Valö paaszaterdag 1974

 

 

 

 

‘Wat is dit?’ Runes gezicht was wit. Hij stond in de deuropening van de eetkamer. Achter hem waren Leon en de andere jongens te zien: John, Percy, Sebastian en Josef.

Inez keek hen vragend aan. Ze had Rune nog nooit zijn zelfbeheersing zien verliezen, maar nu was hij zo van slag dat zijn hele lichaam beefde. Hij ging voor Claes staan. In zijn handen had hij een stapel foto’s en een revolver.

‘Wat is dit?’ herhaalde hij.

Claes bleef met een uitdrukkingsloos gezicht zwijgen. De jongens deden een paar voorzichtige passen de kamer in. Inez zocht Leons blik, maar hij vermeed het haar aan te kijken. In plaats daarvan richtte hij zijn ogen op Claes en Rune. Een hele tijd was het volkomen stil. De lucht voelde dik en het ademen ging zwaar. Inez greep het tafelblad stevig vast. Er stond iets verschrikkelijks te gebeuren, en wat het ook was, het zou niet goed aflopen.

Langzaam verscheen er een glimlach om Claes’ lippen. Voordat zijn vader kon reageren stond hij op, trok de revolver naar zich toe en zette die tegen zijn vaders voorhoofd. Toen drukte hij af. Levenloos stortte Rune op de vloer in elkaar. Uit een pikzwart gat midden in zijn voorhoofd vloeide rijkelijk bloed en Inez hoorde zichzelf gillen. Het klonk alsof het iemand anders was, maar ze wist dat ze haar eigen stem in een macaber duet met die van Annelie tussen de muren hoorde weerkaatsen.

‘Bek houden!’ schreeuwde Claes. Hij had de revolver nog altijd op Rune gericht. ‘Bek houden!’

Maar ze kon het geschreeuw niet stoppen. De angst dwong het geluid naar buiten, terwijl ze onafgebroken naar het lichaam van haar dode echtgenoot bleef kijken. Ebba huilde hartverscheurend.

‘Bek houden, zei ik!’ Claes schoot nog een keer op zijn vader en het lichaam schokte. Het witte overhemd kleurde langzaam rood.

Door de schok hield Inez abrupt stil. Ook Annelie hield van het ene op het andere moment op met gillen, maar Ebba bleef huilen.

Claes wreef met zijn ene hand over zijn gezicht. Met de andere hield hij de revolver omhoog. Het is net een jongetje dat cowboytje speelt, dacht Inez, maar ze wuifde die absurde gedachte meteen weer weg. De aanblik van Claes had niets jongensachtigs. Zelfs niets menselijks. Zijn blik was leeg en hij glimlachte nog altijd op die enge manier, alsof zijn gezicht was verstijfd. Hij ademde snel en schokkerig.

Met een heftige beweging draaide hij zich om naar Ebba en richtte op haar. Het meisje bleef krijsen, met een hoogrood gezicht. Inez zat als vastgevroren op haar stoel. Ze zag dat Claes’ vinger zich om de trekker kromde en dat Johan zich naar voren wierp, maar opeens verstijfde. Verbaasd keek hij naar zijn overhemd, waarop een rode vlek steeds groter werd. Vervolgens zakte hij op de vloer in elkaar.

Het werd weer stil in de kamer. Onnatuurlijk stil. Zelfs Ebba hield op met krijsen en stak haar duim in haar mond. Naast haar kinderstoel lag Johan op zijn rug. Zijn blonde pony was opzij gevallen en zijn blauwe ogen keken nietsziend naar het plafond. Inez smoorde een snik.

Claes deed een pas naar achteren zodat hij met zijn rug tegen de muur kwam te staan. ‘Doe nu wat ik zeg. En wees stil. Dat is het allerbelangrijkste.’ Zijn stem was ijzingwekkend rustig, alsof hij van de situatie genoot.

Vanuit haar ooghoek meende Inez een beweging bij de deur te zien en Claes leek die ook te hebben opgemerkt. Bliksemsnel richtte hij de revolver op de jongens.

‘Niemand gaat hier weg. Niemand mag vertrekken.’

‘Wat ga je met ons doen?’ vroeg Leon.

‘Dat weet ik niet. Dat heb ik nog niet besloten.’

‘Mijn vader heeft veel geld,’ zei Percy. ‘Hij kan je betalen als je ons laat gaan.’

Claes lachte hol. ‘Ik wil helemaal geen geld. Dat zou jij toch moeten weten.’

‘We beloven dat we niets zullen zeggen,’ zei John smekend, maar hij sprak voor dovemansoren.

Inez wist dat het zinloos was. Ze had gelijk gehad wat Claes betreft. Ze had aldoor al het gevoel gehad dat hij iets miste. Wat hij de jongens ook had aangedaan, hij wilde het tot elke prijs verborgen houden. Hij had al twee mensen gedood en zou ervoor zorgen dat niemand hier levend vandaan kwam. Ze zouden hier allemaal sterven.

Opeens zocht Leon haar blik en ze begreep dat hij zich dit ook realiseerde. Ze zouden nooit meer krijgen dan de momenten die ze stiekem hadden gestolen. Ze hadden plannen gemaakt en veel over hun leven samen gefantaseerd. Als ze maar wachtten en geduld hadden, dan zouden ze een toekomst hebben. Maar het mocht niet zo zijn.

‘Ik wist wel dat die hoer iets in haar schild voerde,’ zei Claes plotseling. ‘Die blik spreekt boekdelen. Hoe lang neuk je mijn stiefmoeder al, Leon?’

Inez zweeg. Annelie keek van haar naar Leon.

‘Is dat waar?’ Annelie leek haar angst even te vergeten. ‘Vuile sloerie! Had je niet iemand van je eigen leef…’

Het woord werd halverwege afgebroken. Claes had rustig de revolver geheven en Annelie door haar slaap geschoten.

‘Ik zei toch dat jullie je bek moesten houden,’ zei hij toonloos.

Inez voelde de tranen achter haar oogleden branden. Hoe lang hadden ze nog te leven? Ze waren machteloos en konden niet anders doen dan wachten tot ze werden afgeslacht, een voor een.

Ebba begon weer te krijsen en Claes schrok even. Ze gilde steeds scheller en Inez merkte dat haar hele lichaam zich spande. Ze wilde opstaan, maar kon zich nog altijd niet bewegen.

‘Zorg dat dat kind stil is.’ Claes keek haar aan. ‘Zorg dat dat hoerenjong stil is, zei ik!’

Ze opende haar mond, maar er kwamen geen woorden en Claes haalde zijn schouders op.

‘Goed, dan zal ik ervoor zorgen dat ze stil wordt,’ zei hij en hij richtte weer op Ebba.

Precies op het moment dat hij afdrukte, wierp Inez zich naar voren om haar dochter met haar lichaam te beschermen.

Maar er gebeurde niets. Claes haalde de trekker nog een keer over. Er kwam geen schot en hij keek verbaasd naar de revolver. Op hetzelfde moment stoof Leon naar voren en stortte zich boven op hem.

Inez tilde Ebba op en drukte haar tegen haar borst, waar haar hart wild klopte. Claes lag gevangen onder Leons gewicht, maar probeerde zich uit alle macht los te wringen.

‘Help me!’ riep Leon en hij slaakte een kreet toen een harde vuistslag hem in zijn buik trof.

Claes lag woest te worstelen en het leek alsof Leon los dreigde te laten. Maar een goed gerichte trap van John trof Claes’ hoofd en ze hoorden een akelig krakend geluid. Zijn lichaam werd slap en de strijd hield op.

Leon rolde vlug opzij en belandde op handen en voeten op de houten vloer. Percy trapte naar Claes’ buik, terwijl John tegen zijn hoofd bleef schoppen. In eerste instantie stond Josef alleen toe te kijken. Daarna liep hij verbeten naar de gedekte tafel, stapte over Runes lichaam heen en reikte naar het mes waarmee het lamsvlees was gesneden. Hij viel naast Claes op zijn knieën en keek op naar John en Percy, die buiten adem ophielden met schoppen. Er kwam een gorgelend geluid uit Claes’ mond en hij rolde met zijn ogen. Langzaam, bijna genietend, hief Josef het grote mes op en hield het snijvlak tegen Claes’ hals. Toen maakte hij een snelle snit van links naar rechts en algauw gutste het bloed naar buiten.

Ebba krijste nog steeds en Inez drukte haar nog dichter tegen zich aan. Nog nooit was een gevoel zo sterk geweest als het instinct om haar kind te beschermen. Ze beefde over haar hele lichaam, maar Ebba kroop als een diertje in haar armen in elkaar. Ze klemde zich zo stevig aan haar hals vast dat Inez amper kon ademhalen. Op de vloer voor hen zaten Percy, Josef en John op hun hurken bij Claes’ gehavende lichaam, als een kudde leeuwen om een prooi.

Leon liep naar haar en Ebba toe. Hij haalde een paar keer diep adem.

‘We moeten de boel opruimen,’ zei hij zachtjes. ‘Maak je geen zorgen. Ik regel dit.’ Hij kuste haar zacht op haar wang.

Als vanaf een afstandje hoorde ze dat hij de andere jongens taken gaf. Losse woorden bereikten haar, over wat Claes had gedaan, over bewijzen die moesten worden vernietigd en over de schaamte, maar het klonk alsof ze van heel ver kwamen. Met gesloten ogen wiegde ze Ebba. Binnenkort zou alles voorbij zijn. Leon zou alles regelen.