27
Juliet Parrish en Mike Donovan keken omhoog naar het reusachtige Moederschip dat zo'n driehonderd meter boven de boomtoppen hing. Uit de buik van het schip hing een enorme slang die met een kolossale pijp in verbinding stond. De pijp strekte zich uit tot in het pompstation naast de gigantische dam.
Donovan maakte een hulpeloos gebaar. 'Martin had gelijk. Hoe kunnen we vechten tegen iets wat zo groot is?'
'Ik weet het niet.' Juliet streek een paar blonde haarlokken uit haar ogen. 'Ik weet het echt niet. We mogen ons niet door de omvang van de operatie laten afschrikken. Hoe groter ze zijn ..
'Ja,' zei Donovan, niet overtuigd. 'Hoe lang zal het duren voor ze het reservoir zo hebben uitgeput dat het niet meer opnieuw gevuld kan worden?'
'Chris Faber heeft uitgerekend dat we binnen twee dagen in actie moeten komen.'
'Dan moesten we maar eens aan de slag gaan. We hebben de opnames van het pompstation nodig om onze aanval voor te bereiden.' Hij wierp haar een snelle bezorgde blik toe. 'Ben je in orde?'
Ze liet hem een fletse glimlach zien. 'Ja. Zie ik er goed uit?'
'Ja. Je lijkt een perfecte Bezoeker-technicus.'
De twee verzetsstrijders gingen behoedzaam op weg naar het pompstation.
Het was nu tien dagen geleden dat ze Juliet hadden bevrijd. In die tijd had Juliet uitgerust en was ze weer enigszins op krachten gekomen. Haar herstel was niet bevorderd door het intense verdriet dat ze voelde toen Lynn en Stanley Bernstein vertelden dat Daniël in dronkenschap had beweerd dat hij Ruby Engels had gedood. Ruby's dood was een slag die moeilijk te verwerken was - iedereen had van de oudere vrouw gehouden. Zelfs Robin, die bijna nooit meer ergens op reageerde, had dagenlang gehuild.
Het was een van de twee lichtpuntjes in de afgelopen week geweest dat Tyler de groep een paar apparaatjes had gegeven die door een Japanse elektronicus waren ontwikkeld. Als die apparaatjes aan iemands borst werden vastgeplakt, gaven ze aan de menselijke stem de vreemde Bezoeker-galm. Het andere goede nieuws werd uit het Moederschip voor hen naar buiten gesmokkeld - Martin herstelde in een bevredigend tempo van de vleeswond die hem tijdens de overval volgens afspraak door Ham was toegebracht.
Toen Juliet en Donovan het pompstation bereikten, liepen ze er helemaal omheen terwijl Donovan de buitenkant filmde met een minuscule videocamera die hem ook door Ham was verstrekt. Bij de ingang stond een bewaker die hen argwanend opnam. 'Identificatie,' zei hij op bruuske toon.
Met gebruikmaking van hun galmapparaatjes noemden ze het wachtwoord dat hun door de Vijfde Colonne was doorgegeven. De wachter knikte. 'Pasjes?'
Ze lieten ze zien. De bewaker keek ernaar en zei toen: 'In orde.'
Toen ze eenmaal binnen waren, gingen ze snel te werk. Ze durfden daar niet lang te blijven, want ze waren al een Bezoeker tegengekomen die hen nieuwsgierig had aangekeken. Nadat ze alle trappen en loopbruggen hadden gefilmd, gingen ze vlug weer naar buiten.
Buiten bleven ze nog even staan om Donovan in de gelegenheid te stellen een snelle opname te maken van de heuvels in de onmiddellijke omgeving. 'Weet je, Donovan,' zei Juliet. 'Eigenlijk zouden we deze hele omgeving in kaart moeten brengen. Het zou ons erg kunnen helpen als we een andere weg konden vinden die als alternatieve ontsnappingsroute kon fungeren.'
Donovan haalde zijn schouders op. 'Jij bent de baas. Als je niet te moe bent, wil ik het wel doen.'
'Ik voel me prima,' zei Juliet. 'Laten we gaan.'
Ze liepen bijna een uur door de omgeving en ze hadden weinig meer dan een halve cirkel gemaakt toen ze bij een oude weg kwamen, eigenlijk nauwelijks meer dan een karrespoor. Juliet keek op. 'Wacht even, Donovan, dan zet ik dit weggetje op de kaart.'
Ze begon de positie van de oude weg te schetsen, maar besefte toen opeens dat Donovan naar haar stond te kijken - of beter gezegd, naar haar hand. Haar linkerhand. Daar tekende ze mee.
De punt van het potlood knapte af omdat ze hem te hard op het papier drukte. Juliet staarde naar haar hand. 'O, mijn God, Donovan. Kijk eens. Ik ben een van hén.'
Hij kwam wat dichter naar haar toe en keek haar bezorgd aan. 'Nee, dat ben je niet, Juliet. Je bent in orde geweest sinds je bij ons terug bent...'
'Nee, dat was ik niet!' riep Juliet snikkend uit. Ze had moeite zich in bedwang te houden. 'Ik heb het verborgen gehouden. Dit is niet de eerste keer dat ik mezelf erop betrap dat ik met mijn linkerhand schrijf, Donovan. Dat kreng - ze heeft mijn hersenen beïnvloed. Misschien verraad ik ons allemaal nog eens zonder het te weten. Ik zou hiermee moeten stoppen voordat ik iemand kwaad doe.'
'Onzin! Wij hebben je nodig!'
'Ik weet het niet.' Ze streek het haar uit haar ogen en pakte toen met haar rechterhand het potlood weer op. Maar de punt was afgebroken. Donovan nam zijn zakmes en sleep het.
Nadat ze nog een half uur hadden gelopen, kwamen ze op een grasveld. Ze waren nu zo ver van het pompstation vandaan dat ze het kloppen van de gigantische turbines niet meer konden horen. Juliet liet zich in het gras zakken. 'Laten we wat rust nemen. Mag ik de veldfles even?'
'Ja.' Donovan liet zich naast haar op het gras zakken en gaf haar het water. Juliet dronk er dorstig van en gaf hem de veldfles toen weer terug.
‘Ik ben uit vorm,' zei Juliet terwijl ze zich uitstrekte. 'Die paar weken in het Moederschip hebben mijn spieren verslapt.'
'Ik ben ook erg moe.'
'Donovan?'
'Wat?'
'Ik meende het toen ik zei dat ik me ... gek voelde.' Ze rolde zich op haar zij en liet haar hoofd op haar elleboog steunen. 'Het zou best eens kunnen dat ik inderdaad bekeerd ben.'
'Zou je dat zelf dan niet merken? Je lijkt me helemaal niet bekeerd.'
Ze probeerde zijn glimlach te beantwoorden maar slaagde daar niet in. 'Ik weet het niet. Mijn herinneringen aan die laatste paar sessies zijn niet zo helder.'
'Hoe ging het? Hoe deed Diana het?'
Ze sprak met een erg zachte stem en Mike kon horen dat ze hier met niemand anders over had gesproken. 'Ze kunnen fantasieën uit je eigen geest opwekken. Ze brengen je met bepaalde middelen in een soort hypnose, en daardoor ga je praten. Ik kan het me niet meer herinneren, maar ik weet wel dat alles waar ik ooit bang voor ben geweest in die fantasieën voorkwam.'
Ze rolde zich weer op haar rug en keek naar de blauwe lucht - voor zover die niet door het Moederschip aan het oog werd onttrokken. 'Ik werd de hele tijd in verlaten gebouwen gejaagd, en daar zaten mannen achter me aan. Ik probeerde me te verstoppen, maar ze vonden me altijd. Soms .. .'Ze moest iets wegslikken. 'Soms liep ik in een soort verlaten rioolbuis, en dan stak ik mijn handen naar de muren uit, en dan kwamen die muren tot leven.'
Donovan maakte een geluid van schrik, en Juliet keek hem aan. 'Ja, het was erg beroerd. Maar in werkelijkheid was het nog veel erger dan ik het nu vertel.'
Hij plukte een handvol gras en liet het langzaam naar de grond dwarrelen. 'Hoor eens, Juliet, wat er daar boven ook met je is gebeurd, jij hebt nog twijfels. Dat betekent dat je niet helemaal bekeerd kunt zijn.'
'Het lijkt me dat een beetje bekeerd net zoiets is als een beetje zwanger -je bent het of je bent het niet.'
'Ze hebben je geest in verwarring gebracht, Juliet, dat is alles. Zolang je geen contact met hen hebt, kunnen ze geen macht over je uitoefenen.'
Ze keek een tijdlang zwijgend voor zich uit en wees toen in de richting van het reservoir, dat ze van hier uit niet konden zien. 'Het waterpeil was al heel wat lager - zag je dat?'
'Ja.'
'En straks komen de oceanen aan de beurt,' zei ze.
'Nee,' zei hij. Hij ging rechtop zitten en sloeg zijn arm om haar heen. 'Zo ver komen ze niet.'
Ze slikte iets weg. 'Misschien wel, als ik ze help. Zonder te beseffen dat ik dat doe.'
'Hé ... kom nou. Ik hou wel een oogje op je, als je je daar beter door voelt.'
Ze keek hem aan. 'Ik had toch al het gevoel dat je dat deed.'
'O ja?' Hij was zich er plotseling van bewust dat er iets was veranderd. Ze hadden de onzichtbare barrière tussen mannen en vrouwen overwonnen, het obstakel dat meestal pas wordt opgemerkt als het al is gepasseerd.
'Ja,' zei ze.
'Ik wilde niet... nou ja, je weet wel.' Hij schraapte zijn keel en begon opnieuw. 'Je zat zo in de vernieling, en toen hoorden we dat van Ruby, en ...' Hij aarzelde. 'Ik wilde niet te ... voortvarend zijn, en ...' Hij keek haar zwijgend aan.
Ze grinnikte. 'Weet je, dit is de eerste keer dat ik jou hoor stamelen.'
'O ja?'
'Ja,' zei ze. Toen nam ze zijn hoofd in haar handen en drukte een zachte kus op zijn mond.
Na een paar seconden maakte ze zich met een blos op haar wangen van hem los. 'Niet onaardig,' zei ze een beetje ademloos. 'Jij hebt veel geoefend, Mike.'
'Juliet...' Hij kuste haar weer, ditmaal krachtiger, en voelde hoe haar warme mond zich als een bloem voor hem opende. Hij trok haar tegen zich aan en zijn vingers gingen op zoek naar de verborgen sluitingen van haar Bezoeker-uniform ...
-
Toen Juliet wakker werd, realiseerde ze zich dat ze een hele tijd had liggen slapen. De zon stond op een andere plaats, en aan de huid van haar billen kon ze voelen dat ze een lichte zonnebrand had opgelopen. Donovan lag op zijn rug te slapen en hield zijn arm nog om haar heen. Juliet grinnikte en drukte haar hoofd tegen zijn borst.
Opeens werd hij wakker. 'Hoe lang heb ik geslapen?' mompelde hij, en hij trok haar nog dichter tegen zich aan.
'Weet ik niet. Je horloge ligt ergens achter mij. Maar aan de zon te zien is het al vrij laat.'
Hij keek op het horloge. 'Jezus,' zei hij. 'We hebben hier meer dan twee uur gelegen.'
Juliet richtte zich op haar elleboog op. 'Het is maar goed dat Diana ons hier niet heeft betrapt!'
Hij lachte en trok haar naar zich toe, en hij kuste haar alsof ze alle tijd van de wereld hadden. Juliet trok hem dicht tegen zich aan. Maar toen hij haar op haar rug rolde, begon ze plotseling te huiveren.
'Wat heb je?' vroeg Mike, en hij keek haar bezorgd aan.
'O, niets,' zei ze. 'Ik wou alleen dat ik zo verstandig was geweest om een van die vervloekte uniformen over me heen te trekken voor ik in slaap viel. Ik ben verbrand.'
Hij grinnikte, en ze duwde naar hem. 'Lach me maar uit, Donovan! Als je zoals jij een donkere huid hebt, weet je niet wat het is om door het leven te gaan terwijl je voortdurend op je hoede moet zijn voor zonnebrand.'
Hij begon weer te grinniken. 'Stel je voor dat we straks thuis komen, uren te laat, en jij kunt niet eens zitten. Ze zullen denken dat ik een of ander beest ben.'
'Ja,' zei Juliet. 'Vooral Vader Andrew. Het leven in een groep heeft zijn bezwaren, vind je niet?'
'Nou en of,' zei hij. 'Besef je wel dat er op het hele hoofdkwartier niet één tweepersoons bed is?'
Juliet dacht erover na. 'We bedenken wel iets.'