40

PIOLA NAM EEN vaporetto voor de vijf minuten durende oversteek naar het eiland La Giudecca, waar hij een kamer boekte in het Molino Stucky Hilton. Er waren goedkopere kamers in Venetië, maar hij wilde graag in een groot en anoniem hotel verblijven. Bovendien hield hij van het uitzicht over Venetië vanaf de hogere verdiepingen.

      Hij was hier een paar weken geleden voor het laatst geweest en wist nog dat hij toen dacht wat een goed idee het was geweest om de enorme graanmolen Stucky te veranderen in een hotel. Ooit was La Giudecca de thuishaven geweest van de zware industrie van Venetië, maar toen die in verval raakte, bleef het gebied verlaten achter en de voormalige touwfabrieken en scheepswerven werden een toevluchtsoord voor drugsverslaafden en kleine criminelen. De dollars van het Hilton, en hun vertrouwen in de locatie, luidden een ommekeer in voor het hele gebied: ze zorgden voor economisch herstel in een tijd waarin geen enkel Italiaans bedrijf zich daar waagde.

      Bij de receptie vertelden ze hem dat er dertig procent minder kamers waren geboekt sinds de ontvoering in het nieuws was. Amerikaanse gezinnen die al hier op vakantie waren, hadden simpelweg hun koffers gepakt en waren vertrokken. Er was geen enkele reden om te denken dat de actievoerders nóg een tiener zouden ontvoeren, maar niemand wilde het risico lopen.

      Zoals te verwachten was, stonden de kranten er die ochtend weer vol mee. De meeste kopten nog steeds dat Mia zo Amerikaans was als appeltaart. Eén krant had zelfs een recept van een appeltaart afgedrukt, waarvan ze beweerden dat het van mevrouw Elston zelf was. En Il Giornale, waarvan Berlusconi de eigenaar was, en die deel uitmaakte van hetzelfde krantenconcern dat ooit internationale ophef had veroorzaakt door topless foto’s te publiceren van Kate Middleton, de toekomstige Engelse koningin, had Mia omgedoopt tot ‘la Vergine Rapita’, ‘de Gestolen Maagd’. Op de voorpagina stond een enorme foto die uit de eerste ontvoeringsfilm was gehaald en waarop haar blote borsten duidelijk zichtbaar waren. Misschien was het onbewust gedaan, maar het beeld deed denken aan Michelangelo’s Madonna met Kind.

      Maar er was één krant die alle andere overtrof: ONTVOERDE MIA EEN SWINGER? schreeuwde de voorpagina van Il Gazzettino. Het vraagteken gaf aan dat de krant zelf niet kon geloven hoeveel geluk ze hadden, laat staan dat ze hun eigen verhaal geloofden. Eronder stond een tweede kop die nauwelijks kleiner was: SEKSCLUB BRANDT AF TERWIJL TIENER IS ONTVOERD.

      Piola las het artikel door. Zoals hij al had verwacht, had een ‘anonieme bron die nauw betrokken was bij het onderzoek’ exclusief onthuld waarvandaan Mia precies was ontvoerd. De carabinieri waren volgens het artikel aan het onderzoeken ‘of Mia’s geheime leven iets te maken had met de ontvoering’. Het stuk werd begeleid door choquerende foto’s van de website van Club Libero.

      Piola wist nog goed hoe snel de Italiaanse pers de twintigjarige Amanda Knox had omgedoopt tot ‘Foxy Knoxy’ na de moord op Meredith Kercher. Hij twijfelde er niet aan dat hetzelfde hier weer zou gebeuren. Journalisten waren dol op seksuele mysteries en de vraag of Mia een heilige was of een zondares zou hen zeker dagenlang, zo niet wekenlang bezighouden.

      Hij bezocht het blog van Raffaele Fallici. Blijkbaar was de laatste film van Mia ook naar hem gestuurd: er stond al een link naartoe op zijn website.


De beslissing om Daniele Barbo gevangen te zetten was typisch weer een ondoordachte actie van de carabinieri, een poging om op de publieke opinie in te spelen met een snel, betekenisloos gebaar, dat eerder thuishoort in de wereld van de politiek dan in de harde werkelijkheid van het echte politiewerk. Wanneer zullen ze leren dat er geen makkelijke en snelle oplossingen zijn? Mia zal alleen gevonden worden als de zaak echt slim wordt aangepakt. In deze moderne tijd wil dat zeggen dat er gebruik moet worden gemaakt van het volledige arsenaal aan elektronische bewakingsmiddelen. Men kan alleen maar hopen dat de Amerikanen zelf niet zo traag zijn geweest.


Verbaasd klikte Piola op het archief. Had Fallici de dag ervoor niet precies het tegenovergestelde beweerd? Maar het stukje van die dag was verwijderd. Hij klikte op het stukje van de dag daarvoor.


De situatie bij Dal Molin is gecompliceerd en vereist finesse, en loopt het gevaar verprutst te worden door de autoriteiten. Daarom heb ik mijzelf aangeboden als neutrale tussenpersoon via wie de actievoerders en de autoriteiten met elkaar kunnen onderhandelen. Ik ben een eerlijke bemiddelaar die beide partijen kunnen vertrouwen, en ik heb zelf geen politieke mening over de vraag of de aanwezigheid van de Amerikanen een goede zaak is of niet. Ik hoop alleen dat de democratie op een vreedzame manier zal overwinnen in deze situatie, die maar al te makkelijk gevaarlijk kan worden.


Piola snoof. Gezien de partizanentoespraak die hij Fallici had horen houden in het vredeskamp, betwijfelde hij ten zeerste of dit account uit dezelfde tijd stamde.

      Aan de zijkant stonden links naar andere websites en filmpjes: alle films van Mia stonden erbij, alsook de film die Luca Marchesin had gemaakt toen hij inbrak in het kamp. Piola klikte erop, en zag opnieuw hoe het korrelige beeldmateriaal van de infraroodcamera schokte en schommelde over het ruwe terrein terwijl Luca naar de truck rende. Het gedeelte waarin hij plotseling wordt neergehaald door sergeant Pownall was net zo filmisch als Piola het zich herinnerde. Zoals Luca al had gezegd: hij was goed in dat soort dingen.

      Er schoot hem een zin te binnen die de jongen had uitgesproken toen Piola hem voor het eerst ondervroeg. ‘Ik moest snel zijn: de militaire politie zat ons op de hielen.’

      Natuurlijk was dat het geval. Maar waarom kwam die ene zin hem nu zo belangrijk voor? Hij dacht weer na. Hij herinnerde zich dat Pownall iets vergelijkbaars had gezegd toen Piola voor het eerst op het bouwterrein aankwam. Wat was het ook alweer precies? Hij probeerde zich het tafereel weer voor de geest te halen: hij had in de jeep van Pownall gezeten, ze hadden door de modder gehobbeld waarbij het licht van de koplampen de nachtelijke mist aan flarden had gereten en op zijn knie had die kolonelspet gelegen...

      Ja, dat was het: ‘De ingangen zijn beveiligd met een alarm en er hangen infraroodcamera’s, dus we zijn goed op ze voorbereid...’

      Hij belde Kat.

      ‘Je had gelijk,’ zei hij toen ze opnam. ‘Er zit meer achter. De Amerikanen hadden iemand binnen Azione Dal Molin. Iemand die hun vertelde wat er gaande was.’

      ‘Wie dan?’

      ‘Ik weet het niet zeker, maar ik heb wel een vermoeden.’

      Hij gaf haar een reeks instructies en zei dat hij haar over twintig minuten zou ontmoeten in Campo San Zaccaria.


Ze hadden hun verdachte laten plaatsnemen in een verhoorkamer en gingen vervolgens zelf naar binnen.

      ‘Ettore Mazzanti,’ begroette Piola de jongeman met de staart in zijn haar. Hij keek in zijn aantekeningen. ‘Een tweeëndertigjarige promovendus. Bezig met het schrijven van een proefschrift over politieke wetenschappen. Wanneer heb je je promotor trouwens voor het laatst gezien?’

      Mazzanti leek op zijn hoede. ‘Ik ga af en toe bij hem langs, hoezo?’

      ‘De laatste keer dat we elkaar spraken heb je niet gezegd dat je staat ingeschreven bij het American College in Rome.’

      Hij haalde zijn schouders op. ‘U had er niet naar gevraagd. Is het belangrijk?’

      ‘Hoe kan het dat de Amerikaanse militaire politie voorbereid was op de inbraak, Ettore?’

      Mazzanti onderdrukte een geeuw. ‘Ik weet niet waarover u het heeft.’

      Met zijn lange haar en wijde collegetrui was hij het prototype van de eeuwige student. Maar het viel Piola op dat zijn slanke lichaam behoorlijk gespierd was, alsof hij trainde. En dan was er nog die tatoeage van Betty Boop die onder zijn mouw uit piepte. Een nogal vreemde tatoeage voor iemand die actie voerde tegen de Amerikanen.

      ‘Spreek je Engels?’ vroeg hij hem in die taal.

      ‘Een beetje,’ antwoordde Mazzanti, ook in het Engels. ‘Hoezo?’

      ‘Je spreekt het met een Amerikaans accent.’

      ‘Ik heb een tijdje in Amerika gewoond.’

      ‘En wanneer heb je je aangesloten bij het Amerikaanse leger?’ informeerde Piola beleefd.

      Er viel een stilte. ‘Bij de luchtmacht, om precies te zijn,’ zei Mazzanti. ‘Vijf jaar geleden ben ik uit dienst getreden. Waarom bent u daar zo in geïnteresseerd?’

      ‘Dus technisch gezien bent u nog een reservist?’

      Mazzanti leunde achterover in zijn stoel en sloeg zijn armen over elkaar. ‘Ik wens ze veel succes als ze mij ooit willen oproepen. Ik ben er klaar mee. Mensen veranderen, kolonel.’

      ‘En soms gaan mensen interessantere dingen doen. Zoals spioneren.’

      Mazzanti reageerde niet.

      ‘Dus voor wie werk je nu eigenlijk, Ettore? De inlichtingendienst van Defensie? De CIA? INSCOM? Want het staat voor mij vast dat je niet alleen maar een onruststoker bent.’

      ‘Dit is paranoïde lulkoek,’ zei Mazzanti. ‘Wauw.’ Hij schudde ongelovig zijn hoofd. ‘Ik weet niet wat u hebt gerookt, kolonel, maar dat wil ik ook wel.’

      Piola keek hem recht in de ogen. ‘Kom op, Ettore,’ zei hij met een lage, dringende stem. ‘Er is een Amerikaanse tiener ontvoerd, de dochter van een van de jouwen. Operationele geheimhouding is prachtig, maar het is nu belangrijker dat je ons helpt haar te vinden.’

      ‘Als ik kon helpen, zou ik het doen, maar ik kan het niet. Sorry.’

      ‘Er is een meisje, nietwaar, Ettore?’ zei Kat.

      ‘Wat bedoelt u?’

      ‘Je hebt een vriendinnetje in de Azione Dal Molin-beweging.’ Ze wees naar Piola. ‘Mijn baas herinnert zich dat ze bij je op schoot zat toen hij het vredeskamp bezocht. Dan breng je het spioneren wel naar een heel nieuwe dimensie, nietwaar? Maar ik begrijp dat het niet te vermijden is. Op een gegeven moment begint het zelfs verdacht te worden als je géén vriendin hebt.’

      ‘Ik kan u niet volgen,’ zei Mazzanti met een grijns. ‘Wat heeft Lucia hiermee te maken?’

      ‘Als je niet wilt meewerken, is zij de eerstvolgende persoon met wie we gaan praten. Zou ze ooit iets verdachts aan je hebben opgemerkt? Je onverklaarbare afwezigheid, bijvoorbeeld, wanneer je een ontmoeting had met je bazen? Kleine leugentjes die je haar misschien hebt moeten vertellen?’ Ze leunde naar voren. ‘Natuurlijk zullen we haar uitleggen dat geheim agenten vaak getrouwd zijn en dat ze alleen maar een van de actievoerders als vriendinnetje nemen als extra dekmantel. En als zij dan te hard moet huilen om ons te kunnen helpen, gaan we naar de anderen en vragen we hun of zij ooit iets vreemds aan je hebben gemerkt. Gezien de hoeveelheid aandacht die deze zaak krijgt in de media, zou het me verbazen als je foto morgen niet op de voorpagina van Il Giornale zou prijken. Gezien het soort werk dat je doet, zit je daar vast niet op te wachten.’

      Er viel een lange stilte. ‘Jezus,’ zei Mazzanti toen ongelovig. ‘Wat een trut.’

      ‘Hoe moeten we je aanspreken?’ vroeg Piola rustig.

      ‘U kunt me aanspreken met Mazzanti.’ Hij aarzelde even. ‘Meneer.’

      ‘Dank je,’ zei Piola. ‘Laten we dus zeggen dat je opdracht hebt gekregen te infiltreren in de protestgroep bij Dal Molin. Maar je was veel meer dan een observeerder, dat heb ik zelf gezien. Je was een leider, een agent provocateur zelfs. Daarom was de inbraak zo goed georganiseerd. En nu heb ik te maken met een ontvoering die net zo goed is georganiseerd. En ik vraag mezelf af wat het verband is.’

      Mazzanti aarzelde weer. Toen zei hij: ‘Ik gaf ze een uitingsmogelijkheid.’

      ‘Wie?’

      ‘De actievoerders. Toen ik me net bij hen had aangesloten, hadden ze plannen om een stap verder te gaan met alles. Flashmobs, sit-indemonstraties... Gekke, willekeurige acties, maar sommige hadden behoorlijk effectief kunnen zijn. Ik dacht dat als ik een kleine inbraak organiseerde, ze het gevoel zouden krijgen dat ze echt iets deden.’

      ‘Maar je waarschuwde je bazen dat ze zouden komen.’

      ‘Natuurlijk.’ Mazzanti glimlachte zuinig. ‘Ik kon ze geen ernstige schade laten toebrengen. Die bouwvakkers hebben een strak schema.’

      ‘En toch is er een Amerikaans kind ontvoerd.’

      ‘Ja, maar...’ Hij leek in de war. ‘Ik zweer dat niemand van mijn actievoerders zo slim was, laat staan het lef had, zoiets te doen. Er klonken natuurlijk wel eens geluiden over dat soort dingen, maar daar bleef het bij.’

      ‘Van Luca Marchesin, bijvoorbeeld?’

      Mazzanti knikte. ‘Ik wist dat hij er nooit mee door zou gaan. Hij was zelfs op dat moment niet echt serieus. Het was meer iets van: ‘Het zou net goed voor ze zijn als we een uitlevering nadeden met een van hun kinderen.’

      ‘Maar je hebt het in je verslag vermeld?’

      ‘Natuurlijk. Maar niet als iets wat ook daadwerkelijk zou kunnen gebeuren, begrijpt u. Alleen als een idee dat was besproken. Zodat ze wisten wat voor hevige gevoelens mensen begonnen te krijgen over Dal Molin.’

      ‘Wie zijn “ze”, Ettore? Naar wie heb je dat verslag opgestuurd? Je bazen in Rome?’

      Mazzanti schudde zijn hoofd. ‘Dit wordt niet geleid door Rome. Ik ben hier slechts kortstondig gedetacheerd, om mijn dekmantel op te bouwen. Ik breng direct rapport uit aan kolonel Carver en de directeur van de Transformatie, Sergio Sagese.’


Het schandaal van Venetië
54a6a3d77efeb1.html
54a6a3d77efeb2.html
54a6a3d77efeb3.html
54a6a3d77efeb4.html
54a6a3d77efeb5.html
54a6a3d77efeb6.html
54a6a3d77efeb7.html
54a6a3d77efeb8.html
54a6a3d77efeb9.html
54a6a3d77efeb10.html
54a6a3d77efeb11.html
54a6a3d77efeb12.html
54a6a3d77efeb13.html
54a6a3d77efeb14.html
54a6a3d77efeb15.html
54a6a3d77efeb16.html
54a6a3d77efeb17.html
54a6a3d77efeb18.html
54a6a3d77efeb19.html
54a6a3d77efeb20.html
54a6a3d77efeb21.html
54a6a3d77efeb22.html
54a6a3d77efeb23.html
54a6a3d77efeb24.html
54a6a3d77efeb25.html
54a6a3d77efeb26.html
54a6a3d77efeb27.html
54a6a3d77efeb28.html
54a6a3d77efeb29.html
54a6a3d77efeb30.html
54a6a3d77efeb31.html
54a6a3d77efeb32.html
54a6a3d77efeb33.html
54a6a3d77efeb34.html
54a6a3d77efeb35.html
54a6a3d77efeb36.html
54a6a3d77efeb37.html
54a6a3d77efeb38.html
54a6a3d77efeb39.html
54a6a3d77efeb40.html
54a6a3d77efeb41.html
54a6a3d77efeb42.html
54a6a3d77efeb43.html
54a6a3d77efeb44.html
54a6a3d77efeb45.html
54a6a3d77efeb46.html
54a6a3d77efeb47.html
54a6a3d77efeb48.html
54a6a3d77efeb49.html
54a6a3d77efeb50.html
54a6a3d77efeb51.html
54a6a3d77efeb52.html
54a6a3d77efeb53.html
54a6a3d77efeb54.html
54a6a3d77efeb55.html
54a6a3d77efeb56.html
54a6a3d77efeb57.html
54a6a3d77efeb58.html
54a6a3d77efeb59.html
54a6a3d77efeb60.html
54a6a3d77efeb61.html
54a6a3d77efeb62.html
54a6a3d77efeb63.html
54a6a3d77efeb64.html
54a6a3d77efeb65.html
54a6a3d77efeb66.html
54a6a3d77efeb67.html
54a6a3d77efeb68.html
54a6a3d77efeb69.html
54a6a3d77efeb70.html
54a6a3d77efeb71.html
54a6a3d77efeb72.html
54a6a3d77efeb73.html
54a6a3d77efeb74.html
54a6a3d77efeb75.html
54a6a3d77efeb76.html
54a6a3d77efeb77.html
54a6a3d77efeb78.html
54a6a3d77efeb79.html
54a6a3d77efeb80.html
54a6a3d77efeb81.html
54a6a3d77efeb82.html
54a6a3d77efeb83.html
54a6a3d77efeb84.html
54a6a3d77efeb85.html
54a6a3d77efeb86.html
54a6a3d77efeb87.html
54a6a3d77efeb88.html
54a6a3d77efeb89.html
54a6a3d77efeb90.html
54a6a3d77efeb91.html
54a6a3d77efeb92.html
54a6a3d77efeb93.html
54a6a3d77efeb94.html
54a6a3d77efeb95.html
54a6a3d77efeb96.html
54a6a3d77efeb97.html
54a6a3d77efeb98.html
54a6a3d77efeb99.html
54a6a3d77efeb100.html