4

DE VROUW GLIPTE voorzichtig uit bed om het slapende lichaam naast haar niet wakker te maken en liep de badkamer in. Met een geoefend oog bekeek ze de toiletartikelen van het hotel en pakte een flacon douchegel. Thé Vert van Bulgari, nog wel. Haar metgezel had beslist geen geld bespaard op de hotelkamer.

      Ze had zich niet bekommerd om haar kleren, alleen om haar telefoon. Toen ze op het schermpje keek, zag ze vier gemiste oproepen en een voicemailbericht, allemaal van dezelfde persoon. Ze negeerde ze en draaide de douchekraan open.

      Toen ze de kamer weer binnenkwam, gewikkeld in twee grote handdoeken, was de man in het bed wakker. Hij keek toe terwijl zij zich aankleedde, snel en efficiënt, zo anders dan de avond ervoor, toen dezelfde kleren heel langzaam, stuk voor stuk waren uitgetrokken, een proces dat steeds werd onderbroken door gezoen, lieve woordjes en mondenvol prosecco.

      ‘Goedemorgen, cara,’ zei hij uiteindelijk toen ze op het bed ging zitten om haar kousen aan te trekken.

      Ze schoof een lage pump aan een voet. ‘Goedemorgen,’ zei ze op even vlakke toon.

      ‘Ik heb genoten gisteravond.’

      ‘Ik ook.’ Hoewel haar woorden met hem instemden, was haar toon nonchalant.

      Hij stak zijn hand uit en streelde haar dij. ‘Zullen we het nog een keer doen?’

      ‘Ik weet het niet. Misschien. Het is lastig voor me.’ Ze stond plotseling op. Onwillekeurig keek ze naar haar linkerhand. Ze stak hem in haar zak en haalde een trouwring tevoorschijn die ze weer om haar vinger schoof.

      ‘Ja, natuurlijk, je man. Maar als je ooit weer behoefte hebt aan een avontuurtje...’

      ‘Dan zal ik contact opnemen via de website.’

      De man, die Riccardo heette, zei: ‘Ik kijk ernaar uit. Dat meen ik. Dit was iets heel bijzonders. En mensen zoals jij en ik... moeten zo veel mogelijk plezier maken.’

      Ze knikte terwijl ze haar hand al op de deurkruk had. ‘Ciao, Riccardo.’

      ‘Ciao, Rita.’

      Ze liep door de lobby van het hotel en negeerde het beleefde ‘Goedemorgen, signora’ van de nachtportier. Toen ze buiten was, keek ze op haar horloge. Ze had nog tijd om naar huis te gaan en zich om te kleden.

      Terwijl ze door de met mist gevulde straten liep, trok ze haar trouwring van haar vinger en stopte hem weer in haar zak, waarna ze haar telefoon op stil zette. Ze was nog maar honderd meter van haar appartement verwijderd toen hij afging. Toen ze op het schermpje keek, zag ze dat het dezelfde persoon was die haar de vorige avond herhaaldelijk had gebeld.

      Holly B.

      Het was duidelijk dat Holly B. het niet zou opgeven. ‘Pronto,’ zei ze zo zakelijk mogelijk.

      ‘Kat?’

      ‘Si, met Katerina Tapo,’ zei ze, voorwendend dat ze niet wist wie er belde.

      ‘Kat, met Holly.’

      ‘Ja?’

      Aan de andere kant van de lijn trok tweede luitenant Holly Boland van het Verbindingsbureau van het Amerikaanse leger een gezicht. Ze wist dat dit een ongemakkelijk telefoontje zou zijn, maar ze had niet verwacht dat het zo moeilijk zou worden. ‘Kat, ik bel over een semiofficiële zaak. We hebben hier in Vicenza een militair gezin waarvan de dochter is verdwenen. De plaatselijke carabinieri zijn ingelicht, maar die lijken het niet al te serieus te nemen. Het gezin heeft het Verbindingsbureau gevraagd of wij iets voor ze kunnen doen.’

      ‘Hoelang is ze al weg?’

      ‘Twee nachten. Ze zou een weekend gaan snowboarden met haar klas, tenminste, dat dachten haar ouders. Toen de bussen terugkwamen bleek dat ze zich niet had aangemeld voor het weekend.’

      ‘Ze heeft dus gelogen tegen haar ouders. Hoe oud is ze?’

      ‘Zestien, bijna zeventien.’

      ‘Hebben ze navraag gedaan bij haar vriend?’

      ‘Ze heeft geen vriend.’ Zelfs door de telefoon hoorde Holly Kat ongelovig snuiven. ‘Het schijnt niets voor haar te zijn.’

      ‘De plaatselijke agenten weten heus wel wat ze moeten doen. De ziekenhuizen checken, haar vriendinnen bellen. Grote kans dat ze dan wel opduikt.’

      ‘Dat hadden ze allemaal al gedaan voordat ze aangifte deden,’ zei Holly geduldig. ‘Het enige wat de plaatselijke agenten hebben gedaan, is in haar slaapkamer zoeken naar drugs.’

      ‘Hebben ze wat gevonden?’

      ‘Nee. Het punt is dat majoor Elston en zijn vrouw geen Italiaans spreken, dus...’

      ‘O, dus hij is majóór?’

      ‘Ja, hij is een belangrijke officier. Maar het is begrijpelijk dat ze van slag zijn en ze hebben iemand nodig die hen door het Italiaanse systeem kan loodsen.’

      Kat zuchtte. ‘Die hun handje kan vasthouden totdat hun geliefde dochter uit het bed kruipt waarin ze is beland, bedoel je.’

      ‘Het is toch geen onredelijk verzoek? Verplaats je eens in hun situatie...’

      ‘Ik zal toestemming moeten vragen aan mijn superieuren,’ onderbrak Kat haar. ‘En ik kan je vertellen dat ik die waarschijnlijk niet krijg. Ik ben momenteel in een aantal urgente zaken verwikkeld.’

      ‘Oké,’ zei Holly, die haar nederlaag accepteerde. Ze wist wat de oorzaak was van Kats vijandigheid en het bijna permanente gevoel van woede dat de agente van de carabinieri de laatste tijd in de greep hield, maar dat maakte het niet makkelijker om ermee om te gaan. ‘Laat me weten wat ze zeggen, oké?’

      ‘Natuurlijk. Ciao.’

      Kat was haar appartement binnengegaan en was al begonnen haar uniform aan te trekken terwijl ze nog aan de telefoon was. Niet lang geleden, toen ze aan een moordzaak werkte, had ze gewone kleren gedragen. Toen ze daarna weer een uniform aan moest, had ze dat ervaren als een kleinering, ook al bestond het uit een prachtige rok en jas, die speciaal door Valentino waren ontworpen voor de Arma dei Carabinieri. En ze wist dat het de bedoeling was geweest van degenen die het haar hadden opgedragen dat ze zich zo zou voelen. En ondanks wat ze tegen Holly had gezegd, bestonden de zaken waaraan ze momenteel werkte uit niet veel meer dan veredeld papierwerk. Gestolen camera’s, gekopieerde creditcards, zakkenrollers die hun handen door de openstaande rugzakken op Piazza San Marco lieten gaan... Tegen de tijd dat ze de misdrijven had ingevoerd, waren de toeristen die ze hadden aangegeven allang weer weg, waardoor elke vorm van onderzoek onmogelijk werd.

      Ze hing de trouwring aan het kledinghaakje aan de binnenkant van haar slaapkamerdeur, klaar voor zijn volgende uitstapje. Hij had honderd euro gekost en het was een van de beste investeringen die ze ooit had gedaan, naast een abonnement op het Getrouwd en Discreet-messageboard. Samen met een anoniem account op Carnivia.com kon ze daarmee haar seksleven inrichten zonder enige emotionele verwikkelingen.

      Had ik Getrouwd en Discreet maar eerder ontdekt, dacht ze. Dan zou mijn carrière niet zo’n puinhoop zijn geworden.


Ze verliet haar appartement en nam de trein voor het korte ritje over de Ponte della Libertà. Toen ze het grote, imponerende Stazione Santa Lucia uit liep – het was het enige gebouw in Venetië dat uit het fascistische tijdperk stamde en de meeste mensen vonden het een monstruositeit, hoewel Kat er heimelijk wel van hield – had ze het geluk meteen een vaporetto van lijn twee aan te treffen. Hoewel dit de snelle lijn was, kwam de boot maar langzaam vooruit terwijl hij richting het Canal Grande pufte. Tijdens het Carnevale trok Venetië een miljoen extra bezoekers aan en bij iedere halte stroomden grote groepen mensen, sommige al in kostuum en met een masker, de boot op en af. Een paar van hen staken hun telefoon omhoog om stiekem foto’s van haar te maken. Maar daar was ze wel aan gewend. Een capitana donna, een vrouwelijke kapitein van de carabinieri, was nog steeds zo’n zeldzame verschijning dat zelfs Italianen ervoor omkeken.

      Het hoofdkwartier van de carabinieri bevond zich in Campo San Zaccaria, vlak achter de kade Riva degli Schiavoni. Ooit behoorden deze kloostervertrekken tot het grootste klooster van Venetië. En de mensen die er nu werkten, zouden waarschijnlijk liever hebben dat hun vrouwelijke collega’s zich nog steeds als nonnen gedroegen, dacht Kat kwaadaardig toen ze de ontvangsthal binnenstapte. Maar hoewel die vergelijking haar enige bevrediging schonk, wist ze dat hij niet helemaal klopte. Het klooster van San Zaccaria had bekendgestaan om het losbandige gedrag van de bewoners, van wie velen daar waren gedumpt door adellijke families die niet bereid waren de bruidsschat van hun dochters te betalen. Bevrijd van de verstikkende sociale beperkingen die golden in de palazzi van hun familie, kregen de jonge vrouwen al snel door dat het klooster hun de mogelijkheid bood om voor het eerst de liefde te ontdekken. Zoals bij zoveel dingen in Venetië, was er een subtiel verschil tussen wat iets leek te zijn en wat het in werkelijkheid was.

      Er was echter niets subtiels aan de graffiti die ze aantrof op haar kluisje in de vrouwenkleedkamer.

      ‘Va’ a cagare, puttana. Zak in de stront, hoer.’

      Een paar weken eerder, toen de beledigingen waren begonnen, had ze de woorden iedere keer nauwgezet weggeboend met petroleum. Nu had ze de neiging ze te laten staan tot zich drie tot vier beledigingen hadden opgehoopt voordat ze die moeite nam.

      Ze maakte tegenwoordig nauwelijks meer gebruik van haar kluisje. Het was alweer een tijdje geleden dat ze hondenpoep aantrof toen ze hem opende, hoewel iemand meerdere malen had geprobeerd door het sleutelgat te urineren. Als je een klacht indiende wegens seksueel wangedrag tegen een van de populairste agenten van de afdeling, een kolonel nog wel, kon je dit soort dingen verwachten.

      Toen ze aan haar bureau was gaan zitten, logde ze in op haar computer zonder aandacht te schenken aan de agenten naast haar. Zij negeerden haar ook, zoals ze overigens elke dag deden. Ze vroeg zich af wie van hen verantwoordelijk was voor de graffiti.

      Uit haar postvak-in kon ze afleiden dat het weer een saaie ochtend zou worden. Daar kwam nog eens bij dat iemand haar een verzoek van de Guardia di Finanza had doorgestuurd, waarin haar werd gevraagd of ze wilde onderzoeken of de handtassen die door de straatventers rond Piazza San Marco werden verkocht namaak waren. Natuurlijk zijn ze dat, hoorde ze zichzelf schreeuwen in haar hoofd. Je kon die tassen voor een paar euro kopen van een dakloze Nigeriaan op een straathoek. Dacht er nu werkelijk iemand dat Louis Vuitton en Dolce & Gabbana zo hun spullen verkochten? Zelfs al zou ze iemand arresteren, dan zouden de vervalsers gewoon weer een andere dakloze zoeken, terwijl de carabinieri de eerste dakloze een bed en een ontbijt aanboden. Het was volkomen zinloos.

      Ze keek discreet om zich heen om te controleren of er niemand naar haar keek, opende vervolgens een webbrowser en typte een bekende URL in.

      Er verscheen een scherm. Onder een Bauta-masker, dat ondanks het feit dat het geen mond had ondeugend leek te grinniken, stonden een inlogveld en een begroeting.


Ga Carnivia binnen


Ze typte haar gebruikersnaam en wachtwoord in.


Welkom Columbina7759. Naar welke locatie binnen Carnivia wil je gaan?


Ze typte ‘Rialto’ in en plotseling stond ze op een perfect 3D-schijnbeeld van de brug waar ze eerder die ochtend nog onderdoor was gevaren. Elk detail klopte, tot aan het huidige waterniveau aan toe. Er was maar één verschil: hier droegen alle voorbijgangers een masker.

      Met een paar muisklikken stuurde ze haar avatar door de pescheria. Ze wist dat de marktkraampjes in Carnivia veel meer verkochten dan vis, maar ze was nu op zoek naar iets anders. Ze liep over de Ponte delle Tette, de ‘Tietenbrug’, en vervolgde haar weg door wat ooit de rosse buurt van Venetië was geweest. Zowel in het echte Venetië als in Carnivia was dit nog steeds het centrum van het nachtleven van Venetië, waar de mensen zich verdrongen in de kleine barretjes. Ze ging een van de kleinere gelegenheden binnen en liep naar een tafeltje achter in de zaak.

      De grachten en gebouwen van Carnivia leken exacte replica’s te zijn van die in het echte Venetië, met een aandacht voor details die grensde aan het obsessieve. Er werd bijvoorbeeld beweerd dat als je de ruiten telde in een echt Venetiaans raam, je zou ontdekken dat het equivalent in Carnivia precies hetzelfde aantal ruiten had. Maar in de gebouwen gedroeg de ruimte zich heel anders, op een manier die was gebaseerd op de snaartheorie, zoals ze ergens had gelezen, maar die haar altijd deed denken aan een poëzieregel die ze ooit op school had gekregen: iets over het zien van oneindigheid in een zandkorrel. Elk tafeltje in een café kon bijvoorbeeld onderdak bieden aan een tiental verschillende chatrooms, die ieder op zich weer konden doorlinken naar duizend cyberlockers, BitTorrents en individuele websites, die allemaal waren gemaakt door Carnivia-gebruikers om het beste te halen uit de bijzondere, nieuwe wereld waarin ze zich bevonden.

      Het tafeltje waaraan ze zat, bevatte op dat moment een link naar een site die ze al vele malen had bezocht: het Getrouwd en Discreet-messageboard. Ze klikte op wat graffiti die in het houten blad was gekrast en het materialiseerde zich meteen voor haar.

      Riccardo had er geen gras over laten groeien: hij had al ingelogd met zijn eigen Carnivia-identiteit, Zanni2243, om hun ontmoeting te beoordelen. Hij had haar vijf sterren gegeven en als commentaar had hij geschreven: Wow! Un’esperienza incredibile!

      Ze lachte in zichzelf en voegde haar beoordeling over hem toe: Anche tu non eri per niente male. Je was zelf ook niet slecht. Vier sterren.

      Het was haar opgevallen dat ze haar partners meestal een lagere score gaf en een meer ambivalent commentaar dan zij haar gaven. Maar het had geen zin om ze de hemel in te prijzen. Ze zou immers geen van hen een tweede keer ontmoeten.

      Venetië was een kleine stad. Iedereen kende elkaar en iedereen roddelde over elkaar. Ironisch genoeg was dat probleem verergerd door het plotselinge succes van Carnivia, doordat je daar roddels over vrienden, collega’s en buren kon plaatsen zonder dat je als de bron kon worden achterhaald. Kats reputatie was zo slecht – de beruchte roddellijsten van Carnivia bevatten inmiddels meer dan honderdtwintig anonieme commentaren op haar, waarvan er weinig positief waren – dat ze had besloten dat Getrouwd en Discreet de enige manier was om er zeker van te zijn dat haar partners net zoveel redenen hadden om hun ontmoetingen stil te houden als zij.

      Ook op andere punten was het makkelijker. De mannen die ze ontmoette, wisten niet wat haar echte naam was, haar echte e-mailadres of wat voor werk ze deed. Bovendien was ze tot de ontdekking gekomen dat getrouwde mannen haar over het algemeen niet bombardeerden met berichtjes, haar geen bloemen stuurden of van haar verlangden dat ze hun aandacht gaf of hun ego streelde, zoals wel het geval was bij single mannen. Het kwam haar goed uit dat ze zich kon concentreren op haar werk, terwijl ze ook af en toe stoom kon afblazen.

      Dat maakte ze zichzelf tenminste wijs. Maar een klein stemmetje in haar hoofd, dat verdacht veel op de stem van haar moeder leek, was het er niet mee eens. Maar goed, Kat en haar moeder hadden nooit op één lijn gezeten over dit soort zaken.

      De telefoon op haar bureau ging over. Ze sloot snel de browser af. ‘Met Tapo.’

      ‘Capitana, met generaal Saito.’

      ‘Generaal,’ zei Kat, verbaasd over het feit dat ze direct door zo’n hoge officier werd gebeld. ‘Wat kan ik voor u doen, meneer?’

      ‘Het Amerikaanse Verbindingsbureau in Vicenza heeft me gebeld over een vermiste persoon, een tiener. Ik heb begrepen dat ze u al op informele wijze hebben benaderd?’

      ‘Inderdaad. Ik heb ze gezegd dat het via de juiste kanalen moest gaan...’

      ‘Het is in orde,’ onderbrak Saito haar. ‘U kunt er meteen heen gaan en ze alle hulp bieden die ze nodig hebben.’

      ‘Echt?’ Ze wist dat de hoge pieten altijd naar de pijpen van de Amerikanen dansten, maar ze had niet gedacht dat dat zich zelfs zou uitstrekken tot relatief onbelangrijke familieaangelegenheden.

      ‘Er vindt daar nog een ander onderzoek plaats, maar dat heeft hier niets mee te maken en vereist niet uw directe betrokkenheid. Waar het om gaat is dat ik ze graag een dienst wil bewijzen. Als dat gezin een vrouwelijke agent wil, help ik ze daar graag mee.’

      Aha, dus zo had Holly, of een van haar superieuren, dit voor elkaar gekregen. Kat kon zich het telefoongesprek levendig voorstellen: ‘Het is een klusje voor een gevoelig iemand. Een vrouw, misschien. We denken dat we weten welke agente hier geknipt voor is...’

      Ze zou ze wel eens laten zien hoe gevoelig ze kon zijn.

      ‘Natuurlijk, generaal,’ zei ze beminnelijk. ‘Ik zet graag mijn tanden in iets nuttigs.’

      Als Saito haar impliciete klacht al had opgemerkt, liet hij dat niet blijken. ‘Goed. Als er problemen zijn, neem dan direct contact met me op.’ Hij hing op.

      Kat pakte haar mobieltje en stuurde Holly een bericht. Ik heb mijn baas gesproken en het is gelukt. Ik ben er over een uur.

      Ze aarzelde even en vroeg zich af of ze er iets aan moest toevoegen om de lucht tussen hen te klaren voordat ze elkaar in levenden lijve ontmoetten. Het incident dat hun ruzie had veroorzaakt, waardoor niet alleen hun vriendschap was beëindigd, maar ook Holly’s tijdelijke verblijf in Kats appartement, was iets wat geen van beiden snel zou vergeten.

      Aan de andere kant, zo redeneerde ze, had de Amerikaanse heel duidelijk gemaakt dat dit een puur professioneel verzoek was. En niemand kon haar gevoelens beter in bedwang houden dan Holly Boland. Misschien kon ze beter hetzelfde doen en hun persoonlijke geschiedenis erbuiten houden.

      Zodra ze tot die conclusie was gekomen, drukte ze op ‘versturen’.


Het schandaal van Venetië
54a6a3d77efeb1.html
54a6a3d77efeb2.html
54a6a3d77efeb3.html
54a6a3d77efeb4.html
54a6a3d77efeb5.html
54a6a3d77efeb6.html
54a6a3d77efeb7.html
54a6a3d77efeb8.html
54a6a3d77efeb9.html
54a6a3d77efeb10.html
54a6a3d77efeb11.html
54a6a3d77efeb12.html
54a6a3d77efeb13.html
54a6a3d77efeb14.html
54a6a3d77efeb15.html
54a6a3d77efeb16.html
54a6a3d77efeb17.html
54a6a3d77efeb18.html
54a6a3d77efeb19.html
54a6a3d77efeb20.html
54a6a3d77efeb21.html
54a6a3d77efeb22.html
54a6a3d77efeb23.html
54a6a3d77efeb24.html
54a6a3d77efeb25.html
54a6a3d77efeb26.html
54a6a3d77efeb27.html
54a6a3d77efeb28.html
54a6a3d77efeb29.html
54a6a3d77efeb30.html
54a6a3d77efeb31.html
54a6a3d77efeb32.html
54a6a3d77efeb33.html
54a6a3d77efeb34.html
54a6a3d77efeb35.html
54a6a3d77efeb36.html
54a6a3d77efeb37.html
54a6a3d77efeb38.html
54a6a3d77efeb39.html
54a6a3d77efeb40.html
54a6a3d77efeb41.html
54a6a3d77efeb42.html
54a6a3d77efeb43.html
54a6a3d77efeb44.html
54a6a3d77efeb45.html
54a6a3d77efeb46.html
54a6a3d77efeb47.html
54a6a3d77efeb48.html
54a6a3d77efeb49.html
54a6a3d77efeb50.html
54a6a3d77efeb51.html
54a6a3d77efeb52.html
54a6a3d77efeb53.html
54a6a3d77efeb54.html
54a6a3d77efeb55.html
54a6a3d77efeb56.html
54a6a3d77efeb57.html
54a6a3d77efeb58.html
54a6a3d77efeb59.html
54a6a3d77efeb60.html
54a6a3d77efeb61.html
54a6a3d77efeb62.html
54a6a3d77efeb63.html
54a6a3d77efeb64.html
54a6a3d77efeb65.html
54a6a3d77efeb66.html
54a6a3d77efeb67.html
54a6a3d77efeb68.html
54a6a3d77efeb69.html
54a6a3d77efeb70.html
54a6a3d77efeb71.html
54a6a3d77efeb72.html
54a6a3d77efeb73.html
54a6a3d77efeb74.html
54a6a3d77efeb75.html
54a6a3d77efeb76.html
54a6a3d77efeb77.html
54a6a3d77efeb78.html
54a6a3d77efeb79.html
54a6a3d77efeb80.html
54a6a3d77efeb81.html
54a6a3d77efeb82.html
54a6a3d77efeb83.html
54a6a3d77efeb84.html
54a6a3d77efeb85.html
54a6a3d77efeb86.html
54a6a3d77efeb87.html
54a6a3d77efeb88.html
54a6a3d77efeb89.html
54a6a3d77efeb90.html
54a6a3d77efeb91.html
54a6a3d77efeb92.html
54a6a3d77efeb93.html
54a6a3d77efeb94.html
54a6a3d77efeb95.html
54a6a3d77efeb96.html
54a6a3d77efeb97.html
54a6a3d77efeb98.html
54a6a3d77efeb99.html
54a6a3d77efeb100.html