Valö paaszaterdag 1974

 

 

 

 

Alles moest net als anders zijn. Dat verwachtte Rune. De meeste leerlingen waren in de vakantie naar huis gegaan en ze had bescheiden gevraagd of de achterblijvers niet samen met hen de paaslunch konden nuttigen, maar Rune had zich zelfs niet verwaardigd haar te antwoorden. Een paaslunch was uiteraard alleen voor de familie.

Ze had twee dagen staan koken: gebraden lam, gevulde eieren, gepocheerde zalm… Er kwam geen eind aan Runes wensen. Wensen was trouwens niet het juiste woord. Het waren eerder eisen.

‘Carla maakte dit altijd klaar. Elk jaar,’ had hij gezegd toen hij haar voor hun eerste Pasen samen een lijst had gegeven.

Inez wist dat het geen zin had te protesteren. Als Carla dat had gemaakt, dan moest dat nu ook gebeuren. God verhoede dat ze iets anders deed.

‘Wil jij Ebba in de kinderstoel zetten, Johan?’ vroeg ze, terwijl ze het grote lamsgebraad op tafel zette. Ze deed een schietgebedje dat ze het goed had bereid.

‘Moet de kleine erbij zijn? Ze is alleen maar lastig.’ Annelie kwam naar binnen geslenterd en ging zitten.

‘Wat stel je voor dat ik met haar doe?’ vroeg Inez. Na al het gezwoeg in de keuken was ze niet in de stemming voor de hatelijke opmerkingen van haar stiefdochter.

‘Dat weet ik niet, maar het is zo goor als ze bij ons aan tafel zit. Ik word er misselijk van.’

Inez voelde iets knappen. ‘Als het zo’n opgave voor je is, eet je misschien liever niet met ons mee,’ snauwde ze.

‘Inez!’

Ze veerde op. Rune was de eetkamer binnengekomen en zijn gezicht was donkerrood.

‘Wat zeg je me daar! Zou mijn dochter niet welkom aan tafel zijn?’ Zijn stem was ijzig en hij keek Inez strak aan. ‘In dit gezin is iedereen welkom aan tafel.’

Annelie zei niets, maar Inez zag dat ze heel tevreden was over de terechtwijzing.

‘Sorry, ik dacht niet na.’ Inez draaide zich om en verplaatste de dekschaal met aardappelen. Inwendig kookte ze van woede. Het liefst had ze het gewoon uitgeschreeuwd, haar hart gevolgd en het eiland verlaten. Ze wilde niet in deze hel blijven vastzitten.

‘Ebba heeft een beetje overgegeven,’ zei Johan bezorgd en hij veegde de kin van zijn zusje af met een servet. ‘Ze is toch niet ziek?’

‘Nee, waarschijnlijk heeft ze gewoon een beetje te veel pap gehad,’ zei Inez.

‘Dan is het goed,’ zei hij, maar hij klonk niet overtuigd. Johan werd met de dag beschermender, dacht Inez en ze vroeg zich voor de zoveelste keer af hoe het kon dat hij zo anders was dan zijn broer en zijn zus.

‘Gebraden lam. Vast niet zo lekker als dat van mama.’ Claes kwam binnen en ging naast Annelie zitten. Zij giechelde en knipoogde naar hem, maar hij deed alsof hij haar niet zag. Eigenlijk hadden die twee de beste maatjes moeten zijn, maar het leek alsof iedereen Claes koud liet. Behalve zijn moeder, over wie hij het altijd had.

‘Ik heb mijn best gedaan,’ zei Inez. Claes snoof.

‘Waar ben je geweest?’ vroeg Rune, terwijl hij naar de aardappelen reikte. ‘Ik heb je gezocht. Olle heeft de planken waar ik hem om had gevraagd bij de steiger uitgeladen. Ik heb je hulp nodig om ze hierheen te krijgen.’

Claes haalde zijn schouders op. ‘Ik heb wat over het eiland gewandeld. Ik kan die planken later wel halen.’

‘Je doet het meteen na het eten,’ zei Rune, maar daar liet hij het bij.

‘Hij moet meer rosé zijn,’ zei Annelie en ze haalde haar neus op voor de plak lamsvlees die ze op haar bord had gelegd.

Inez verbeet zich. ‘We hebben hier niet zo’n goede oven. De temperatuur is ongelijkmatig. Ik heb zoals gezegd mijn best gedaan.’

‘Goor,’ zei Annelie en ze schoof het vlees opzij. ‘Mag ik de saus even?’ vroeg ze toen aan Claes. De kom stond links naast hem.

‘Natuurlijk,’ zei hij en hij stak zijn hand uit.

‘Oeps…’ Hij keek Inez de hele tijd aan. De sauskom was met een klap op de grond gevallen en de bruine saus stroomde over de houten vloer en sijpelde door de spleten tussen de planken weg. Inez keek hem recht aan. Ze wist dat hij het opzettelijk had gedaan. En hij wist dat zij het wist. ‘Wat onhandig van je,’ zei Rune en hij keek naar de vloer. ‘Dat moet je even opzwabberen, Inez.’

‘Uiteraard,’ zei ze en ze glimlachte geforceerd. Het kwam natuurlijk niet in hem op dat Claes de troep zelf kon opruimen.

‘Haal je ook meer saus?’ vroeg Rune, terwijl ze naar de keuken liep.

Ze draaide zich om. ‘Er is niet meer.’

‘Carla had altijd extra saus in de keuken voor het geval die opraakte.’

‘Ja, maar nu heb ik het anders gedaan. Ik heb alles in één keer in de kom gegoten.’

Toen ze alle saus had opgeruimd, op handen en voeten naast de stoel van Claes, ging ze weer op haar plek zitten. Haar eten was ondertussen koud geworden, maar ze had toch geen trek meer.

‘Het was erg lekker, Inez,’ zei Johan en hij stak zijn bord uit voor een nieuwe portie. ‘Ik vind dat je erg lekker kookt.’

Zijn ogen waren heel blauw, vol onschuld, en ze moest er bijna van huilen. Terwijl ze nog wat eten op zijn leeggeschraapte bord schepte, voerde hij Ebba met haar kleine zilveren lepel.

‘Hier komt nog een stukje aardappel. Mmm, wat lekker,’ zei hij. Zijn gezicht begon te stralen zodra ze haar mond opende en een hap doorslikte.

Claes lachte rauw. ‘Wat ben je toch een doetje.’

‘Zo spreek je niet tegen je broer,’ snauwde Rune. ‘Hij heeft voor alle vakken uitstekende cijfers en is slimmer dan jij en je zus samen. Jij hebt op school niet bepaald laten zien wat je kunt, dus ik vind dat je netjes tegen je broer kunt spreken totdat je zelf hebt laten zien dat je ergens voor deugt. Je moeder had zich geschaamd als ze had gezien wat voor eindcijfers je hebt gehaald en wat voor een nietsnut je bent gebleken.’

Claes deinsde terug en Inez zag zenuwtrekjes in zijn gezicht verschijnen. Zijn ogen waren bodemloos donker.

Het was een poosje doodstil rond de eettafel. Zelfs Ebba maakte geen enkel geluidje. Claes keek Rune recht in de ogen en Inez balde haar handen op haar schoot. Ze was getuige van een machtsstrijd en ze wist niet zeker of ze wel wilde weten hoe die afliep.

Ze staarden elkaar minutenlang aan. Uiteindelijk keek Claes weg.

‘Sorry, Johan,’ zei hij.

Inez huiverde. Claes’ stem klonk vol haat en ze had het gevoel dat ze haar instinct moest volgen. Ze had nog steeds de mogelijkheid om op te staan en te vluchten. Die mogelijkheid zou ze moeten grijpen, wat de consequenties ook zouden zijn.

‘Het spijt me dat ik tijdens het eten stoor. Maar ik zou graag een paar woorden met u willen wisselen, meneer Elvander. Het is dringend.’ Leon stond met beleefd gebogen hoofd in de deuropening.

‘Kan het niet wachten? We zitten te eten,’ zei Rune met een diepe frons tussen zijn wenkbrauwen. Tijdens de maaltijd wenste hij niet te worden gestoord, zelfs niet op gewone dagen.

‘Daar heb ik alle begrip voor en ik zou het niet vragen als het niet belangrijk was.’

‘Waar gaat het om?’ vroeg Rune en hij veegde zijn mond af met een servet.

Leon aarzelde. Inez keek naar Annelie. Zij kon haar ogen niet van Leon afhouden.

‘Het gaat om een acute situatie thuis. Mijn vader heeft me gevraagd met u te praten.’

‘O, je vader. Waarom zei je dat niet meteen?’

Rune stond op van tafel. Voor de rijke ouders van de kinderen had hij altijd tijd.

‘Gaan jullie rustig door met eten; dit duurt vast niet lang,’ zei hij, terwijl hij naar de deuropening beende, waar Leon stond te wachten.

Inez volgde Rune met haar blik. In haar maag balde zich iets samen. Alles wat ze de afgelopen maanden had gevoeld, vormde zich tot een harde klomp. Er stond iets te gebeuren.