14

Mike Donovan en Tony Leonetti kropen langs de onderkant van de zeemuur van de Richland-fabriek. Het donkere water klotste tegen hun gymschoenen. Links boven hen leidde een smalle onderhoudsladder steil omhoog. Donovan bleef staan en keek op. 'We moeten daar boven zien te komen,' fluisterde hij. 'Kun je me een zetje geven? Dan kan ik bij de richel komen waar die ladder begint.'

Tony knikte. 'Ja. Maar doe het vlug.'

Donovan knikte en gaf Tony zijn geweer. Leonetti hing hem aan zijn schouder en hielp Donovan naar boven.

Toen Donovan eenmaal op de richel zat, nam hij een ogenblik rust en begon toen voorzichtig tegen de ladder op te klimmen. Toen hij boven aan de ladder was aangekomen, wierp hij een snelle blik over de rand en kwam toen vlug weer naar beneden. 'Bewaker,' fluisterde hij in de duisternis naar zijn collega. 'Ze nemen geen risico's meer. Gooi het geweer eens omhoog.'

Even later kregen zijn graaiende vingers de riem van het buitenaardse wapen te pakken, en toen boog hij zich voorover en stak zijn hand uit. 'Springen, Tony!' Met zijn andere hand hield hij de ladder achter zich vast.

Hij trok Tony langzaam naast zich op de richel, maar zei toen opeens: 'Kijk uit!' De straal van een zoeklicht gleed over het water.

'Jezus! Dat scheelde niet veel!'

'Dat licht gaat onregelmatig rond,' fluisterde Donovan, en hij keek naar de toren die naast het fabrieksgebouw was opgericht. 'Of het wordt met de hand bediend.'

'Hoe komen we hem voorbij?' Tony wees met zijn hoofd naar de bewaker. Vanuit hun positie konden ze net het topje van zijn helm zien.

'Wat zou je zeggen van de directe benadering?'

'Je bedoelt zoals die keer in Cambodja?'

'Ja.'

'En dan mag ik zeker weer als lokeend fungeren?' zei Tony.

Donovan hief het geweer omhoog. 'Ik ben degene die hiermee kan omgaan.'

'Goed,' verzuchtte Tony. 'Jij bent ook degene die het aan mijn weduwe moet uitleggen.'

Hij klauterde de ladder op, waarbij zijn rubberen schoenzolen bijna geen enkel geluid maakten, en zwaaide zich over de rand. Donovan kwam zo snel mogelijk achter hem aan. Toen hij boven aangekomen was, zag hij de bewaker met zijn rug naar hem toestaan, zijn geweer gericht op Tony, die met zijn handen omhoog stond en snel begon te spreken.

'Eh, hallo. Ik ben Tony, en eh ... mijn garnalenboot had een lekke band op weg naar Korea, en ik heb zo lang over het water gelopen dat.. Donovan sloeg uit alle macht met de kolf van zijn geweer en de bewaker zakte in elkaar en bleef stil liggen.

Tony pakte het wapen van de Bezoeker op. 'Dat duurde een eeuwigheid, Donovan. Je gaat achteruit.'

'Dat komt meer voor.'

Toen ze nog maar een paar minuten op het fabrieksterrein waren, hoorden ze een kreet vanaf de zeemuur en ze wisten dat de bewaker ontdekt was.

'We hadden hem over de muur moeten gooien,' zei Donovan. 'Dan hadden we een paar minuten extra tijd gewonnen.' Hij dook tussen twee kolossale pijpleidingen door. Langzaam baanden ze zich een weg naar het parkeerterrein.

'Achteraf is het altijd makkelijk praten,' gromde Tony. 'Maar toch ben ik blij dat we ons niet als koelbloedige moordenaars hebben gedragen. Ook al zitten er hagedissen onder die mooie gezichten van hen.'

Nadat ze een tijdlang tussen de pijpleidingen door gekropen waren, kregen ze een luchtschip in zicht waarvan de ladingdeuren openstonden. Maar deze keer waren ze niet bezig slangen te bevestigen om chemicaliën over te pompen. De tanks in de laadruimte waren weg, en voor de deuren stonden mensen met hun handen op hun hoofd.

Donovan en Leonetti zagen hoe de Bezoekers de gevangenen met ruwe drang in het luchtschip duwden. Mannen. Vrouwen. Kleine kinderen. Er was een klein meisje dat een gehavende teddybeer tegen zich aandrukte. Ze had schrammen op haar gezicht. Er was een moeder met een baby, en een jongen van Seans leeftijd met een baseballpet...

'Jezus, Mike!' Tony keek zijn vriend verschrikt aan. 'Wat gebeurt daar?'

Donovan schudde zijn hoofd. 'Ik weet het niet. Maar we moeten het uitzoeken.' Hij keek naar het groepje mensen en ze leken hem een dwarsdoorsnee uit de bevolking te zijn. Hij zag een man met donkere ogen en Mexicaanse gelaatstrekken. Het bloed stroomde uit een wond boven zijn oog, maar hij bleef kaarsrecht staan.

'Oké, Tony. Zelfde procedure.' De ladingdeuren begonnen zich te sluiten en de piloten gingen naar binnen.

'Goed. Deze keer zal ik niet struikelen ...'

Ze zetten zich schrap, kwamen naar voren... en werden plotseling bestookt door een salvo geweervuur. Toen ze opkeken, zagen ze de Bezoekers op de loopbrug hoog boven hen. Donovan schoot terug, maar op dat moment ging er een tweede salvo vlak over hen heen. Ze doken terug met het besef dat ze onder kruisvuur werden genomen. Donovan richtte op de elektriciteitskabels in de lucht die naar de schijnwerpers op het parkeerterrein leidden. 'De kabels, Tony! Schiet op de kabels!'

Tony richtte zijn wapen en er scheurde een blauwe vlam door een van de kabels. De lichten begonnen te flikkeren en er gingen er een paar uit. Een kabel zwiepte naar beneden en trof een van de Bezoekers. Het wezen liet de vreemde snerpende doodskreet horen die Donovan al eerder had gehoord.

Donovan gaf zijn vriend een duw. 'Naar de loopbrug. Wij kunnen daar vlugger uit de voeten! Ga maar! Ik dek je wel!'

Tony sprong naar de trap en rende omhoog. Boven aangekomen sprong hij de loopbrug op en stond meteen oog in oog met een Bezoeker. Leonetti haalde uit met zijn wapen en trof de bewaker op zijn gezicht. Het wezen wankelde achterover en greep zich aan de reling vast, maar op dat moment sloeg Tony hem opnieuw met zijn geweer - juist op het moment dat hij hem zijn gezicht toekeerde.

Zijn ware gezicht... Tony's klap had het masker weggeslagen. Leonetti deinsde een ogenblik verschrikt voor de reptielenkop terug en het wezen siste en spuwde naar hem. Er stoof een wolk van gif om het gezicht van de Aziaat heen. Hij wankelde naar achteren en hield zijn handen voor zijn ogen, die aanvoelden alsof ze met hete naalden waren geschroeid. 'Mike! Mijn ogen!'

Er volgde een schot uit Donovans geweer en meteen daarop hoorde de oosterling een zwaar lichaam vallen. Hij graaide naar zijn ogen, terwijl hij zijn vriend op zich af hoorde rennen. Hij hoorde de geluiden van een worsteling, en toen opnieuw de doodskreet van een Bezoeker, gevolgd door een schot uit een geweer en een menselijke zucht. Er viel iets bij Tony's voeten neer.

'Mike?' Tony liet zich op handen en knieën zakken en voelde de suède van Mike's jasje onder zijn tastende vingers. 'Mike ... O God, ben je in orde?' Hij boog zich over zijn vriend heen en probeerde te voelen ...

Een stap vlak achter hem. Tony wilde zich omdraaien, maar juist op dat moment sloeg er iets hards tegen zijn achterhoofd. Hij viel over het lichaam van zijn vriend heen en bleef roerloos liggen.