Fjällbacka 1915
Eindelijk was ze vrij. Ze had een betrekking gevonden als meid op een boerderij in Hamburgsund en nu was ze verlost van haar pleegmoeder en haar weerzinwekkende kinderen. En niet in de laatste plaats van haar pleegvader. Naarmate ze ouder werd en haar lichaam zich verder ontwikkelde waren zijn nachtelijke bezoekjes steeds frequenter geworden. Sinds ze maandelijkse bloedingen had, had ze voortdurend in angst geleefd dat er een kind in haar zou gaan groeien. Een kind was wel het laatste dat ze wilde. Ze was niet van plan zo te worden als die bange roodbehuilde meisjes die met een krijsend bundeltje in hun armen aan moeders deur hadden geklopt. Als kind had ze hen al veracht, hun zwakte en hun berusting.
Dagmar pakte haar schaarse bezittingen in. Ze bezat niets uit haar ouderlijk huis en hier had ze niets van waarde gekregen dat ze mee kon nemen. Maar ze was niet van plan om met lege handen te vertrekken. Ze sloop naar de slaapkamer van haar pleegouders. In een doosje onder het bed, helemaal bij de muur, bewaarde haar pleegmoeder de sieraden die ze van haar moeder had geërfd. Dagmar ging op de vloer liggen en trok het doosje naar zich toe. Haar pleegmoeder was in Fjällbacka en de kinderen speelden buiten op het erf, ze zou dus niet worden gestoord.
Ze opende het deksel en glimlachte tevreden. Hier waren genoeg kostbare spullen om een poosje onbezorgd vooruit te kunnen, en het deed haar deugd dat die heks verdriet zou hebben als ze zag dat ze haar geërfde sieraden kwijt was.
‘Wat doe je daar?’ De stem van haar pleegvader in de deuropening deed haar opschrikken.
Dagmar had gedacht dat hij in de stal was. Haar hart ging even wild tekeer, maar toen voelde ze de kalmte terugkeren. Niets zou haar plannen in de war schoppen.
‘Kun je dat niet zien?’ zei ze, terwijl ze alle sieraden uit het doosje pakte en in de zak van haar rok stopte.
‘Ben je helemaal gek geworden, wicht? Steel je de sieraden?’ Hij kwam een stap dichterbij en ze hief haar hand op.
‘Inderdaad. En ik raad je aan me niet tegen te houden. Want dan stap ik naar de veldwachter en vertel hem wat je met mij hebt gedaan.’
‘Waag het niet!’ Hij balde zijn vuisten, maar toen klaarde zijn blik op. ‘Wie zou trouwens de dochter van de Engelenmaakster geloven?’
‘Ik kan heel overtuigend zijn. En de geruchten zullen zich sneller verspreiden dan jij kunt vermoeden.’
Zijn gezicht betrok weer. Hij leek te aarzelen en ze besloot hem op gang te helpen.
‘Ik heb een voorstel. Als mijn lieve pleegmoeder ontdekt dat haar sieraden zijn verdwenen, moet je alles in het werk stellen om haar te kalmeren en haar ervan te overtuigen dat ze de zaak moet laten rusten. Als je me dat belooft, krijg je een extra beloning voordat ik vertrek.’
Dagmar liep naar haar pleegvader toe. Langzaam tilde ze haar hand op, legde die op zijn geslacht en begon te wrijven. De ogen van de boer begonnen algauw te glanzen en ze wist dat ze hem nu in haar macht had.
‘Zijn we het eens?’ vroeg ze, terwijl ze langzaam zijn broek openknoopte.
‘We zijn het eens,’ zei hij. Hij legde zijn hand op haar kruin en duwde haar hoofd omlaag.