andere gelegenheid. Uiteindelijk was ik degene die er een eind aan maakte en niet zij.’

      ‘Juist... Dus ze heeft u niet verteld waarom ze er een eind aan wilde maken?’

      Piola haalde zijn schouders op. Hij had het allang opgegeven te proberen enige logica te ontdekken in de vragen van Lettiere. ‘Nee.’

      Lettieres ogen glinsterden alsof hij een belangrijke overwinning had behaald. Hij gebaarde naar Endrizzi, die een nieuwe map voor hem neerlegde die hij ook weer had geopend bij een geel plakkertje. De moed zakte Piola in de schoenen toen hij zag dat er nog zeker een stuk of vijf stukjes geel papier uit de map staken. ‘Kunt u vertellen hoe het kwam dat kapitein Tapo u kwam assisteren bij het onderzoek?’

      ‘Ik had om haar verzocht.’

      Lettiere trok zijn wenkbrauwen op. ‘Met naam en toenaam?’

      Hoe anders, dacht Piola geërgerd. ‘Inderdaad.’

      ‘Omdat ze u eerder was opgevallen?’

      ‘Omdat ze een Venetiaanse is. Ik woon hier misschien al wel heel lang, maar dat is toch niet hetzelfde. Ik dacht dat een plaatselijke inwoner een aanwinst zou zijn voor ons team.’

      ‘Een plaatselijke inwoner zonder enige ervaring met moordzaken, begrijp ik?’

      ‘We moeten allemaal ergens beginnen.’

      ‘Inderdaad. En u moet hebben geweten dat ze u heel dankbaar zou zijn voor die kans.’

      ‘Het was niet mijn bedoeling haar te verleiden toen ik om haar vroeg, als u dat soms wilt insinueren,’ zei Piola koeltjes. Hij sprak bijna de waarheid. Die eerste dag had hij geen enkele verwachting gekoesterd dat er meer dan een professionele relatie tussen hen zou bestaan. Maar hij was vrijwel meteen vanaf het begin voor haar gevallen, toen ze haar schoenen had uitgetrokken en blootsvoets door het water op de overstroomde kade voor de Santa Maria della Salute had gewaad om het lijk van een vermoorde vrouw te onderzoeken, een vrouw die gekleed was geweest in een priestergewaad. Hij had een glimp opgevangen van de knalrode nagellak op haar teennagels toen ze zonder angst en zonder enige aarzeling het ijskoude, zoute water in stapte, en zijn hart had een sprongetje gemaakt.

      En dat was natuurlijk het echte probleem geweest. Liefde, een woord dat niet één keer was uitgesproken tijdens deze zinloze evaluatie. Als ze simpelweg met elkaar naar bed waren geweest, er spijt van hadden gekregen en hadden besloten te doen alsof het nooit was gebeurd, zou er niets aan de hand zijn. Juist doordat ze zulke sterke gevoelens voor elkaar hadden, was het na de beëindiging van hun affaire onmogelijk geworden nog langer samen te werken. Toen de criminelen die ze onderzochten foto’s van hen tweeën hadden opgestuurd naar zijn vrouw, in een poging het onderzoek te ondermijnen, had dat gewerkt; toen hij thuis een ultimatum voorgeschoteld kreeg, was hij gedwongen geweest zowel de affaire te beëindigen als haar te vragen zich terug te trekken van de zaak. Het had haar de kans op een grote stap vooruit in haar carrière ontnomen, maar hij geloofde nog steeds dat hij geen betere oplossing had kunnen bedenken.

      ‘Luister,’ zei hij plotseling vermoeid. ‘Niets van dit alles was haar schuld. Dus als u wilt dat ik zeg dat ik haar onder druk heb gezet, of misbruik heb gemaakt van mijn positie, leg dan maar een verklaring voor me neer en dan zal ik die ondertekenen.’

      Lettiere glimlachte zelfgenoegzaam. ‘Was het maar zo simpel, kolonel. Relaties tussen verschillende rangen zijn juist verboden omdat ze zulke gecompliceerde problemen opwerpen. Het zou bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat u dacht dat u haar gebruikte voor seksuele diensten, terwijl zij juist dacht dat ze u manipuleerde om hogerop te komen. Dat er hier sprake is van disciplinaire overtredingen staat vast. Maar het is de motivatie achter die overtredingen die mijn aanbevelingen zullen bepalen.’ Bijna opgewekt bladerde hij door naar het volgende gele plakkertje. ‘Dan gaan we nu naar uw relaties met andere ondergeschikten...’

      Hij werd onderbroken doordat de deur openging. ‘Ah, Piola, en kolonel Lettiere. Hoe gaat het hier?’ zei generaal Saito. Lettiere wilde antwoord geven, maar Saito praatte gewoon door. ‘Ik vrees dat u dit een andere keer zult moeten afmaken. Ik moet uw slachtoffer even spreken en hoewel de details van zijn liefdesleven ons ongetwijfeld nog dagenlang bezig kunnen houden, hebben de carabinieri ook nog andere zaken die aandacht vragen.’

      ‘Natuurlijk, meneer.’ Lettiere stond op en gebaarde naar Endrizzi dat hij de mappen moest verzamelen. ‘Mijn verslag is toch al bijna af, generaal. En hoewel het tuchtcollege uiteraard beslist over de uitkomst, zal ik een aantal zeer duidelijke aanbevelingen doen. Wat zich hier heeft afgespeeld is een bekend verhaal: een vrouw voelde zich afgewezen en wilde wraak nemen in de werksfeer... Ik denk dat u ervan uit kunt gaan dat kolonel Piola zijn normale werkzaamheden snel weer zal kunnen hervatten.’

      Piola was verrast, maar zei niets. Hij kon alleen maar aannemen dat Lettiere eerst had afgewacht uit welke richting de politieke wind waaide voordat hij zijn kaarten op tafel wilde leggen. De toon van Saito had eindelijk duidelijk laten doorschemeren wat zijn superieuren wilden horen, en Lettiere had die kans aangegrepen.

      ‘Inderdaad,’ zei Saito achteloos. Hij richtte zich tot Piola. ‘Het lijkt erop dat iedereen blij met je is, Aldo. De Amerikanen hebben voor de vorm een onbeduidende klacht ingediend. De Lega della Libertà van Fallici heeft hetzelfde gedaan. Je bent er dus in geslaagd beide partijen even ongerust te maken, zonder dat ze het gevoel hebben kregen dat ze er veel baat bij zouden hebben als ze er een halszaak van zouden maken. Je hebt dus op elegante wijze een delicaat evenwicht bereikt, zonder al te veel losse eindjes. Aangezien de archeologe verbonden is aan het consortium, stel ik voor dat we het vanaf hier aan haar en haar medewerkers overlaten om te onderhandelen over hoelang ze nog door zal gaan met haar onderzoek. Onze taak zit erop.’

      ‘Niet helemaal,’ hoorde Piola zichzelf zeggen.

      Saito keek verbaasd. ‘O, nee?’

      ‘Ik heb eerder vandaag een historicus gesproken die onderzoek heeft gedaan naar de oorlogsjaren. Het punt is dat het slachtoffer een kaki jas droeg toen hij stierf.’

      ‘En?’

      ‘Als hij een uniform droeg, had hij recht op de bescherming van de Vredesconferentie van Den Haag, die in tegenstelling tot het Italiaans burgerlijk recht geen verjaringswet kent. De doodsoorzaak was van dichtbij een kogel door het hoofd. Het was moord in de vorm van een executie, met andere woorden: een oorlogsmisdaad. Ik heb al een dossier geopend.’

      Saito staarde hem aan. ‘En wie noem je dan als verdachte?’

      ‘Dat is nog onzeker. Maar er zijn aanwijzingen dat de persoon die misschien verantwoordelijk was voor zijn dood majoor Bob Garland van het OSS was, het Office of Strategic Services.’

      ‘Leeft die überhaupt nog?’

      Piola schudde zijn hoofd. ‘Hij is vijf jaar geleden overleden, na een lange carrière hier in Italië bij dezelfde organisatie, of liever gezegd: de organisatie die het OSS na de oorlog werd.’

      ‘En dat was?’

      ‘De Central Intelligence Agency. Bob Garland was hun afdelingshoofd in Italië.’

      Saito lachte ongelovig. ‘Kolonel, je bent onbetaalbaar. Je wilt een overleden CIA-agent er dus van beschuldigen dat hij driekwart eeuw geleden midden in een oorlog iemand heeft vermoord? Wat kan daar nou voor goeds uit voortkomen?’

      ‘Ik weet het,’ zei Piola, die het gelach van de generaal beantwoordde met een verontschuldigend glimlachje. ‘Maar de beschuldiging is geuit en we hebben forensisch bewijs ter ondersteuning, dus...’

      Saito zuchtte. ‘Goed dan, schrijf een verslag, als je dat per se wilt, en geef het aan een openbaar aanklager. Verder dan dat zal het niet komen en het papierwerk zal dan tenminste in orde zijn. Maar wat je ook doet, spendeer er niet meer dan een paar dagen aan.’

      ‘Natuurlijk niet.’

      Saito sloeg hem op zijn rug. ‘En probeer niet te dicht in de buurt van iemand met een rokje te komen terwijl je bezig bent, oké? We kunnen niet nog meer gebroken harten van jonge agentes gebruiken.’


Het schandaal van Venetië
54a6a3d77efeb1.html
54a6a3d77efeb2.html
54a6a3d77efeb3.html
54a6a3d77efeb4.html
54a6a3d77efeb5.html
54a6a3d77efeb6.html
54a6a3d77efeb7.html
54a6a3d77efeb8.html
54a6a3d77efeb9.html
54a6a3d77efeb10.html
54a6a3d77efeb11.html
54a6a3d77efeb12.html
54a6a3d77efeb13.html
54a6a3d77efeb14.html
54a6a3d77efeb15.html
54a6a3d77efeb16.html
54a6a3d77efeb17.html
54a6a3d77efeb18.html
54a6a3d77efeb19.html
54a6a3d77efeb20.html
54a6a3d77efeb21.html
54a6a3d77efeb22.html
54a6a3d77efeb23.html
54a6a3d77efeb24.html
54a6a3d77efeb25.html
54a6a3d77efeb26.html
54a6a3d77efeb27.html
54a6a3d77efeb28.html
54a6a3d77efeb29.html
54a6a3d77efeb30.html
54a6a3d77efeb31.html
54a6a3d77efeb32.html
54a6a3d77efeb33.html
54a6a3d77efeb34.html
54a6a3d77efeb35.html
54a6a3d77efeb36.html
54a6a3d77efeb37.html
54a6a3d77efeb38.html
54a6a3d77efeb39.html
54a6a3d77efeb40.html
54a6a3d77efeb41.html
54a6a3d77efeb42.html
54a6a3d77efeb43.html
54a6a3d77efeb44.html
54a6a3d77efeb45.html
54a6a3d77efeb46.html
54a6a3d77efeb47.html
54a6a3d77efeb48.html
54a6a3d77efeb49.html
54a6a3d77efeb50.html
54a6a3d77efeb51.html
54a6a3d77efeb52.html
54a6a3d77efeb53.html
54a6a3d77efeb54.html
54a6a3d77efeb55.html
54a6a3d77efeb56.html
54a6a3d77efeb57.html
54a6a3d77efeb58.html
54a6a3d77efeb59.html
54a6a3d77efeb60.html
54a6a3d77efeb61.html
54a6a3d77efeb62.html
54a6a3d77efeb63.html
54a6a3d77efeb64.html
54a6a3d77efeb65.html
54a6a3d77efeb66.html
54a6a3d77efeb67.html
54a6a3d77efeb68.html
54a6a3d77efeb69.html
54a6a3d77efeb70.html
54a6a3d77efeb71.html
54a6a3d77efeb72.html
54a6a3d77efeb73.html
54a6a3d77efeb74.html
54a6a3d77efeb75.html
54a6a3d77efeb76.html
54a6a3d77efeb77.html
54a6a3d77efeb78.html
54a6a3d77efeb79.html
54a6a3d77efeb80.html
54a6a3d77efeb81.html
54a6a3d77efeb82.html
54a6a3d77efeb83.html
54a6a3d77efeb84.html
54a6a3d77efeb85.html
54a6a3d77efeb86.html
54a6a3d77efeb87.html
54a6a3d77efeb88.html
54a6a3d77efeb89.html
54a6a3d77efeb90.html
54a6a3d77efeb91.html
54a6a3d77efeb92.html
54a6a3d77efeb93.html
54a6a3d77efeb94.html
54a6a3d77efeb95.html
54a6a3d77efeb96.html
54a6a3d77efeb97.html
54a6a3d77efeb98.html
54a6a3d77efeb99.html
54a6a3d77efeb100.html