34

De tasjesdief

Grijze trui met capuchon (Gap)

Zwarte trainingsbroek (Adidas)

Zwart-met-wittegymschoenen (Adidas - erg merkgetrouw)

Zwarte pet (marktstal)

Geraamde kosten: € 0. Alles gestolen.

Aaaaaaaarg!'

 

Er was iets vreemds gebeurd met Annie. Toen ze 's avonds alleen thuis was, nadat Owen in slaap was gevallen en Lana's licht eindelijk uit was, kon ze maar niet in slaap komen, integendeel zelfs.

Ze had alle bedvoorbereidingen al getroffen, haar gezicht gewassen, gedoucht, zichzelf volgesmeerd met crèmes en lotions, en was lekker onder de dekens gekropen... maar ze kon de slaap maar niet vatten.

In haar slaapkamer boven lag ze te woelen en lag ze zich meer en meer op te winden. Voor ze het wist zat ze te muisklikken op het internet, tot in de kleine uurtjes, want de slaap wilde maar niet komen. Ze bleef inmiddels liever uit bed, want als ze daar weer in ging liggen zou ze veel te lang in het donker liggen piekeren.

's Nachts was ze in het donker - en ze vond het verschrikkelijk te moeten toegeven - een beetje een angsthaas geworden. Als ze haar ogen

sloot, kwam de tasjesdief - de man aan wie ze geen moment had gedacht in de weken nadat het was gebeurd - ongevraagd haar hoofd binnensluipen. Ze zag hem vanuit de verte op haar afkomen, vervolgens vaart maken, in een vlot drafje zijn arm uitstrekken en klap! Met afschuw vervuld opende ze dan haar ogen weer, terwijl haar hart bonkte in haar keel.

Ze had heel slechte gewoontes ontwikkeld: ze had zich omgekleed in haar pyjama en haar dekbed naar de woonkamer gebracht, waar ze zachtjes de televisie aan liet staan en op de bank in slaap viel. Wanneer ze dan om een uur of vier, vijf uur 's ochtends wakker werd, kon ze de vogels al horen zingen en voelde ze zich eindelijk veilig genoeg om weer in haar eigen bed te gaan liggen.

Niet haar bed... hun bed. Het weelderige en met leer afgewerkte bed, glanzend en luxueus, gekocht toen ze hier gingen samenwonen, nadat Annies huwelijksbed eindelijk naar de logeerkamer was verbannen en ze haar nieuwe leven met haar nieuwe man fatsoenlijk kon beginnen.

Hun bed. Als ze erin lag, klaarwakker, zich afvragend wie het zou krijgen als het huis was verkocht en ze hun eigen weg insloegen... kwam die tasjesdief haar hoofd weer ingerend.

Deze avond was het net elf uur toen Annie in haar pyjama en met haar dekbed naar de woonkamer liep, met wat een ontspannend kopje kruidenthee zou moeten zijn. Ze was pijnlijk moe.

Ze ging op de bank liggen, trok de deken over zich heen, zette snel het aangename gezoem van kletsende mensen op de televisie wat zachter, en doezelde weg, viel eindelijk in slaap... dieper en dieper tot... ze schrok wakker van een doffe klap, waarna alle lichten, apparaten en de tv er abrupt mee ophielden.

Ze ging in het pikkedonker rechtop zitten en probeerde te bevatten wat er zojuist was gebeurd. Toen hoorde ze een geluid in de gang.

Met een ruk sloeg haar hart op tilt en ze realiseerde zich dat ze voetstappen hoorde in de gang. Zware voetstappen, niet die van Owen of Lana. Er was iemand in het huis.

Verstard in de duisternis van de woonkamer hoorde ze de voetstappen in de richting van de keuken gaan. Er was een inbreker in huis! En hij had de electriciteit uitgeschakeld om er zeker van te zijn dat er geen alarmsysteem kon afgaan of dat iemand wakker zou worden en een alarmknop in kon drukken.

Ze had gelezen over dit soort inbrekers. Inbrekers die wachtten tot mensen thuis waren, dieven die de bewoners wakker maakten en hen dwongen de waardevolle spullen aan te wijzen. Inbrekers die messen trokken en je dwongen je bankpassen en pincodes te geven. De een ging dan naar de pinautomaat terwijl de ander een mes tegen je kinderen hield om er zeker van te zijn dat je niet loog.

Ze hoorde dat er in de keuken laden en kasten werden opengetrokken. Hij zocht naar een mes... De inbreker zocht naar een mes! Haar hart bonsde in haar borst en oren. Hij zou uit de keuken komen en deze kamer doorzoeken. Stel dat hij naar boven ging? De kinderen!

Annie wilde haar deken in haar mond stoppen om te voorkomen dat ze ging kreunen van angst. Ze wilde in de kleinst mogelijke ruimte kruipen en zich verstoppen. Ze wilde flauwvallen en er niet meer bij zijn zodat ze niet zou weten dat dit gebeurde.

Stel dat het haar tasjesdief was? Stel dat hij haar adres in haar tas of mobiele telefoon had gevonden en had gewacht tot vanavond voordat hij terugkwam om te kijken op welke andere artikelen van Yves Saint Laurent hij de hand kon leggen? Ze waren er nog niet aan toegekomen om de sloten te vervangen!

Haar intuïtie, die niet voortkwam uit zelfbehoud maar uit de felle behoefte haar kinderen te beschermen, deed zich gelden en verdreef de verlammende paniek uit haar hoofd.

Annie keek de kamer rond, die nu iets minder donker was omdat haar ogen aan het licht gewend raakten, verwoed op zoek naar iets, wat dan ook, waarmee ze hen allemaal tegen deze indringer kon beschermen. De lamp leek veel te groot, de vazen te fragiel. Ook de fotolijstjes zouden weinig uithalen.

Ze hoorde dat de keukendeur openging. Het was nu of nooit, er moest iets gebeuren. Op de salontafel stonden een paar zware en stevige boeken. Daar zou ze het mee moeten doen. Het was het enige wat geschikt was.

De inbreker stond al in de gang, ze zou snel moeten zijn, heel snel en geruisloos. Zonder er nog langer bij stil te staan, glipte ze van de bank, pakte een boek van de tafel en liep ermee naar de deuropening. Ze bleef om het hoekje staan en wachtte tot de inbreker langsliep. Ze zou hem van achteren overrompelen, dat was haar enige kans.

Annie trilde van angst toen de voetstappen haar kant uit kwamen. Ze moest nu tevoorschijn komen, ze kon niet langer wachten, ze kon het risico dat ze werd gepakt zonder iets gedaan te hebben niet verdragen. Met een gil van angst en woede stapte ze in het pad van de inbreker en smeet ze het boek zo hard mogelijk tegen hem aan.

Ze had gehoopt dat ze zijn hoofd had ingeramd: ze had gehoopt dat ze hem zo hard zou slaan dat hij op de grond zou storten. Misschien zelfs wel bewusteloos te krijgen. Maar tot haar afschuw riep de indringer Aaaaaaaarg!' met een stem die nog angstiger klonk dan die van haar.

De persoon liet iets met een luid gekletter op de grond vallen, voordat hij uitriep: 'Jezus, Annie, wat ben je in hemelsnaam aan het doen?!'

Waar hij aan toevoegde: 'Mijn god, mijn neus!'

De stem was onmiskenbaar die van Ed.

'Ed! Jij... jij... jij,' riep Annie, en de angst maakte onmiddellijk plaats voor woede. 'Wat ben jij in hemelsnaam aan het doen? In het pikkedonker door het huis glippen en me een hartaanval bezorgen!'

Met zijn hand over zijn neus legde hij met gedempte maar niettemin uiterst geïrriteerde stem uit: 'Ik had aangebeld. Toen je niet opendeed heb ik mezelf binnengelaten. Ik deed het licht in de gang aan, waarna een peertje sprong en de elektra uitviel. Dus liep ik naar de keuken om een zaklamp te pakken, zodat ik bij de meterkast kon komen... en de batterijen van de zaklamp zijn op, dus ik ging op zoek naar andere toen jij de woonkamer uit schoot, me de stuipen op het lijf joeg en me met een verdomde encyclopedie of zoiets op m'n gezicht mepte.'

Annie keek naar het boek in haar handen. 'Fantasy Foolwear,' informeerde ze Ed en ze bukte om de zaklamp op te rapen, die tussen hen in was gevallen.

'Ik heb een zakdoekje nodig,' zei Ed.

'Kom binnen en ga zitten,' zei ze terwijl ze voor hem uit de woonkamer inliep en naar de bank gebaarde. 'Zit. Ik haal koud water en een washandje.'

'En zakdoekjes,' instrueerde hij.

'En ik probeer de lichten weer aan te krijgen.'

'Ja... Oké.'

Een paar minuten later sprongen de lichten en de tv weer aan en verscheen Annie met een teiltje, een washandje en een doos zakdoekjes.

'Laat me eens kijken,' zei ze terwijl ze op Ed afliep, die nog steeds zijn beide handen over zijn neus hield. De neus zag er niet zo slecht uit. De rand van het boek had op de neusbrug wat huid weggeschaafd, dus daar drupte wat bloed vanaf, evenals uit de neusgaten.

'Het ziet er een beetje uit als de Italiaanse wond van Connor,' zei ze tegen hem terwijl ze met een vochtig hoekje van het washandje voorzichtig op de snee depte. 'Volgens hem heeft het geholpen zijn rol in de wacht te slepen. Weet je wel, die in de film.'

'O, de film, o ja, daar vertelde hij me al over bij het...' maar Eds stem stierf weg, aangezien hij niet wanhopig graag wilde terugdenken aan het feestje van Bryan en Dinah, hoe kort ook.

'Je moet hier knijpen,' instrueerde Annie en ze legde ter demonstratie haar vingers vlak onder de brug van haar neus.

'Ja, dat weet ik,' snauwde hij. 'Ik geef ehbo op school.'

Hij leek weer geërgerd.

Ze bekeek hem nauwkeurig... met zijn ene hand drukte hij op zijn neus en met zijn andere hield hij er met bloedvlekken besmeurde zakdoekjes tegenaan. In zijn donkere broek en donkere trui zag hij er echt uit als een inbreker. Hij had ook wat stoppeltjes en ongebruikelijke, blauwachtige wallen onder zijn ogen. Moe. Net als zij. Verdorie geen wonder. Het was al bijna middernacht en ze waren allebei nog wakker.

'Waarom ben je hier eigenlijk?' vroeg ze zich hardop af. 'Ik bedoel, het is je eigen huis en zo... je mag natuurlijk altijd terugkomen... maar je had het me even kunnen laten weten.'

'Sorry, ik wilde je niet laten schrikken. Dacht je soms dat ik de belastingman was?' grapte hij.

'Die rekening heb ik betaald, dank je wel,' antwoordde Annie zuur.

'Sorry... het was gewoon een...' Ed zag er plotseling verloren uit, 'een opwelling... of zo.'

Annie vroeg zich af wat hij bedoelde: in een opwelling langskomen en iets ophalen? In een opwelling een babbeltje willen maken over makelaars?

'Ik had niet verwacht dat je al zou slapen, ik realiseerde me niet dat het al zo laat was,' voegde Ed eraan toe, en hij rolde een zakdoekje op die hij in zijn bloedende neusgat stak. 'Dit zou 't hem moeten doen,' zei hij.

Er viel een stilte, waarin Annie hem verwachtingsvol aankeek. Hij moest haar uitleggen waarom hij na elf uur 's avonds op kwam dagen en haar de stuipen op het lijf joeg.

Ed, die het gevoel kreeg dat hij iets moest zeggen, zei: 'Ik wilde het even met je hebben over Owens verjaardagsfeestje.' 'O...'

Ze voegde er niet aan toe: 'Ben je soms gek geworden? Hadden we dat niet om tien uur 's ochtends kunnen doen, als normale, beschaafde mensen?'

'Waarom ligt je dekbed hier?' vroeg hij, alsof het hem nu pas opviel dat het op de bank lag.

'Ik lag gewoon voor de tv weg te doezelen.'

'Kun je niet slapen?' vroeg hij en hij keek haar aan met zijn o zo vertrouwde, zachtaardige en bezorgde blik. Voordat ze dat kon ontkennen, om niet al te kwetsbaar en bezorgd over te komen, voegde hij eraan toe: 'Ik ook niet. Veel te veel aan mijn hoofd. Je hebt het contract van de makelaar nog steeds niet getekend.'

'Jij ook niet,' hielp ze hem snel herinneren, want ze wilde niet te lang stilstaan bij waarom ze zich daar nog niet toe had kunnen zetten.

'Nee... ik word er erg verdrietig van.' Hij maakte een soort krassend, keelschrapend geluid. 'Mijn moeder verloren... het huis verloren... en jou verloren.'

Nu prikte het ook in haar keel. Een seconde lang kon ze alleen nog maar denken aan hoeveel tijd ze had besteed aan het afschrapen van de eindeloze, zwartgeblakerde laklagen op de trapleuningen voordat ze die weer helemaal tot in de puntjes had gepolijst. En dat had ze er graag voor over gehad, omdat ze dacht dat ze hier nog jarenlang van elke hoek van het prachtige huis zou gaan genieten.

'En het ging om Connor, grappig genoeg,' begon Ed als uit het niets. 'Daar wilde ik je ook nog iets over vragen.'

'Connor?' vroeg ze verbaasd terwijl ze de brok in haar keel wegslikte. 'Heb je hem gesproken?' Niet dat dat zo verrassend was. Connor kon, net als Dinah, nog steeds niet begrijpen waarom ze met Ed had gebroken.

'Nee. Maar ik denk dat Connor het gat is in je argumentatie.'

Ed klonk afstandelijk, bijna een beetje schoolmeesterachtig, alsof hij een probleem zou bespreken, afwegen en onder de loep zou nemen.

'Connor? Welke argumentatie? Welk gat?' vroeg ze alsof hij gek was geworden. Waar had hij het over? Was dat schoenenboek soms te hard bij hem aangekomen?

'Je hóúdt van Connor, toch?' vroeg Ed. 'En dat gevoel had je eerst niet bij hem. Niet voordat Roddy overleed. Snap je? Snap je wat ik bedoel?'

'Nee,' zei Annie, 'ik ben niet verliefd op Connor. Dat is niet de reden dat ik...'

'Nee!' onderbrak Ed haar. 'Dat is niet wat ik bedoel. Het is...' Hij ademde diep in en vervolgde op ietwat gedempte toon vanwege de zakdoek: 'Waarom mag Connor een erelid zijn van jouw familie, en ik niet? Waarom laat je jezelf toe van hem te houden? Waarom werd hij binnengelaten? Was er een scheidslijn? Een deadline?

Heb ik de toelatingsdag gemist, zijn de poorten nu gesloten en mag er niemand ooit nog bij je gezin horen? Ik heb me suf gepiekerd over wat je had gezegd, en vanuit jouw oogpunt begrijp ik het, maar hoe zit het dan met mij?' Eds stem had moeite met deze woorden. 'Waar is mijn gezin? Wanneer mag ik weer deel uitmaken van een gezin? Mijn vader en moeder zijn overleden en mijn zus heeft haar eigen gezin. Dus wat moet ik dan doen?'

Annie kon haar ogen niet van zijn gezicht afhouden toen hij zachtjes een hand op haar schouder legde en haar nogmaals zei, gewoon voor de zekerheid omdat hij nog een poging moest wagen: 'Ik hou van jullie alle drie. Ik kan ermee leven dat ik niet zo veel van je hou als wanneer ik al jaren met je samen zou zijn, maar ik hou genoeg van je om een begin te maken met wél zo veel van je te houden.

Begrijp je wat ik zeg?' vroeg hij, in de wetenschap dat zijn hart open en bloot tussen hen in lag. 'Je bent de enige familie die ik nu heb en je moet me toelaten. Want ik beloof, ik zweer je dat ik je niet in de steek zal laten.'

'Maar hoe moet ik dat zo zeker weten?' vroeg Annie, die daar geen andere reactie op kon bedenken.

'Omdat ik het meen uit de grond van mijn hart,' zei Ed en hij pakte haar handen vast.

Er viel een lange, gespannen stilte voordat het Annie, angstig fluisterend, lukte om de vraag te stellen die haar de grootst mogelijke angst aanjoeg. 'Maar stel nou dat jij ook doodgaat, Ed?'

Ed antwoordde door zijn arm om haar schouders te slaan en hij drukte haar stevig tegen zich aan. 'O, Annie,' zei hij in haar haar, 'Annie, Annie.'

Een moment lang hielden ze elkaar vast en Annie zag in hoe warm en hoe veilig en goed het was om daar te zijn.

'Zonder oude bladeren kunnen geen nieuwe bladeren aangroeien,' zei hij in haar haar, 'maar je moet ermee ophouden. Hoe kun je ooit van me houden als je te druk bezig bent met mijn doodskist?'

Toen Annie eindelijk haar stem terug had, leunde ze wat bij hem vandaan, veegde ruw de tranen van haar gezicht en in een poging het als grapje te laten klinken, maar waar ze elk woord van meende, zei ze: 'Als wij weer bij elkaar komen, moet je me beloven dat je niet als eerste doodgaat, Ed, dat is de deal. Je mag niet eerder doodgaan dan ik.'

Ed pakte haar hand vast en zei plechtig: 'Ik zal nooit de weg oversteken zonder eerst heel goed naar links en rechts te hebben gekeken. Ik zal nooit inhalen zonder dat ik minstens anderhalve kilometer lege weg voor me zie liggen en ik zal nooit het vliegtuig pakken als ik weet dat er een terrorist aan boord is. Is dat goed?'

'Weet ik niet!' zei ze en ze voelde nog een traan aan het puntje van haar neus hangen. 'Ik weet niet of dat voldoende is.'

'We worden misschien wel ontzettend oud samen,' hielp Ed haar herinneren, en hij probeerde het ook luchtig te laten klinken, 'en dan schop je me wellicht het huis uit omdat m'n kont te rimpelig is geworden en zich er een sexy, nieuwe ober aandient die op tachtigjarige vrouwen valt. En dan loopt het misschien wel heel gelukkig voor je af.'

'Het loopt nooit gelukkig af,' zei Annie somber.

'Annie! Alsjeblieft! Doe die doodskistcatalogus de deur uit!' riep Ed uit. 'Lieverd, kunnen we niet gewoon de dag plukken en zo? Genieten van vandaag? Misschien moet je toch eens therapie overwegen.' Hij legde zachtjes een vinger op haar voorhoofd. 'Misschien moet het wat kalmer worden daarbinnen. Er kan geen shopsessie op tegen wat zich daarbinnen allemaal afspeelt.'

Annie legde haar hoofd tegen zijn comfortabele borst, waar ze zijn hart langzaam en geruststellend hoorde kloppen, en zachtjes zei ze: 'Je bent me d'r eentje, Ed. Ik denk dat ik best heel veel van je kan houden, weet je dat... zodra je die zakdoekprop uit je neus hebt gehaald.'