Fjällbacka 1951
Het gebeurde hoogst onverwacht. Ze had niet afwijzend tegenover kinderen gestaan, maar toen de jaren verstreken zonder dat er wat gebeurde, had ze rustig geconstateerd dat ze kinderloos zou blijven. Sigvard had al een paar volwassen zonen, dus hij leek het ook niet erg te vinden dat ze onvruchtbaar was.
Een jaar geleden was ze echter om onverklaarbare redenen verschrikkelijk moe geworden. Sigvard vreesde het ergste en stuurde haar naar de huisarts voor een grondig onderzoek. Zelf dacht ze ook dat het kanker of een andere dodelijke ziekte kon zijn, maar toen bleek dat ze op dertigjarige leeftijd plotseling in verwachting was. De arts had geen verklaring en het duurde een paar weken voordat Laura het nieuws had verwerkt. Er gebeurde niet veel in haar leven en dat vond ze prettig. Ze was het liefst thuis, in de woning waar zij het voor het zeggen had en waar alles weloverwogen en nauwkeurig uitgezocht was. Nu zou iemand de volmaakte orde verstoren die ze met zoveel zorg had gecreëerd.
De zwangerschap had merkwaardige krampen en onwelkome lichamelijke veranderingen met zich meegebracht en bij het inzicht dat er iets in haar lichaam zat waarover ze geen controle had, was ze zowat in paniek geraakt. De bevalling was een verschrikking geweest en ze had besloten dat ze zichzelf nooit meer aan iets dergelijks wilde blootstellen. Nooit meer wilde ze de pijn, de machteloosheid en het dierlijke ervaren dat het baren van een kind met zich meebracht, dus Sigvard moest voorgoed naar de logeerkamer verhuizen. Hij leek er niets op tegen te hebben en was tevreden met zijn bestaan.
De eerste tijd met Inez was één grote schok geweest. Toen had ze Nanna gevonden, gezegende, geweldige Nanna, die de verantwoordelijkheid voor de baby van haar schouders nam en het haar mogelijk maakte haar gewone leven voort te zetten. Nanna kwam meteen bij hen wonen en haar kamer grensde aan die van Inez, zodat ze ’s nachts of wanneer het maar nodig was snel naar het kind toe kon gaan. Ze nam alle taken voor haar rekening en Laura kon komen en gaan wanneer ze maar wilde. Ze nam slechts af en toe een kijkje in de kinderkamer en dan was ze meestal blij met het meisje. Inez was ondertussen bijna zes maanden en ze was ontzettend schattig wanneer ze niet krijste omdat ze honger had of verschoond moest worden. Maar dat was allemaal Nanna’s zorg en Laura vond dat alles op zijn pootjes terecht was gekomen, ondanks de onverwachte wending die haar leven had genomen. Ze hield niet van veranderingen, en hoe minder invloed de geboorte van het meisje op haar leven had, des te makkelijker kon zij om haar geven.
Laura zette de fotolijstjes op de ladekast goed. Het waren foto’s van Sigvard en haar en van Sigvards beide zonen met hun gezin. Ze waren er nog niet toe gekomen een foto van Inez in te lijsten en van moeder zou ze er nooit een neerzetten. Wie haar moeder en oma waren, mocht gerust in de vergetelheid raken.
Tot Laura’s opluchting leek moeder nu voorgoed te zijn verdwenen. Het was twee jaar geleden dat ze voor het laatst iets van zich had laten horen en ze was hier in de omgeving door niemand gezien. Hun laatste ontmoeting lag Laura nog vers in het geheugen. Moeder was al een jaar eerder uit het gesticht ontslagen, maar ze had niet bij Sigvard en haar durven langsgaan. Er werd gezegd dat ze door het dorp zwalkte, net als toen Laura klein was. Toen ze uiteindelijk bij hen op de stoep had gestaan – tandeloos, smerig en in kleren die aan vodden hingen – was ze nog net zo gestoord geweest als voorheen. Het was Laura een raadsel hoe de artsen haar hadden kunnen laten gaan. In het gesticht had ze in elk geval medicijnen gekregen en geen alcohol mogen drinken. Hoewel Laura haar moeder het liefst had gevraagd te vertrekken, had ze haar vlug in de hal gelaten voordat de buren haar zagen.
‘Wat ben je chic geworden,’ zei Dagmar. ‘Het is belangrijk dat je omhoogkomt in deze wereld.’
Achter haar rug balde Laura haar vuisten. Alles wat ze had verjaagd en wat zich alleen in haar dromen liet zien, had haar nu ingehaald.
‘Wat wilt u?’
‘Ik heb hulp nodig.’ Dagmars stem klonk huilerig. Ze bewoog vreemd en stijf en had een zenuwtrekje in haar gezicht.
‘Hebt u geld nodig?’ Laura reikte naar haar tas.
‘Niet voor mezelf,’ zei Dagmar zonder haar ogen van de tas af te halen. ‘Ik wil geld hebben om naar Duitsland te gaan.’
Laura staarde haar aan. ‘Naar Duitsland? Wat moet u daar?’
‘Ik heb nooit afscheid mogen nemen van je vader. Ik heb nooit afscheid mogen nemen van mijn Hermann.’
Dagmar begon te huilen en Laura keek nerveus om zich heen. Ze wilde niet dat Sigvard iets hoorde en kwam kijken wat er gaande was. Hij mocht haar moeder hier niet zien.
‘Sst! Ik zal u geld geven. Maar wees in godsnaam stil!’ Laura stak een stapeltje bankbiljetten naar voren. ‘Hier! Dit moet voldoende zijn voor een kaartje naar Duitsland!’
‘O, dank je wel!’ Dagmar wierp zich naar voren en pakte zowel het geld als Laura’s hand. Ze kuste haar dochters handen; Laura trok ze walgend terug en veegde ze af aan haar rok.
‘Ga nu,’ zei ze. Ze wilde maar één ding: dat moeder uit haar huis en uit haar leven verdween, zodat dat weer volmaakt was. Toen Dagmar het geld aannam en vertrok, zeeg Laura opgelucht op een stoel in de hal neer.
Nu waren er een paar jaar verstreken en vermoedelijk leefde moeder niet meer. Laura betwijfelde of ze ver was gekomen met het geld dat ze had gekregen, vooral gezien de chaos na de oorlog. Als Dagmar bovendien had lopen malen dat ze afscheid wilde nemen van Hermann Göring, hadden de mensen haar ongetwijfeld aangezien voor de gestoorde vrouw die ze was en haar ergens onderweg tegengehouden. Göring was niet iemand over wie je hardop zei dat je hem had gekend. Dat hij een jaar na de oorlog in de gevangenis zelfmoord had gepleegd, had zijn misdaden er niet minder erg op gemaakt. Laura huiverde bij de gedachte dat moeder was blijven verkondigen dat hij de vader van haar kind was. Dat was niet langer iets om over op te scheppen. Dat ze in Stockholm bij zijn echtgenote waren langsgegaan wist ze alleen nog vaaglijk. Haar gevoel van schaamte en de manier waarop Carin Göring haar had aangekeken, herinnerde ze zich echter maar al te goed. Die blik was vol medeleven en warmte geweest en waarschijnlijk had ze omwille van Laura niet om hulp gebeld, hoewel ze doodsbenauwd moest zijn geweest.
Maar goed, dat was allemaal verleden tijd. Moeder was weg en niemand sprak nog over haar idiote fantasieën. En dankzij Nanna kon Laura haar leven zo blijven leiden als ze gewend was. De orde was hersteld en alles was volmaakt. Precies zoals het hoorde.